Boek A

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !

.
Inhoud:
Afrika
Afro-racisme
Afscheid
Afwezigheid
Agaat
Agapen
Algemeen:
Beschrijving Prof A.Kesner
Agathopeden
Agricola
Agrippa aon Nettesheim
Ahasaerus
AHIMAN REZON
Content of the Work.
Ahnenerbe.
Onderzoek



Aign
ZieHAIN

Afrika
AFRICA.
AFRICA.
AFRICA, GERMAN SOUTHWEST.
AFRICAN ARCHITECTS, ORDER OF.
AFRICAN BROTHER.
AFRICAN BROTHERS.
AFRICAN LODGE.
, o In dit wereld deel is de Vrijmij.°. vertegenwoordigd in de Engelse koloniën aan de Noord-, West-, Zuid- en Z.-Oostkust. Reeds in 1747 werd in Alexandrië een L.°.gesticht, die echter later is opgeheven. De oudste van werkende L.°. is de L.°. "de Goede Hoop" aan de Kaapstad, werkende onder het Gr.°. 0.°.van deNederlanden, opgericht 1772.

Afro-racisme. De opvatting dat het zwarte ras superieur is aan alle andere rassen. Het afro-racisme (ook wel 'afro-centrisme') is typisch een reactie op het BLANK RACISME. Grondlegger van deze stroming is George G.M. James, auteur van het boek Stolen legacy (1954) waarin hij beweert dat de Griekse beschaving gebaseerd is op inzichten en ideeën die de Grieken gestolen hadden van de oude Egyptenaren die volgens hem zwart zouden zijn geweest. James' ideeën werden later uitgedragen door zijn leerling Yosef A.A. ben-Jochannan, auteur van een boek met de veelzeggende titel Africa: mother of western civilization.
Begin jaren '80 ontstond er enige academische aandacht voor dit ideeëngoed, en dit 'afrocen- trisme' wordt ook verkondigd door de radicale zwarte leider Louis Farrakhan, van de Nation of Islam. Bekende verdedigers zijn Wade Nobles, verbonden aan de vakgroep African-American studies van de San Francisco State University, en de psycholoog Frances Welsing. Laatstgenoemde verklaart de geestelijke superioriteit van het zwarte ras uit de extra hoeveelheid melanine (donker huidpigment) waarover het beschikt. Welsing schrijft aan deze stof de meest wonderbaarlijke eigenschappen toe. Melanine zou bijvoorbeeld als een uniek informatieverwerkend systeem fungeren, waardoor zwarten (veel meer dan blanken) over paranormale gaven (PSI) zouden beschikken. Een recente, zeer erudiete uitwerking van de these van James is Black athena (eerste deel 1987, tweede deel 1991; nog twee delen op komst) van Martin Bernal, hoogleraar bestuurskunde aan de Cornell University. Bernal betoogt dat '9de eeuwse classici de invloed van de (volgens Bernal) zwarte beschavingen van Egypte en Fenicië op het ontstaan van de Griekse cultuur om puur racistische redenen hebben verdonkeremaand. De afro- centrische these krijgt het echter zwaar te verduren in het boek Not out of Africa (1996) van Mary Lefkowitz.
Deze auteur werd door afrocentristen onmiddellijk 'ontmaskerd' als lid van een joodse, antizwarte samenzwering. Een opvallend kenmerk van het afrocentrisme (wellicht mede een gevolg van de bemoeienis van Farrakhan) is namelijk haar Antisemitisme, ANTISEMITISMUS UND FREIMAUREREI. In 1991 haalde afrocentrist Leonard Jeffries, van het Black Studies Department van de City University of New York, fel uit naar de 'rijke joden' die verantwoordelijk zouden zijn geweest voor de slavenhandel. Joden in Hollywood zouden verantwoordelijk zijn voor films die gericht zijn op de vernietiging van zwarten.
Het heeft vijf jaar geduurd voordat de universiteit de moed had om Jeffries aan de kant te zetten.

Afscheid. Het is nuttig en nodig dat, als een V.°.M.°.de Loge als werkend lid verlaat, een schriftelijk bewijs daarvan ontvangt.

