Maçonnieke encyclopedie-S.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !


STARCK
STATIEZWAARD
STATUTEN VAN DE ORDE
STATISTIEK
STEEN.
Steen van de wijzen
De BEHOUWEN -
De RUWE -
-.DER WIJZEN.
STEENHOUWERS BROEDERSCHAP
STEINBACH
.-.STELSEL
.-.ECLECTIESCH
.-.EGYPTIES -
.-.Het ENGELSE -
.-.FESSLER
.-.FRANS
.-.GERECTIFIEERD
.-.van HAITY
.-.HERMETIESCH
.-.HERMETIESCH VAN AVIGNON
.-.van HERODOM
.-.MODERN
.-.OORSPRONKELIJK SCHOTS
.-.OUD EN AANGENOMEN SCHOTS
.-.PRUISSIES
.-.VAN HET GEZUIVERD RlTUAAL
.-.SCHOTS WIJSGERIG
.-.WIJSGERIG PERZIES
.-.VAN ZINNENDORF
.-.VAN ZWEDEN
.-. DER HOGE GRADEN.








Starck
Lennhoff
Mackey
STARCK, Johann August
(Johann August-) werd 28 Oct. 1741 te Schwerin geboren, studeerde van 1760 tot 63 te Gottingen, werd magister en lid van de Akademie van wetenschappen was van 1763 tot 65 te Petersburg leeraar van de Oosterse taal
- en oudheidkunde, ging toen voor korte tijd naar Engeland en was van 1 November 1765 tot Augustus 1766 interpres van de Oosterse handschriften aan de koninklijke bibliotheek te Parijs; daarna corrector te Wijmar; later ging hij weer naar Petersburg, was van 1769 tot 77 hoogleraar van de theologie en hofprediker te Koningsberg.
Onverwachts legde hij die betrekking neer, en werd te Milan hoogleraar van de wijsbegeerte. Reeds was het gerucht verbreid, dat hij in 't bezit was van allerlei geheime wetenschappen en de Erfprins (later Groot-Hertog Lodewijk I) van Hessen- Darmstad wendde pogingen aan om met hem in betrekking te komen. Zo werd hij in 1781 aangesteld tot Opperhofprediker en consistoriaal-raad teDarmstadt. In 1811 werd hij in de adelstand verheven; hij overleed 3 Maart 1816. Starck is een van de mannen geweest over wie het meest is gesproken, en over wie het meest uiteenlopend oordeel werd geveld. De geschriften voor en na over hemgeschreven zijn zo talrijk, dat dit alleen reeds bewijst, dat we hier te doen hebben met een man van betekenis. En dit is ook zoo. Hij was een uitnemend wijsgeren orientalist, en schreef over beide wetenschappen hoogst belangrijke werken.
Men beschuldigde hem van heimelijk tot de Katholieke Kerk te zijn overgegaan en, hoewel hij deze beschuldiging ver van zich wierp, bleef men volhouden dat hij te Parijs in de kerk St.Sulpice het protestantisme had afgezworen. Wij kunnen niet beslissen in hoeverre deze beschuldiging waar is; wel weten we, dat het Jesuïten waren, die dit van hem verhaalden en dat Starck gaarne met katholieken ging, terwijl zijn prediking zich altijd ver hield van de Lutherse dogmatiek, die in zijn dagen overheersend was, en wij geloven veeleer dat dit het was wat, inverband met zijn geheel eigenaardige opvatting van de Vrijmij. ..hem die beschuldiging op de hals haalde.
- In 1761 was S. als student in een ambulante of militaire L. ., aangenomen. Spoedig ging hij over tot de Strikte Observantie (z.d.) en stichtte hij te Wijmar een Loge onder de naam "Zum den drei Lowen" waarbij hij in `67 als adjunct 2e Opz. . optrad. Eensklaps wendde hij zich tot von Schroder te Rostock, met de bewering, dat hij uit Petersburg een geheime maç. . wetenschap had meegenomen, die aan niemand in Duitsland bekend was, terwijl hij verzocht in nadere betrekking met de Gr. . Mr. . van de Strikte Observantie te komen. Von Schroder wilde hem niet afwijzen, maar was toch ook voorzichtig, en zond Starck's schrijven aan de Gr. ..Mr. .
Na lang aarzelen en allerlei onderhandelingen kwam Starck met v. Hund (z.d.) in aanraking, en deelde deze nu nader mede wat hij bedoelde De eigenlijke geheimen van de 0..-zo beweerde hij-waren niet het eigendom van de wereldlijke ridders in de 0. . van de Tempeliers, maar van de geestelijke (Kleriker), en door deze tot op deze tijd bewaard gebleven.
