De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
V
V.°.
VAANDEL
VAANDELDRAGER
VALOIS COLLEGE
Via Lucis
VAULTS BENEATH THE TEMPLE
Verdraagzaamheid
Vademecum
Vaincre ou mourir
Valparaiso
Vaissette
Valerianus Bolzanius
Valois
VEADAR
Veda
Veendam.
Veere
Velde
Veldloge
Velthusen
VENAISSIN
VENSTER
Venetië
Venesuela
Verbanning
Verbond
-.(WETENSCHAPPELIJK MACONNIEK)
Pythagoreïsche Bond
Verbroedering
Vereniging van Duits-Amerikaanse Vrijmetselaren
Vereniging van Duitse Vrijmetselaren.
Verhaegen
VERKORTINGEN
VERLOF
VERMEERDERING VAN INKOMSTEN
Verordeningen
Verraad.
Vertrouwde Bbr.
.-. van Andreas
.-. van St. Jan
.-. van Salomo
Vertue
Verviers de, Or.°.B.F.
Vervolgingen
Vianen
Vicariaat-regering
Vicarius Salomonis
Vielsalm de, Or.°.B.F.
Vier
Vier gekroonden
VIERHOEK
VIERSCHAAR DES HEMELS
Vieux: de la montagne.
Vignoles
VIJF
Vincero autmori
Visitatie Generalis
Visitator Generalis
VINCERE AUT MORI
VIVAT
Visiteur
Vitron de, Or.°.B.F.
Vitruvius
VLAMMEN
VLIES
(De RIDDER VAN HET GULDEN)
(Orde van het gulden-).
Vlissingen
Vloer
VOLHARDING
VOLKOMEN
Voltaire
Voorbereider
VOORBEREIDENDE BROEDER
Voorhangsel
Voorhof
Broeder van de-
Voorstellen
Voorzienigheid
Vorsten.
Voss
Voute d'acier
Vraden
Vragen
Vredenburg
Vreedendal
Vrouwen
Vrijheid.
Vrijmetselaar
Vrijmetselarij
Vrijmetselaars-broederschap
.-. verhoor
.-. groet
Vrijmetselarij
.-. ADEPT
.-. DES. GEHEIMS
.-. VAN HERODOM.
.-. De WARE
.-. De WARE OP DEN REGTEN WEG
Vrijmetselarij-bouwstukken I:
VRIJMETSELARIJ, GNOSTIEKEN HERMETISME- bouwstukken II
HERMETISME
Een voorbeeld:
GNOSTIEK
GEHEIME GENOOTSCHAPPEN
KABBALISTIEK
CONCLUSIE (Snoek)
Vrijmetselaar-II
VRIJMETSELARIJ. (De EGYPTIESE)
Vrijmetselarij (De HERMETISE)
.-.(De ST. JANS-, SYMBOLIESCHE', OF BLAAUWE-)
.-.(De RODE of HOGERE
VROLIK
VROUWEN-ORDE
VUUR
VUURSTEEN
V.°.
verheffen, verheffing;......verh.°.
Verlichte;.....V.°.
Vertegenwoordiger;..Vert.°.
Vierentwintigduimsmaat;24 d.°.m.°.
Vlammende Ster;..Vl.°.S.°.
Vlammend Zwaard;.Vl.°.Zw.°.
voet;.........v.°./vv.°.
Voorbereider;....Vrb.°.
voordeel;.....voord.°.
Voorhof;......Vrh.°.
Voorspoed;.....V.°.
Voorzittend Meester;.....V.°.Mr.°./V.°.Mmr.°.
vreugdebatterij;.....vreugdebatt.°.
Vrijmetselaar;......Vrijm.°.
Vrijmetselarij;.....Vrijmij.°.
Vijfpuntige Ster;.....5 p.°.s.°.
Return to the top of this page
VAANDEL, (Het) of de Banier. Elke Loge heeft haar eigen banier als een oriflamme (zie dat Art.), geborduurd op zijde of fluweel van de kleur der Loge.
Return to the top of this page
VAANDELDRAGER, De naam van de Broeder, welke bij de optochten belast is met het dragen van de banier. Aan deze Br.°..is opgedragen, bij plechtige gelegenheden, de banier van de L.°. te dragen, b.v. bij het binnenleiden van de Gr.°. Mr.°. Nat.°. een Gr.°. Offic.°. enz.
Return to the top of this page
VALOIS COLLEGE, The authority --such as it is—for the existence of a Masonic Collegium under this name resides in John Yarker, and is likely to raise among the instructed a feeling approaching disdain; but there are certain matters connected with the claim, or arising from it, which it is preferable not to pass over. We can set aside in the first place the Yarker title itself, because it is an imaginary device. The reference is in reality to certain KNIGHTS OF THE ORIENT and SOVEREIGN PRINCES OF MASONRY, who practised an ECOSSAIS RITE of Nine Degrees, identical at least by their titles with a system working at Lille in 175I, according to Kloss. Apparently on authority of his own Yarker says that it was established also at Marseilles so early as the year I748. However, his Valois College is referred to the period between I755 and I762, during which it adopted two further Elect Grades, as well as those of ROSE-CROIX and NOACHITE PATRIARCH, or thirteen in all. Now, it appears—on the testimony of Speth—that Baron de Tschoudy certified in I758, he being then at St. Petersburg, a Code of Fifteen Laws of SOVEREIGN PRINCES OF MASONRY which he had received about 1755 under the signature of De Valois, Warden of the Seals of the Sovereign Grand Lodge of KNIGHTS of THE ORIENT at Paris. Yarker states further that in 1762 this Grand Lodge changed over its title and became a Sovereign Council of KNIGHTS OF THE ORIENT. In I766 De Tschoudy was still in active connection with this body, and is said to have revised the Ritual of the Third Degree, which related to Adonhiram. The system is termed democratic and opposed as such to the Templar interests of Clermont. At the last end it was taken into the general Receiving House of the GRAND ORIENT. A wok: published in 1766 under the title Les Hauts Grades de la Masonnerie is specified by Yarker as representing the Rite which he refers to the Valois College. It contained—superposed upon the Craft —three Elect Grades, three others relating to the Second Temple, and a tenth—identified as PATRIARCH NOACHITE, being those evidently of the Ecossais Rite already mentioned.
Return to the top of this page
VALSE LOGE, Frans; Loge Irréguliére ou Clandestine, Duits Winkel-Loge. Zie onregelmatige Loges.
Return to the top of this page
Via Lucis, Via Lucis zie Den Haag O.°. N.F.Galvaniestraat 94
Return to the top of this page
VAULTS BENEATH THE TEMPLE, In the Ecclesiastical HISTORY of Philostorgius, who was of Cappadocia and was born circa 364 AD., there is a legenda aurea concerning one of several attempts to rebuild the Temple at Jerusalem. It is said
(I) that in the course of preparing the ground a stone slipped from its place;
(2) that in this manner there was exposed the mouth of a deep cutting or well-;
(3) that one of the workmen was let down by a rope;
(4) that on reaching the bottom he was up to the ankles in water;
(5) that on examination he proved the place to be four-square;
(6) that he met with a certain small column emerging above the water;
(7) that a book wrapped in a linen cloth was laid thereon;
(8) that when he was drawn up and the volume was examined, its first words, written in capital letters proved to be these: " In the beginning was the Word, and the Word was with God, and the Word was God." It was therefore a copy of the fourth Gospel
This story is the unacknowledged basis of the Grade known as NOVICE AND KNIGHT OF ST. JOHN, in which, however, the gospel is supposed idly to have been lost to the Christian world for a long space of time. We may compare the Talmudic story of a subterranean vault supported by seven arches raised upon seven pairs of pillars and discovered by workmen engaged in preparing the ground for the building of the first Temple. It contained nothing at that time but was afterwards- according to the legend—made use of by Josiah as a depository for the Ark of the Covenant, when the destruction of the Temple was foreseen. At the building of the Second Temple other workmen are said to have rediscovered the vault and brought its contents to light. We come in this manner to see that the CRYPTIC GRADES, the Royal ARCH OF ENOCH and so forth are not modern inventions in respect of their traditional histories. The common basis of all is of course the literal existence of subterranean vaulted chambers beneath the site of the Temple. A foundation of this kind is not without its importance to our Emblematic Art, but it must not cloud the issues, which are of another order. In the proper understanding, our secret vaults are like our concealed treasures; they lie beneath temples which are not built with hands, and that which they contain is not the material Ark of a covenant passed away, but that which the ROYAL ARCH terms the " Ark of our salvation." It bears the true Mason to Eternal mansions and the Everlasting Presence.
Return to the top of this page
Verdraagzaamheid, De Verdraagzaamheid is en gezindheid, een geestelijke instelling. Zij put zich uit in het willen begrijpen. Aanvaarding, toelating en waardering zijn afhankelijk van het "zo mogelijk". Deze verdraagzaamheid kent geen grenzen, zij kan in deze vorm steeds gehanteerd worden. De volledige eerbied en respect voor de levensopvatting van anderen, zo mogelijk.. Het is een wil, een innerlijke activiteit, voor die werkelijk willen, die werkelijk bereid zijn hun krachten hiertoe te gebruiken.
Het willen begrijpen, aanvaarden en waarderen. In contrast hiermee zie ik het tolereren. Tolerantie is, zoals zij in deze tijd
gebruikt wordt, niet anders dan het grenzen stellen aan ket anders zijn van de medemensen. Zij mogen slechts in een beperkte mate afwijken van de norm die wij gesteld hebben. Wordt die norm overschreden dan komt de intolerantie. Dus niet het verdiepen in de beweegredenen van de ander, die zij niet belangrijk. Slechts onze norm is maatgevend. Verdraagzaamheid als innerlijke overtuiging. Het aanvaarden van de verdraagzaamheid heeft mede tot consequentie dat b.v. het vrije denken van de mens, als mensenrecht aanvaard moet worden. Hierdoor wordt tevens het waardevol zijn van de mens erkend. Aangezien verdraagzaamheid vaak dubbelzinnig gebruikt wordt moet ik eerst de door mij gebruikte uitleg toelichten, het begrip verdraagzaamheid definiëren.
Onder verdraagzaamheid versta ik niet de tolerante houding tegenover iets wat afgedwongen kan worden. Niet een soort onverschilligheid ten opzichte van meningen en ideeën van anderen.
Dit soort verdraagzaamheid houd op met de on-verdraagzaamheid van anderen. Dan moet er toch een keuze gemaakt worden en tot dan blijft er een conflict sluimeren. De werkelijke verdraagzaamheid, de positieve verdraagzaamheid kenmerkt zich door beoefenaars die zich niet afzijdig houden of zich onverschillig opstellen tegenover het denken van anderen. Ze zijn belangstellend, zij willen begrijpen wat anderen beweegt.En dan, zo mogelijk, aanvaarden en waarderen.Return to the top of this page
Vademecum, (The Freemasons-) is de naam van een overigens onbekend geschrift, dat in 1736; verscheen en waartegen de Gr.°. L.°. van Londen toen waarschuwde omdat het een onbeduidend werkje was, een nadruk van andere bestaande geschriften. Het was een verraderlijk geschrift gelijk er toen meerdere werden uitgegeven. In de voorrede van de oudste uitgave van het constitutieboek lezen we namelijk "daar sommigen, zonder verlof of voorkennis van de Gr.°. L.°., boeken of pamfletten over de Vrijmij.°. geschreven en gedrukt hebben, van welke enige, als nadrukken of geheel onware voorstellingen bevattende, op 24 februari 1735 veroordeeld zijn geworden, worden de BBr.°. gewaarschuwd deze te verkopen of de verkoop er van te begunstigen."
Return to the top of this page
Vaincre ou mourir, z. Vincere.
Return to the top of this page
Valparaiso, Stad in de Z.Amerikaanse republiek Chili. Hier heeft het Gr.°. O.°. van Chili zijn zetel met 3LL.°.; onder het Gr.°. O.°. van Engeland is daar een L.°., verder onder de Gr.°. .L.°.. van Schotland, onder het Gr.°.. Or.°.. de France, onder de Gr.°. L.°. van Hamburg en eindelijk onder de Gr.°. L.°. van Massachusets een districtsloge en twee Loges.
Return to the top of this page
Vaissette, (Don Dominique Josephe-) geb. in 1685 te Gaillae, overl. te Parijs in 1756, een Benedictijner monnik, en een zeer ijverig geschiedrschrijver schreef o. a. een "Histoire du Lanquedoc" waarin o. a. voorkomt: "Epoquee de quelque circonstance de l'affaire da temple.^
Return to the top of this page
Valerianus Bolzanius, geb. 1475 te Belluno bij Venetië, was een van de geleerdste mannen van zijn tijd. Onder zijn geschriften munt vooral uit: "Hieroylypilica seu de sacris Aegyptiorum, aliarumque gentium literis, commentarii."Return to the top of this page
Valois, (College de.). Het Conseil des Chevaliers de l'Orient, dat in 1756 te Parijs gesticht werd, splitste zich weldra in collegiën, die naar de voorzitter genoemd werden. Het hier genoemde was van deze het meest belangrijke, maar het verdween toch reeds in 1772 om plaats te maken voor het Conseil des Chevaliers de l'Orient, dat toen op nieuw als een geheel werd geconstitueerd.Return to the top of this page
VEADAR, of ADAR SHENI, is de dertiende of schrikkelmaand van de Hebreeuwse Almanak. Return to the top of this page
Veda
Veda
De algemene naam van de oudste Sanskriet-geschriften; in de Rit de Memphis (z.d.) heet de naam van een graad: "Doctor der Veda's."
Return to the top of this page
Veendam. Gemeente in Groningen. Hier werd in 1878 de L.°."Het Noorderlicht" geopend.
Ze heeft een eigen lokaal aan het Westerdiep, kleuren: blauw en oranje.
Onder de oprichters van die Werkpl.°. behoorde o.a. ook de Br.°. A. Winkler Prins, een van de uitstekendste Nederlandse geleerden, die ook als maç.°. schrijver en dichter een welverdiende roem verworven heeft. Hij woont heden als Emer. predikant te Amsterdam. Het ledental van die Werkpl.°. bedraagt thans 3O.
Return to the top of this page
Veere. Stad in Zeeland. Hier werd in 1789 een L.°. gesticht onder de naam: "l'Enfant de la Vertu".
Ze was in 1828 nog actief maar rust sedert die tijd.
Return to the top of this page
Velde, (Johannes van de-) gaf onderscheidene alchemistise geschriften uit, b.v. Staroklsy's "Oleum salphuris vivi" te Amsterdam 1688. In Arnolds "Kirchengesch." IV. 899 vindt men van hem: "alleenspraeke tot Godt van de Broederen des R.C.
Return to the top of this page
b>Veldloge, (Armee-, Militaire-Ambulante Loges) Deze Loges waren gemeenlijk bij zeker legercorps geconstitueerd en dus aan geen bepaalde plaats verbonden; ze trokken meestal met het regiment of bataillon mee. Ze genoten en genieten, waar ze ook zijn, dezelfde rechten als een gewone Loge.De eigenlijke veldloges bestaan alleen in oorlogstijden en worden, na de oorlog, weer ontbonden of veranderen dan in een bepaalde, ergens gevestigde werkplaats. Het eerste spoor van zulke ambulante Loges, vinden we in de Loges van de Franse krijgsgevangenen in Duitsland in de tveede helft van de vorige eeuw, en wel in de te Maagdenburg in 1761 werkende L.°. "Parfaite Union". Maar de eerste werkelijke veldloge (in oorlogstijd) was een Zweedse in de zevenjarigen oorlog; ze werd de moederloge van de L.°."Karl zu den drei Greifen" te Greifswald. Verder vinden we,gedurende de oorlog met Napoleon in Duitsland en elders, vele zulke werkplaatsen. Bij het Russisch leger bestond in 1817 de veldloge ,,George le Victorieu", maar ze werd opgeheven toen de Vrijmij.°. in Rusland verboden werd. In Engeland werden ook constitutiebrieven voor Loges op oorlogschepen gegeven.-In N. Amerika bestonden ook wandelloges (Travelling Lodges) bij het leger. Deze hebben zogenaamde travelling Warrant die aan de leden de volmacht geven deze Loges, naar welgevallen te verplaatsen. Zo een constitutie werd in 1779 gegeven aan Generaal Patterson.-Tegenwoordig bestaan er slechts weinig dergelijke Loges meer. In 1880 bestonden er nog 16, namelijk 6 onder de Gr.°. L.°. van Engeland en 10 onder die van Ierland.
Return to the top of this page
Velthusen, (Joh. Casper-) geb. 7 Aug. 1740 te Wismar, was hoogleraar van de Oosterse talen te Kiel en Rostock, en overleed 1814. Hij was een van de welsprekendste kanselredenaars van zijn tijd en een grondig beoefenaar van de Oosterse talen. Hij poogde ook de verhouding vanVrijmij.°. en Christendom nauwkeurig in 't licht te stellen in zijn werk "Maurerei und Christenthum."Return to the top of this page
VENAISSIN, is Avignon, en was vroeger een Graafschap, dat eens door Paus Clement VI van Johanna, Koningin van Napels en Gravin van Provence,.is gekocht voor 80,000 Florijnen, -welke nooit betaald zijn.-'
Van die tijd af was het een Pauselijke bezitting tot in 1791-,toen het weer met Frankrijk werd vereenigd. Return to the top of this page
VENSTER (Het) :Een zinspeling op Salomo's Tempel, die aan de noordzijde geen vensters had. Het Tabl.°.. van de Leerlingsgraad vertoont drie vensters, namelijk : een in het oosten, een.in het westen en een in het zuiden.
Return to the top of this page
Venetië Hier werd in 1772, van Londen uit, de Union-Lodge opgericht. In 1785 werd echter door de Senaat een verbod tegen deze L.°. uitgevaardigd. De Staatsinquisitie duldde geen verenigingen en bonden, die zonder voorkennis van de Regering waren opgericht; doch de B.°. werd eenvoudig opgeheven, de leden ervan werden niet gestraft.-Naar men wil, werd de eerste vergadering van de L.°. op een schip gehouden, terwijl ook een geestelijke lid van die Werkpl.°. was. Heden bestaat hier een L.°. onder het Gr.°. O.°. van Italië.Return to the top of this page
Venesuela Z.Amerikaanse Republiek. Te Caracas bestaat het Groot Nationaal Oosten van V.-met 40 Loges. Verder is daar, onder het Gr.°. O.°. van Schotland, een prov.. Gr.°. en een L
Return to the top of this page
Verbanning z. Onwaardig, straffen en uitsluiting.
Return to the top of this page
Verbond z. Eklektische Bond,
Vrijmetselaars-verbond,
Return to the top of this page
Pythagoreïsche Bond, (GRONDSTELLINGEN VAN HET PYTHAGOREESCH). De.grondstellingen van dit merkwaardig verbond, gesticht te Croton, in Groot-Griekenland, ongeveer 600 jaar v. Chr., door de wijsgeer PYTHAGORAS, van het eiland Samos, bij zijn terugkomst uit.Egypte, waren de navolgende: Onder belofte van de diepste geheimhouding, en na enige moeilijke, voorafgegane 'beproevingen- in verscheidene graden, deelde hij in dit verbond zijn kennis in de mathematiesche wetenschappen, in de wijsbegeerte en de regeerkunde, enz. in symbolen gehuld, -aan de ingewijden mee.
Bij zijn ondericht bediende hij zich van een dubbele leerwijze ; van de Exoterische of gemene, in de openbare voorlezingen voor de toehoorders, die nog niet tot de innerlijke geheimen waren toegelaten, en van de Esoterische of geheime, voor de uitverkoren scholieren,. welke werktuigkundigen,- staatkundigen en natuurkundigen, enige ook wetgevers, genoemd, werden, en in een gemeenschappelijk huis een een familie uitmaakten.
Zodra iemand zich aanmeldde, om aangenomen te worden, onderzocht P., hoe hij met zijn familie en bekenden geleefd had,- vervolgens, of hij ontijdig lachte, sprak of zweeg. Welke neigingen hij had; voornamelijk, of hij onmatig, wellustig, twistziek of eergierig was. Hoe hij zich in de vriendschap, maar- vooral-in de vijandschap wist te gedragen.. Met welke mensen hij het meest verkeerde, en wie hij het meest zocht te vermijden. P. beschouwde verder zijn lichaamsbewegingen; .zijn gang en bovenal zijn aangezicht,. om de leiding en sterkte van zijn neigingen te leren kennen. - Daarop kwam de proef der geleerdheid.en van het geheugen. Spoedig begrijpen en gemakkelijk bewaren, was hem het teken van een geest die van driften bevrijd was.
Hij die slechts eigenbelang huldigde kon niet aangenomen worden. Ten laatste kwam de beproeving van het zwijgen of de aan te nemen persoon het.hem toevertrouwde tegen elke aanval en tegen elke, nog zo fijn uitgedachte navorsching wist te bewaren.
Na deze beproevingen kwamen de reinigingen van de ziel, waardoor hij tegelijk vrij werd van vooroordeelen, driften en gewoonten, en, de hem toevertrouwde leer, zuiver kon toepassen. Daartoe behoorde. bovenal de onderdrukking van de eergierigheid. Drie jaren lang moest de toegelatene een onvriendelijke behandeling verdragen.
Even lang, dikwijls langer, duurde het zwijgen in de vergaderingen. Slechts gevraagd, mocht de aangenomene spreken, dit moest de zelfbeheersing versterken. Horen, zien en zwijgen was op dezen trap het gebod voor de alleen horenden. Later, wanneer, zij reeds gevorderd waren in de leer, mochten zij beginnen te vragen en vervolgens ongevraagd te spreken; zij waren mathematici en geleerden geworden; want zij wisten het niet passende te verzwijgen, het passende te. zeggen. Het genot van vlees en andere spijzen moesten zij zich ontzeggen, om niet het stoffelijke gedeelte de overmacht boven het geestelijke te geven.
De overige spijzen en wijn mochten alleen in geringe mate genuttigd worden; ook rijkdom en uiterlijke eer moesten. zij zich binnen zeer enge palen, ten nutte maken. In het verbond zelf golden zij niets. Dikwijls moesten zij de aangeboden spijzen vrijwillig voor anderen overlaten, zowel voor oudere als jongere personen, Dit laatste bewerkte, dat vele rijken hun ovevloed aan het verbond maakten, waardoor het gezellige zamenzijn menigvuldiger was en langer duurde; om alle ongelijkheid van het maatschappelijk leven daar tegen te gaan.
Gedurende deze driejarige beproevingen vormden de toegelatenen de kring der Exoterischen., Konden zij de hun voorgestelde beproevingen doorstaan, dan werden zij in de kring der Esoterischen. opgenomen, en moesten, van nu af, in de algemene verenigingen voor het gordijn zitten, hetwelk P.voor het gezicht der Exoterischen verborg. Ook moesten zij nu trapsgewijze de geheime.verenigingen bijwonen, in welke een diepere leer medegedeeld, en plannen voor een onmiddellijk werken ontworpen werden.