Afwezigheid. (de Loge dekken) Indien een Br.°.of Zr.°. gedurende de arbeid de L.°. wil verlaten, geeft hij/zij daatoe een teken aan de Opz.°. van zijn Kolom, die voor hem dan de deur van de T.°. laat openen.

Agaat
Mackay
AGATE, STONE OF.
, al in de Oudheid een geliefde siersteen, waaraan, al naar gelang de kleur, een symbolische relatie met de maan of met de planeet Mercurius werd toegeschreven. In de aderen ervan herkende men figuren uit de godenleer, en men kende magische werkingen aan de steen toe. Hij zou noodweer afwenden, rivieren verhinderen buiten hun oevers te treden, strijders begunstigen en op vrouwen een erotisch stimulerende uitwerking hebben. De vroegchristelijke tekst ‘Physiologus' vermeldt dat parelvissers een stuk agaat aan een snoer binden en in zee laten zinken.
De agaat gaat nu zonder mankeren naar de parel toe. ' Duikers kunnen de lijn volgen en de parel opvissen. Deze parel symboliseert Jezus Christus, maar 'de agaat staat voor de Heilige Johannes, want die heeft ons de geestelijke parel getoond met de woorden: Zie, dit is het Lam Gods, dat de zonden der wereld draagt .
De middeleeuwse natuuronderzoeker Lonicerus (Lonitzer) dacht aan de bont geaderde agaten toen hij schreef dat ze, aan het hoofdeinde van slapenden gelegd, zeer gevarieerde dromen zouden schenken. Jean de Mandeville schreef de agaat het vermogen toe, de bezitter geestrijk en welbespraakt te maken. Bij Pseudo-Albertus Magnus (1581) wordt van de zwartgeaderde agaat gezegd dat deze schade kan ondervangen, ‘en verleent het hart kracht en maakt iemand formidabel, welgevallig en bemind door een ieder, ook vrolijk, en helpt (tegen ) Onaangename zaken
Zie ook edelstenen

Agapen
LENNHOFF
AGAPE FRATERNELLE
Algemeen:
Beschrijving Prof A.Kesner
AGAPAE.
Algemeen: Door de kerkvaders ook gemeenschappelijke maaltijden genoemd. De liefdemalen van de eerste Christenen. Zulke maaltijden, die gewoonlijk s`avonds gehouden werden, begonnen met een gemeenschappelijk gebed; verder werd er een gedeelte van de bijbel voorgelezen, een soort van homilie gehouden, terwijl men ook hymnen en psalmen zong. Ten slotte werd een inzameling gehouden, ten behoeve van de armen en na een plechtig gebed gaf men elkaar de broederkus. (Vgl.P lin. Ep. X. 96. Origenes Ep. ad Rom. XV1. 16 enz.). Daar die liefdemalen weldra ontaardden (vgl.I. Cor. XI:16-34) werden ze in later dagen door onderscheidene synoden veroordeeld en ‘t houden er van verboden. Aan de Agapen herinneren in ‘t algemeen de Tafelloges (z.d.), terwijl er in de hogere Gr.°. iets dergelijks van voorkomt. We maken van deze maaltijden melding, ook omdat Prof.A.Kestner,hoogleraar te Jena (1794-1821) het ontstaan van de Vrijmij.°. met deze liefdemalen in verband brengt. Hij beschouwt de Agapen als een "geheim christelijk genootschap", tegen het eindevan de1e eeuw ontstaan, dat in drie afdelingen was onderscheiden en de bouw van een tempel bedoelde en beschrijft de samenhang hier van met de maçonnerie.
Beschrijving Prof A.Kesner "De overgang van de Clementinische bouworde tot de Vrijmetselaarsbond is hoogstwaarschijnlijk de volgende geweest. In de IVe eeuw werd het Clementinische geheime genootschap door de hiararchis-katholieke kerk onderdrukt. Neventwijgen van de oude stam breidden zich echter in ‘t geheim her- en derwaarts uit, maar altijd door de spionnen van dekatholieke kerk begluurd en waar ze ontdekt werden dadelijk weer onderdrukt. In de Xle eeuw kwamen de Clementinen, onder hun ouden naam Katharen, weer te voorschijn, hoewel er in de gehele wereld slechts 4000 leden van de Orde leefden en zij, als de zwakke, natuurlijk in korte tijd weer door de machtige katholieke partij onderdrukt werden. Weldra constitueerden zich in Palestina toen de Tempeliers, die voorgaven dat ze door volgelingen van Johannes in alle heilige geheimen ingewijd waren. In ‘t begin werden dezen door kortzichtige Pausen begunstigd, totdat Clemens V tot de overtuiging kwam d at ze eigenlijk tegenstanders waren van de pauselijk-katholieke kerk, waarop de Orde niet alleen in Frankrijk, met een zekere schijn van recht onderdrukt werd, maar tegelijkertijd in alle landen, zonder vorm van proces, door pauselijk decreten werd opgeheven. In de reizende bouwgezelschappen van de middeleeuwen, die gevormd werden naar ‘t voorbeeld van de Clementistische Bond uit de dagen van Hadrianus leefde de oude Bond zolang in stilte voort, tot dat de grote Engelse bouwmeester hem in de XVllle eeuw vaste werkplaatsen openden. We hebben deze redenering hier, volledigheidshalve, medegedeeld, hoewel we hierin niets anders zien dan een produkt van de hoogleeraars fantasie. Het bestaan van die geheime wereldbond van Clemens wordt door hem, zonder schijn of schaduw van bewijs, vooropgezet. Die Agapen-bond is zeer zeker niet meer dan een geleerd droombeeld.(Vgl o.a. Siegel. Handbuchvan dechristlich-Kirchlichen Altherthumer. Leipzig, 1886.I. 83-92).