Te Petersburg zo ging hij voort, bestond nog een kapittel; daarvan was hij nog lid en dit wilde hij nu nader met de Strikte Observantie verbinden. Hij eiste nu voor zich en zijn Klerikers enig recht en vrijheden, en voor de L. . te Wijmar onafhankelijkheid van die te Rostock; Men gaf toe, en de bekende Mylias, kanselier van de O. ., zou mee naarWijmar gaan, om alles nauwkeurig te onderzoeken; deze weigerde echter te gaan, en nu ging von Prangen, ook een van de hoofden van de Str. Observ. die in 1768 bij Wijmar aankwam. Hun werden daar allerlei oude en belangrijke bescheiden voorgelegd en von Hund, later daarmee in kennis gekomen, nam alles dankbaar voor zijn hoofdkapittel aan. Maar toen v. Starck in 't zelfde jaar 200 thlr. vroeg, om een reis naar Petersburg te kunnen maken, en hem dit geweigerd werd, antwoordde hij op zulk een insolente wijze, dat v.Hund alle corespondentie met hem afbrak.
Te Petersburg ontmoette S. later von Prangen, en deze bemerkte daar dat het zogenaamde hoofd van het daar gevestigde kapittel, Pylades, de totaal onontwikkelde vuurwerkmaker Schurger was. S. deelde hem mede, dat hij nu ook dat kapittel wilde laten uitsterven. Elders werden nog wel kapittels van het z.g Klerikaal systeem opgericht, maar S. hield zich meer in alle kalmte, met theosophie en magie bezig, terwijl von Raven een ijverig alchemist werd
Weldra werden aan Starck allerlei bedriegerijen ten laste gelegd, maar hij stond onder de hoge bescherming van Hertog Ferdinand van Brunswijk, die alle aanklachten tegen hem terzijde legde.We behoeven geen melding te maken van al hetgeen nu voor en tegen Starck geschreven werd; genoeg is het, dat hij vaak ten onrechte werd beschuldigd, maar dat het hem op een leugen meer of minder ook niet aankwam. Hoe die Klerikale Loges waren ingericht, weet men niet zeker; alleen is het bekend, dat S. in de L. . te Wijmar, een formele kapel voor de Klerikalen cultus had ingericht, en dat die met een bepaald katholiek rituaal werd geïnstalleerd.
STATIEZWAARD van de Engelse Gr. . M.. Zie ZWAARDDRAGER .
STATUTEN VAN DE ORDE en Statuten en Reglementen van het Groot-Oosten . Zie WETTEN.
Statistiek. Is de statistiek nog een betrekkelijk jonge wetenschap, dan is het niet te verwonderen dat ze nog niet op den Bond van VV. . MM. . is toegepast, althans nog op zeer onvoldoende wijze. Alleen geven enkele Gr. . O. . en Gr. . LL. . in de Jaarboekjes en Bulletins jaarlijks een gedetailleerde opgave van de leden van de LL. .. Wie hier de hand aan 't werkslaat, zal een belangrijke arbeid verrichtten.
Steen.
Steen van de wijzen
De BEHOUWEN -
De RUWE -
-.DER WIJZEN.
. STEEN.
Symbool
Het spreekt van zelf dat een steen, die de bouwlieden gebruiken moeten, een der meest voorkomende SS. . van de Brsch. . is.
Steen van de wijzen (Lapis philosophorum of philosophicus) zou, volgens de Alchemisten en Kabbalisten van de Middeleeuwen een materie (materia prima) zijn, die de grondstof aller dingen bevat en ook de kracht bezit als algemeen oplossings middel (menstruum universale) alles in zijn bestanddelen ontbinden, de mensen te verjongen, onedele metalen in goud te veranderen, alle ziekten te genezen enz. Vooral geven de Alchemisten aan een soort van goud (aurum potabile) deze naam, en dit zou dan juist de kracht hebben de onedele metalen te veranderen. De sage van deze steen was wijd verbreid, maar 't geheim om die machtig te worden diep verborgen en dus het secretum secretorum; velen gaven lijf en ziel om het te ontdekken, zonder het te vinden Dat alles wat van die steen verhaald wordt niets dan fabels zijn, behoefl natuurlijk geen betoog. Maar men vergete niet, dat het geknutsel van de alchemisten, het kinderachtige spelen met de chemie, onwillekeurig veel aan 't licht heeft gebracht dat later weer de bron is geworden van andere ontdekkingen. Dat vele z.g. Vrijmetselaren zich ook met zoeken naar de steen van de wijzen bezig hielden, zal wel niemand verbazen. (Men zie de artt. Alchemie, Hermes, Pafacelsus, Rozenkruisers).