Dit verbond nu verkreeg de gewichtigste invloed op de staatsverandering van de steden. P. werd in alle belangrijke aangelegenheden om raad gevraagd, en zijn scholieren waren de aanzienlijkste en uitstekendste burgers: De gewone overheden bleven, wanneer zij geen Pythagoreeërs waren onveranderd, maar hun werkkring en hun richting werd hun door het verbond aangewezen. Zo was de invloed op de Staten, die in het Pythagoriesch verbond deelden, van de heilzaamste uitwerking, maar de nijd en ijverzucht van de, door geboorte en rijkdom, voornamen Krotoner burger Kylon, welke, wegens zijn ruwe en tirannieke heerszucht, afgewezen werd, verstoorden het, na een bijna Veertigjarig. bestaan, nog bij het leven van de reeds tachtigjarige P. die kort daarna van droefheid stierf. Zie verder Pythagoras
-.WETENSCHAPPELIJK MACONNIEK, werd door Doctor Fessler opgericht, om door verenigde navorsingen van uitverkoren medeleden der Groote Broedersehap, tot volkomen kennis van de stellige geschiedenis ; van, de oorsprong en de vorderingen der Broederschap, als ook van haar wezen te komen.
Return to the top of this page
Verbroedering, z. Broeder, Broederliefde.
Het hoofdmiddel, waarvan zich de Vrijmetselarij tot haar oogmerk bedient, is de Loge, waar het menselijk geslacht in zijn volkomenheid, en dus de mens, vrij van hartstochten, driften, dwaasheden en misdaden, in zuivere, broederlijke betrekking tot zijn medemens en kinderlijke betrekking tot God, de Alvader, staat; waar mensen, in het burgerlijke leven door stand, bezittingen, vaderland, geloofsbelijdenis of staatkundige begrippen van elkander gescheiden, zich gemeenschappelijk verenigen, om het ideaal van verbroedering aller stervelingen, al is het ook slechts voor een tijd, te verwezenlijken; teneinde hun gemoed, door-de druk en de verkeerdheden van de buitenwereld geprangd en ter neder gebogen, door dit verheven denkbeeld op te beuren, zich in dit grootse schouwspel te verkwikken, en hun hart voor de hogere belangen van het mensdom vatbaar te maken.
De herinnering aan die oorsponkelijke verbroedering van de mensen is, in de burgerlijke maatschappij, door haar godsdienstige en staatkundige splitsing, sedert lang verloren gegaan, doch haar aandenken is in de Loges behouden gebleven. Het uitsterven van die herinnering is een hoofdoorzaak van vele verkeerdheden, vijandelijkheden en vervolgingen van bijzondere mensen, onder, en tegen elkaar, gelijk mede onder ganse volken, waarvan de geschiedenis des mensen, schier .op elke bladzijde vervuld is, en die wij, bijna nog dagelijks, in het burgerlijk leven kunnen waarnemen. Het denkbeeld van die verbroedering sluit geen volk of rang, geen stand of godsdienstige gezindte buiten. Hetgeen door de duizendvoudige betrekkingen des maatschappelijke levens gescheiden is, verenigt zich, en omarmt elkaar broederlijk in de Loge. Hier geldt geen onderscheid van persoon of eigendom. De Vrijmetselaar ziet niet de man in purper- of lompen aan, maar erkent in ieder van hen zijn Broeder, die met hem gelijke volmaakbaarheid en gelijke roeping tot volmaking ontving. Vreemd aan alle hartstochten en lage driften, opent zich hier aller hart voor het edelste gevoel des mensen.
De treurende onschuld vindt er troost, de verlatene heul en steun, de bedrukte en hulpbehoevende bijstand ; menige kommer wordt er gestild ; menige traan, die in stille vloot, in stilte gedroogd. Zo wordt de Loge de Tempel der mensheid, waar de Broeders worden opgewekt tot hetgeen eeuwig waar, goed en schoon is, en, in de geest van de grote Onzigtbare, in stilte de zegenrijkste arbeid verrichten.
Return to the top of this page
De.-., noemden zich de Loges die, na het convent te Kohlo, onder de Gr.°. Mr.°. Hertog Ferdinand van Brunswijk, naar het systeem van von Hund (z.d.), werkten.
Return to the top of this page
Vereniging van Duits-Amerikaanse Vrijmetselaren. Naar het voorbeeld van enige in Duitsland bestaande maç.°. verenigingen, had zich reeds in 1855 of iets vroeger te New-York een genootschap geconstitueerd, dat zich ten doel stelde te werken in de geest van de "Engbunden" die bij enige LL.°. onder het Gr.°. O.°. van Hamburg bestaan. Weldra openbaarde zich echter, in de boezem van dit genootsehap, groot versehil van gevoelen, en wel tussen de Amerikanen en de Duitsers die zich later in Amerika gevestigd hadden. Om nu alle botsing te voorkomen, besloten de laatsten liever een zelfstandige vereniging in 't leven te roepen. Op uitnodiging van zekere Br.°. Wieber, lid van de L.°. "Copernicus" te New-York, kwamen vele BBr.°., meestal Duitsers, op 30 Juni 1865 bijeen en stichtten toen op 7 Augnstus daaropvolgende deze Vereniging. Het doel daarvan was:
a. bevordering van kennis aangaande de geschiedenis, het wezen, het doel en de symboliek van deVrijmij.°.
b. het brengen van vereenvoudiging en verbetering in de vormen;
c. handhaving van het recht en de vrijheid van de enkele Loges;
d. bevordering van gezellig verkeer.
Deze vereniging wandelde niet op rozen. In de aanvang konden alleen MMr.°. VV.°. MM.°. lid worden; later werden ook Leerll.°. toegelaten en t gevolg was, dat de wetenschappelijke beoefening van de Vrijmij.°. wel wat te wensen overliet.
Zij die, uit de aard van de zaak, de Maç.°. wetenschap niet grondig beoefend hadden, matigden zich vaak een oordeel aan en beslisten in zaken die ze slechts ten halve konden beoordeelen. Maar erger was het, dat vele Hoge Maç.°. Lichamen zich vyandig tegenover de vereniging plaatsten, omdat ze bang waren voor de vormende invloed die ze kon uitoefenen; genoemde Br.°. Wieber en Br.°. Levy, beide Opzz.°. van de L.°. "Copernicus" werden, wegens omgang met "onregelmatige VV.°. MM.°. ", van het lidmaatschap van de L.°. vervallen verklaard, aan de andere Loges werd bericht, dat beide BBr.°. wegens "onmaçonnieke handelingeng waren buitengesloten.
Toch bleef de vereniging bestaan en nam meer en meer in bloei toe.
Sedert 1867 geeft de Ver. een orgaan uit, onder de titel: ." Die Reform, Organ des Vereins deutsch-amerikanischer Freimaurer."
Return to the top of this page
Vereniging van Duitse Vrijmetselaren. Een maç.°..vereniging in Duitsland die niet wil zijn: "een Bond in de Bond" maar een "Bond voor de Bond" en zich ten doel stelt:
a. de beoefening van de maç.°. wetenschap in haar volle omvang, alzo de geschiedenis, de jurisprudentie, de symboliek en de leer van deVrijmij.°. en van andere met haar in verband staande verenigingen;
b. de bevordering van alles wat er toe dienen kan om de band nauwer toetehalen die Maçons van uiteenloopende richting kan verenigen, door ook alles weg te nemen wat het doel van de Vrijmij.°. kan in de weg staan.
-De Vereniging tracht dit doel te bereiken door
1. te verzamelen alle maç.°. oorkonden, handschriften, drukwerken, munten, zegels enz. enz.;
2. het uitgeven van nog onuitgegeven mac.°. bescheiden, het verzamelen en vertalen van buitenlandse maç.°. geschriften;
3. het ondersteunen van alle wetenschappelijke ondernemingen op maç.°. gebied;
4. het aanknopen van betrekkingen met buitenlandse maç.°. lichamen en wetenschappelijk gevormde maçons in binnen- en buitenland;
5. door het houden van jaarlijkse bijeenkomsten in een stad waar een L.°..is gevestigd.
-Deze vereniging werd opgericht op 19 Mei 1861. In het begin werd de vereniging met enig wantrouwen aangezien, maar weldra vond ze vertrouwen en was dan ook spoedig in staat een orgaan in 't leven te roepen en wel de bekende "Bauhutte." BBr.°. als Findel, Seydel, Michaelis en anderen traden tot haar toe, en namen aan het bestuur deel. Op de jaarvergadering van 1868die te Hagen gehouden werd bracht de bekende dichter Emil Rittershaus het sociale vraagstuk ter talel, en besloot men twee prijzen uit te loven voor de beste behandeling van dit onderwerp: "Over een maç.°. daad die het beste zal beantwoorden aan doel en wezen van de Vrijmij.°." Weldra volgden meer prijsvragen in die geest, en daardoor deed de vereniging zeer veel voor de toekomst van de Vrijmij.°. in Duitsland. ln 1878 trok Findel zich terug, omdat enkele artikelen in de "Bauwhutte" die in strijd waren met het gevoel van de meerderheid van de leden, geen goedkeuring konden vinden. Sedert die tijd is Br.°. Cramer te Leipzig, Redacteur van "Latomia", Secretaris van de Vereniging, die 33 correspondeerende en 1520 werkende leden telt.
Return to the top of this page
VERGEESTELIJKING VAN DE Maç.°.. ZINNEBEELDEN. (De) Omdat wij niet alle Metselaars zijn die in de werkelijke bouwkunde arbeiden, zo passen wij onze Maconnieko werktuigen op onze zedelijke wandel toe, hetwelk wij gewoon zijn vergeestelijking te noemen.
Return to the top of this page
Verhaegen
VERHAEGEN, Pierre Théodore
(Pierre Theodor) geb. te Brussel 1796 was daar eerst advocaat later lid en tweemaal Voorzitter der Volksvertegenwoordiging. Jaren lang was hij het hoofd van de liberale partij in België en een heftig bestrijder van het klerikalisme. Hij was de voornaamste grondlegger van de "Université libre" te Brussel, die een tegenhangster werd van de Katholieke universiteit te Leuven; in 1854 stichtte hij te Brussel de "Association libérale" Sedert 1854 was hij Gr.°. Mr.°. van het Belgis Gr.°. O.°. en bleef dit tot zijn dood in 1862. Zelden is er een man gevonden die zich zo verdienstelijk maakte voor de zaak van de vrijheid, en zich zo geheel en al, met zijn veelzijdige talenten en gaven, aan de Vrijmij heeft gewijd. (Vrgl. Jaarboekje 18G3, bl. 282 v.)
Return to the top of this page
VERKORTINGEN. (De) worden gebezigd in het Maconniek schrift, bv. Z.°. W.°. Br.°. -- A.°. M.°. -- A.°.-- G.°.L.°. G.°. O.°.-- V.°. M.°.-- VV.°. MM.°.-- O.°. B.°. v.°. h.°..H.°. -- W.°.K.°. S.°.-- H.°. Z.°.V.°.
Return to the top of this page
VERLOF
BEPAALD, wordt gegeven in minder belangrijke gevallen. Men is in dit geval niet van bijdrage bevrijd.
-.ONBEPAALD, Toestemming om zich van zijn Loge te verwijderen, uithoofde van belangrijke aangelegenheden, of van langdurige ziekte. Gedurende deze afwezigheid betaalt men geen bijdrage.
Return to the top of this page
VERMEERDERING VAN INKOMSTENVAN GRAAD OF VAN BETALING. Zo noemt men de bevordering tot hogere graad.
Return to the top of this page
Verordeningen , (algemene) van de Groot-loge van Londen (General Requlations). Over deze, voor de geschiedenis van de Vrijmij.°. belangrijke verordeningen, moeten we enigszins in 't breede spreken; wellicht dat daaruit nog veel te leren is, ook voor 't heden. Zeker is het, dat we onwillekeurig hierin het antwoord vinden op vele vragen die kunnen gedaan worden naar de oorsprong en het wezen van vele gebruiken. - Ze worden gevonden in de eerste uitgave van het Constitutie- boek (1723) als de "algemeene verordeningen die verzameld zijn door George Payne toen hij in 1720 Grootmeester was, en door de Gr.°. L.°. bekrachtigd zijn op de dag van St. Jan Baptist 1721" Op bevel van de Gr.°. Mr.°. , de Hertog van Montagu, vergeleek Anderson (z.d.) deze "met de oude oorkonden en bracht ze met deze en met de van overoude tijden af aan bestaande gebruiken in overeenstemming." Deze "Verordeningen" luiden, als volgt:
1. De Gr.°. Mr.°. of zijn Gedeputeerde heeft de macht en het recht, niet alleen in iedere regelmatige (true) Loge tegenwoordig te zijn, maar ook daar als Voorzitter optetreden en de beide Grr.°. Opzz.°. opteroepen om hem te helpen. De Reg.°. Mr.°. van de L.°. zit dan aan de linkerhand van de Gr.°. Mr.°.. De Gr.°. Opzz.°. kunnen dan alleen in een L.°. in functie treden, wanneer de Gr.°. Mr.°. Of zijn Ged.°. daar deze Tr.°. in nemen en dit wensen; want het staat deze vrij de Opzz.°. van de Loge zelf of iederen andere Br.°. opteroepen om die betrekking waartenemen.
II. De Meester van een Loge heeft niet alleen het recht en de macht de leden van zijn Loge tot een regelmatige Loge zamen teroepen, wanneer hij dit raadzaam oordeelt, maar ook plaats en tijd van de samenkomsten te bepalen. In geval van ziekte of dood of tijdelijke afwezigheid van de Meester, moet de oudste (senior) Opz.°. zijn plaats innemen, wanneer er namenlijk geen Br.°. tegenwoordig is die vroeger Meester van de L.°. was; want in dit geval gaat de macht van de afwezigen Mr.°. op de tegenwoordig zijnde Oud-Meester over, ofschoon hij niets kan doen voordat genoemde oudste Opz.°. de L.°.- heeft samengeroepen, of, bij diens ontstentenis, de jongste (junior) Opz.°.-
III. De Meester van een L.°., of een van de Opzz.°., geen ander daartoe aangewezen Br.°., zal een boek houden dat de wetten van de L.°. (bylaws), de namen van de leden, en een opgave van al de Loges in de stad en tijd en plaats van hun vergaderingen behelst, en waarin verder alle belangrijke bjzonderheden vermeld moeten worden.-
IV. Geen L.°. mag meer dan vijf nieuwe BBr.°. tegelijk opnemen, noch iemand beneden de 25 jaren, die daarenboven zelfstandig moet wezen, tenzij de Gr.°. Mr.°. of zijn Gedep.°. daartoe verlof gegeven heeft. -
V. Ieder die wenst opgenomen te worden, moet een maand te voren in de Loge voorgesteld worden, opdat men de nodige inlichtingen kan geven aangaande zijn naam en zijn bekwaamheden, tenzij dan dat bovengenoemd verlof gegeven is. -
VI. Niemand kan als Br.°. de L.°. binnenkomen, of als lid daarvan opgenomen worden, zonder de eenstemmige goedkeuring van alle leden van de Loge, die bij het voorstellen van de Candidaat tegenwoordig zijn, en de Meester is verplicht hen nadrukkelijk hun goedkeuring te vragen. Zij moeten hun goed- of afkeuring op zo een wijze kenbaar maken als zij het best achten, schriftelijk of mondeling, maar eenstemmigheid is dringend nodig. Het door iedere Loge gevelde vonnis of uitgesproken oordeel is onaantastbaar, want de leden van een L.°. kunnen daarover het best oordeelen en wanneer.men hen een minder gewenst medelid zou opdringen, kon hun eenheid verstoord en hun vrijheid van wil gebonden worden, ja zelfs zou de L.°. ontbonden kunnen worden, wat door alle ware en goede Brr.°. moet vermeden worden.-
VII. Iedere nieuwe Br.°. moet bij zijn opname, de Loge, d.w. z. de aanwezige BBr.°. passend bekleden (decently to cloath ) en een zeker bedrag geven ter ondersteuning van behoeftige Broeders zoveel als hem goeddunkt, behalve de geringe toelage die door de wetten van zijn Loge is vastgesteld. Deze anlmoezen moeten door de Meester of de Opziener, of de Schatbewaarder, wanneer de leden het raadzaam oordelen zulk een te benoemen, bewaard worden. Ook moet de Candidaat plechtig beloven zich aan de wetten, gebruiken en verordeningen te onderwerpen, en aan alle goede bepalingen die hem ter gelegener tijd zullen meegedeeld worden. -
VIII. Geen vereniging van en geen aantal BBr.°. mogen zich terugtrekken van de Loge waarin zij zijn aangenomen of waarvan zij leden zijn geworden, tenzij dan dat de L.°..te talrijk werd; maar ook dan nog niet, zonder toestemming van de Gr.°. Mr.°., of diens Gedept.°. Wanneer enige zich op deze wijze afgescheiden hebben, moeten zij zich dadelijk weer tot die L.°. wenden bij welke zij willen behoren, wanneer deze een stemmig tot hun opname besloten heeft , of ze moeten van de Gr.°. Mr.°. verlof vragen om een nieuwe Loge te vormen. Wanneer enige Macons het wagen, zonder toestemming van de Gr.°. Mr.°. een L.°. opterichten, dan mogen de regelmatige Loges deze niet ondersteunen, noch hen erkennen als rechtmatige (fair) Broeders, noch hun besluiten en handelingen goedkeuren- maar ze moeten als oproerigen (rebels) behandeld worden, totdat ze zich onderworpen hebben aan datgene wat de Gr.°. Mr.°. in zijn wijsheid over hen besloten heeft, en totdat hij hen door zijn volmacht erkent. Deze erkenning moet aan de andere Loges worden meegedeeld gelijk het gebruik het eist bij iedere nieuwe Loge die op de lijst van de Loges geplaatst wordt. -
IX. Wanneer een Br.°. zich zo vergeet, dat zijn Loge kwaljjk over hem tevreden is, moet hijj tweemalen op behoorlijke wijze vermaand worden door de Meester of Opziener in een geopende Loge; wanneer hij zich niet verandert en niet naar de raad van zijn Broeders luistert, en niet op de goede weg terugkeert, moet met hem gehandeld worden op de wijze als door de plaatselijke wetten van de Loge is voorgeschreven, of op zulk een wijze als op de kwartaal vergadering bepaald is, en voor zulk een geval kan later een nieuwe verordening gemaakt worden. -
X. De meerderheid van iedere vergaderde Loge heeft het recht haar Meester en haar bestuurders de voorschrifen te geven hoe ze op de vergadering van het Groot-Kapittel of de Groot-Loge, op de drie kwartaal-bijeen- komsten, of de jaarlijksche Gr.°. L.°. , te stemmen hebben. Want de Meester en de Bestuurders zijn de vertegenwoordigers van hun Loge en moeten daar de overtuiging van deze uitspreken' -
XI. Alle afzonderlijke Loges moeten, zoveel mogelijk, dezelfde gebruiken volgen. Om dit te bevorderen en zodoende ook de goede verstandhouding tussen alle te vermeerderen, moeten door iedere Loge enige leden worden aangewezen die de andere Loges zo dikwijls zullen bezoeken als men nodig mocht achten.-
XII. De Grootloge bestaat en is samengesteld uit de Meesters en Voorzitters van alle regelmatig geconstitueerde Loges met de Gr.°. M.°. aan bet hoofd, zijn Gedeputeerde aan zijn linkerhand, en de Gr.°. Gr.°. Opzz.°. op de voor hen bestemde plaatsen. Deze moet ieder kwartaal bijeenkomen, op Michaelis, Kerstmis en Maria-Boodschap op een daartoe geschikte plaats, die de Gr.°. Mr.°. te bepalen heeft.
Bij deze vergadering mag geen Br.°. die geen lid van de Gr.°. L.°. is, zonder ontvangen toestemming, tegenvoordig zijn; en ook dan is het hem niet geoorloofd mede-testemmen of ook zijn mening uittespreken, wanneer hij niet vooraf aan de Gr.°. L.°. daartoe vergunning heeft gevraagd en deze verkregen heeft, tenzij hij daartoe wordt uitgenodigd. Alle zaken waarmede de Gr.°. L.°. zich bezig houdt, moeten bij meerderheid van stemmen beslist vrorden.
Ieder lid heeft een stem en de Gr.°. Mr.°. tvee stemmen; tenzij dan dat men, ten einde een spoedige beslissing te verkrijgen, iets aan het welmenen van de Gr.°. Mr.°. wil overlaten. -
XIII. In de hier genoemde vergaderingen meten alle zaken, de Gr.°. L.°., een afzonderlijke L.°., of een enkele Br.°. betreffende, kalm en ernstig besproken en onderzocht worden. Leerlingen mogen hier slechts tot Meester en gildegenoten (Metgezellen) aangenomen worden, tenzij daartoe op andere wijze verlof is gegeven. Evenzo moeten hier ook twistpunten, wanneer ze niet privat in of door een enkele Loge afgehandeld kunnen worden, ernstig overwogen en beslecht worden. Wanneer enig Brr.°. zich door zulk een beslissing gekrenkt of benadeeld mocht gevoelen, kan hij zich totde volgende jaarlijkse Groot-Loge-vergadering wenden en zijn bezwaarschrift tot de Gr.°. Mr.°. of diens Gedeputeerde of tot de Gr.°. Opzz..°. richten. - Ook moet de Mr.°. of de Opz.°. van een bijzondere L.°. een last overleggen van die leden die, sedert de laatste vergadering van de Gr.°. L.°. , in hun L.°. op genomen of zelfs daarin toegelaten zijn.
Eveneens moet hier door de Gr.°. Mr.°. of diens Gedeputeerde, of liever nog door een andere Br.°., die de Gr.°. L.°. tot Secretaris zal benoemen, een boek worden bijgehouden waarin alle Loges vermeld zijn, zowel als tijd en plaats van hare samenkomsten en de namen van al de leden van iedere Loge, en ook die handelingen van de Gr.°. L.°. die men de vermelding mocht waardig achten.
-De Gr.°. L.°. moet eveneens de beste middelen beramen om de gelden, welke haar zijn toevertrouwd, te besteden om daarmee trouwe Broeders te ondersteunen, die tot armoede vervallen zijn, maar ook niemand anders. Iedere enkele L.°. zal over haar armenbus beschikken ten bate van arme Broeders, overeenkornstig de wetten van de Loge, tenzij door alle Loges gezamenlijk besloten word die gelden, die bijeengebracht zijn, aan de Gr.°. L.°. op haar vergaderingen te geven om de gemeenschappelijke kas te vormen, waaruit arme Broeders dan des te beter ondersteund kunnen worden. -Ook moet een Schatbewaarder benoemd worden, een Br.°. die een goed vermogen heeft en die, krachtens zijn ambt, lid van de Gr.°. L.°. zal zijn. Deze moet altijd tegenwoordig zijn en het is hem geoorloofd in de Gr.°. L.°. al die onderwerpen ter sprake te brengen, die met zijn ambt in betrekking staan. Hem moeten alle gelden overgegeven worden, die voor weldadige doeleinden bestemd of nodig zijn voor het gebruik van de Groot-Loge. Hij moet de ontvangen sommen in een boek optekenen, met een bijgevoegde opmerking voor welk doel ze bestemd zijn; hij zal die besteden en uitbetalen op zulk een wijze als de Gr.°. L.°. nog nader zal bepalen. Hij heeft het stemreeht bij alle beraadslagingen, uitgenomen bij de keuze van een Gr.°. Mr.°. of Gr.°. Opzz.°. Eveneens zal ook de Secretaris - krachtens zijn ambt- lid van de Gr.°. L.°. zijn en stemrecht hebben, behalve bij de keuze van de Gr.°. Mr.°. of de Gr.°. Opzieners. De Schatbew.°. en de Secret.°. zullen ieder een schrijver hebben die ook Br.°. en een ervaren Maçon moet zijn. Deze deze mag nooit lid van de Gr.°. L.°. zijn, wanneer hem daartoe geen verlof wordt gegeven of het hem niet gevraagd wordt - Het staat de Gr.°. Mr.°. en zijn Gedeput.°. vrij, ten allen tijde de Schatbewaarder en de Secretaris opteroepen met hun bescheiden en boeken te komen, opdat zij zich niet alleen zullen kunnen overtuigen hoe de stand van zaken is maar opdat zij ook in staat zullen zijn in dringende gevallen, de nodige maatregelen te nemen.
