21. Is de vrijmetselarij voorbehouden aan een elite?
Nee, dat is zelfs in strijd met haar eigen streven. Wel is de vrijmetselarij
ontstaan in een bepaalde groep van de samenleving, maar lid kan worden
"een ieder die vrij is en van goede naam " zoals de omschrijving voor een
kandidaat-lid plechtig luidt. Het is een feit dat voor enkele tientallen
jaren vrijwel niemand uit de maatschappelijk gezien laagste milieus zich
bij de vrijmetselarij aanmeldde. De zorg voor het dagelijks brood (lange
werkdagen, zware werkomstandigheden ) kwamen op de eerste plaats. Dat is
zich gelukkig aan het wijzigen.
22. Voelen de leden zich verheven boven andere mensen?
Eerlijkheidshalve moet erkend worden dat er leden zijn die een zekere
mate van zelfgenoegzaamheid hebben omdat zij lid zijn van de vrijmetselarij.
Daarmee geven zij overigens blijk besmet te zijn met de gedachte die ten
onrechte bij vele buitenstaanders leeft, nl. dat de vrijmetselaren een
elitegroep vormen. De vrijmetselaren mogen en kunnen zich niet zo noemen.
Zij zullen dat imago dan ook elke keer ter discussie moeten stellen en
bestrijden.
23. Is het waar dat de leden elkaar maatschappelijk vooruit helpen?
Het is in ieder geval geen doel van de vrijmetselarij. Maar wanneer
men het toch ziet gebeuren, dan moet men er niet meer waarde aan hechten
dan: een vriend, of iemand die je goed hebt leren kennen, mag je niet aan
zijn lot overlaten.
Ideaal zou zijn dat elke vrijmetselaar zó ver zou komen, dat hij
elk medemens die streeft naar niet egocentrische doelen (vrijmetselaar-of-niet)
ziet als een soort bondgenoot, een vriend die op bepaalde momenten steun
kan gebruiken. Niet vergeten moet worden dat het altijd de vraag is of
maatschappelijk vooruit helpen ook écht helpen is. Iemand adviseren
niet te streven naar een maatschappelijk hoger aangeslagen functie kan
ook wel eens een vorm van helpen zijn.
24. Doet men georganiseerd aan liefdadigheid?
Georganiseerde liefdadigheid, zoals bij Serviceclubs als bv. de Rotary,
komt weinig voor bij de vrijmetselarij. Incidenteel kan het voorkomen dat
loges bepaalde instellingen steunen.
25. Gebeuren er griezelige dingen bij de vrijmetselarij?
Griezelige dingen gebeuren er zeker niet. De vraag rijst waarom buitenstaanders
dit wel eens denken. Wellicht is dit idee ontstaan doordat men vreemd staat
tegenover bepaalde gebruiken in de vrijmetselarij (zoals andere kleding).
Bovendien worden teksten die in handen van niet-ingewijden komen, vaak
op verkeerde wijze geïnterpreteerd .
26. Waarom praat men wel eens over het " hoofd afhakken"?
Deze vraag ligt in het verlengde van de vorige. Men heeft wel eens vernomen
dat vrijmetselaren een plechtige eed of belofte moeten afleggen. Die eed
of belofte wordt inderdaad afgenomen en de bewoordingen daarvan zijn of
waren zwaarder en indringender dan tegenwoordig gebruikelijk is. Men belooft
de geheimen geheim te houden en de reglementen van de orde te eerbiedigen.
Men wordt niet lichamelijk of anderszins gestraft als men die eed of belofte
breekt. Men zou wel geschorst of geroyeerd kunnen worden.