Agathopeden
Mackay
(Orde der). Deze Orde zou te Brussel ontstaan zijn in het midden der XVIe eeuw en wilde zich tegelijkertijd vrij houden van Protestants en Katholiek fanatisme. Dit genootschap beweerde een archief te hebben dat opklom tot 1587 en onder haar leden staatslieden en geleerden te tellen van grote betekenis, als de maarschalk Moritz, Rubbens, Voltaire enz.enz. Dit oude genootschap werd echter in 1837 opgelost en de 29 Sept.1846 veranderd in A-.
De bestuurders (suffoten) van het genootschap (menagerie) staan onder een grootmeester, die de werkelijke naam Pourceau (zwijn) draagt, zoals vele leden namen van dieren hebben. Het devies van de 0.°.luidt:
"amis comme cochons".
Men begrijpt dat deze gehele Orde niets anders is dan een mogelijk niet eens onschuldige mystificatie.

Agricola (1494-1555) (eigenlijk: Georg Bauer) Duits geoloog en mijnbouwkundige. Agricola gold als de grootste autoriteit op dit gebied. Zijn bekendste werk is De re metallica (Over de metalen, 1556), een uitputtend werk waarin hij, in het tweede van de in totaal twaalf delen, nader ingaat op de mijnwerkersgewoonte om ertsaders op te sporen met behulp van een gevorkte tak, de 'ertsstok'. Dit is een van de eerste vermeldingen van WICHELROEDElopen en doet vermoeden dat dit paranormale werktuig dateert uit de late Middeleeuwen, en voor het eerst gebruikt werd in de mijnbouw. Volgens Agricola is het gebruik van de wichelroede overigens tijdverspilling.

Agrippa von Nettesheim
Mackey
. Heinrich Cornelius (1480-1535) Duits occultist. Agrippa werd vooral beroemd door zijn De occulta philosophia libri tres (Drie boeken over de occulte filosofie), geschreven in 1510, 1ste dr. 1533. Hierin wist hij met behulp van praktisch alle esoterische tradities van zijn tijd van het HERMETI(S)C(H).-. via de ASTROLOGY, Astrologie.-. tot aan de KABBALA een waarlijk indrukwekkend wereldsysteem te construeren, ongeveer naar het voorbeeld van LULL, RAMON.