- Een andere Broeder (die een lid van de Orde en Fellow-craft moet zijn) zal benoemd worden, om op de deur van de Gr.°. L.°. te letten, maar deze zal geen lid van de Gr.°. L.°. zijn.-Al deze ambten mogen nader omschreven worden in een nieuwe verordening, wanneer de Broeders.°. dit noodzakelijk of raadzaam mocht achten. -
XIV. Wanneer bij een Groot-Logevergadering, het zij een jaarlijkse of kwartaal, of buitengewone, de Gr.°. Mr.°. en zijn Gedeput.°. beiden afwezig mochten zijn, dan zal die Mr.°. van een Loge, die de oudste V.°. M.°. is, als Voorzitter optreden en als tijdelijk Gr.°. Mr.°. handelen; hem zal, voor die tijd, ook al de macht en al de eer van een Voorzitter gegeven worden; altijd verondersteld dat geen Br.°. aanwezig is die vroeger Gr.°. Mr.°. of Ged.°. Gr.°. Mr.°. geweest is; is zo een tegenwoordig, dan moet hij, van rechtswege, de plaats van de Gr.°. Mr.°. of de Gedeput.°. Gr.°. Mr. innemen.-
XV. In de Gr.°. L.°. kan niemand als Gr.°. Opz.°. optreden dan deze zelf, wanneer hij aanwezig is- is dit niet het geval, dan moet de Gr.°. Mr.°..- of hij die diens plaats bekleedt, de Opz.°. van een L.°. oproepen om als tijdelijk Gr.°. Opz.°. te fungeeren, wiens plaats dan weer wordt ingenomen door een Mr.°. V.°. M.°., die daartoe opgeroepen of door de Mr.°. van de zelfde L.°. afgezonde wordt. Wordt dit door de Mr.°. van die L.°. verzuimd. dan moet de Gr.°. M.°. daarvoor zorgen, opdat de Gr.°. L.°. altijd voltallig zal zijn.-
XVI. De Gr.°. Opzieners of enige anderen moeten vooraf met de Ged. Gr.°. Mr.°. beraadslagen over alle dingen, die de Loge of de BBr.°. betreflen, en zich niet zonder voorkennis van de Gedeput.°. tot de Gr.°. Mr.°. wenden, tenzij dan, dat de Gedeput.°. zijn medewerking in enig noodzakelijk geval mag weigeren. In dit geval, of bij verschil van mening tussen de Gedeput.°. en de Gr.°. Opzz.°. of andere BBr.°., kunnen beide partijen zich tot de Gr.°. Mr.°. wenden, wien het-krachtens zijn ambt- niet moeilijk zal vallen, de twist te beslechten en het verschil van mening te doen ophouden -
De Gr.°. Mr.°. zal alle berichten en mededelingen die de Vrijmij.°.betreffen, slechts door bemiddeling van de Gedeput.°. ontvangen; uitgezondert zulke gevallen die hij alleen mag beoordelen; want wanneer men zich op onregelmatige wijze tot hem gewend heeft, zal hij zulke BBr.°., of de Gr.°. Opzz.°. die zijn gezag inriepen, naar de Ged.°. Gr.°. Mr.°. verwijzen, opdat deze hen aangaande die zaken eerst nadere inlichting kan geven.-
XVII. Geen Gr.°. Mr.°. , Ged.°. Gr.°. Mr.°., Gr.°. Opz.°. Gr.°. Schatbew.°. of Gr.°. Secrt.°.,.mag tegelijk Mr.°. of Opz.°. van een bijzondere L.°. zijn. Maar zodra hij met ere zijn Groot-Loge-ambt neerlegt, neemt hij in zijn L.°. weer die plaats in die hij verlaten heeft om als Gr.°. Offic.°. optetreden. -
XVIII. Bij ziekte of noodzakelijke afwezigheid van de Ged.°. Gr.°. Mr.°. kan de Gr.°. Mr.°. een Meester-Maçon uitkiezen, die tijdelijk als Ged.°. Gr.°. Mr.°. optreedt; maar noch de gekozene Gedeput.°., noch de Gr.°. Opzz.°. kunnen uit hun ambten verwijderd worden! zonder toestemming van de meerderheid in de Gr.°. L.°. die, in zo een geval, een beslissing-moet nemen. Is de Gr.°. Mr.°. met deze beambten niet tevreden, dan staat het hem vrij de Gr.°. L.°. samenteroepen om haar dit geval mede te delen en haar om haar raad en medewerking te vragen. Wanneer het, in zo een geval, de Gr.°. L.°. niet gelukt een verzoening te bewerken tussen de Gr.°. Mr.°. en zijn Ged.°. en de Gr.°. Opzz.°., kan zij de Gr.°. Mr.°. verlof geven zijn Ged.°. of Opzz.°. te ontslaan en dadelijk nieuwe te benoemen, opdat vrede en eendracht zullen behouden blijven.
XIX. Wanneer de Gr.°. Mr.°. misbruik mocht maken van zijn ambt, of zich op zulk een wijze mocht gedragen dat hij onwaardig is dat de Loges zich aan hem zullen onderwerpen, dan kan met hem op zulk een wijze gehandeld worden als nog in een nieuwe verordening kan bepaald worden; want tot dusverre heeft de oude Broederschap nog geen aanleiding tot het maken van zulk een verordening gehad, daar haar vroegere Grootmeesters zich allen op zulk een wijze gedragen hebben als de beheeders van zulk een hoge waardigheid verschuldigd zijn te doen.-
XX. De Gr.°. Mr.°. met zijn Ged.°. en zijn Gr.°. Opzz.°. zullen (minstens eenmaal gedurende hun ambtstijd) alle Loges van de stad bezoeken.-
XXl. Komt de Gr.°. Mr.°., terwijl hij zijn ambt bekleedt, te overlijden, of is hij door ziekte, reizen over zee of door iets anders, verhinderd zijn ambt uit te oefenen, dan zal de Gedeput.°., of in diens afwezigheid de oudste Gr.°. Opz.°. , of in diens afwezigheid de jongste Gr.°. Opz.°., of in diens afwezigheid drie Meesters van Loges dadelijk de Gr.°. L.°. samenroepen om in zulk een geval te beraadslagen; ze moeten dan twee uit hun midden afvaardigen om de laatst afgetreden Gr.°. Mr.°. te verzoeken zijn ambt weer optevatten. Neemt deze dit niet aan, dan wendt men zich tot diens voorganger en zo telkens terug. Is er geen vroegere Gr.°. Mr.°. te vinden om het ambt overtenemen, dan treedt de Gedeput.°. als Gr.°. Mr.°. op, en als er ook geen Gedeput.°. is, de oudste Mr.°. .-
XXII. De BBr.°. van alle Loges in en om Londen en Westminster, moeten tot een jaarlijks samenzijn en een feest samenkomen, dat op een bepaalde plaats op dag van Johannes de Doper of op de dag van Johannes de Evangelist zal gevierd worden, zoals de Gr.°. L.°. het passend zal vinden in een nieuwe verordening te bepalen. In de laatsten tijd kwam men op de dag van Johannes de Doper bijeen.-Dit geschiedt wanneer namelijk de Gr.°. Mr.°. en zijn Ged.°. .met de Opzz.°. op een Gr.°. L.°. vergadering, drie maanden te voren gehouden. overeenkomen dat een algemene vergadering en een feestelijke bijeenkomst van alle gezamenlijke BBr.°. zal plaats hebben.
Want wanneer de Gr.°. Mr.°. of de meerderheid van de Mrr.°. van de Loges zich daartegen verklaren, heeft dit feest niet plaats. - Maar hetzij er feest gevierd wordt of niet, toch moet de Gr.°. L.°. op een geschikte plaats jaarlijks op de dag van St. Jan samenkomen, of wanneer die op een Zondag valt, een dag vroeger of later, opdat ieder jaar een nieuwe Gr.°. Mr.°., Ged.°. Gr.°. Mr.°. en Gr.°. Opzz.°. kunnen gekozen worden.-
XXIII Wanneer men het raadzaam acht en de Gr.°. Mr.°. met de meerderheid van de Mrr.°. Opzz.°. besluiten het groot feest te vieren, overeenkomstig de oude, lofwaardige gebruiken van de Vrijmetselaren, dan wordt de Gr.°. Opzz.°. opgedragen de uitnoodigingskaarten te bezorgen, die van het zegel van de Gr.°. Mr.°. voorzien moeten zijn; die uittedelen en de gelden daarvoor in ontvangst te nemen- de voor het feest nodige dingen te kopen; een geschikte plaats tezoeken waar het feest kan gevierd worden en voor alle nodige dingen zorg te dragen. Opdat echter de beide Gr.. Opzz.. niet met te veel arbeid bezwaard zullen worden, en het nodige spoedig gereed zij, staat het de Gr.°. Mr.°. en zijn Ged.°. vrij een zeker aantal Stewards (ceremoniemeesters) te benoemen, die, in overeenstemming met de beide Gr.°. Opzz.°., zullen handelen. Deze moeten met elkaar over alle dingen het feest betreffende, met meerderheid van stemmen beslissen, tenzij dan dat de Gr.°. Mr.°. , of zijn Gedeput.°., in enig opzicht zelf een besissing mocht willen nemen. -
XXIV. De Opzz.°. en ceremoniemm.°. moeten vroegtijdig met de Gr.°. Mr.°. of diens Gedeput.. overleggen, om diens bevelen, wat betreft de voorbereiding van het feest, te ontvangen. Zijn deze beide ziek of afwezig, dan moeten ze de Mrr.°. en Opzz.°. van de Loges samenroepen om hun raad intewinnen en hun bevelen te ontvangen; ook mogen zij de gehele zaak op zich nemen en, naar hun beste weten, uitvoeren.-De Gr.°. Opzz.°. en Ceremoniemm.°. moeten aan de Gr.°. L.°., na de maaltijd, rekening en verantwoording doen van alle gelden, die zij ontvangen en uitgegeven hebben, of wel op een ander tijdstip, wanneer de Gr.°. L.°. daartoe besluit. Wanneer de Gr.°. Mr.°. dit wenst, kan hij, ter bekwamer tijd, de Mr.°. en Opzz.°... van de Loges samenroepen om met hen in overleg te treden over het Grote feest en hetgeen daarbij kan plaats hebben. Wenst hij dit niet, dan kan hij de gehele regeling ook alleen op zich nemen. -
XXV. De Meesters der Loges zullen ieder een bekwame en vertrouwde Mason uit hun Loges aanwijzen als lid van een commissie, die dan bestaat uit één lid van iedere Loge, en in een daartoe aangewezen vertrek bijeen- komt, om de uitnodigingskaarten te onderzoeken en nader over de toelating / afwijzing te beslissen. Toch mogen ze niemand afwijzen, zonder dat ze tevoren alle aanwezige Broeders hebben bekend gemaakt met de redenen die hen daartoe drongen, opdat niet de waardige Br.°. zoude teruggewezen en een valse Br.°. of indringer toegelaten worden. Deze Commissie moet op de St.Jansdag zovroeg in het feestlokaal aanwezig zijn, dat ieder die reeds van een uitnodigingskaart is voorzien, voor haar kan verschijnen.-
XXVI. De Gr.°. Mr.°. zal twee of meer vertrouwde BBr.°. als deurwachters aanwijzen die, om welgegronde redenen, vroeg op hun plaats moeten zijn en die onder de genoemde Commissie moeten staan.
XXVII. De Gr.°. Opzz.°... en Ceremonimm.°. zullen vooraf zoveel BBr.°. bestellen als zij nodig achten om de tafel te bedienen, ze kunnen met de Mrr.°. en Opzz.°..°. van de Loges overleggen welke personen daarvoor het meest geschikt zijn, of ook naar eigen ervaring in deze handelen; maar op die dag mag niemand diensten bewijzen dan vrije en aangenomen BBr.°., opdat de samenkomst er vrij en eendrachtig zij.
XXVIII. Alle leden van de Gr.°. L.°. moeten lange tijd voor 't begin van de maaltijd, op hun plaats zijn, met de Gr.°. Mr.°. of diens Gedeput.°..aan het hoofd, die zich dan terugtrekken en een Gr.°. L.°. vormen met het doel om de bezwaren, krachtens bovengenoemde verordening gerezen, aantehoren en te overwegen, opdat, zo mogelijk nog voor de maaltijd, de bezwaren uit de weg geruimd worden. Kan dit niet geschieden, dan moet de zaak verschoven worden tot de verkiezing van de nieuwe Gr.°. Mr.°.. En wanneer de kwestie, ook na de maaltijd, niet kan beslist worden, dan moet ze verschoven en naar een bijzondere commissie verwezen worden die daarover kalm kan beraadslagen en op de volgende kwartaal-vergadering bericht kan indienen,opdat de broederlijke liefde behouden blijve;
2. om alle twist en tweedracht te voorkomen, die zich op de feestdag zou kunnen voordoen, opdat het genot van het groote feest niet worde vergald;
3. om over alles te beraadslagen wat de betamelijkheid bij zulk een grote samenkomst zal kunnen bevorderen om alle onbetamelijkheden en verkeerde gewoonten tegen te gaan die bij zulk een gemengde vergadering zouden kunnen plaats hebben,
4. om voorstellen in ontvangst en overweging te nemen, die door de enkele Loges door middel van haar Meesters en Opzz.°.., aan hen zullen kunnen gedaan worden.-
XXIX. Na de bespreking van zulke onder. werpen zullen de Gr.°. M.°. en zijn Ged.°. de Gr.°. Opzz.°., de Gr.°. Schatbew.°. en de Gr.°. Secretaris, de Schrijvers en alle andere personen zich verwijderen en de Mrr.°. enOpzz.°..°. van de onderscheidene Loges alleen laten, opdat deze ongestoord kunnen beraadslagen over de verkiezing van een nieuwe Gr.°. Mr.°. . of de herkiezing van de aftredende, wanneer zij dit niet reeds een dag te voren gedaan hebben. Wanneer met algemene stemmen tot herkiezen besloten wordt, dan zal de Gr.°. Mr.°. worden binnengeroepen en hem verzocht worden de Brsch.°. de eer aantedoen, haar ook nog in het volgende jaar te besturen. Na de maaltijd zal het blijken of hij de herkiezing aanneemt of niet- want dat mag niet eerder bekend worden, dan bij de verkiezing zelf. -
XXX. Van dan af, tot aan de opening van de tafel, is de orde opgeheven, zodat de Mrr.°. en Opzz.°. en alle Broeders zich, naar welgevallen, met elkaar kunnen onderhouden, maar bij 't binnenbrengen van de spijzen moeten alle BBr.°. zich op hun plaats bevinden. -
XXXI. Enige tijd na de maaltijd komt de Gr.°. L.°. bijeen, niet alleen, maar in tegenwoordigheid van alle Br.°.,die nog geen leden van de Gr.°. L zijn en die daarom niet eerder mogen spreken dan nadat zij daarom verzocht worden en daartoe verlof gekregen hebben.-
XXXII. Wanneer de nieuwe Grootm.°. aan de Mrr.°. en Opzz.°. verklaard heeft de keuze weer te zullen aan nemen, en ook in het volgende jaar zijn ambt te zullen bekleden, zal een Br.°., die de Gr.°. L.°. daartoe aangewezen heeft, aan alle Brr.°. de plechtige verkiezing van de Gr.°. M.°. aankondigen en, zich tot hem wendend, (humbly) verzoeken de Brsch.°. de grote eer (wanneer bij van adel is, wanneer niet de grote goedheid) te bewijzen ook voor het volgende jaar aan haar hoofd te blijven. Wanneer de Gr.°. Mr.°. met een buiging, of met een toespraak gelijk hij zal verkiezen, zijn toestemming gegeven heeft, Dan zal het daartoe aan gewezen lid van de Gr.°. L.°. hem als Gr.°. Mr.°. uitroepen en alle leden zullen hem, op de gebruikelijke wijze begroeten. Ook zullen alle BBr.°. gedurende enige minuten verlof hebben, hem hun gelukwenschingen aantebieden.
XXXIII. Wanneer echterde Mrr.°. en Opzz.°.. . in hun bijzondere vergadering, op de dag van het feest of de dag te voren, de Gr.°. M-. niet verzocht hebben zijn ambt ook voor het volgende jaar te bekleden, of wanneer hij, daartoe uitgenodigd, zich niet bereid heeft verklaard, dan moet de Gr.°. M.°. zijn opvolger voor het volgende jaar noemen, die wanneer hij door de Gr.°. L.°. met algemene stemmen wordt goedgekeurd en tegenwoordig is, wordt uitgeroepen, begroet en geluk gewenst en onmiddellijk daarop, overeenkomstig de oude gewoonten, door de afgetreden Gr.°. M.°. wordt ingewijd -
XXXIV. Wanneer deze benoeming niet met algemene stemmen is goedgekeurd dat wordt de Gr.°. Mr.°. door stembriefjes gekozen. Ieder Mr.°. en Opz.°. schrijft daartoe de naam van die hij kiezen wil op, en de afgetreden Gr.°. Mr.°. eveneens. Hij nu wiens naam de gewezen Gr.°. Mr.°. het eerst uit de stembus haalt, zal voor het volgende jaar Gr.°. Mr.°. zijn. Is hij tegenwoordig, dan wordt hij dadelijk ingewijd, begroet en geluk gewenst, en dadelijk, overeenkomstig de oude gebruiken, door de afgetreden Gr.°. Mr.°. ingewd -
XXXV. Wannneer nu de herkozene of nieuwe Gr.°. Mr.°. zijn ambt heeft aanvaard, zal hij eerst zijn Gedeput.°. Gr.°. Mr.°. noemen en aanwijzen, hetzij de gewezene of een nieuwe, die evenals boven gezegd werd uitgeroepen, begroet en geluk gewenst. Eveneens zal de Gr.°. Mr.°. de nieuwe Gr.°. Opzz.°.. noemen, en wanneer deze eenstemmig goedgekeurd worden, dan worden deze geproclameerd, begroet en gelukgewenst, gelijk boven is vermeld; wanneer niet, dan worden ze op dezelfde wijze als de Gr.°. Mr.°. door stembriefjes gekozen. Ook in de afzonderlijke Loge zullen de Opzz.°. op deze wijze verkozen worden, wanneer de leden niet tevreden zijn met de keuze die de Mr.°. gedaan heeft. -
XXXVI. Wanneer nu die Br.°., die de Gr.°. Mr.°. als zijn opvolger heeft benoemd, of die de meerderheid van de Gr.°. L.°. op bovengenoemde wijze verkozen heeft, wegens ziekte of om andere redenen, niet bij het grote feest tegenwoordig is, dan kan hij niet alsGr.°. Mr.°. uitgeroepen worden, tenzij de aftredende Mr.°. of enige Mrr.°. en Gezz.°. van de Gr.°. L.°., bij de eer van een Br.°., daarvoor kunnen en willen instaan, dat de bedoelde persoon bereid is het ambt te aanvaarden. in dit geval zal de oude Gr.°. Mr.°. als zijn plaatsvervanger optreden, en in diens naam de Gedeput.°. en de Opzz.°. noemen.
XXXVII. Hierop zal de Gr.°. Mr.°. iedere Br.°., hij zij Meester of Leerl.°. verlof geven te spreken wanneer hij zijn toespraak tot de Gr.°. Mr.°. richt; ook staat het iedereen geheel vrij, voorstellen in 't belang van de Brsch.°. te doen, die dadelijk in behandeling kunnen genomen worden of ook tot de volgende vergadering der Gr.°. L.°. kunnen worden verdaand
XXXVIII. Wanneer dit geschied is, dan zal de Gr.°. Mr.°. of diens Gedeput.°. of een door hem daartoe aangewezen Br.°., de BBr.°. toespreken en hun enige goede raadgevingen doen. En wanneer tenslotte nog enige dingen zijn verricht, die in geen taal kunnen worden neergeschreven mogen de BBr.°. zich verwijderen of ook nog langer toeven, gelijk hun goeddunkt.
