In principe kan iedereen lid worden, die oprecht streeft naar verdieping
van het mens-zijn. Daarnaast moet men "vrij en van goede naam" zijn. "Vrij"
betekent in dit verband dat men niet in conflict komt met zijn eigen godsdienstige
en maatschappelijke bindingen. "Van goede naam " wil zeggen dat men zich
houdt aan de regels van het maatschappelijk bestel.
Men behoeft niet te worden voorgedragen maar de aanmelding moet wel worden
ondersteund door twee Meester-Metselaren die "borg" staan voor het kandidaat-lid.
Kent de betrokkene zelf geen Meester-Metselaren, dan wordt hij of zij in
de gelegenheid gesteld kennis te maken met enkele Meesters.
65. Worden er inlichtingen ingewonnen en zo ja, waarom ?
In de loop van de toelatingsprocedure wordt aan het kandidaat-lid gevraagd
enkele referenties uit zijn eigen kring op te geven. Mede op basis van
deze gegevens kan de loge zich een beeld vormen van het aspirantlid.
66. Is er een leeftijdsgrens aan het lidmaatschap verbonden ?
Men kan toetreden op achttienjarige leeftijd. Een leeftijdsgrens naar boven
is er niet. Om de Meestergraad te verkrijgen moet men 21 jaar zijn.
67. Kan men het lidmaatschap beëindigen ?
Men kan het lidmaatschap te allen tijde beëindigen. Bij de toetreding
verplicht men zich echter om in ieder geval drie jaren lid te blijven,
maar de intentie dient te zijn dat men voor het hele leven vrijmetselaar
wordt.
68. Is er een proeftijd ?
Er is geen echte proeftijd zoals wij die over het algemeen kennen. Wel
maakt men de eerste jaren als leerling en vervolgens als gezel een leerperiode
door.
69. Hoe gaat de toetreding in zijn werk ?
Wanneer de belangstellende zich goed heeft georiënteerd, de nodige
gesprekken heeft gevoerd en inderdaad lid wil worden van de vrijmetselarij,
dan is de procedure als volgt :
-het kandidaat-lid vraagt een aanmeldingsformulier aan en zendt dit
ingevuld terug aan de loge;
- deze aanmelding wordt dan medeondertekend door twee Meester-Metselaren,
die zich borg stellen voor de kandidaat;
- vervolgens wordt de aanvraag voorgelezen in alle loges van onze orde
in Nederland. De leden hebben een maand de gelegenheid hierop te reageren;
- hierna ontvangt de kandidaat een vragenlijst;
- na terugzending van de ingevulde vragenlijst wordt de kandidaat uitgenodigd
voor een gesprek met drie leden van de loge. Tijdens dit gesprek krijgt
de kandidaat de gelegenheid zijn antwoorden nader toe te lichten;
- de drie leden geven onafhankelijk van elkaar hun indrukken aan de
Voorzittend Meester door;
- alle verkregen gegevens, dus ook de inlichtingen van de referenten
die door de kandidaat op de vragenlijst zijn opgegeven, vormen de basis
voor een beslissing binnen de loge,
- als deze beslissing positief is, is er tenslotte nog het fiat nodig
van de Nederlandse vertegenwoordiger van de Internationale Opperraad. Het
is vanzelfsprekend dat deze hele procedure, die een aantal maanden in beslag
neemt, een vertrouwelijk karakter draagt voor beide partijen.
70. Wat kost het lidmaatschap ?
Dit kan per loge variëren; er zijn ook verschillen in contributie
voor alleenstaanden en echtparen.
71. Zijn er nog andere financiële verplichtingen ?
Bij de inwijdingen betaalt men een bepaald bedrag voor bijv. een schootsvel,
literatuur e.d. Tijdens de bijeenkomsten wordt in de regel een bijdrage
gevraagd.
72. Hoe vaak en waar komt men bij elkaar ?
Als regel komt men wekelijks of éénmaal in de veertien dagen
bijeen, meestal in het loge-gebouw. Dat kan zijn voor een rituele bijeenkomst
in de tempel of een minder formele samenkomst in de voorhof, een gespreksruimte.
Voor afzonderlijke graden zijn er bovendien studie-bijeenkomsten.
73. Waaruit bestaan die bijeenkomsten ?
Tijdens de bijeenkomsten in de tempel werkt men met voorgeschreven handelingen
en symbolen (de zgn. rituelen). Het hoofdthema van zo’n bijeenkomst kan
zijn een inwijding in een van de drie graden of een lezing gehouden door
een vrijmetselaar. Tijdens de bijeenkomsten in de voorhof houdt men ook
gespreksavonden n.a.v. een lezing. Zo’n lezing noemt men een bouwstuk.
Bouwstukken worden "opgeleverd" door een lid van de loge of een genodigde.
(Zie ook Symbolen, vraag 54.)