Ahasverus

, in het bijbelboek Esther de Perzische koning Xerxes I (486-465), ‘die over 127 gewesten van Indie tot Ethiopië regeerde', maar volgens de legende de symbolische figuur van de `wandelende jood', die als belichaming van zijn verstrooide volk alle landen van de wereld door moest dwalen zonder ooit rust te vinden. Volgens de christelijke opvatting van aan dit lot verbonden schuld is hij een schoenmaker uit Jeruzalem, die ooit Jezus op zijn kruisweg zonder mededogen geweigerd zou hebben op zijn bank te rusten, waarna hij gedoemd was eeuwig, tot de jongste dag, rond te dwalen. Als houthakkers in Tirol kruisen hakten in het gladde oppervlak van boomstronken, zou dit gebruik dienen om de rusteloze wandelaar een rustplaats te verschaffen (volgens een andere versie ook aan de door de `wilde jager' achtervolgde `houtvrouwtjes', vrouwelijke natuurgeesten van het bos).

AHIMAN REZON. Mackay
Lennhoff
Content of the Work.
This is the title which Laurence Dennott chose for the BOOK OF CONSTITUTIONS edited by himself and issued in I756 for the use of the so called Ancient or otherwise Schismatic Masons. It is of Hebrew origin, meaning faithful Brother Secretary, according to the Rev. Morris Rosenbaum, and not the will of a prepared brother, or the will of Ahiman, a name occurring in NUMBERS XIII. 22, and elsewhere. As might be expected, Kenneth MacKenzie gives a muddled explanation of the title. Eight editions were produced up to and including the year of the Union, I8I3. It is important for the general history of the rival factions, but I am concerned with it here in respect only of its non-contentious elements.

Content of the Work.. As it must be said notwithstanding that it is much more interesting and important in respect of the first than it is in the second respect, I shall deal with it shortly in the present place. There is an Address to the Reader which occupies sixty-two pages of the third edition, and this recites the points of the debate in a manner which is entertaining as comedy-at least for that dull period, which was I778. The BOOK OF CONSTITUTIONS follows and comprises
(I) a quasi-historical account of the Institution of Freemasonry, much as we might expect it and of interest for comparison with Anderson;
(2) Payne`s OLD CHARGES, to the number of seven;
(3) a SHORT CHARGE, addressed to a newly-admitted Brother;
(4) the ANCIENT MANNER OF CONSTITUTING A LODGE;
(5) PRAYERS adapted to several occasions: it was a forgotten art at the period;
(6) GENERAL REGULATIONS the Old and the New printed in parallel columns;
(7) REGULATIONS FOR CHARITY. They belong, however, to another part of our subject.

Mr. Rosenbaum's study of the words AHIMAN REZON is exceedingly valuable and Will be found in ARS QUATUOR CORONATORUM, vol. xxiii, PP. I62 et seq.