XXXIX. Iedere jaarlijkse Gr.°. L.°. heeft het recht en de macht nieuwe verordeningen te maken of deze te veranderen, wanneer dit voor het welzijn van de oude broederschap nodig is, altijd onder voorwaarde, dat de oude landmerken zorgvuldig gehandhaafd blijven, dat zulke veranderingen en nieuwe bepalingen voorgesteld en aangenomen worden, bij de derde kwartaal vergadering die aan het grote jaarlijkse feest voorafgaat, en dat ze, voor de maaltijd, schriftelijk aan alle BBr.°. zijn voorgelegd, zelfs aan de jongste leerling. De goedkeuring van de meerderheid van alle aanwezige BBr.°. is dan nodig om ze bindend en geldig te maken; en de goedkeuring moet na de maaltijd, en wanneer de nieuwe Gr.°. Mr.°. is ingewijd, plechtig gevraagd worden; gelijk ze gevraagd en verkregen is voor deze verordeningen die van de Gr.°. L voor gelegd worden op de dag van St. Jan de Doper 1721 in tegenwoordigheid van ongeveer 150 Bbr.°. "
Het is van belang deze verordeningen nader te beschouwen. Ze waren gebaseerd op de grondslag van absolute gelijkheid, hoewel spoedig ook nog andere Logeambten, b.v. dat van Redenaar, werden ingesteld. Van het onderscheid in Graden, in de tegenwoordigen zin is nog geen sprake. Alleen de Voorzitter van de L.°. wordt Meester genoemd; slechts zij die hun zeven leerjaren nog niet volbracht hebben, werden als enigzins ondergeschikte leerlingen beschouwd. Alles is nog op de leest van de oude gilden van bouwlieden geschoeid. Maar langzamerhand kwam daarin verandering; de werkelijke bouwlieden trokken zich meer en meer terug; de symboliek werd uitgebreid; de plechtigheden vermeerderden, en lang nog bleven de oude broederschappen naast de Gr.°. L.°. die zich meer en meer uitbreidde, bestaan. Wat nu het ontstaan van deze verordeningen betreft deelt Anderson (z.d.) in de tweede uitgave van het constitutieboek (l738) het volgende mee, dat wij, volledigheidshalve, hier weergeven "Den 29 Sept. 1721 vergaderde de Gr.°. L.°. weder in vollen vorm te Kings Arms, waarbij de vorige groot beambten en de afgevaardigden van 16 Loges zich bevonden. Daar de Gr.°. Mr.°. Montagu en de Gr.°. Loge in de afschriften van de oude Gothische constitutie gebreken gevonden hadden, kreeg Br.°. Jacob Anderson A. M. (Artiurn Magister) bevel die in een nieuwen en beteren vorm te brengen. Op den dag van St. Jan (den Evangelist), den 17 December 1731, was er weder Gr.°. L.°. in het genoemde Kings Arms, waarbij de Cer.°. Beambten en de vertegenwoordigers van 20 Loges verschenen. De Gr.°. M..°. Montagu beval, op verzoek van de Gr.°. L.°., aan veertien geleerde BBr.°., dat ze het manuscript van Br.°. Anderson zouden onderzoeken en daarover bericht zouden inzenden. Den 25 Maart 1722 was de Gr.°. L.°. in vollen vorm te Fontaine aan het strand, die door de vorige Gr.°. Ambtenaren en de afgevaardigden van 24 Loges werd bijgewoond. De vroeger benoemde commissie van 14 gevolmachtigden gaf bericht, dat ze het manuscript van Br.°. Anderson, inhoudende de geschiedenis, de plichten, de verordeningen, en het Meesterlied, doorgelezen en met eenige verbetering, goedgekeurd hadden. waarop de vergadering den Gr.°.. Mr.°. verzocht bevel te geven dit werk te laten drukken. Toen nu geestvolle mannen van allen rang en stand, overtuigd waren dat liefde en vriendschap het cement van de Loge is, streefden zij er ernstig naar als VV.°.MM.°. aangenomen te worden, omdat er zich meer en meer tot deze vredelievende Broederschap aangetrokken gevoelden, dan tot andere genootschappen die toenmaals door heftige woordenstrijd verontrust werden. Het verstandig bestuur van den Grootmeester Montagu bewoog het betere deel van de Broederschap hem nog een jaar op zijn zetel te handhaven. Alleen Philips, Hertog van Wharton, die eerst kort geleden tot Vrijmetselaar was aangenomen, hoewel nog niet Mr.°. van een Loge, was zeer eerzuchtig om op de troon te zitten en wist enige anderen voor zich te winnen die op 24 Juni 1722 met hem in de boekhandelaars-beurs bijeenkwamen. Daar zij geen groot-beambte hadden, plaatsten zij de oudste Meester-Mason (die toen echter niet Meester van een Loge en dus onregelmatig was) op de zetel en zonder de gebruikelijke ceremonieën , riep bedoelde oude Mason, met luider stem: "Philip Hertog van Wharton uit tot Gr.°. Mr.°. der Metselaren, en de heer Josua Trinson, een grofsmid, en de heer William Hawkins, een metselaar, tot Gr.°. Opzieners. De zo benoemde Gr.°. Mr.°. benoemde evenwel geen Gedeputeerde ook werd de L.°. niet in behoorlijken vorm geopend en gesloten, zodat de adellijke BBrr.°. en allen, die de onregelmatigheid niet wilden ondersteunen, Wharton niet wilden erkennen. De waardige Br.°. Montagu herstelde deze verbreking van de eendracht daardoor, dat hij op 17 Jan. 1723 de Gr.°. L.°. bijeenriep, waar nu de Hertog van Wharton, nadat hij beloofd had, trouw en ijverig te zullen zijn, door de Gedeput.°. Gr.°. Mr.°. Beal, luide tot Gr.°. Mr.°. werd uitgeroepen. Hierop benoemde hij Dr. Desaguliers tot Ged.°. Gr.°. Mr.°. en de bovengenoemden Josua Trimson en Dr. Anderson tot Gr.°. Opzieners, want Hawkins bedankte, omdat hij altijd buiten de stad moest zijn. De Gr.°. Opz..°. Anderson legde nu het reeds in druk verschenen constitutieboek over dat, benevens een bijvoegsel over de wijze waarop men een Loge kan oprichten, nu opnieuw werd goedgekeurd. Nu eerst bloeide de L.°. in eendracht, vrede en aantal. Vele mannen van adel en hoge range wenste in de Broederschap te worden opgenomen, verder ook geleerde kooplieden, geestelijke, fabriekanten enz. die ontdekten dat een Loge een veilige en vriendelijke rustplaats is, na de arbeid des daags, een oord van vrede, ver van de verwikkelingen van de politiek of de strijd van de partijen. Hierdoor zag de Gr.°. Mr.°. zich verplicht, meerdere nieuwe Loges op te richten; hij was zeer ijverig om iedere maal, met zijn Gedeputeerde en de beide Gr.°., Opzz.°., de Loges te bezoeken, en Z.°.H.°. E.°. was evenzeer verheugd overde vriendelijke wijze waarop hij ontvangen werd, als de Loges over zijn vertrouwelijke en minzame omgang." - Veel sneller dan men ooit had kunnen vermoeden, breidde de Broederschap zich uit en weldra-reeds zeer spoedig - moesten die verordeningen worden hernieuwd en aangevuld Vooral werden welhaast bepalingen gemaakt tegen hen die, zonder daartoe vergunning te hebben verkregen, nieuwe Loges oprichtten of,op onregelmatige wijze, leden aannamen. Vooral het laatste artikel (XXXIX) kreeg spoedig een uitbreiding die aldus luidde: "Het staat niet in de macht van enig mens, of van een vereniging van mensen, enige verandering of vernieuwing in de vereniging van de Vrijmetselarij (body of masonry) te maken,zonder ontvangen toestemming van de Gr.°. L.°. -Iedere, wettige samengekomen Gr.°. L.°. heeft de macht ieder van de in het constitutieboek gedrukte verordeningen te amenderen of nader toetelichten, wanneer maar de oude verordeningen (rules) van de Broederschap onaangetast blijven; maar zonder toestemming van de Gr.°. L.°. mogen in het gedrukte constitutieboek geen veranderingen worden gemaakt.". Het zou ons te ver voeren alle veranderingen optenoemen, die nu en dan in deze oude verordeningen gemaakt werden. De Brsch.°. breidde zich meer en meer uit, het oude, eenvoudige karakter veranderde langzamerhand, en telkens zag men zich gedwongen meer beperkende bepalingen vast te stellen. Vermelding verdient echter een verordening van 23 November 1730 over de opname, die aldus luidt:
1. Geen Loge mag ooit iemand tot Mason aannemen, zonder nauwkeurig onderzoek naar diens karakter; ook zal het geen Loge geoorloofd zijn bij een en denzelfde Logearbeid, dezelfde Br.°. aan te nemen en tot Mr.°. te verheffen, zonder voorafgegane dispensatie van de Gr.°. Mr , die echter slechts in zeer bijzondere gevallen gegeven mag worden;
2. geen L.°. zat verder masons aannemen voor een geringer bedrag dan een guinje. Deze som zal of aan de bijzondere Logekas, of aan het algemeen aalmoezeniersfonds ten goede komen. Dit zal niet toepasselijk zijn op aangenomen dienende Broeders, die door de L.°. kunnen worden aangenomen om haar diensten te bewijzen." Welk onderscheid reeds bij de vroegere, absolute gelijkheid van allen"
-Op 27 Jan, 1754 nam men een besluit dat men zich ook ging bekommeren om de Loges buiten Londen, die tot dusver zeer stiefmoederlijk bedeeld waren; maar ook nadrukkelijker dan ooit te voren werd nu gewaarschuwd, tegen het oprichten van onregelmatige Werkpll.°.. De centralisatie- geest ontwaakte meer en meer; en 't was noodzakelijk, nu de Brsch.°. zulk een onverwachte uitbreiding kreeg, er voor te waken, dat de aloude beginselen der Vrijmij.°. niet geschonden werden. Maar genoeg over deze oude Verordeningen. Het spreekt vanzelf; dat ze niet meer onveranderd kunnen gehandhaafd worden; de tijden zijn veranderd; van het oude gildewezen rest niets meer. Toch heeft deze oude herinnering waarde, en wijst ons aan, hoe men langzamerhand allerlei dingen met deVrijmij.°. verbond, die oorspronkelijk niets met haar te maken hadden.
Return to the top of this page
Verraad. Zodra de Bond van VV.°.MM.°. zich meer en meer uitbreidde, werden velen verlangend het geheim van de Brsch.°. te ontdekken.
-Welnu, daar waren altijd enigen, welke de Bond ontrouw waren geworden, die aan dat verlangen wilden voldoen en het een en ander van de ritualen bekend maakten, hoewel ze nooit het ware vertelden; anderen, die op de nieuwsgierigheid van allerlei mensen spekuleerden, gaven boeken uit die gretig verkocht werden en waarin waarheid en verdichting op kunstige wijze vermengd waren
Van af 1724 vinden we dan ook een breede reeks van geschriften, die ten doel hadden het rituele van de Bond aan het grote publiek bekend te maken. We behoeven hier geen opsomming van die verradelijke geschriften te geven; Sarsena is bij de meeste maç.°. bekend, en uit dit ene kan men het karakter van de andere leren kennen. Hoe over hen die dit verraad pleegden te oordeelen ? Het antwoord kan niet twijfelachtig zijn. Bang om het ware meetedelen, mengde men een weinig waarheid met veel verdichting door elkaar, om zo geld te verdienen of zich, op laaghartige wijze, te wreken.
- Maar wie dit verraad ooit pleegde, verdientde verachting van alle weldenkenden.
De V.°. M.°. beloofde eens plechtig alles wat op de gebruiken enz. betrekking heeft, voor oningewijden streng geheim te houden. Die belofte is geen ijdele. Wanneer zij wordt geschonden, heft men het intieme karakter van de Vereniging op, is ze niet langer een broederschap, in de ware zin van dit woord.
- Maar niet alleen het bekend maken van enige gebruiken is verraad; wij weten ook geen andere naam voor de handelwijze van sommigen, die zich niet ontzien wat in vertrouwelijken kring, b.v.bij ballotage over de kandd.°., of bij bevordering, besproken werd, aan de betrokken persoon mee te delen; mogelijk is dit nog groter plichtverzuim dan het tendele vertellen van enkele gebruiken die het publiek, zonder het geheel te kennen toch niet zou begrijpen.
-Laten wij, in deze dagen van openbaarheid, onze beginselen voor alle werkelijke belangstellenden bloot leggen; maar overigens niet vergeten,dat wij een broederschap uitmaken.
Gelukkig dat het waarachtig geheim van de Vrijmij.°. nooit verraden kan worden. Maar dit dient gezegd te worden, laten allen die over Vrijmij.°. zelf of over de Bond spreken of schrijven, nauwkeurigtoezien dat ze niets mededelen van 't geen ze beloofd hebben te zullen verzwijgen. Natuurlijk behoren daartoe niet de geschiedenis en de wijsbegeerte van de Vrijmij.°. maar boven alles ook WW.°. TT.°. en A.°.
Return to the top of this page
Vertrouwde Bbr. Deze naam gaf Br.°. Schroder (z.d.) aan een kleine kring van geschiedvorsers met wie hij, bij zijn historise onderzoekingen, vertrouwelijk correspondeerde; met deze bewerkte hij de in 1802 uitgegeven Ritualen der Provinciale Loge van Hamburg, die in 1817 door de Gr.°. L.°.. werden aangenomen, nadat S. reeds overleden was. Tot deze vertrouwden behoorden een 70tal broeders.
Return to the top of this page
.-. van Andreas (Favoris des Loges de St. André) ook cordon pourpre, ridders van de purpere band, genoemd, is de 9de Gr.°. van het Zweedse systeem.
Return to the top of this page
.-. van St. Jan. Ook Ridders van de witte band (cordon blanc genaamd, is de naam van de 3e Gr.°. van het Zweedse systeem.
Return to the top of this page
.-. van Salomo, is de naam van de 7e Gr.°..van het Zweeds systeem. Daaruit werd vroeger de Stewards-Loge gevormd.
Return to the top of this page
Vertue , (William) een Vrijmetselaar (a Freemason) was, volgens oude bescheiden uitgegeven door Britton in zijn "Architecture Antiquities", werkzaam bij de bouw van het koor van de kapel van St. George te Windsor in 1507. Dit wordt bevestigd door Halliwel (z.d.) in zijn aantekeningen op de oudste Oorkonden die bericht: "in het jaar 1506 werd aan John Hylmer en William Vertue, Vrijmetselaren, opgedragen het dak en het koor van het Koninklijk college van onze Lieve Vrouw en van St George, in het slot van Windsor, met quadraatstenen te over- welven, of althans te zorgen dat dit geschiedde." Dit alles is van belang daarvoor, dat ook hieruit blijkt, dat werkelijke bouwlieden Feemason genoemd werden en dit een nieuwe bijdrage is tot beantwoording van de vraag, wie oorspronkelijk onder Vrijmetselaren verstaan werden. (z. Vrijmetselaar).
Return to the top of this page
Verviers de, Or.°.B.F.
-R.°.L.°.1023 Evolution, rue du Collége 45 (dans la galerie)
Return to the top of this page
Vervolgingen. Dat de Vrijmij.°., of liever de B.°. van VV.°. MM.°. herhaaldelijk, en vooral in oude dagen, aan vele vervolgingen bloot stond, behoeft nauwelijks gezegd te worden. We willen hier de voornaamste gebeurtenissen, die hierop betrekking hebben, mededelen. Hoewel in Engeland reeds vroegtijdig de grootste vrjheid van vereniging bestond en daar dus van een vervolging van de VV.°. MM.°. nauwelijks sprake kon zijn, vindt men toch in Schotland iets wat daarop lijkt.
In 1746 stelde de Gereformeerde algemene Synode een onderzoek in naar de VV.°. MM.°. vooral om de eed die zij, naar men beweerde, moesten afleggen.
Lange tijd bleef dit zonder enig gevolg, schoon op 6 Maart 1755 bepaald werd dat alle VV.°. MM.°., die niet tot het gilde van de metselaren behoorden, van alle kerkeljke bedieningen waren uitgesloten en bovendien nog in de kerkelijken ban werden gedaan.
In Ierland was de katholieke geestelijkheid altijd vijandig tegenover de Vrijmij.°., en deed wat ze kon om haar te fnuiken en die aanvallen werden tot in 1803 herhaald, toen de bekende aartsbisschop van Dublin, Dr. Callen, zich nog heftig tegen de Brsch..°. uitliet.
Hoewel de geestelijkheid in Engeland zich kalm hield, kon het parlement in de dagen van de Franse revolutie, niet geheel werkeloos blijven. Er werden plakkaten uitgevaardigd tegen alle geheime genootschappen, maar de VV.°. MM.°. werden uitgezonderd, daar men "ontdekt had dat deze alleen liefdadige bedoelingen hadden; de Loges mochten bestaan " voorzover ze voor het uitvaardigen van dit besluit bestaan hebben."
Deze clausule bemoeilijkte natuurlijk de uitbreiding van deVrijmij.°., maar langzamerhand werd ook deze weggenomen.
-In Frankrijk waren de aanvallen van kerkelijke zijde minder beduidend; waarschijnlijk omdat de pauselijke bullen voor de Gallikaansche kerk geen geldend of liever bindend gezag hadden; enige sporadische gevallen laten we buiten rekening. Maar van meer betekenis was daar het verzet van Staatswege, en wel door de politie.
Reeds in 1737 trad deze te Parijs tegen de Vrijmij.°. op, en later nogmaals in l745, maar sedert die tijd keerd de vrede weer. Gedurende het tijdperk van de revolutie losten de Loges zich van zelf op, en toen ze later weer vergaderden werd door het hoofd van de politie, bij order van 28 Sept. 1798, het volgende verklaard: "Ik bemerk dat in het gezelschap van de Vrijmetselaars het ware mensenrecht wordt gehandhaafd; want daarin wordt de vrijheid gegeven datgene te doen wat een ander geen nadeel berokkent en wat niet door de wet is verboden. Uit de grondstellingen die in het eerste, tweede en zevende artikel van de Verklaring der Mensenreten zijn opgetekend volgt, dat de gezelschappen van de Vrijmetselaren, die overigens door geen enkele wet zijn verboden, zich vrij mogen verenigeng onder voorbehoud dat ze niet ontaarden in verenigingen die de openbare rust verstoren, als bedoeld zijn bij nr. 360der constitutie.
-In Denemarken heeft men de Bond nooit vervolgd,
in Zweden daarentegen wel. Bij edict van Koning Frederik I van 21 Oct. 173S werd het, op straffe des, doods verboden als Vrijmm.°. samen te komen, welk edict echter niet lang van kracht bleef. Koning Gustaaf I gevoelde zich in 1803 verplicht, een verordening uit te vaardigen tegen de hand over hand toenemende geheime genootschappen, maar voor de VV.°. MM.°. maakte hij een gunstige uitzondering.
- In Rusland en Polen beleefde de Vrijmij.°. nu eens tijden van vrede en zelfs van officieële bevoorrechting, dan weer tijden van vervolging. Wat Polen betreft: tengevolge de bul " In Eminenti," van 27 April 1738 vaardigde koning Augustus II een verbod uit tegen de vergaderingen van de VV.°. MM.°. dat evenwel geen beduidende gevolgen had. Toen Polen met Rusland werd verenigd en daar, bij keizerlijk ukase van 12 Aug. 1822, de Loges werden opgeheven (z. Rusland), moest Polen natuurlijk volgen. In Rusland werd de Orde in ‘t begin oogluikend toegelaten, en hoeveel Katharina 11 haar niet begunstigde bleef ze als nog ongemoeid. Eerst Paul I vaardigde een verbod uit tegen alle geheime genoodschappen zonder nochtans de Vrijmij.°., met name te noemen, welk verbod in 1803 door Alezander I werd opgeheven. Eerst op I2 Aug. 1822 werden alle Loges in het Rijk en zijn onderhorigheden opgeheven en werd van de ambtenaren een verklaring gevraagd, dat ze tot geen geheimgenootschap, onder welke naam dan ook, behoorden.
- Toen omstreeks ‘t midden van de vorige eeuw (1748 ) in Turkije en wel te Konstantinopel Loges werden opgericht, gaf de Sultan bevel die op te heffen en het huis waarin ze vergaderden aftebreken.
In Hongarije werden in 1760 door de Katholieke geestelijkheid maatregelen tegen de O.°. genomen, die eehter door de Regering niet werden bekrachtigd.
-In ltalië werd de O.°. herhaaldelijk tegengewerkt. De vervolging begon te Florence in 1737, die ruim een jaar duurde en menige Br.°. in handen van de inquisitie bracht Toch werden in t geheim nog Brr.°. aangenomen en vergaderingen gehouden, en hoewel herhaaldelijk pauselijke bullen (z. Bul) tegen de Vrijmij.°. werden afgekondigd, scheen die maar zelden veel gevolgen te hebben gehad, althans niet voor de buitenwereld, maar in 1865 moest Pius 1X nog altijd bitter klagen over de zonden van de VV.°. MM.°..
In Italië zelf evenwel kon men niet onverschillig zijn voor de uitspraken van de H. Stoel. Van 1751 tot 1781 werden de VV.°.MM.°., vooral in Napels en Sicilië, vervolgd, zelfs meermalen gevangen genomen, terwijl in andere oorden b.v. te Milaan de VV.°. MM.°. verplicht waren allen arb.°. te staken (z.verder Italië).
-In Spanje en Portugal waren de vervolgingen vreselijk. (z. de namen van die landen). In Spanje liet de Groot inquisiteur Torrubia zich recipieëren om de Bond des te zekerder in t verderf te kunnen storten
- rampzalig bovenal waren de jaren 1741, 1743, 1751, 1775, 1818; folteringen, executies, verwijzingen naar de galeien, verbanningen enz. waren toen aan de orde van de dag (z. Spanje).
-In Zwitserland was men altijd milder gezind; wel werden nu en dan, als te Geneve in 1738, te Zurich in l740, te Bern in 1745, verordeningen tegen de Vrijmij.°. uitgevaardigd, maar die hadden in de regel weinig succes.-Wat Duitsland betreft, het volgende.
In Oostenrijk werd op 7 Maart 1741 de te Wenen bestaande L.°. opgeheven,en in l795 werd de Vrijmij.°. in de Oostenrijkse Staten verboden; hoewel nu en dan nog weer eens een poging werd gewaagd om de Vrijmij.°. te releveren, heeft ze in 0ostenrijk (z.d.) nooit weer vaste voet kunnen krijgen. In Pruisen heeft de orthodoxe geestelijkheid zich wel tegen de Vrijmij.°. gekant, maar van eigenlijke vervolgingen is daar te lande geen sprake.
Anders was het in Beieren. Reeds in 1784 werd een streng verbod uitgevaardigd tegen alle ongeoorloofde verenigingen, en in 1785 werden daarbij met name de Vrijmetselaars en de llluminaten genoemd; en, hoewel in 1818 het oprichten van Loges oogluikend werd toegestaan, werd toch bepaald, dat geen Staatsambtenaar daarvan lid mocht wezen. Men weet, dat dezelfde bepaling daar altijd nog geldt. We kunnon niet in verdere bijzonderheden afdalen vooral niet wat de landen buiton Europa betreft, maar verwijzen dienaangaande naar de afzonderlijke namen van de landen.
-Ook onder het artikel Nederland zal men vinden aan welke moeilijkheden deVrijmij.°. hier te lande was blootgesteld. We herinneren hier alleen, dat reeds in 1735 maatregelen tegen de Brsch.°. genomen werden, en wel van betrekkelijk grote betekenis. Vooral te Amsterdam schijnt de geestelijkheid krachtig te zijn opgetreden, zodat de stedelijke regering, om onheilen te voorkomen, beval de Loges te sluiten. Toen, ondanks dat bevel, een nieuwe Loge werd opgericht, benoemden de Staten van Holland en West-Friesland een commissie om de zaak te onderzoeken en vaardigde op 30 November 1735 een besluit uit, waarbij de Brsch.°. werd opgeheven. Maar in 1740 namen de vervolgingen een einde, en de Brsch.°. werd zelfs in de Oostenrijkse landen geduld Wanneer men dit tot de vervolgingen wil rekenen herinneren wij er nog aan, dat in 1883 de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk hier te lande bepaalde dat geen V.°. M.°. lid der Kerk kan wezen. En eindelijk-in 1884 vaardigde de Roomse Paus op nieuw een encykliek tegen de Brsch.°. uit, droef getuigenis van ‘s mans bekrompenheid en van de machteloze woede van de klerikale partij (Vrgl Antimaçonnerie,Beierer, Belgie, Frankrijk Napels, Oostenrijk. Polen, Portugal, Rome, Rusland, Spanje, enz.)
Return to the top of this page
Vianen, Stad in Zuid-Eolland,daarbestond vroeger een Loge: ,, Standtvastigheid en trouw" (geïnstalleerd 9 November I824) : heden echter inactief :
Return to the top of this page
Vicariaat-regering. (Sede Magistrale Vacante). In de Strikte Observantie (z.d.) was bepaald, dat, bij de dood van een Provinciaal Grootmeester, tot aan de verkiezing van zijn opvolger, de vicariaat regeering van een provincie bestaan zou, uit de Prior eguitum, Senior, Decanus en Cancellarius.
Return to the top of this page
Vicarius Salomonis, is de naam van de hoogste Graad in het Zweeds systeem, welke in ieder land slechts één Br.°. bezitten mag. Deze is de bewaarder van de hoogste Geheimen van de Orde. Koning Gustaaf III gaf op 15 Maart 1780 in het Opperkapittel te Stokholm deze Gr.°. aan zijn broeder de Hertog van Sudermannland. Dit geschiedde met alle pracht en praal; geholpen door de aartsbisschop van Gothenburg hing de koning zijn broeder een mantel om van blauw atlas met gouden sterren bezaaid, en met een hermelijnen rand en proklameerde hem tot hoofd en bevelhebber van "allen in deze landen verstrooide en arbeidende Vrijmetselaren." Men vermoedt dat de koning deze waardigheid zelf in 't leven riep, omdat de afgevaardigde van het Zweedse Hoofdkapittel in Duitsland, Graaf Oxenstierna en von Plommenfelt, in de jaren 1777 en 1778 nog met dit ambt niet bekend waren. In Pruisen bekleedt de kroonprins deze waardigheid. (z. Salomo's Vicarus.)
Return to the top of this page
/a>Vielsalm de, Or.°.B.F.