De BEHOUWEN - Zie KUBIEKSTEEN en STEEN (RUWE).
De RUWE - . Is een van de onbewegelijke kleinodiën, en wordt op het Tableau der beide eerste St. JANS-graden afgebeeld, nochtans niet in de Loges van het nieuwe Engelse stelsel. Hij is het zinnebeeld voor de Leerlingen, om zich met alle ijver op de beschaving en verfijning, van hun eigen karakter toe te leggen. In de Ritualen (als b.v. van de Gr. . Loge de drie Wereldbollen), die op de geschiedenis van de Orde der Tempelieren zinspelen, wordt van drieerlei stenen gesproken, namelijk: van een ruwen, van een gehouwen en van een verbrijzelden steen.
De ruwe steen stelt de onvolkomenheid aller dingen, en dus ook van onze Orde voor. De gehouwen steen betekent de gelukkige toestand van onze Orde, en de verbrijzelde steen heeft betrekking op de onderscheidene veranderingen, welke onze Orde heeft ondergaan. Zie KUBIEKSTEEN.
-.DER WIJZEN. . (De) Lapis philosophorum. Dezen te vinden was altijd een hoofdbezigheid der Alchemisten. Zij streefden hoofdzakelijk naar de ontdekking van middelen, tegen alle ziekten der mensen, en om hun leven jeugdiger te maken en te verlengen. De steen der wijzen speelde vooral vroeger een grote rol in de hermetiesche V. . M. . Zie ALCHEMIE, CAGLIOSTRO, HERMES TRISMEGESTUS en PARACELSUS.
STEENHOUWERS BROEDERSCHAP . (De) der middeleeuwen was een zeer merkwaardige verschijning, die van KAREL de Grote tot MAXIMILIAAN I bestaan heeft. In vroegere tijden was de geestelijkheid de kweekster van de kunsten en wetenschappen. Op deze wijze werkte zij niet minder op de beschaving van Duitsland, zo als reeds, de akkerbouw, de veeteelt, de wijn- en vruchtbouw door de aankoop van landerijen bevorderd werd. Van KAREL de Grote tot het midden der twaalfde eeuw werden bouw-, schilder- en beeldhouwkunst alleen in de kloosters uitgeoefend, niet alleen in Duitsland, maar ook bij de Franken in Gallië. De Bisschoppen waren gewoonlijk de leidslieden bij het bouwen van kerken. Voor de omringende wereld was het inwendige der kunst, zowel als de wijze van uitvoering, een geheim; het was een schepping, die voor aller oogen, daar stond, zonder dat zij de oorzaken daarvan konden nagaan.
Vele stichters van geestelijke Orden maakten het de Broeders tot een plicht, zich op de beeldende kunsten toe te leggen, voornamelijk de heilige BENEDIKTES en daarna de heilige BONIFACIUS. Bij het bouwen van een klooster waren sommigen de ontwerpers van het plan, anderen waren schilders en beeldhouwers, en nog weer anderen hielden zich bezig met het vervaardigen van versierselen. Daar de kloosters somtijds te weinig leden telden, tot tot het volvoeren van een of ander gewichtig werk, zo werd ook aan sommige leken onderwijs in de beeldende kunsten megedeeld, en zo kwamen de kunsten en wetenschappen meer en meer in de buitenwereld, en verenigden zich tot Broederschappen.
De verbroederingen der Bouwmeesters en steenhouwers in de middeleeuwen, zijn niet alleen op zich zelf belangrijk, maar leveren ons ook menige opheldering omtrent het toenmalige bouwwezen en ook vele niet onwichtige bijdragen tot de geschiedenis der zeden van die tijd. Van tijd tot tijd hadden er in Duitsland en Frankrijk algemene en vele verbroederingen plaats tussen de werklieden van onderscheidene gilden en zo was het ook, dat zich de steenhouwers-Broederschap grondvestte, die in vele gevallen de Wetten en verordeninge der Vrijmetselaren aannam.