Ahnenerbe. Onderzoek
(Duits. 'Erfenis der voorvaderen') Het zogenaamd wetenschappelijk bureau van de ss, de politieke politie van het Derde Rijk, onder leiding van de Höhere ss- und Polizeiführer HIMMLER, HEINRICH (1900-1945). Ahnenerbe was een onsamenhangend conglomeraat van onderzoeksbureautjes die zich met allerlei uiterst curieuze maar ook ronduit wrede onderzoeken bezighielden. Organisatie Ahnenerbe kwam voort uit de Forschungsanstalt für Geistesurgeschichte, een in 1932. door de Nederlander WIRTH, HERMAN FELIX opgerichte 'onderzoeksinstelling' . Wirth was, zacht gezegd, geen begenadigd organisator, en de Forschungsanstalt werd in november 1935 overgenomen door de ss, en in maart 1937 (toen Wirth vervangen werd door de volkskundige en voormalige boekhandelaar Wolfram Sievers) omgedoopt tot Das Ahnenerbe. Sievers was verantwoording schuldig aan de volkskundige (en deken van de filosofische faculteit te München) Walther Wüst. In december '938 werd Wirth (tot dan 'erevoorzitter') er helemaal uitgegooid en werd Ahnenerbe gereorganiseerd volgens ss-normen. De medewerkers werden ook 'ereleden' van de ss en maakten voortaan in naam onderdeel uit van de persoonlijke staf van ss-leider Himmler. Sievers werd in 1948 opgehangen in Neurenberg. Ahnenerbe is het bekendste der pseudo- wetenschappelijke nazi-instituten. Haar archieven zijn helaas niet bewaard gebleven (ze waren als 'geheim' geclassificeerd en zijn waarschijnlijk tegen het eind van de oorlog vernietigd) maar uit de schaarse bronnen en getuigenverklaringen verrijst het beeld van een permanent chaotische organisatie. Onder Wirth was het een ongeorganiseerde verzameling onderzoekers, studerend op allerlei occulte en mystieke onderwerpen, en dat werd na de machtsovername door Sievers niet veel beter. Vooral door het voortdurend annexeren van allerlei volkskundige instituten en studieclubjes bleef Ahnenerbe een onoverzichtelijk conglomeraat. Het enige dat alle activiteiten gemeen hadden, was dat ze over zaken gingen die Himmler wel interessant vond (en de ss-leider was met name geïnteresseerd in onderwerpen als runen, Atlantis, ASTROLOGY, Astrologie.-. en theorieën als de Weiteislehre). Theoretische samenhang was ook niet van belang. Ahnenerbe had als 'wetenschappelijk' instituut vooral een praktische functie. Himmler ging ervan uit dat aan wetenschappelijke theorieën niet al te veel betekenis moest worden toegekend, want zijn ervaring was dat geleerden om de zoveel jaar toch weer een andere theorie aanhingen. In plaats daarvan zou de ss aangeven welke opvatting de juiste was, waarna onderzoekers het bewijsmateriaal mochten construeren. Deze 'praktische' instelling stond uiteraard haaks op Himmlers verlangen dat Ahnenerbe in academische kring enige erkenning genoot. Daarvan is dan ook slechts in zeer beperkte mate sprake geweest.
Onderzoek. Het aantrekken van de vooraanstaande onderzoeker Wüst en de reorganisatie door Sievers betekenden niet dat de vele dubieuze onderzoekers die Wirth de organisatie had binnengeloodst, eruit werden gegooid. Uitgangspunt bleef dat zodra een 'onderzoek' aansloot bij Himmlers occulte en pseudo-wetenschappelijke interesses, men zijn best deed om dat een plaatsje te geven in de organisatie (ook al zagen de vaak wat nuchterder medewerkers dat niet zitten). Zo werd er veel racistisch en volkskundig onderzoek verricht, maar ook onderzoek naar de Weiteislehre van Hürbiger en de mystieke runeninterpretatie in de traditie van LIST, GUIDO KARL ANTON. De belangrijkste vertegenwoordiger van laatstgenoemd onderzoek was WEIGEL, KÙRL THEODOR, een leerling van Wirth. Onder Wüst en Sievers (en in de schaduw van de steeds machtiger wordende ss) begon Ahnenerbe aan een periode van stormachtige groei. Spoedig was er sprake van een ware octopus die haar tentakels over de hele academische wereld had gespreid, maar met name in het rassenkundig en volkskundig onderzoek. Tijdens de oorlogsjaren kwam het theoretische werk praktisch stil te liggen - hoewel Weigel tot in de laatste rampzalige oorlogsjaren rustig kiekjes van runen bleef verzamelen. Ahnenerbe financierde ook zogenaamd praktisch, maar in wezen gruwelijk en nutteloos medisch onderzoek, zoals dat van dr. Sigmund Rascher naar de overlevingskansen van piloten die op grote hoogte hun vliegtuig verlieten of in ijskoud water terechtkwamen. Rascher gebruikte hiervoor gevangenen, die hij in vacuümkamers liet omkomen of bijna liet verdrinken in tanks gevuld met ijswater. (Rascher overleefde de oorlog niet. Hij had kinderen gekidnapt in plaats van ze zelf te verwekken, en daarvoor liet Himmler hem en zijn vrouw vermoorden in 1944.) Ahnenerbe-medewerkers werden ook ingeschakeld bij het 'in veiligheid brengen' van 'Germaans cultuurgoed'. In de eerste oorlogsjaren plunderden ze musea, kerken en kastelen in kolen en de Baltische staten (waarbij ze op moesten letten dat de vertegenwoordigers van Hitler en Göring er niet met de mooiste stukken vandoor gingen) en hetzelfde gebeurde later in West-Europa en Italië.
Bronnen Dow, J., en H. Lixfeld (red.), The nazification of an academic discipline. Folklore in the Third Reich. Bloomington, 1994 ; Müller-Hill, B., Tödliche Wissenschaft, Reinbek, 1984; Webb, J., The Occult Establisment Glasgow , 1976.

Aign, Zie HAIN