-R.°.L.°.1531 Ardoise et Granat, rue Ferrer 21, Seraing
Return to the top of this page
Vier, Dit getal had een bijzondere betekenis in het stelsel van Pythagoras. Volgens Plutarchus (De Iside et Osiride) noemden de Pythagoreën de Tetractys of het heilige viertal, waarvan het getal 36 is, de wereld, omdat deze zou bestaan uit vier even en vier oneven getallen bijeengevoegd; 4 X 9 geeft namelijk 36, eveneens wanneer men de oneven getallen 1 3 5 en 7 met de even 2 4 6 en 8 op de volgende wijze berekent:
1...;2
3...;4
5...;6
7...;8
----------
16+20
----------
36
Zekere Br.°. Milanes geeft de volgende mededeling van een van de gouden spreuken van Phythagoras: "peinst over de voorschriften die ik u zal geven, zorgt er voor, die in beoefening te brengen- Leert ze beminnen, zij zullen u de goddelijke deugden doen kennen," en verder zegt hij: "Op de muren van het Vatikaan, waar zich de beroemde schilderij van Raphael bevindt die de Atheense school voorstelt, is Pythagoras afgebeeld hebbende een bord voor zich, dat door een van zijn leerlingen wordt ondersteund, waarop, te midden van andere merkwaardige tekens, ook de volgende gevonden worden:
I
I I
I I I
I I I I
-------
X
Deze berekening is juist. Zij moet- naar ‘t mij voorkomt- gewichtige dingen aanduiden en met ons leren de geheimenissen van de getallen niet te versmaden. In Sentlemans Magazin"(Vol.XLIV Pag. III. (1774)) komt de volgende verklaring voor van de mystieken zin van het Pythagoresche viertal: "Voor Pythagoras was het viertal (quaternion) de bron van de onsterfelijkheid, en werd daarbij de eed gedaan. (Ik zweer bij hem, die het heilige viertal, de bron der eeuwige natuur in onze zielen heeft overgeplant). Daar hij nu een van de grootste en geleerden van zijn tijd was, zo kan ik niet geloven, dat hij bij het getal vier zou hebben gezworen, zonder dat enige geheime zin daarin verborgen lag. Om de geheimenissen van dat getal te ontdek ken, moet men er daarom op letten, dat Pythagoras vele gedeelten van de wereld heeft doorreisd, om kundigheden op te doen, en men mag veronderstellen. dat hij op elke plaats met de voortreffeiijkste geleerden kennis zal hebben gemaakt. Daar in het gesprek met zulke mannen natuurlijkerwijze op diepzinnige en verheven onderwerpen moest vallen, zo kan het niet missen, of zij moesten ook over hun goden spreken, waarbij Pythagoras dan spoedig merkte, dat geen van hen geloofde aan de wezens, welke gewoonlijk voor goden werden gehouden. Allen stemden veeleer overeen in de mening, dat er, hoezeer zij onderscheidene goden hadden, slechts een enige hoogste god, gewoonlijk Jupiter genoemd, moest bestaan, aan wie zij onderseheidene goddelijke eigenschappen toekenden, als: alwetenheid, alomtegenwoordigheid, enz. (Jupiter est quodcunque vides, quodcunque moveris enz) Dit alles nu paste bij het begrip van een ware God, dat een man als Pythagoras zich moest hebben gevormd. "Hoe kwam hij er echter toe, die God Tetractys (het getal vier) te noemen ? Het is zeer waarsehijnlijk, dat hij op zijn reizen ergens met een' Israëlietisch geleerde in kennis moet zijn gekomen. Daar nu zulke mannen vaak over verhevene en gewigtige onderwerpen zullen hebben gesproken, b.v. over de oorsprong van alle dingen, over de natuur van de goden, enz. zo vond de Rabbijn daarin aanleiding, hem te zeggen: dat de Israëlieten slechts een enige God, de Schepper van alle dingen in de hemel en op de aarde erkende. en dat Deze de eerste mens uit een klomp aarde (of the dust of the ground) gevormd, en hem de levensadem had ingeblazen, waardoor hij een levend wezen (a living soul), en de oorsprong van het gehele mensen geslacht was geworden. Deze gezegden van de Rabbiin moesten Pythagoras zo verstandig voorkomen, en zijn wel overeenstemmen met zijn leer van de onsterfelijkheid van de ziel, aan een mens door God geschonken, dat hij zich gedrongen gevoelde naar de naam van deze God te vragen, waarop hem ten antwoord moest worden gegeven, dat de naam van die God uit vier letters bestond en in hun taal Jehova heette. Pythagoras moest zich dien ten gevolge volkomen overtuigen, dat die God der Joden de door allen erkende enige, hoogste God was, terwijl hij het nogtans gepast kan hebben geacht, van die nieuwe naam van het Hoogste Wezen, aan alle overige volkeren van de aarde onbekend, geen gebruik te maken, waarom hij de naam Jehova verborg onder het woord Tetractys, de God van vier letters. Daaruit ontstond de meer gewone naam van gelijke betekenis Tetragramataton, in plaats van Jehova." Het getal vier heeft ook in de Vrijmij.°. een bepaalde betekenis ontvangen. Zo vinden we in Prichard "Maçonry dissected " de volgende vragen en antwoorden:
72) hoeveel grondbeginselen (principles) zijn er in de Vrijmij.°..°. ? Vier.
73) welke zijn dat? Punt, Lijn, Vlak en Lichaam.
74) Verklaar die. Het punt is het centrum waarvan de Meester niet kan dwalen; de Iijn is een lengte zonder breedte; het vlak is lengte en breedte, en het lichaam omvat het geheel.
75) Hoeveel hoofdtekens (principle signs) zijn er? Vier.
76) Welke zijn dat? Guttural, Pectoral, Manual en Pedestal.
77) Verklaart dit! Guttural bedient de keel, pectoral de borst, manual de hand en pedestal de voet."
In Krause's ,Kunsturkunden" wordt dit nog nader ontwikkeld en gevraagd: "waarop doelt dit alles ? Op de vier hoofddeugden in elke godsdienstleer namelijk: matigheid,standvastigbeid, moed en rechtvaardigheid "
In de Gezellengraad van een Frans systeem komen de volgende vragen en antwoorden voor:
"Wat betekenen de vier bovenste hoeken van een kubieke steen? Antw. De algemeenheid van de Orde, en de vier werelddelen over welke ze is uitgebreid.
Wat betekenen de vier onderste hoeken ? De vier hoofddeugden die de grondslag van de Orde vormen.
Deze vier hoofddeugden noemt Plato reeds in ziin republiek: wijsheid, kracht, matigheid en rechtvaardigheid. Tezamen genomen, worden ze ook de quadratuur der deugden genoemd. Ook de Brahmanen kennen vier hoofddeugden namelijk: zachtmoedigheid, geduld, zelfbeheersing en mildheid.
In het systeem van Melesino wordt, bij de verklaring van de mystieke tempel, verhaald: God heeft in de schepping vier ruimten geschapen die door de profeten vier verschillenden hemelen genoemd worden. Op deze wijze wordt dit getal in de Hoge Graden vaak symbolisch gebruikt, in de Symbolieke komt het echter zelden of nooit voor. (Vrgl Schauberg "Handbuch van de Symbolik" II. 481-560).
Return to the top of this page
Vier gekroonden (Legende van de -). Als aanhangsel van de door Halliwell (z.d.) gevonden oude Oorkonden, bestaat een "Ars quatuor coronatorum ," de "Kunst der vier gekroonden", een legende uit de Breviariën, die bij de oude Engelse bouwlieden (waarschijnlijk monniken) in groote eer gehouden werd, omdat de martelaren van wie daarin sprake is, goede maçons zouden geweest zijn.
Volgens Kloss (Freimaurerei in ihrer wahrer Bedeutung S. 258 f) wordt in de Missaliën geen verklaring van deze legende gevonden ofschoon aan deze op 8 November een uitvoerige liturgie gewijd is. In de Breviariën staan de legenden van de vier en vijf Heiligen,tezamen de vier gekroonden genoemd, nu eens meer, dan weer minder uitvoerig vermeld.
Het uitvoerigst wordt deze legende gevonden in de Breviariën voor zulke bisschoppelijke zetels bij welke tegen het einde van de XV e eeuw voor 't eerst grote domkerken werden .gebouwd als Utrecht, Spiers, Wurzburg enz. Uit de uitdrukkingen Ars quadrataria quadrataeia, quadriein enz., die in ver schillende brevrariën voorkomen en die duidelijk op de bouwkunde, vooral op de steenhouwerij, betrekking hebben, volgt en dit wordt door de verhalen gelijk ze in alle bronnen voorkomen bevestig, dat zowel de vijf martelaren als de vier andere gekroonden, beeldhouwers zijn geweest.
Zo staat ook in het Leven der Heiligen (Zwolle 1490) "Diese martelaren hadden alle kunsten van bylden te snyden." De Legende van de "vier gekroonden" luidt nu in het Breviarium Romanum van 1477 aldus: "In sanetorum martyrum quathuor coronasorum. Geve Goden,dat de glorierijke martelaren Claudius, Nichostratus, Symphorianus, Castorius en Simplicius die wij als standvastig in hun belijdenis leerden kennen, ons hun voorbidding willen verlenen.
Toen keizer Diocletianus naar Pannonië trok, om, in zijn tegenwoordigheid, allerlei metalen uit de bergen te laten halen, geschiedde - het dat, terwijl hij alle meesters in de metaalarbeid verzamelde, hij onder deze mannen vond toegerust met grote bedrevenbeid in de kunst en wel Claudius, Castorius, Symphorianus en Nicostratus, wonderlijk bekwaam in de Steenhouwers kunst (in arte qundrataria).
Dezen waren in 't geheim Christenen geworden, die de geboden Gods getrouw waarnamen en alles wat zij, als beeldhouwers, kunstig bewerkten, in de naam van de Heer Jesus Christus uitvoerden.
Nu geschiedde het op zekere dag, dat de kunstenaars, op bevel van Keizer Dioeletisnus, het beeld van de zonnegod met zijn vierspan en al het daarbij behorende, de wagen en de paarden, uit Thasische steen vervaardigd.
Tegelijkertijd, toen alle kunstenaars met de philosophen daarover nadachten, kwam er tussen deze groot verschil van gevoelen. En toen zij een groot blok Thasische steen gevonden hadden, was dat niet geschikt om daaruit het beeld, overeenkomstig 's Keizers bevel, te vervaardigen, waardoor er vele dagen lang een grote woordenstrijd was tussen de kunstenaars en de philosophen.
Op zekere dag nu kwamen de kunstenaars, 622 in aantal, bijeen en met hen vergaderde vijf Philosophen. Deze onderzochten het steenblok en gingen na hoe daarin de aderen liepen en er ontstond een heftige strijd tussen de kunstenaars en de philosophen. Daarop begonnen de philosophen met Claudius. Symphorianusen Simplicius te strijden en spraken: "waarom gehoorzaamt gij met uwe kunst, niet aan het bevel van de allervroomsten Keizer Diceletianus en waarom doet gij zijn wil niet?
Claudius antwoordde: omdat wij onze Schepper niet lasteren en ons niet bezondigen, opdat wij niet schuldig zullen bevonden worden in Zijn heilig oog. Toen zeide de philosophen: daaruit blijkt dat gij Christenen zijt. Castorius antwoordde: "Waarlijk, wij zijn Christenen." Daarop kozen de philosophen andere kunstenaars steenwerkers (artifices quadratarios) en lieten deze de Asclepios uit Proconesische steen vervaardigen, die ze dan ook na 31 dagen aan de philosophen opleverden.
Daarna berichtten de philosophen aan Keizer Diocletianus, dat het beeld van Asclepios gereed was, dat hij voor zich liet brengen. Toen hij het beeld zag, bewonderde hij het zeer en zei dit is een getuigenis van de kunstvaardigheid van hen die onze goedkeuring aangaan de hun kunst bezitten.
De philosophen zeiden; "Heiligste keizer! weet, dat zij die uw Hoogheid voor de ervarendsten in de beeldhouwkunst houdt, Claudius, Symphorianus, Niehostratus, Castorius en Symplicius, Christenen zijn en zich door toverspreuken onderscheiden van het menselijk geslacht.
Diocletianus antwoordde hen: "wanneer zij niet aan de geboden der wet zullen gehoorzamen en uwe beschuldiging blijkt waar te zijn, dan moeten ze de straffen van belediging der Goden ondergaan. Diocletianus, hun kunstvaardigheid gedenkende, zei tot de tribuun Lampadius: "wanneer zij niet aan de zonnegod willen offeren, tuchtig hen dan met slagen, en schorpioenen.
Wanneer ze daartoe hun toestemming geven, breng hen dan verder tot onderwerping." Na vijf dagen nu zat Lampadius op dezelfde plaats voor de tempel van de zon en liet hen door de heraut oproepen en toonde hun verschrikkelijke dingen en allerlei soort van martelwerktuigen
Toen zij binnengekomen waren, wendde hij zich tot hen en zei: hoort mij en ontvlied de martelingen en weest vriendelijk en vrienden van onze edele vorst en offert aan de zonnegod, want anders mag men met u niet langer in milde woorden spreken." Claudius antwoordde met zijn makkers, in alle kalmte: "dat moet keizer Diocletianus weten, dat wij waarachtig Christenen zijn en nooit meer zullen afwijken van.de verering en aanbidding van onze God."
Hierover vertoornd, liet de tribuun Lampadius hen dadelijk naakt uitkleeden en met schorpioenen geselen, terwijl de heraut uitriep: "gij zult het bevel van uw vorst niet verachten." Op hetzelfde ogenblik werd Lampadius door een boze geest aangevallen en worgde zich zelf en stierf op zijn rechterstoel zittende. Toen zijn vrouw en huisgenooten dit hoorden, gingen zij met groot geschrei naar de philosophen, zodat Diocletianus het vernam. Toen deze van het voorval hoorde, zei hij "men vervaardige dan lode lijkkisten, sluit hen levend daarin op, en werp hen levend in de vloed."
- Het Breviarum van Spiers (1478) wijkt, in menig opzicht hiervan af en verklaart tevens dat in de legende de namen van vijf martelaren voorkomen: "Claudius, Castorins, Symphorianus en Nichostratus, grote kunstenaars in de steenhouwerij- en beeldhouwkunst (mirifiei quadrandi en seulpendi artifiees) gehoorzaamden, daar ze in 't geheim Christenen waren, Gods geboden en verrichtten al hun arbeid in de naam van Christus.
Zekere Symplicius, die eveneens in de kunst ervaren was, begon hun kunst en arbeid te be wonderen daar zij alle kunstenaars des keizers, 622 in aantal, verre overtroffen. Hij zelf was nog Heiden en wannneer hij met hen werkte, gelukte zijn arbeid nooit, want zijn ijzere werktuigen braken dagelijks. Daarom zeide hij tot Claudius: "ik bid u, scherp mijn ijzerwerk dat ik het niet telkens breek. Toen Claudius dit in de hand nam, zeide hij: "In de naam van onze Heer Jezus Christus zij dit ijzer sterk en bekwaam tot de arbeid !" Van dit oogenblik af aan voltooide Simplicius alles wat tot de ars quadrataria behoorde en bracht het evengoed tot stand als al de anderen. Hij vroeg daarom herhaaldelijk aan symphorianus op welke wijze hij het had geslepen omdat zijn ijzer nooit brak of stomp werd, wat te voren nooit het geval was geweest. Symphorianus en Castorius antwoordden: God, die de Schepper en Heer aller dingen is, heeft het door Hem geschapene sterk gemaakt." Symplicius antwoordde: "Heeft dan God Zeus niet dat alles gemaakt ? -Claudius antwoordde en sprak: doe boete Broeder, want gehebt God gelasterd die alles geschapen heeft en die we allen belijden. Wij erkennen hem niet voor God die door onze handen gemaakt is. - Met deze en dergelijke woorden bekeerden ze Simplicius tot het geloof in Christus, zodat hij, alle godenbeelden verachtende, met hem naar de bisschop Cyrillus van Antiochië ging die toen, om de naam van Christus, in de kerker was geworpen en reeds drie Jaren lang allerlei martelingen had ondergaan, om door hem gedoopt te worden.
Toen zij teruggekeerd waren en hij de hand aan 't werk sloeg, arbeidden zij, terwijl zij; in de naam van Jezus Christus, het teken des kruises maakten. Ze werden echter door de philosophen aangeklaagd dat zij christenen waren, daar zij het beeld van Asclepios niet uit marmer wilden maken gelijk de keizer geboden had. Dioeletianus daarover woedend geworden, sprak: "men vervaardige loden kisten en sluite hen levend daarin op en werpe die in de vloed!" Nicodemus, een Christen, bracht 42 dagen later de kisten met de lijken te voorschijn en bracht ze in zijn huis.
-Een andere lezing is de volgende: "ze werden daarom de viergekroonden genaamd omdat hun namen onbekend waren. Want toen Diocletianus allen dwong aan Asclepios te offeren, dien men de God van de gezondheid noemde omdat hij een goede arts was geweest, boden deze vier tegenstand, zodat ze voor het beeld van de Asclepios met loden geesels tot de dood toe geslagen en hun lijken toen op straat geworpen werden, om daar door de honden te worden verscheurd. Zo lagen ze daar vijf dagen totdat ze door de heiligen Sebastianus en bisschop Melchiades begraven werden.
Naderhand werden hun namen geopenbaard die aldus luidden: Severus, Severianus, Carpophorus, Victorianus. Waar te voren had de heilige Melehiades bepaald, dat de herinnering aan hun marteldood gevierd zou worden op de zelfde `dag waarop de heilige Claudias Nicostratus, Symphorianus, Castorius, en Symplicius vereerd werden, omdat deze in loden kisten opgesloten, in de vloed geworpen waren."
-Volgens een andere uitgavo had de Paus aan Molehiados bevolen "de vijf helden met de woorden de vier gekroonden aantewijzen, voordat men hun namen had ontdekt en hoewel die later bekend werden, bleef toen de gewoonte bestaan hen altijd de vier gekroonden te noemen." Dit alles zou omstreeks het jaar 285 geschied zijn.
Return to the top of this page
VIERHOEK. (De) of het kwadraat, werd door de Pythagoreeers gehouden voor een geschikt zinnebeeld der Godheid, of van het Goddelijk Wezen;"want -- zegt PROKLUS, in Euclyden, de goden, die alle dingen in wijsheid, - kracht .en schoonheid hebben gegrondvest, worden gevoegelijk door de figuur van een vierhoek voorgesteld. De langwerpige vierhoek, benevens de drie grote en de drie kleine lichten in de Vrijmetselarij, drie grote kolommen, en de bewolkte Baldakyn, zijn grondzinnebeelden der V.°. M.°.
Return to the top of this page
VIERSCHAAR DES HEMELS, was een geheime vereniging in Italië, van welke men, vooral in 1750 tot 1790, in Rome, Florence en Venetie sporen vindt. Aan deze vereniging schreef men tenonrechte een innige betrekking toe, hetzij met de V.°.M.°. hetzij met de Orde der Illuminaten in Beijeren.
Zij oefende een soort van zedelijke en politieke inquizitie uit, en bediende zich daartoe, naar lands gebruik, van dolk en gif, om de schuldigen te straffen
Return to the top of this page
Vieux: de la montagne. Op deze naam staat in de "Dictionnaere maçonique " (Paris 1825) het volgende: "Louis Anselme d'Avignon, fondateur d'une secte de maçons fanatiques' maar verder wordt er niets bijgevoegd. Wat dus deze socte geweest is, blijft in het duister.
Return to the top of this page
Vignoles, (Joan, Joseph de -). Onder de Gr.°. Mr.°. van de Engelse Gr.°. L.°. Beaufort (1769) komt een man aldus geheten voor, en wel de Prov.°. Gr.°. Mr.°. voor alle buitenlandse Loges, een ambt dat te voren niet bekend was en waarvan ook na hem (l778) nooit meer gesproken wordt. Men weet het, de Engelse Gr.°. L.°. was omstreeks deze tijd op allerlei bijpaden afgedwaald. Enige gelukzoekers, onder welke Dillon en de Vignoles, hadden, met behulp van enige kunstig uitgedachte Oppergraden, in de Gr.°.L.°.. zeker overwicht verkregen en misbruikten hun invloed ten eigen bate; gelijk reeds blijkt uit de verering van dit ambt dat bepaald onzinnig was. Want er waren alom Prov.°. Gr.°. Mrr.°..door de Engelse Gr.°. L.°. benoemd, maar dezen konden zich rechtstreeks tot de Gr.°. Mr.°. wenden en hadden daartoe de hulp van derden niet nodig. Onderscheidene buitenlandse Gr.°. LL.°. weigerden dan ook beslist met de V. in nadere onderhandeling te treden. Toch bleef hij tot in 1776, schijnbaar althans, in zijn betrekking gehandhaafd. Ook met de Gr.°. L.°. van Nederland trad de V. in nadere betrekking. Met zijn vriend du Bois, Gr.°. Secret.°. der Nederlanden, gaf hij het in 't Frans en Nederlands uitgegeven werk " La Lere maçonne, ou Recueil de Chansons des F M{a la Haye 1763) uit.
Return to the top of this page
Vijf , is een getal dat vooral in de Metgezellengraad van veel betekenis is. In de oudste Leerling-catechismus wordt gevraagd: "Waarom maken vijf masons, (de Meester, de twee Opzieners en twee Gezellen) een L.-. uit?
en het antwoord luidt "Omdat ieder mens vijf zintuigen heeft ontvangen." Fessler (z.d.) geeft daarvan deze verklaring: "De in een Loge verenigde Broeders moeten zo innig verbonden zijn, dat zij slechts één enkel mens zullen uitmaken. De mens is een volkomen geheel, waaraan de vijf, nauwverbonden, zintuigen de stof moeten geven voor elke geestelijke werkzaamheid."
Een van de mystieke en heilige getallen in de V.°. M.°. vooral in de Gezellengraad. In de oudste katechismus is het antwoordt op de vraag, waarom vijf VV.°. MM.°. (de M.°. de beide Opz.°. en twee Gezellen) een Loge vormen ? omdat ieder mens met vijf zinnen is begiftigd. Fessler zegt hierop nog verder: De Br.°., tot een Loge verenigd, moeten zo innig verbonden zijn, dat zij als het ware slechts een enkel mens vormen. De mens is een volkomen geheel, aan wie de stof tot zijn zedelijke werkingen nogtans aangebracht moet worden door vijf verschillende zinnen. Het nieuw-Engels stelsel paste buitendien dit getal op de vijfde der zeven vrije kunsten, de geometrie, en op de vijf voornaamste Kolom-ordes toe (zie GEOMETRIE, PENTALPHA en ZUILEN). Zie verdere ontwikkeling in Krausse Kunst-Urkunden
Return to the top of this page
Vincero autmori, (Overwinnen of sterven) is een H.W. in de Gr.°. van Elu die tot het systeem van Clermont (z.d.) behoort.
Return to the top of this page
Visitatie Generalis, door de Gr.°.Mr.°. of afgevaardigde van het college van Gr.°. Officc.°.. Dit komt in ons land zelden voor, dan alleen bij feestelijke gelegenheden. In Frankrijk bestaan er bepaalde voorschriften voor dergelijke offlcieële inspecties.
Return to the top of this page
Visitator Generalis, en Provisor domorum. Deze beide waardigheden waren zolang het Tempelheren-systeem van v. Hund duurde, in een persoon verenigd. Hij vertegenwoordigde de Gr.°. Mr.°. en moest alle Loges en prefecturen telkens weer visiteren.