Steinbach (Erwin von-). De bouwmeester van de westelijke facade van de Straatsburger Munster (z.Munster) werd in 1240 te Mainz geboren. Hij stamde af uit een geslacht van steenwerkers te Steinbach, een stadje in het Badensche, en was een leerling van de Benediktijner Albertus Argentinas. Op 2 febr. 1276 begon hij de bouw van de facade, waarvan de eerste steen gelegd werd 25 Mei l277; gedurende 41 jaren was hij onafgebroken met de bouw bezig, waarvan hij de beide eerste verdiepingen voltooide. In 1298 verteerde een brand al het hout van de munster, vernietigde het leien dak van 't schip van de kerk, en deed al de muren barsten, zodat de bouw slechts zeer langzaam voortging.
Hij overleed op 17 Jan.1318. Een steen bij de tweede kolom in het koor van de kathedraal draagt nog een opschrift in het Latijn, dat in 1316 vrouw Kusa, huisvrouw van meester E., in 1338 diens zoon E. (Glubernator, fabricae ecclesiae Argentinensis) en in 1338 meester Hans gestorven is. Zijn zoon Hans volgde hem als bouwmeester op. -
- E. van S. was ook een uitstekend beeldhouwer; voor de Vrijmij. . is hij van groot belang, daar hij de stichter was van de Straatsburger bouwhutten. ln 1275 stichtte hij de leeken-broederschap van de vrije steenwerkers, waarvan de statuten geheim gehouden en alleen mondeling meegedeeld werden. Deze vereniging kwam in de plaats van de bouw-verenigingen van de monniken, die de grote bouwwerken van die dagen niet alleen konden uitvoeren.
STELSEL
ECLECTIESCH.-. . Dit stelsel heeft zijn Hoofdbestuur of Directoriale (Grote) Loge te Frankfurth a. M. Toen een aantal helderziende en ijverige BB. . bemerkt hadden, welke ergernis in de Orde was gebaard door de hoge graden, er binnen gedrongen door de pogingen van goudmakers en geestbezweerders, kwam men in 1785 op het denkbeeld van het eclectiesch stelsel (het woord stamt af van het Grieksche eklégo ik kies uit, en was gebruikelijk ten opzichte van die wijsgeren, welke geen bijzonder stelsel aankleefden, maar uit al de bestaande stelsels het beste kozen). Men wilde intriganten en bedriegers beletten, langer een goudmijn van de V. . M. . te maken.
Bij gelegenheid van het overlijden van de Eng. . prov. .G. . M. . voor de Boven- en Beneden-Rijn, GOGEL had, op 18 en 21 Maart 1785, een vergadering te Frankfurth plaats van de Prov. Loge Joseph zum Reichs Adler, te Wetzlar, en de Prov. . Loge van F. a.M. in welke de bekende B. . Vrijheer VAN KNlGGE zeer ijverig werkzaam was. In die vergadering werd besloten, de drie St. JANS-graden voortaan alleen als V. . M. . te erkennen en te bearbeiden, deze van allen sektengeest en dweeperij te zuiveren en de verschillende Hoge graden als uitwassen en parazietplanten in de V. . M. . te verwerpen, Omdat men een algehele tolerantie wilde aanhangen, ten aanzien van alle andere stelsels en Ritualen, liet men het aan de bijzondere Loges vrij, een willekeurig, aantal en stelsel van Hoge graden te bearbeiden. Door de laatste instelling hoopte men, dat de Loges niet; afgeschrikt zouden worden van de toetreding, en dat het verschil en de menigvuldigheid der graden, het beste middel zou zijn, die te doen vervallen.