Return to the top of this page
VINCERE AUT MORI, (overwinnen of sterven), is het leuswoord in de graad van Uitverkoren (Élu), die tot de hiërarchie van het systema van Clermont behoort (Fr. en Ned. R. 4e. gr.).
Return to the top of this page
VIVAT, is de uitroep, waarvan men zich in de Loges van het Franse stelsel, na de gewone toejuiching, bedient, in het Nederlandse en Engelse is het eigenlijk hoezee!
Return to the top of this page
Visiteur, z. Bezoekende Broeders.
Return to the top of this page
Vitron de, Or.°.B.F.
R.°.L.°.Tenacite-Francisco Ferrer, rue des Angliéres 7- Marbehan 063/411195 (jours de Tenue)
Return to the top of this page
Vitruvius. (Marcus Pollio) van Verona, de beroemde schrijver van het boek: "De architectura" leefde ten tijde van de Keizers Augustus en Tiberius. Anderson noemt hem, in de eerse uitgave van zijn constitutieboek "de vader van alle ware bouwmeesters tot op dezen dag' en zegt in de vierde uitgave ,"dat hij veel heeft bijgedragen tot de roem van beide Monarchen, daar hij dan ook ongetwijfeld de voortreffelijkste Vrijmetselaar te Rome en in geheel het Romeinse Rijk was."
- Van de levensomstandigheden van Vitruvius is weinig bekend, hij bewees Augustus in de burgeroorlog belangrijke diensten door het vervaardigen van oorlogswerktuigen en schreef, op diens dringend verlangen, het zo even genoemde werk in 10 boeken, waarvan zeven door de Florentijner Poggi te St. Gallon werden teruggevonden, nadat men meende dat alles was verloren gegaan.
Dit werk verraadt een grondige studie van de Griekse oudheid en een scherpe blik. Het werd later in onderscheidene nieuwe talen overgezet. ln 1649 verscheen de folio-uitgave van van Laek te Amsterdam.
Return to the top of this page
VLAMMEN. Door de vlammen gaan is, gezuiverd te worden door het vuur. Men vindt dit zowel als het reinigingswater reeds bij de oude volken en mysteriën. Zie EGYPTE.
Return to the top of this page
VLIES
De RIDDER VAN HET GULDEN, is de 6e graad van de Akademie van de ware Vrijmetselaren te Montpellier.
(Orde van het gulden-). (Ordre de la Toison d'or). Ze werd gesticht op 10 Januari 1430 door Philps den Goede, Hertog van Bourgondië, en was gewijd aan de Maagd Maria en de Apostel Andreas met het hoofddoel, om de eer van het ridderwezen en van het katholieke geloof te bevorderen; de statuten werden in 1431 door de Paus goedgekeurd.
Na de dood van Karel de Stoute (1477) werd, krachtens een bepaling van de statuten, het Grootmeesterschap opgedragen aan Keizer Maximiliaan I
Heden is dit een Spaanse en Oostenrijkse ridder-orde en geldt zij voor de hoogste die kan verkregen worden.
-Ook in eenig Hoge Graden komt een ridder van het Gulden Vlies voor. Zo heet in het theosophis-alchemystis systeem: ,,Académie des Vrais Maçons" te Montpellier, de zesde en hoogste Graad: Chevalier de la Toison d'or; deze vormt een Kapittel en is het middenpunt van het gehele systeem.
Ook in de Rite de Memphis komt een Graad voor onder deze naam.
Return to the top of this page
Vlissingen, Stad in Zeeland. Hier werd in 1792 de Loge gesticht: "l Astre de l'Orient." Ze vergadert in eigen lokaal in de Lange Noordstraat. Kleuren: paars en geel. Ledental 28. Bij deze L.°. is een Maç.°..Soc.°. die gedurende de wintermaanden elke Maandagavond vergadert.
Return to the top of this page
Vloer, (mozaïke -) is een van de sieraden van de Loge. Die vloer is uit stenen van verschillende kleur en gedaante samengesteld, en symbool van de bonte verscheidenheid van menselijke toestanden en gaven, en lotsbedeling. Toch is de vloer onder het hooggewelfde dak van een en dezelfde tempel, zinnebeeld van de waarachtige éénheid van de Bbr.°.,ook bij de grootste verscheidenheid.
Return to the top of this page
VOLHARDING, (ORDE DER) l'Ordre de la Persévérance, bestond bijna uitsluitend uit heren en dames, aan het hof van LODKWYK XV. De Poolse, Gravin Potoska, de Graaf Brostosky en de Markies de SEIGNELAY stichtten die te Parijs in 1771, en door een overeenkomst, getroffen tussen de Gravin en de toenmaligen Koning van Polen, haar bloedverwant, was het de stichters van deze Orde gelukt, hare medeleden te doen geloven, dat zij in Polen ontstaan, en van zeer oude oorsprong was
Return to the top of this page
VOLKOMEN, of volmaakt. De Eng. katechismus bevat daaromtrent
Vr. Wat maakt een Loge volkomen (perfect)?
Antw. Zeven of meer regelmatig ontvangen personen.
Vr. Onder welke benamingen?
Antw. Een Meester, twee Opzieners, twee Metgezellen, en de overigen kunnen aangenomen Leerlingen zijn. Dit gevorderde aantal is een uitbreiding. Volgens het oudste Rituaal was een drietal voldoende.
Return to the top of this page
Voltaire, (François Marie Arouet de - ) geb. 20 Febr. 1694, overl. 30 Mei 1778. Aanvankelijk was zijn oordeel over de Vrijmij.°. niet zeer gunstig. In zijn "Quetions sur 'I encyclopédie" schreef hij onder het woord "Initiation": "Les mysteres des Francsmaçons sont fort plats," maar later kwam hij tot beter inzicht; althans hij liet zich in zijn 83ste levensjaar, vier maanden voor zijn dood, op 7 Febr. 1778 in de L.°. "Les neuf soeurs" te Parijs in de Bond opnemen. Hij werd voorgesteld door de Abbé‚ Cordien de St. Firmin, en door Franklin en Court de Gebelin geleid. De receptie werd gehouden door Lalande. Hij droeg de maç.°. kleding van Helvetius.
Return to the top of this page
Voorbereider, voorbereiding. Voorbereider, preparateur, heet die Officier van de L.°. die de recipiendair voor de receptie in die stemming moet brengen, die nodig is om de plechtigheid met vrucht te kunnen ondergaan. Het is waar, dat aan die betrekking niet altijd dat gewicht gehecht wordt dat ze verdient en, in dit opzicht, zijn onze Duitse Broeders vooral ons ver vooruit.
De Voorber.°. behoort de Kandidaat het wezen van de Vrijmij.°. in korte trekken bloot te leggen, en hem te wijzen op de verplichtingen die hij op zich neemt, zodra hij tot de Bond toetreedt. Het kan niet ontkend worden dat, de eerste indruk die de Kand.°. ontvangt voor zijn geheel maç.°. leven van de grootste betekenis kan zijn, en daarom is het zeker verre van gemakkelijk de taak van Voorber.°. te vervullen, gelijk het behoort. En dit zelfde geldt ook weer bij de Reç.°. in de 2e en 3e Gr.°.,
- Met instemming delen we 't volgende mee wat Gadicke zegt in het "Freitmaurer Lexicon": "De voorbereidende Br.°. moet de Kand.°. kort voordat hij in de T.°. word binnengeleid , onderzoeken of 't hem werkelijk ernst is opgenomen te worden, welke beweegredenen hem leiden en of hij zich onvoorwaardelijk durft aansluiten bij een genootschap dat hem nog onbekend is. Daaruit blijkt, dat de Voorber.°. een degelijke kennis moet hebben van de mens.
De omgeving waarin hij zich met de Kand.°. bevindt, geeft hen aanleiding tot belangrijke vragen, en hier zullen de antwoorden zeker niet lichtvaardig gegeven worden. Toch mag de Voorber.°. niet afschrikken, neen hij moet de Kand.°. op 't goede spoor brengen en zelfs zijn dwaalbegrippen reeds nu bekampen" opdat de reç.°. van meer beteekenis zal kunnen zijn."
En in de Freim. ztg. van 1847 No. 43 wordt de juiste opmerking gemaakt: "de nieuweling is, in de handen van de Voorber.°. in een hem geheel onbekende wereld gekomen; hij vindt daar vormen en eigenaardigheden, die hij vroeger nooit zelfs vermoedde.
Daarom moet de Voorber.°. hem daar niet in angstige spanning brengen, hij vernietigt dan al de heerlijke poesie van dat ogenblik. In de Franse Loges heet de Voorber.°. "frére terrible " verschrikkelijke broeder, vooral omdat de Kand.°. daar aan allerlei proeven wordt onderworpen om zijn moed en standvastigheid in het uur van gevaar te onderzoeken.
Dat dergelijke dingen met grote behoedzaamheid moeten verricht worden, spreekt wel vanzelf; wellicht is 't beter alles wat daarop lijkt weg te laten.
Return to the top of this page
Voorbereidende Broeder (De) Is die Officier van de Loge, weIke met de Kandidaat de rituaal-proeven neemt, en hem aan de poort des Tempels brengt. Dikwijls wordt hij ook de verschrikkelijke Broeder genoemd.
Return to the top of this page
Voorhangsel. Het voorhangel van de Tabernakel (z- z.) had, volgens de overlevering, vier kleuren: blauw, purper, scharlaken en wit of fijn linnen. Volgens Josephus Antiq. Jud. llI., betekent dit: aarde (wit linnen wordt van vlas gemaakt), lucht (blauw), water (purper) en vuur (scharlaken).
In het systeem van de Engelse oppergraden zijn deze vier de symbolische kleuren. geworden van de Vrijmij.°.: wit als kleur van de onschuld, (vrgl. handschoenen en tabelier), blauw als kleur van de vriendschap (in de symb. Graden); scharlaken de kleur van de ijver (in de Royal-Arch-Graad), en purper, de vereniging van blauw en scharlaken, als symbool van eenheid.
De 69 Gr.°.. in de Rite de Memphis (z.d.) heet "verheven ridder van het heilige Voorhangsel)."
Return to the top of this page
Voorhof. Zo wordt meestal de voorkamer van een Loge genoemd, waarin de BBr.°. voor de officieële vergaderingen samenkomen. Deze benaming zinspeelt natuurlijk op de Salomonise tempel. In de oude ritualen vergaderden daarin de Metgezellen om jn de middenkamer te komen; soms is deze symbolieke taal nog in gebruik. Bij de Fransen wordt de voorhof ook zaal van de verloren schreden" (Salle des pas perdus) genaamd, omdat iedere schrede, die de mens doet, voordat hij tot de Brsch.°. toetreedt, als verloren beschouwd wordt. toch zal de verklaring van deze naam wel een andere moeten zijn, daar, gelijk men weet, het grote voorportaal in het paleis van justitie te Parijs, waar rechters en adrocaten elkaar ontmoeten en deze laatste met hun clienten spreken, ook aldus genoemd wordt.
Return to the top of this page
Broeder van de-Zo worden bij de Rozenkruizers de leden van de drie symbolieke graden genoemd. Met betrekking hierop delen we hier mee dat Phobron verhaalt in zijn werk: "die im Lichte der Wahrheit strahlende Rosenkreuzer" (S. 1lO-112}: "Nadat, omstreeks het jaar Christi 1188 geheel Palaestina was verloren gegaan, en allen die in 't openbaar Christenen waren, voorzover ze niet door het zwaard waren omgekomen, daaruit verdreven waren, hebben zich de vrome broeders (namelijk de Ormusen of Hermetische bewaarders der geheimen) tot verdere opbouw van het rijk van Christus over de wereld verbreid; waarvan ook drie naar Schotland zijn gekomen, die ons in het geheim, volgens hun hoofdregel, God te behagen en de naasten te dienen en met dit doel nog meer waardige en bruikbare mannen te vinden om aan deze hun hogere wetenschappen met van de tijd nauwkeurig te kunnen mededelen, de Orde gesticht hebben van de Bouwlieden van het Oosten, als een daartoe dienende proevschool. Dit Instituut is aldus zeer oud en heeft reeds bestaan ten tijde Richardi Imien Arthuri omstreeks het jaar Christi 1196. Maar toen Eduardus I de 3e zoon van Henrici (deze had Raymundus Lullius die in 1235 werd geboren en in 1315 de dood des martelaars stierf, als Rozenkreuzer gerecipieerd verder in de geheimen van de Orde werd ingewijd, werd het instituut der Bouwlieden van het Oosten nog meer verheven, en dit slechts aan enkele leden van de Huizen York en Lancaster (die een rode en een witte roos in hun wapen hadden, vanwaar ook de namen van de Rozenkruisers, als van Christiaan Rosenkreusz afkomstig) bekend gemaakt, die eindelijk, gedurende de minderjarigheid van Hendrik de VI e-en de onder diens regering ontstane onlusten, tot aan Cromwells nieuwe uitvinding geheel in vergetelheid gekomen is. Want toen Cromwell, na de dood van Karel I in 1649 het oude iustituut van de Bouwlieden van het Oosten in het slot Whitehall had gevonden heeft hij, omdat hij het verkeerd begreep, goed gevonden dit naar zijn eigen begrippen om te gieten en vrijmetselarij te noemen. Uit dit bericht vloeit heel duidelijk voort; dat de lieve Broeders van het Voorhof aan niemand anders dan aan ons, R. en AC hun oorsprong en stichting te danken hebben " Natuurlijk behoeft dit bericht niet weersproken te worden.
Return to the top of this page
Voorstellen, Ieder lid van de Bond kan, op de wettelijk voorgeschreven wijze voorstellen doen in 't belang van de 0.°. in t algemeen of van een enkele L.°. in 't bijzonder. In de meeste Loges hebben trouwens alleen de Mrr.°. het recht het voorstel te doen iemand in de Orde op te nemen.
ln de Franse Loges circuleert gewoonlijk, gedurende de vergadering, een zogenaamde "sac des propositions", waar de schriftelijke voorstellen in gedaan worden.
Return to the top of this page
Voorzienigheid .Het Oog der-) een zinnebeeldige figuur(emblematike Figure) dat in vele maç.°. systemen voorkomt.
Return to the top of this page
Vorsten. Hoewel de Bond van VV.°. MM.°. op democratise grondslag rust hebben zich toch, sedert 1731 vele vorsten daarbij aangesloten. Mogen er onder deze ook al geweest zijn die dit alleen uit nieuwsgierigheid deden, en meer in naam V.°. M.°. waren dan in werkelijkheid, toch waren er ook velen die werkelijk de beginselen der Vrijmij.°. handhaafden, en een zeer werkzaam aandeel namen aan de arb.°. in de L.°.. Voorde geschiedenis van de 0.°.. zou het zeker niet onbelangrijk zijn een volledige naamlijst te geven van alle .BBr.°. onder de vorsten- maar het zou bij veel plaats innemen en bovendien, we zouden moeielijk in staat zijn hier volledig te wezen. Toch willen we hier die vorsten opgeven die een meer belangrijke rol in onze Brsch..°. speelden. Wat Nederland betreft kunnen we alleen het allen bekende mededelen. Koning Willem II werd in 1818 als Prins van Oranje in de B.°. opgenomen en dadelijk tot Prov.°. Gr.°. Mr.°. van Zuid- Brabant benoemd; zijn Broeder, de onvergetelijke Prins Frederik, werd in 1816 Gr.°. Mr.°. Nat.°. (z.d. en Nederland) en bleef dit, totdat hij in 1883 werd opgevolgd door Z. K. H. Prins Alexander van de Nederlanden , Prins van Oranje (z.d.). Voor verdere - bijzonderheden verwijzen we naar de betrokken artikelen. - In Engeland waren de koningen leden van de B.°. en wel George IV die in 1787 als prins van wales, werd gerecipieerd en van 1790-1813 Gr.°. Mr.°. was en Willem IV, als Hertog van Clarence, in 1787 aangenomen, die bij zijn troonbestijging in 1830 protector {z.d). werd van de Gr.°. LL.°. van Engeland en Schotland.
De vader van George III, Prins Frederik van Wales, was in 1737 maçon geworden; onder de broeders van George 1l1 waren maç.°..
Hertog Eduard Augustus van York (1765) en Hertog Hendrik Frederik van Cumberland (1767) van 1782-92 Gr.°. Mr.°. van de Gr.°. L.°.
De zoon van George III, Hertog Eduard Augustus van Kent, in 1790 gerecipieerd, werd in 1813 Gr.°. Mr.°. van de Ancient Maçons (z.d.) en wist met zijn broer de Hertog van Sussex die lid van de z.g. Modern Mason was de verzoening tussen beide partijen tebewerken. In 1880 was de Prins van Wales Gr.°. Mr.°. der Engelse Gr.°. L.°. , terwijl zijn drie Broers, Arthur en Leopold ook tot de O.°. behoren.
-Wat Duitsland betreft is 't bijkans onmogelijk een volledige lijs
t te geven; Duitsland, waar vroeger vooral een onnoemlijk aantal vorsten waren van allerlei rang. De eerste die hier maçon werd, was Hertog Frans Stephanus van Lotharingen (later Keizer Frans I) die op 14 Mei 1731 te 's Hage door een deputatie van de Gr.°. L.°. van Engeland werd gerecipieerd, en later de VV.°. MM.°. beschermde tegen zijn gemalin Maria Theresia.
-In Pruisen werd Koning Frederik II, nog als kroonprins, in 1738 aangenomen- verder Frederik Wilhelm II in 1772; Frederik Wilhelm III (1814); Koning Wilhelm I (1840) en de tegenwoordige kroonprins Frederik Wilhelm (5 Nov. 1853).
- Hannover: Koning Ernst Augustus, als Hertog van Cumberland in 17516 gerecipieerd. Koning George V, 14 Jan. l857 Gr.°. Mr.°. Saksen: Hertog Karel van Kurlands 1773 protector van de Loges.- Wurtemberg: Koning Frederik 9 Jan. 1776. Prins Wilhelm van Baden is sedert 1859 Gr.°. Mr.°. van de Br.°. L.°. van Pruisen, genaamd Royal York.
- Landgraaf Karel van Hessen-Kassel, in 1775 gerecipieerd via een zeer ijverig maçon, sedert 1796 Prov.°. Gr.°. Mr.°. van Denemarken en sedert 1798 Gr.°. Mr.°. der Verenigde Loges in Duitsland. Landgraaf Frederik van Hessen-Kassels Generaal in Nederlandse dienst, in 1780 protector der Gr.°. L.°. van Holland.
- GrootHertog Lodewijk I van Hessen-Darmstadt, als Erfprins aangenemen 1771.
- Groothertog Karel van Meklenburg-Streitz 1766, Prov.°. Gr.°. Mr.°. van Hannover en Reg.°. Mr.°. van de L.°. "Zum Rautenkranz" te Hildburghausen.
-Groothertog Karel Augustus van Saksen-Weimar, in 1782.
-Karel I Hertog van Brunswijk werd in 1764 protector van de Loges, terwijl zijn broer Ferdinand, van 1770 tot zijn dood, Gr.°. Mr.°. was; hij werd opgevolgd door Karels zoon.
- Hertog Ernst II van Saksen- Gothen Atenburg werd in 1775 door de Gr.°. Land.°. L.°. van Berlijn tot Gr.°. Mr.°. gekozen.-Hertog Karel Frederik van Saksen-Meiningen, 1741.
Denemarken. De kroonprins (later Koning Christiaan VIII) werd in 1838 Gr.°. Mr.°. en werd in die waardigheid opgevolgd door zijn zoon Koning Frederik Vll,verder Christiaan IX en diens zoon Christiaan, Frederik, Wilhelm.
<
Frankrijk. Van 1738 tot de de Revolutie waren drie verwanten van de Koning, de Hertog van Antin tot 1743, Hertog Louis van Bourbon, Graaf van Clermont tot 1771, en Louis, Philip, Joseph van Orleans,Hertog van Chartres levenslang Gr.°. Mr.°. Nat.°. Napoleon I benoemde in 1804 zijn broer Joseph, later koning van Spanje, tot Gr.°. Mr.°. en ook later zijn broer Lodewijk. Koning van Holland. Prins Eugene Murat was van 1852 tot 1861 Gr.°. Mr.°. terwijl diens vader Joachim Murat, zolang hij Koning van Napels was Gr.°. Mr.°. was van het Gr.°. O.°. van Italië.- Ook Keizer Alexander I van Rusland liet zich in 1803 reeipieeren, maar verbood de 0.°. in 1822.
Zweden. KoningAdolf Frederik was tot zijn dood in 1771 Reg.°. Mr.°. van de L.°. te Stockholm. Gustaaf III was proteetor en Gr.°. Mr.°.. maar droeg in 1774 deze waardigheid over aan zijn broer de Hertog van Sudermanland, die haar ook als Koning Karel XIII behield. Koning Gustaaf IV verklaarde alle Zweedse prinsen voor geboren leden van de Bond. Zijn opvolgers Karel Johan XIV, Oscar en Karel X vervulden persoonlijk de betrekking van Gr.°. Mr.°..- Keizer Dom Pedro I was niet alleen maçon maar ook Gr.°. Mr.°. van Brazilië.
-Op de Sandwich-eilanden was eerst Koning Kamehameha IV maç.°. en ook heden Koning Kalaknua.
Return to the top of this page
Voss (Joh. Heinz.) geb. 20 Feb. 1751 te Sommersdorf in Mecklenhurg, overl. als hoogl. te Heidelberg 1826T een der beste dichters en critici van Duitsland. Vooral bekend door zijn metrische vertaling van Homerus. Hij werd 11 Mei 1774 te Hamburg tot V.°. M.°. aangenomen. Maar toen hij later het stysteem van zinnendorf (z.d.) leerde kennen, en de Vrijmij. daarmee als vereenzelvigd werd, kreeg hij een afkeer van de Bond- het spelen met z.g. Hoge Graden had hem ook het ware spoor doen verliezen.
Return to the top of this page
Voute d acier Het stalen gewelf, is een, in Frankrijk gebruikelijke eerbewijz voor leden van de Hoge Graden, Reg.°. Mr.°. en hun Gedeptt.°. enz. Ook in ons land wordt deze plechtigheid vaak nog gevonden.
Return to the top of this page
Vraden. Volgens de overlevering zou deze, overigens onbekende persoon, een van de stichters van de Engelse Gr.°. L.°. zijn geweest. !
Return to the top of this page
Vragen. Onder de VV.°. MM.°., zijn enige vragen vastgesteld die men doet, om te weten of iemand lid van de O.°. is; een gebruik dat, zowel bij de mysteriën van de ouden als bij de handwerksgilden der middeleeuwen, teruggevonden wordt.- In andere zin worden de Kandidaten , bij de Reç.°. in de onderscheidene Graden, enige vragen ter beantwoording voorgelegd.
Return to the top of this page
Vredenburg (Johann. Willem van -) geb. 6 Aug. 1782,overl 1850, was lang Gr.°. Secret.°. van 't Gr.°. O.°. vanNederland. Hij behoorde tot de ernstige verdedigers van de echtheid van het Charter van Keulen (z.d.).
Return to the top of this page
Vreedendal, (Fredercks Vreedendall,) Vallée de la Paix de Fréderic, is de naam van een Loge welke, volgens de overlevering, wier waarheid terecht zeerbetwijveld wordt, reeds in 1637 te ‘s Hage zou hebben bestaan.
Men verhaalt dienaangaande het volgende. "Prins Frederik Hendrik was Reg.°. Mr.°.. De Loge had blauw en oranje tot hare kleuren; tot de leden behoorden de BB.°. J. vanWassenaar,Lodewyk van Nassau, heer van Beverwaarde, J. van Neck, J. Backer, Dirk de Vlaming, le Saigne, N. van de Duyn, J. van der Gies, J. van Foreest, J. van Nispen, J. W Bentinck, A. van Wassenaar, C. Sloet, W. van Broekhuysen, Charles de Hautain, Van Hans van Raedsveldt, D. Veldbuysen, C. van de Haer, J. van Lynden, Constantyn Huygens, O. de Rafelis. L. Godin, A. van de Capellen, S, van Bylandt, R. van Heeckeren, F. du Petit, J. van den Kerckhoven, heer van Heenvliet, F. van Dohna, C. Douglas, F. Schuylenbureh. "Toen de Loge door de dood van Prins Frederik Hendrik in verval geraakt en uiteen gegaan was, Wist men niet waar de stukken waren gebleven; tot iemand van het geslacht Wassenaar die onder familiepapieren vond. Tussen 1780 en 1790 gaf de Heer Wasenaar van Obdam ze ten geschenke aan de Baron Van Boetzelaer (toen Gr.°. Mr.°. Nat.°. te gelijk met het Charter van Keulen. Zie verder dat Art. voor de bijzonderheden bij de opvolgende overgave, voor de wijze, waarop zij in handen zijn gekomen van de Gr.°. Mr.°. Nat.°. , Prins Frederik en voor de stukken, welke er van over zijn gebleven. De bronnen, waar men een breeder bericht er over kan vinden, zijn:
Ann.°. Maç.°. T. I. p. 335-354, T. III. p. 165--191.
Feestviering van de Loge la Bien Aitmee, ter gedachtenis van het driehonderdjarig Jubil‚ van het Charter van Keulen, 5835, 8vo. vooral bl. 76 aantekening III, en Bijlage B, 10i-123. (z.Charter van Keulen).
Return to the top of this page
Vrouwen
Devoirs généraux des anciens Francs-Maçons libres et acceptés, et Règles maçonniques.
worden niet tot de B.°. van VV.°. MM.°. toegelaten. Is dit goed te keuren of te betreuren? We kunnen die vraag niet onvoorwaardelijk beantwoorden.
Zeker is het, dat de reine en heerlijke idée van de Vrijmij.°. juist de vrouw allereerst aantrekt en dat, uit dit oogpunt beschouwd het toetreden van de vrouw allezins wenselijk zou wezen.
Toch erkennen we ook de geldigheid van de bezwaren in 't midden gebracht. Het is niet te ontkennen, de verhouding tussen vrouwen van verschillenden rang en stand is nog nietvan die aard dat zij, als de mannen, in waarachtig heerlijke eenheid met elkaar zouden kunuen leven. Men moge dit betreuren, en wij doen het van harte, maar men moet hier ook rekenen met de ernstige eisen van de werkelijkheid.
-Maar, erkennen we de betrekkelijke juistheid van deze opmerkingen, toch betreuren we zeer de overdrijving waaraan men zich vaak schuldig maakt. We betreuren het zeer,dater zovele Maçons gevonden worden, die zelfs weigeren de echtgenoot of moeder bekend te maken met beginsel, doel en strekking van de Vrijmij.°..
Dit wekt natuurlijk wantrouwen, en kan niet anders dan hoogst nadelig werken voor de Bond. Onze echtgenoot heeft er een heilig recht op te weten wat wij willen en beogen. Maar meer nog, wanneer de vrouw met het wezen van de Vrijmij.°. bekend wordt, dan zal zij als haar heraute optreden daar waar zij t meest kan en moet werken, in t huisgezin; dan zal de opvoeding van onze kinderen op maé.°..leest geschoeid worden, dan wordt het heilig "te huis" de beste tempel. Wij juichen ook daarom het toe, dat in Duitsland vrij algemeen en in ons land ook meermalen, Zuster-Loges gehouden worden, waar men, al is het slechts eens per jaar, met de vrouwen samen is; waar een bouwst.°. wordt opgeleverd waarin de beginselen van de Bond worden ontvouwd, waar gearbeid wordt in maç.°. geest, al is het dan met vermi,jding van dit alles wat het Geh.°. (b.d.) in gevaar zou kunnen brengen.
- Een werkelijke opname van de vrouwen bedoelde de Mopsorde (z.d.) evenals de Franse maçonnerie d’adoption.
- In latere jaren is het in Italië gebeurd dat er misbruik werd gemaakt van z g. adoptie-maçonnerie.
De L.°. "Garibaldi-Avrenirea te Livorno liet in 1872 een dame aan de arbeid deeldeelnemen. De Gr.°. Mr.°. Mazzoni schreef daarop aan alle Loges, dat geen onder het Gr.°. O.°. van Italië werkende Loges vrouwen mochten aannemen.
-In Hongarije maakte de geschiedenis van Gravin Hadrik (z d.) in 1875 grote beweging.
- In Brazilië zijn twee vrouwenloges feitelijk erkend als Loges van het "Grande Orient unido."
- In N. Amerika bestaat de "O.°. van de Ster van het Oosten" uit vrouwen.
Return to the top of this page
Vrijheid. Het zou ons te ver voeren in een wijsgerige beschouwing te treden van het begrip vrijheid. Wij hebben hier alleen het oog op t geen dit, met betrekking tot de Vrijmij.°., betekent.
Toch houden we een enkel woord niet terug. Zelden is er met een woord zo gespeeld als met dat ene "vrijheid". Voor de een werd het als dekmantel van de grootste ongerechtigheid, voor de ander is het eensluidend met willekeur.
Toch geloven we dat het, bij enig ernstig nadenken, niet moeilijk is het juiste begrip van vrijheid te formuleren. Naar onze overtuiging is een wezen vrij, wanneer het door niets uit- of inwendigs verhinderd wordt te zijn wat het, naar aanleg en bestemming, wezen kan en moet.
Met andere woorden, vrijheid is: door niet gebonden te zijn dan door zich zelf, d.i.door zijn eigen wezen. Deze bepaling is van toepassing op alles en op allen.
Zo wordt vrijheid eensluidend met zelfbeperking. Volgt nu een mens de drang van zijn zinnelijke natuur, handelt hij daardoor in strijd met zijn hogere aanleg als mens, dan is hij, ook bij de grootste willekeur, gebonden door het niet menselijk, het bloot animale, dan niet vrij. Waar dit zover gaat, dat de mens alleen zijn hartstochten volgt, daar is hij slaaf.
De overeenstemming van onze wil met de zedewet gelijk die zich in ons geweten openbaart en vertolkt wordt door de uitnemendsten van ons geslacht, is de hoogste waarachtige vrijheid. Zo verklaren we ook de bekende uitspreak: vrijheid is gehoorzaamheid aan God.
Deze beginselen nu worden in deVrijmij.°. telkens verkondigd. Zo leert men reeds in het z.g. "Vrijmetselaars-verhoor (z.d.): "vrijheid is die eigenaardige kunstvaardigheid om goed en volmaakt te worden, zonder de hulpmiddelen van vrees en hoop." Zo zegt Marbach (Arb. am rohen Stein.. S. 7) "ken u zelven en word waarachtig vrij, zodat gij het goede niet meer doet omdat het wordt geboden of omdat zonder zulk handelen de maatschappij niet kan bestaan. maar alleen daarom. omdat gij wilt, niet anders kunt, willen, wanneer ge uweigen wezen slechts kent." En in zijn Agenda (J.) S. 172: "de vrijheid die onze catechismus verlangt, is de vrijheid van hartstochten. van vooroordeel, van ijdelheid." In het bekende geschrift voor jonge BBr.°. lezen we (I. bl. 24) "vrij is hij, die zijn bestemming kent en in staat is overeenkomstig die bestemming te handelen. Vrij is hij, wiens geest alle vooroordelen, die de mens door geboorte, stand of gewoonten en gebruiken benevelen, kan wegdoen; die zijn hartstochten kan overwinnen en die weet dienstbaar te maken aan zijn hogere bestemming.
Vrij is hij die mens werd, mens in alle opzichten. "Daar nu de Vrmij.°. dit begrip van vrijheid huldigt, volgt daaruit, dat men verkeert doet de Bond te beschouwen als een corporatie die Staatkundige nevenbedoelingen hebben zou, of de revolutie in de hand zou werken. Hij beoogt de individu in morele zin vrij te maken en natuurlijk ook alle uitwendige banden te verbreken, voorzover die de zedelijke vrijheid onmogelijk maken of belemmeren.
- Maar, zobeschouwd, volgt hieruit dat de V.°. M.°.’s arbeid een alles omvattende is. Want hij moet alles bekampen, wat deze hoogste vrijheid in de weg staat maar evenzeer alles bevorderen wat haar kan doen bloeien, als onderwijs, opvoeding, maatschappelijke welvaart enz.
Return to the top of this page
Vrijmetselaar , (Freimaurer, Freemason, Francmaçon, Mason, Maçon, Maurer).
- De naam V.-is de woordelijke vertaling van het Engelse Freemason. Men heeft dit over ‘t hoofd gezien, en vandaar dat er zoveel dwaze begrippen met deze naam verbonden zijn. Freemason ;is eenvoudig een steenwerker Met het woord Mason bedoelt men in ‘t Engelse in ‘t algemeen een metselaar; Free-Mason werd hij genoemd die de Free-Stone, d.i. de zichtbaar blijvenden bouwsteen bewerkte.
Mason of Rough Mason is een metselaar die de gewone bouwstenen (rough-Stones) in de muur brengt en wordt in de oude Parlements-acten (z. Parlement) van de anderen onderscheiden.
Toch worden met de naam mason in die acten veelal alle metselaars tegelijk bedoeld.
In de oude Engelse oorkonden verstond men daaronder ook wel een handwerksman, die tevens de geometrie beoefende; ook zelfs schilders en beeldhouwers. Het is ongetwijfeld zeker, dat de oude metselaren in Engeland, die gedeeltelijk uit Duitsland waren overgekomen, in 't genot waren van zekere, voor die tijd veel betekenende, vrijheden.
Langzamerhand werden deze privilegiën hun weer ontnomen, maar niet zonder zeer ernstig verzet van de betrokkenen die met elkaar een nauw aaneengesloten broederschap vormden, en elkaar, volgens Halliwell, toen reeds begroetten met de broedernaam.
In de oude parlementsacten wordt intussen altijd erkend, dat de metselaars boven andere bouwlieden gesteld werden. Hoe meer nu de onderdelen van het bouwvak gescheiden werden, hoe meer ook versehil van rang onder de bouwlieden ontstond, en de naam Freemason werd weldra alleen door de Steenwerkers aan genomen. Zij vormden onder elkaar een zelfstandig genootschap, waarvan de wetten wel behouden bleven, maar waarvan de inrichting ons slechts ten deel bekend is; wat we daarvan weten is alleen wat uit die wetten blijkt en uit de tegen hen voor en na uitgevaardigde parlements besluiten.
De meeste metselaars-broederschappen onderwierpen zich gewillig aan de wetten van het land, namen overheids personen onder hare ereleden op; maar daarnaast waren er altijd -. en bestaan mogelijk in Engeland nog - verenigingen van bouwlieden die iedere inmenging van de staat in hun aangelegenheden afwijzen, en neiging hebben zich tegen de wettelijke bepalingen te verzetten. Dat nu de goede vaak met de kwaden moesten Iijden, kan ons niet verwonderen. De regeering vond het namelijk vaak gevaarlijk, dat een broederschap die nu hier en dan daar gevestigd was en, overal vaar ze optrad om een groot bouwwerk te voltooien, veel invloed uitoefende, zich voortdurend van het een naar het andere graafschap verplaatste en zo, in dagen van weoling en strijd, veel kwaads kon doen; daarom werden er herhaaldelijk straffen bedreigd op dat heen en weer trekken, zonder daartoe eerst de nodige vergunning te hebben ontvangen. (z.Geschiedenis)
Intussen werden de Freemasons altijd met meer onderscheiding behandeld dan de anderen, en wederkerig zorgden zij zo te leven dat ze de regeringen meer achting konden afdwingen.
Zij letten nauwkeurig op het zedelijk leven van hen die ze opnamen, zorgden voor de meer wetenschappelijke vorming van de pas toegetreden leerlingen. Geen wonder, dat weldra ook vele anderen die het bouwvak beoefenden, als timmerlieden, smeden enz. zich bij de Freemasons-broederschap aansloten, omdat ze gevoelden daardoor alleen meer betekenis te krijgen- en verklaarbaar is het ook, dat in dagen van algemene ruwheid, geleerden en kunstenaars in de broederschap de kiem vonden van een nieuw volksleven en gaarne, daartoe uitgenoodigd, het erelidmaatachap van de broederschap aanvaardden.
Dit laatste was vooral het geval tegen het einde van de XVIlde en het begin de XVIIe eeuw en daarmee werd nieuw leven in de broederschap gebracht. Ze begon haar oude wetten en verordeningen te herzien, hare gebruiken meer in overeenstemming te brengen met de eisen van de tijd, en veel wat onhoudbaar was geworden af te schaffen- maar de oude inrichting en ook de technische vormen bleven onveranderd gehandhaafd. Vrgl. verder de art. Engeland, Geschiedenis, Kunst, Plichten, Verordeningen).
Return to the top of this page
Vrijmetselarij, geen religie, wel religieus
Bij de beantwoording van vragen over vrijmetselarij is het altijd raadzaam er de beginselverklaring bij te halen zoals die is neergelegd in de Ordegrondwet, zoals vrijmetselaren hun statuten noemen. Daar staat: vrijmetselarij gaat uit van een vast vertrouwen in de werkelijkheid van een geestelijke en zedelijke, de mens en de- mensheid voortstuwende wereldorde.
Zelfstandig zoeken naar waarheid
Dat is het aardige van dit soort vrijmetselaarsterminologie. Er staat niets maar er staat ook alles. Je kunt er alle kanten mee op. Maar het is ook heel doordacht. Een voortstuwende wereldorde. Daar kan ieder religieus denkend mens mee uit de voeten. Of het een christen is of een moslim, een jood of een boeddhist. Want een vast vertrouwen in een voortstuwende wereldorde wijst stellig op religiositeit. In diezelfde beginselverklaring staat dat vrijmetselaren als grondslag de erkenning aannemen van ieders recht, zelfstandig te zoeken naar waarheid. Wat is zelfstandig zoeken naar waarheid? Wat wordt daaronder verstaan? Vrijmetselaren stellen zichzelf en elkander de vragen des levens. Waar komen we vandaan, waar zijn we, waar gaan we naartoe? Dit zijn religieuze vragen. Vragen die mensen aan het denken- brengen over oorsprong en doel van het leven. Vragen naar die voortstuwende wereldorde. Vrijmetselaren spreken in dit verband van de 'Opperbouwmeester des Heelals'. Een symbool waarin ieder met enigerlei vorm van godsgeloof zich kan vinden. Iedereen kan daar zijn eigen invulling aan geven. De term 'voortstuwende wereldorde' gaat bovendien nog verder, geeft een nog ruimere interpretatiemogelijkheid voor wie een abstracter godsbegrip hanteert.
Minimum
Maar anderzijds is dit ook wel een minimum. Wie hier niet van uitgaat, wie zich hier niet in kan vinden, hoort in de vrijmetselarij niet thuis. Hij zal zich er ook niet thuis voelen. Vrijmetselarij is dus religieus, maar het is geen religie. Een kerk of een sekte al helemaal niet. Een kerk weet. En daarop zijn geloofsartikelen gebaseerd. Een vrijmetselaar zoekt. Een kerk heeft een standpunt. De vrijmetselarij heeft uitgangspunten, zoals het vertrouwen in een voortstuwende wereldorde. Toch zijn veel vrijmetselaren praktiserende leden van een kerkgenootschap. De vrijmetselarij geeft reliëf aan hun geloofsbeleving. Alleen wie meent de wijsheid in pacht te hebben, heeft in de Orde niet veel te zoeken. Hij is uitgezocht. Overigens, ook een atheïst zal per definitie geen lid willen worden. Ook hij zoekt niet. Ook hij weet.
Religieus criterium
De scheidslijn die gewoonlijk in de vrijmetselarij wordt getrokken, is: denkt een candidaat dogmatisch? Iemand die iets voor waar aanneemt, als zeker veronderstelt, hoeft niet meer te zoeken. De vrijmetselarij lijkt het, heeft zoeken als doel. Het reizen, niet het aankomen. Een vrijmetselaar zal niet belerend optreden, maar zijn mening vergelijken met die van een ander. Tenminste in de loge. Want op die manier wordt daar gewerkt. Anders dus dan godsdienst. Daar heeft men alles tot op de bodem uitgezocht. Daarom komen daar vergissingen zo hard aan. Een kerk heeft soms eeuwen nodig om een standpunt te herzien.
Ritualen
Vrijmetselaren zoeken zelfstandig naar waarheid. Ze zijn daarin uiteraard niet de enigen. Maar ze doen dat wel op hun manier, met behulp van ritualen en symbolen. Uitleggen hoe dat in zijn werk gaat, heeft weinig zin. Je moet het hebben meegemaakt om het te kunnen uitleggen. Maar ook dan kan het nog alleen worden uitgelegd aan iemand die het zelf heeft meegemaakt. Leg maar eens uit hoe een roos ruikt of eruit ziet aan iemand die nog nooit aan een roos heeft geroken of er een heeft gezien. Of leg de schoonheid van een symfonie maar eens uit aan iemand die niet hoort. Dat we onze ritualen voor onszelf houden heeft nog een andere goede reden. Bij zo'n rituaal-opvoering kan bijvoorbeeld een nieuw lid worden aangenomen. Daarbij is het verrassingselement een van de essentiële voorwaarden. Dat is ook een reden dat we met onze ritualen niet te koop lopen.
Symbolen
Wie het voorafgaande zorgvuldig heeft gelezen en heeft begrepen, weet dat vrijmetselarij nooit een rivaal kan zijn van welke godsdienstige groepering dan ook, maar dat er stellig religieuze kanten aan zitten. De ritualen die worden opgevoerd zijn niet 'ter ere van', maar lijken eerder een shocktherapie die geestelijke stimulansen bewerkstelligt. De vrijmetselarij helpt de vrijmetselaar zichzelf te leren kennen. De drang zichzelf te leren kennen, stimuleert hem en maakt hem duidelijk dat het op hemzelf aankomt.
Tot slot...
Iedere vrijmetselaar geeft zijn eigen invulling aan het religieuze aspect van de vrijmetselarij. Dat kan ook niet anders. Buitenstaanders ondergaan dat wellicht als vrijblijvend en vaag.Ja. Maar dat is ook de charme van de vrijmetselarij: zelfstandig zoeken om het godsbegrip steeds verder te naderen in de wetenschap dat het kennen daarvan uitgesloten is. Vrijmetselaren zijn in het algemeen nogal tolerant. Omdat ze leren, verschillende inzichten te bekijken en met elkaar te vergelijken, zonder er op het scherp van de snede met elkaar over te discussiëren. Zonder twijfel maakt de scholing vrijmetselaren toleranter. Maar er zijn grenzen. Ze worden daar getrokken, waar zij tegenover intolerantie en dogmatisch denken komen te staan. De stelling lijkt: de mens kan de uiteindelijke waarheid niet vinden. Maar de vrijmetselaar is iemand die blijft proberen er steeds dichter bij te komen.
Return to the top of this page
VRIJMETSELARIJ, GNOSTIEKEN HERMETISME
The hermetic philosophy continued to flourish in secret associations like Freemasonry'.
HERMETISME. Volgens Dame Frances Yates (2) was het niet zozeer het humanisme dat de Renaissance heeft bepaald, maar de invloed van de hermetische geschriftenverzameling 'Corpus Hermeticum', die Ficino rond 1463 uit het Grieks had vertaald. Deze geschriften werden toegeschreven aan Hermes Trismegistus, die volgens de kerkvader Lactantius (vierde eeuw) een tijdgenoot van Mozes zou zijn. Men meende dat deze Hermes de eerste wetgever en grondlegger van de Egyptische godsdienst zou zijn geweest, evenals Mozes dat voor de Isra%lieten was. Er zijn trouwens opmerkelijke overeenkomsten aan te wijzen tussen de scheppingsverhalen in de hermetische geschriften en de Bijbel. De Hermetica verwijzen ook naar de Zoon van God en naar het Woord op een wijze die herinnert aan het Johannes-evangelie.
Geen wonder: later bracht onderzoek aan het licht dat de Hermetica behoren tot de literatuur van een Egyptische gnostische stroming uit de tweede tot derde eeuw van onze jaartelling, maar Lactantius en Ficino wisten dat nog niet en zij achtten Hermes ''n van de grootste heidense profeten, wiens geschriften zeer serieuze belangstelling verdienden.
Een voorbeeld:. Alle mensen zijn onderworpen aan het lot, maar zij die het woord bezitten, in wie het intellect regeert, zijn er niet aan onderworpen op dezelfde manier als anderen. Gods twee gaven aan de mens, intellect en het woord, hebben dezelfde waarde als onsterfelijkheid. Indien de mens daarvan op de juiste wijze gebruik maakt, verschilt hij op geen enkele manier van de onsterfelijken.' (3)
Opvallend is het belang dat hier aan 'Het Woord' word toegekend, iets wat ook in de Vrijmetselarij doorklinkt.
GNOSTIEK. Een tweede misverstand van Lactantius en ook nog van Ficino en zijn tijdgenoten was de mening dat alle aan Hermes toegeschreven werken van ''n auteur afkomstig waren, maar zelfs voor de verschillende delen van het Corpus is dat niet het geval. Dat ken al blijken uit het feit dat er twee richtingen in kunnen worden onderscheiden.
In de klassieke, dualistische gnosis word de wereld gezien als een oord van ellende waarin de mens is gevangen en waaruit hij slechts door het verwerven van inzicht (= gnosis) ken ontsnappen.
Ook bij latere stromingen, zoals de Katharen en de Albigenzen, is dit wereldbeeld herkenbaar. Optimistischer is de tweede richting die ons in de Hermetica tegemoet komt: er ken niets bestaan buiten God en aangezien God het Absolute Goede is, is dus alles goed. Beschouwen wij iets als kwaad, den is dat slechts ons gebrek aan inzicht (gnosis) in het plan van God met de wereld. Dit de<stische wereldbeeld heeft eveneens een rol gespeeld in de ontwikkeling van de Vrijmetselarij.
GEHEIME GENOOTSCHAPPEN
Een eveneens aan Hermes Trismegistus toegeschreven werk, dat niet tot het Corpus Hermeticum behoort en dat al langer bekend was, is de Asclepius. Het verschil met het Corpus is dat het rituele voorschriften voor praktische magic bevat. De waardering voor Hermes Trismegistus bracht Ficino en zijn tijdgenoten ertoe, deze magisch-rituele passages intensiever te bestuderen; een gevaarlijke bezigheid in een tijd, waarin de Kerk nog oppermachtig was. Die belangstelling voor magic en ritualistiek konden ook niet worden losgezien van de opkomst van vele geheime genootschappen in die tijd; het is nauwelijks voorstelbaar dat het ontstaan van de Vrijmetselarij niet met dit verschijnsel is verbonden.
KABBALISTIEK. Pico della Mirandola, een jongere tijdgenoot van Ficino, voegde aan de Hermetiek nog een dimensie toe, namelijk die van de Kabbalistiek. Deze beide systemen hadden gemeen dat zij de wereld zien als geschapen door Het Woord. De mysteri%n van de hermetica zijn de mysteriën van het Woord, de Logos, de Zoon van God, waardoor alles is geschapen.
Evenzo lezen wij in Genesis bij voortduring: 'En God sprak...', en in het evangelie naar Johannes word dit Woord aan Gods Zoon gelijkgesteld.
De Kabbalah is een joods-mystieke leer, in de middeleeuwen in Spanje uitgewerkt en onder andere opgetekend in het boek Sefer ha-Zohar. De Kabbalistiek die Pico hieraan ontleende en op zijn eigen manier interpreteerde, werkt met de tien Sephiroth en de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. Die Sephiroth zijn de tien meest gebruikelijke namen van God; tezamen vormen zij Zijn grote Naam. De Kabbalah ziet de schepping als een expressie van Zijn verborgen Zelf, dat zichzelf een naam geeft: de heilige naam van God. Het theme van het zoeken naar het scheppingswoord, word hier dus tot het zoeken naar de Godsnaam. Ook dit thema is in de Vrijmetselarij een rol gaan spelen.
CONCLUSIE
Mag men nu de Vrijmetselarij gelijkstellen met Hermetisme, met Gnostiek of met Kabbalistiek? Zeker niet! Evenmin is de Vrijmetselarij slechts '. a peculiar system of morality..' of een voortzetting zonder meer van de oude steenhouwersloges. Het is echter ook allerminst zo, dat Vrijmetselarij met deze zaken in het geheel niets uitstaande heeft. Vrijmetselarij is ontstaan uit een combinatie van elementen uit oudere systemen, aldan niet aangevuld met nieuwe elementen. Dat heeft zij gemeen met andere bewegingen op de zingevingsmarkt. Men zie maar eens naar de vele nieuwe stromingen die momenteel op die 'markt' zijn verschenen. Elementen uit de ide%enwereld van Gnostiek, Hermetisme en Kabbalistiek zijn, ongetwijfeld samen met elementen uit andere bronnen, samengesmolten tot een nieuw geheel, dat zich zelfstandig heeft ontwikkeld tot wat wij nu kennen als de Vrijmetselarij
J.A.M. Snoek
Dr. A. Nugteren, Syllabus bij het college 'Niet-Christelijke zingevingssyssemen in Nederland', Theol. Fac. Tilburg (1993).
2. R. van Pelt, Dame Frances Yates, uit Thoth (mr) 32 (1981). p. 69.
3. Corpus Hermeticum XII, in de samenvatting van F.A. Yates in Giordano Bruno and the hermetic tradition, London 1964, ed. Chicago 1978, p. 33.
Return to the top of this page
Vrijmetselaars-broederschap, of bond of wel Orde van de Vrijmetselaren genoemd. (Ordre maçonnique. Masonic Order. Ordo Latomorum.) Men zie het art. Orde en ook Maç.°. Weekbl.°. 1883 Xo. 36 en 37 waarin de schrijver van dit werk zijn denkbeelden heeft meegedeeld over de vraag of aan onze bond de naam Orde past.
Als beginsel sta voorop, dat we een nauwkeurig onderscheid moeten maken tussen de Vrijmetselarij zelf en de Bond van Vrijmetselaren. De Bond is het orgaan van deVrijmij.°., zorgt voor haar beoefening. Die Bond streeft dus naar de zedelijke volmaking van de mensheid door die middelen die door deVrijmij.°. zelf worden aangegeven of het produet zijn van haar geest. Nu schijnt het wel, dat deze Bond overbodig is daar er tal van andere verenigingen bestaan die hetzelfde of althans het soortgelijke bedoelen, maar dit is slechts schijnbaar. De Bond heeft een geheel eigenaardige roeping en bestemming wat schrijver dezes in 't breede heeft trachten aan te tonen in zijn brochure, in 1883 uitgegeven bij Br.°. Storm Lotz te Rotterdam , De Bond der Vrijmetselaren in de modernetijd, ons recht en onze roeping" Hier geven we alleen nog plaats aan 't geen de eersten der BBr.°. daarover gezegd hebben. Zo zegt Lessing (Gesprache fur Freimarer 1778) o.a. het volgende: "De Staten, verenigen de mensen, opdat door en in deze vereniging de individuele mens zijn deel van geluk des te beter en des te zekerder kan genieten. Maar, zelfs bij de beste Staatsregeling, zullen in de burgerijke maatschappij verschillende nationaliteiten, verschillende godsdiensten, verschillende staden enz. bestaan. De burgerlijke maatschappij kan de mensen niet verenigen zonder hen te scheiden; hen niet scheiden zonder kloven tussen hen te graven of hen door 't oprichten van scheidsmuren te hinderen. Daarorn moeten al die scheidsmuren weer afgebroken worden. Het is nu wenselijk, dat er in iedere Staat mannen gevonden worden, die boven al die onderscheidingen reeds verheven zijn, en nauwkeurig weten waar patriotisme ophoudt deugd te zijn; mannen die niet bukken voor de vooroordelen van de godsdienst in welke zij geboren zijn en opgevoed; mannen die niet verblind worden door burgerlijk aanzien, niet laag neerzien op het geringe in de wereld, in wier nabijheid het zogenaamde grote klein wordt en het kleine zich verheven gevoelt." Hoewel oppervlakkig, heeft Lessing hier toch, in menig opzicht, het hoofddoel van de O.°. aangegeven althans datgene waarop zijn arbeid zich allereerst richten moet. Maar hij bepaalt zich tot deze algemeenheden niet. De idée van de Vrijmij.°. zelf, die hij de esoterische noemt, in tegenstelling met de historise Vrijmij.°. als de vorm waarin zich die idée openbaart, is voor hem even verheven als de idée godsdienst; beide kunnen slechts volkomen verwezenlijkt worden, waar men de hoogste reinheid en geestesontwikkeling heefl verkregen; daarom blijft het altijd een streven waarachtig V.°. M.°. te zijn." Fichte (Briefe an Constant 1800} ontwikkelt, in hoofdzaak, dezelfde denkbeelden. Hij legt er overal de nadruk op, dat er, zolang er beschaving bestond, altijd en overal verenigingen van mensen waren,die er naar trachtten een hogere eenheid onder allen te bevorderen en de idée mensheid meer en meer te ver werkelijken, al waren en bleven ze, ook bij dit grootse streven, kinderen van hun tijd. Nu is, volgens hem, de Vrijmetselaarsbond, onder de cultuur-historie der middeleeuwen en aan 't begin van de nieuwe geschiedenis, zich het nauwst aansluit aan het streven en werken van de meestontwikkelden allertijden. Krause (z.d.) breidt dit denkbeeld nog verder uit en spreekt daarom van de B.°. als van de "mensheidsbond van de toekomst die de VV.°. MM.°. reeds in kiem en in beginsel bezitten"- Wat nu de uitwendige inrichting van de Bond betreft, alleen het volgende. De Bond, als eenheid beschouwd, staat niet onder één Opperbestuur; alom geldende wetten zijn er niet. Alle VV.°. MM.°. zijn veeleer met elkaar verbonden door de grondidée van de Vrijmij.°., en ook door de éénheid van de symboliek die echter weer de grootste verscheidenheid in onderdelen toelaat. Hierop moet vooral de nadruk gelegd worden. De Bond van VV.°. MM.°., naar 't uitwendige beschouwd, is zo verdeeld in onderscheidene kleinere kringen of corporaties die gewoonlijk, in de symboliek van de Vrijmij.°. Loges (z.d.) genoemd worden. Deze afzonderijke Loges staan -op enige weinige uitzonderingen na -onder een maç.°. Opperbestuur dat Or.°. O.°., Gr.°. L.°., of ook wel Supreme Conseil genoemd wordt, terwijl hier en daar weer Prov.°. LL.°. (z.d.) zijn die, onder het Opperbestuur van eenGr.°. O.°. of een Gr.°. L.°. de belangen behartigen van de LL.°. van enig land. De onderscheidene maç.°. Opperbesturen staan nu weer met elkaar in verband door wederzijdse vertegenwoordiging of liever door het zenden van afgevaardigden, het aan elkaar mededelen van berichten, het wisselen van geschriften enz. Dit heeft echter nog niet tussen alle Gr.°. LL.°. en Gr.°. OO.°.. plaats; sommigen daarvan zijn nog meer geïsoleerd.
De Bond is heden ten dage over alle vijf werelddelen verbreid. Men vergelijke hier de artikelen, op de namen van de onderscheidene landen). Daar een nauwkeurige statistiek hier nog tot de vrome wensen behoort, kunnen we slechts een globale opgave doen van de uitbreiding die de B.°. heden verkregen heeft. Wanneer we enkele hier en daar gevonden wordende systemen en riten uitzonderen, en ons slechts bepalen tot de Symbol.°. Vrijmij.°... dan krijgen we de volgende voorstelling van de Hoge maç.°. Lichamen:
Maç.°. Opperbesturen. Aantal daaronder ressorteerende Loges.
...................................Europa, Azië, Afrika, USA, Aust, Totaal.
1 Gr.°. O.. der Nederlanden.47...... 8........... 22 .....3 .....- ......80.
2 Duitse Gr.°. L.°. Bond
(8 Gr.°. LL.°. en
5 Onafhankelijke Loges) ....342 ....1 .............1 .....4 .....- ......351.
3 Zwitsers Gr.°.. O.°..... ......32 ....- .............- .....- .....- ........32.
4 Gr.°.L.°. van Hongarije Gr.°. O.°.45............ -..... -......- ........45.
5 Gr.°. L.°. van Engeland . 1239..118........... 53 ....48.. 192 ....1650.
6 Gr.°. L.°. van Ierland.......293.....4 .............1 ......4 ....59 .....361.
7 Gr.°. L.°. van Schotland . 335...35..............8......46.....44.......98.
8 Supreme Conseil de Luxembourg. 2 - - - .......................-.........2.
9 Gr.°. Landesl.°. van Zweden 18 ..1 .- ...................1 .....- .......20
10 Gr.°.. Landesl.°.. van Denemarken. 7 - - - - ............................7
11 Gr.°.. Or.°.. de France
12 Supr.°. Cons.°. de France 303.. 2 ..............23 ...12.......2......342
13 Gr.°. Or.°. Belgique........... 14.. -...... -....... - .....-. ...............14
14 Gr.°. Or.°. van Italië.118.. 5...... 6.......10.... -...............139
15 Or.°.. Or.°. van Spanje ? .....1 - - - ........................................7
16 Or.°.. Or.°. van Portugal ....54 ..- ....16 - -..............................70
17 Gr.°.. O.°. van Griekenland. 8 - - - -........................................ 8
18 Gr.°.. LL.°. van de Ver. Staten 9890 1 .................................9891
19 Or.°.. L.°.. van Canada 516 - ...............................................516
20 Gr.°.. LL.°. van Mexieo .. l2 - ................................................12
21 Gr.°.. L.°.. van Cuba 30 - .....................................................30
22 Gr.°.. O.°.. van San Domingo 6 - .............................................6
23 Gr.°. O.°.. van Colambia ?
24 Gr.°.. O.°.. san Haïti...... 32 - .......................................32
25 Gr.°.. O.°.. van Venezuela.... 40 - .........................................40
26 Gr.°.. O.. van Peru... 15 - ....................................................15
27 Gr.°.. O.. van Chili...... 11 - ..................................................11
28 Gr.°. O.°. van Argentina 39 - .................................................39
29 Gr.°. O.°. van Uruguay 34 - ..................................................34
30 Gr.°. O.°. van Brazilië 271 - ........................................271
31 Gr.°. O.°. van Egypte 8 - - ...................................................8
32 Gr.°. O.°. van Liberia . 6 - - ..................................................6
33 Gr.°. O.°. van N. Z. Wales ?
Return to the top of this page
Vrijmetselaars verhoor ,
of Vrijmetselaars-examen. Onder deze naam werd een, volgens de overlevering zeer oud handschrift over de Vrijmij.°. bekend, dat het eerst in 1758 in een niet-maconniek tijdschrift te Londen werd afgedrukt, later afzonderlijk werd uitgegeven en zelfs werd opgenomen in de derde en enige volgende uitgave van het Engelse constitutieboek en in andere Engelse maç.°. boeken.
Krause gaf het uit onder de titel "Das alteste Fragstuck uber den Ursprung des Freimaurerschaft ," voegde er een kommentaar bij en beproefde de echtheid ervan te bewijzen.
-Naar men meent, werd dit handschrift voor 't eerst te Frankfort a/M gevonden, in het jaar 1748 onder de titel "Ein Brief von dem beruhmten Herrn llerrn Johann Locke,betreffend die Freimaurerei, so auf einem Schreibtisch eines verstorbenen Bruders ist gefunden worden".
Het is vreemd, dat tot dusver dit stuk nooit is gevonden, en wanneer het werkelijk heeft bestaan, dan is 't onbegrijpelijk hoe de Frankfurter broeders het konden laten verloren gaan; daartoe was zo een actestuk toch zeker, ook in hun oog te belangrijk. Dat het stuk door mannen als Preston (z.d.) voor echt gehouden werd bewijst niets voor de echtheid, want de kritische blik van die dagen was zeker niet zeer geoefend, en gretig greep men alles aan, wat maar dienen kon om de hoge ouderdom van de Bond van VV.°. MM.°. te bewijzen. Lessing geloofde aan de echtheid geen ogenblik en verklaarde het voor "Staub nichts als Staub"; Krause (z.d) Fessler (z.d.) en anderen treden darentegen weer als verdedigers van de echtheid op; in de laatste tijd heeft Findel nog eens weer de echtheid bestreden Of het onderzoek gesloten is weten we niet, maar nu we aan de hand van het nauwkeurig onderzoek, meer bekend zijn geworden met de geschiedenis van de Bond en de nimbus verdwijnt die men in de vorige eeuw hem om de slapen wond, geloven we, dat dit stuk niet de minste historische waarde voor ons heeft .Wanneer we nu bedenken wie Locke was: de man van de kritiek, de wijsgeer der ervaring, dan is het niet aan te nemen dat hij de dwaasheden van dit "verhoor" voor goede munt zou hebben aangenomen. Wanneer daar sprake is van de kunst om kunsten te ontdekken, dan is hierduide1ijk niets anders bedoeld dan de maçons belachelijk te maken.
-Lenning vermoedt dat het "Verhoor" zijn ontstaan te danken heeft aan het bericht van Anderson dat Koning Hendrik VI de "plichten en wetten" (Charges and Laws) van de Vrijmetselaars met zijn raadslieden las en daar aan zijn goedkeuring had gegeven (Vrgl. Geschiedenis en Parlement).
Return to the top of this page
Vrijmetselarij, wel te onderscheiden van de Bond van Vrijmetselaren is, naar haar wezen, de arbeid van enige daartoe eng met elkaar verbonden mannen,die onder enige aan de bouwkunst ontleende vormen, voor het algemeen geluk van het menselijk geslacht werken, en daar toe een mensheids bond willen in 't leven roepen die ze voor zich, althans in beginsel, reeds bezitten.
Zo beschouwd, is de Vrijmij.°.. zelf het verhevenste van 't geen op aarde bestaat, en geen wonder dan ook, dat de uitnemendsten van de wereld zich tot haar aangetrokken gevoelden.
Liet plaatsruimte het ons toe, gaarne traden we in nadere beschouwingen, maar dit is onmogeli.jk. Een vraag: is Vrijmetselarij, naar haar wezen beschouwd een illusie gelijk men meent? Wij antwoorden: verre van daar!
De ervaring heeft geleerd en leert dagelijks nog, dat ze meer en meer verwezenlijkt wordt; de Vrijmij.°. heeft reeds, in klem en beginsel, de mensheid omademd, en hoe meer wij zorgen niemand op te nemen die niet genoeg intellectueel en moreel ontwikkeld is om dit verheven denkbeeld te omvatten, hoe meer het maç.°. ideaal verwerkelijkt zal worden.
Return to the top of this page
VRIJMETSELAAR-ADEPT (De ECHTE) De 58e. graad van het Mitzriïmietiesch systeem te Parijs.
Return to the top of this page
VRIJMETSELAAR DES. GEHEIMS, (De) De 7e. graad der Martinisten. ,
Return to the top of this page
VRIJMETSELAAR VAN HERODOM. (De) De le. graad der Orde van Herodom van Kilwinning.
Return to the top of this page
VRIJMETSELAAR. (De WARE) Le Vrai Maçon. De 1e. graad der 2e. klasse van de Akademie der ware Vrijmetselaren in Montpellier, de enige der hogere hermetiese graden van de Akademie van Avignon.
Return to the top of this page
VRIJMETSELAAR (De WARE) OP DEN REGTEN WEG, La Vrai Maçon dans la voie droite. ;De.9e graad-van het hermeties systeem in Montpellier.
Return to the top of this page
VRIJMETSELAARSGROET. Volgens het oude gebruik van de werkelijke Metselaars, moesten voormaals de Vrijmetselaren, die een vreemde Loge bezochten, bij het binnentreden, zo een groet brengen van de zeer Achtbare Broeders en deelgenoten van een zeer achtbare en heilige St. Jans-Loge. Sedert de invoering van de certifikaten, is het afvragen van deze groet aan de bezoekende Broeders buiten gebruik geraakt.
Return to the top of this page
Vrijmetselarij,
METSELARIJ, MASONY, MAçNNERIE, KONINKLIJKE - KUNST (vergelijk vrijmetselarij) is, volgens het zogenaamde Vrijmetselaarsverhoor, de kunst, om, noch uit vrees voor straf, noch uit hoop op beloning, goed te zijn en goed te handelen.
Dikwijls, maar ten onrechte, heeft men Vrijmetselarij en Vrijmetselaars-Broederschap, als gelijkluidend beschouwd.
De eerste is de geest, de andere het lichaam.
De verwarring der Vrijmetselarij met de Vrijmetselaars-Broederschap is de bron van alle onheil, onder welke het tegenwoordig Logewezen tot volkomen nietsbeduidendheid neigt. Wie daarom werkzaam en duurzaam helpen wil, moet van het scherp en bepaald afgebakend onderscheid tussen Vrijmetselarij en Vrijmetselaars-Broederschap uitgaan. Gene is het doel, deze de vereniging die naar het gemeenschappelijk oogmerk streeft ; de eerste is onveranderlijk, door haar alomvattende.strekking; in zich zelf volkomen en, door de ontegensprekelijke overlevering, voor eeuwige tijden afgesloten de laatste is afhankelijk van de wisselvallige voorwaarden van tijd, plaats en personen.
De Vrijmetselarij is de tegenstreefster van willekeurige mogten van onderdrukking, de vijandin van bijgeloof, de bevorderaarster van zedelijke beschaving en van .goede orde, en de vriendin van echte weldadigheid en.ongekunstelde godvruchtigheid. De zorgende moeder der mensen, zonder verschil van vaderland, stand of geloofsbelijdenis.
De Vrijmetselarij (welk woord zelf van de Broederschap symbolies en hieroglyfies gebruikt wordt) is een kunst, welke niet aan de willekeur der nakomelingschap overgelaten, maar door de verlichte voorvaderen bepaald is.
De Vrijmetselarij is een vereniging van mensen van allerlei jaren, standen en volken, die allen beminnaars der deugd zijn, haar aanhoudend najagen, moedig genoeg om haar, voor te slaan, en gelukkig genoeg om haar standvastig.te beoefenen. Menselijkheid, zuivere zedeleer, de onwankelbare geheimhouding en zucht voor wat goed en schoon is, zijn met het geloof aan God en onsterfelijkheid de hoofdvereisten, om als lid van de achtbare Orde der Vrijmetselaren aangenomen tc worden. Het aantal der.graden van de eigenlijke V.°. M.°. bestaande uit de drie eigenlijke of blauwe graden, zijn bijna overal gelijk. De later bijgevoegde, -zogenaamde Oppergraden, verschillen naar de onderscheiden stelsels zowel als zij onderling in aard verschillen.
De V.°. M.°. die tot het gemoed. van denmeest eenvoudigen mens moet spreken, omvat alle godsdiensten, daar zij het reinste beginsel der zedeleer huldigt.
-- zij omvat alle volken in hare algemeen toepasselijke leer, en vormt een enige Broedernatie.
-- Zij omvat alle standen, om de naam van broeder boven alles te stellen.
-- Zij omvat- alle eeuwen ,om in de trapsgewijzen vooruitgang van de tijdgeest weldadig licht te verspieiden.
-- Zij is eenig en eeuwig, gelijk de eeuwige waarheid,. De Vrijmetselarij, ook de Koninklijke Kunst genoemd, wordt verdeeld in drie trappen of graden, waarvan die des Leerlings de eerste of minste is.
Return to the top of this page
.-.De EGYPTIESE. Een geheime Orde, door de beruchte CAGLIOSTRO in 1789 uitgevonden, in welke ook vrouwen ingewijd werden, en die haar hoofdzetel had te Parijs, Lyon en Straasburg. Het Mitzraïmietiesch systema in Frankrijk noemt zijn rituaal ook Egyptiesch. Zie Mizraï Cacliostro
Return to the top of this page
.-. De HERMETISE. Zo noemen de Alchemisten de leer van hun operatiën om de steen der wijzen te zoeken, en om het algemene geneesmiddel te ontdekken. Zie Alchemie
Return to the top of this page
.-.De ST. JANS-, SYMBOLIESCHE', OF BLAAUWE-, Die der drie eerste graden in tegenstelling van de Rode of Schotse Vrijmelselarij.
-- Beide uitdrukkingen .vindt men niet eerder, dan na de invoering van de hogere graden, toen men er een onderscheidende benaming aan wilde geven.
Return to the top of this page
.De RODE of HOGERE, is de naam van de later ingevoerde, zogenaamde Opper- of hogere graden, boven de Meestergraad, in tegenstelling van de Blaauwe of St..Jan- Vrijmetselarij. Zij wordt zo genoemd, omdat de rode kleur in de hogere en bijzonder in de Schotse graden gebruikt wordt.
Return to the top of this page
VROLIK Professor in de geneeskunde te Amsterdam, Zie verder INSTITUUT VOOR BLINDEN.
Return to the top of this page
VROUWEN-ORDE,
Devoirs généraux des anciens Francs-Maçons libres et acceptés, et Règles maçonniques.
is een vereniging,- hetzij van vrouwen alleen, hetzij van beide' kunnen, welke afzonderlijke gebruiken hadden, en waaromtrent men breedere opgaven vindt. in de Artikelen Maçonnerie d’adption en Mopse.
Return to the top of this page
VUURSTEEN, (De) is de steen, waaruit men het nodige vuur ter inwijding van de Tempel trekt.
Return to the top of this page
Vuur.
Volgens Leviticus Vl: 6, moest op het brandofferaltaar altijd het vuur branden, evenals bij de oude Perzen. Verder is het eeuwig vuur van Vesta bekend.
Laatste beweging in de oefening aan de Tafel-Loge bij de toasten die men drinkt, zij drukt de volkomen gehechtheid uit.
Een Joodse sage van later tijd verhaalt dat de priesters, bij de verwoesting van Jeruzalem, het heilige vuur in een watervrije put verborgen hebben en, baden terugkeer, dit weer daaruit terugnamen. Op grond hiervan, wordt in de Royal Arch (z.d.) Graad en in enige andere Oppergraden, het vuur voor een veelbetekenend symbool gehouden.
Return to the top of this page
Return to the top of this page