Ten aanzien van onderscheidene Loges bedroog men zich hierin niet, en ware meer eenheid in de betrekkingen en het bestuur daargesteld geweest, dit stelsel had zich wellicht door geheel Duitsland verspreid. Men stelde een cirkulaire in het Frans, in die geest, aan alle Loges, waarin onder andere gezegd wordt:
Dat, zedert men de begrippen van vrijheid en gelijkheid in de orde had ondermijnd; sedert sekten, de eendragt in doel en leer vernietigd en daardoor verbonden harten zo zeer hadden vaneen gescheurd dat zij elkander haatten, verketterden en vervolgden, en despotisme, trotsheid, eigenhaat, dweeperij, en dorst naar onderscheidingstekens, het gehele gebouw dreigden te doen instorten, nu zij in het heiligdom waren binnen gedrongen, men het als dure plicht had geacht, het eclectiesch systeem te vormen de oorsplonkelijke, edele eenvoudigheid der Orde te herstellen en wenste te doen als de beroemde wijsgeren der oudheid, bekend onder de naam van eclectici, welke zoder een bijzonder leerstelsel aan te kleven, het beste en meest overtuigende uit alle kozen, en onder het belijden van een verstandige onzijdigheid, met vereende krachten alles uit de weg ruimen wat deze wijze bedoeling kon hinderen enz. In het Duits vindt men de cirkulaire in haar geheel, in Eipheriden der Frei-Mauerei,
EGYPTIES - Zie Mizraïmitisch -
Het ENGELSE.-. van de vrije en aangenomen Vrijmetselaars, verdeelde zich zedert 1717 in het oude of Yorkse, en het nieuw-Engelse stelsel. Dat gedeelte van de BB. . welke naderhant het laatste aankleefden, waren in 1716 van gevoelen. dat de Maç. . statuten herzien, en onder anderen, alle erfelijke waardigheden afgeschaft moesten worden. Wezenlijk verschil bestond er in de leerstellingen, tussen de twee systemen, voor de verenigingen niet. Na hetgeen wij zeiden in de Art. ANDERSON, ENGELAND, LONDEN, NOORTHOUCK enz, hebben wij nog slechts het volgende te zeggen: De Eng. V. . M. ., de oudste van de tegenwoordige Broederschap en de moeder van alle andere V. . M. . verenigingen, neemt (ook de vroeger verdeelde, oude en nieuwe stelsels namen het steeds) als grondslag der V. .M. . het Konstitutieboek van ANDERSON aan, en als voornaamste grondwet de eerste der zeven Pligten, luidende:
Een V. . M. . is, door zijn roeping, verplicht, de zeden wet te gehoorzamen als een trouwe Noachiet (zie het Art. NOACHlETIESCHE GEBODEN) en als hij de kunst in de grond verstaat, zal hij noch een stompzinnige godlochenaar (Maar wel een slimme? JB), noch ongodsdlenstige vrijgeest zijn. In oude tijden rustte op de Christelijke Metselaars de plicht, zich te richten naar de Christelijke gebruiken van elk land, waarin zij reisden of arbeidden: doch daar de Metselarij echter onder alle volken, zelfs van verschillende godsdiensten wordt gevonden, zo rust thans nog slechts de plicht op hen, die godsdienst aan te nemen, waarin alle mensen overeenstemmen (aan elke Broeder zijn eigen bijzondere mening overlatende); dat is: goede en trouwe mannen te zijn, mannen van eer en rechtschapenheid door elke benaming, godsdienst of overtuiging zij ook onderscheiden mogen zijn: want zij stemmen allen in de drie groote Artikelen van NOACH overeen dat genoeg is om het cement der Loge te bewaren. Zo doende is de Metselarij het middelpunt van hun vereniging~ en het gelukkige middel, tot het verenigen van mensen, welke, zonder dat, aanhoudend van elkander verwijdert hadden moeten blijven (Hiermede vergelijke men de old Charges te vinden in KRAUSES Kunst und Urkunde.
Het Engelse stelsel bearbeidt de drie graden, en ook een vierde, welke men er beschouwt als een soort van wetenschappelijke graad, genaamd: Royal Arche. Daar buiten erkent men geen andere, en dit gaat zelfs zo ver, dat de overleden Gr. . M. . Nat. ., de Hertog van Sussex, een aangeboden verbond met een vreemde (Duitse) Gr. . L. . afsloeg omdat zij hoge graden bearbeidde.
Verder heeft de Gr. . L. . van Engeland, aan de weinigen die er lust toe gevoelen, zich met linten, dekoratiën en titels op te pronken, dit niet willen beletten, door, zonder ze te erkennen, het oprichten toe te laten van een soort Riddergraden, welke echter niet tot de V. . M. . behoren. Zie het Art. ENGELAND,
.-. FESSLER is dat van de Groot Loge Royale York, te Berlijn, en werd geput uit de Ritualen van de oude Rozenkruisers, de Strikte Observantie, het Zweedse Kapittel en dat van Clermont, en bestond uit de symbol. . gr.. ., benevens:
4e. Het heilige der heiligen, of de Schot (ook volkomen Bouwmeester).
5e. De St. Andreas-Ridder.
6e. De Ridder van het graf
7e. De Ridder van het kruis
Later (zie Pruissen ) liet zij ze echter weer vallen, en bearbeidt thans slechts de drie symb. .. gr. .
.-.FRANS ook in Nederland en België beoefend, beslaat uit zeven graden, zijnde, buiten de eigenlijke of symbolieke V. . M. .,
4. Uitverkoren;
5. Schot;
6. Ridder van het Oosten, en
7. Soeverein Prins van het Rozenkruis.
Voor 1773 bestond in Frankrijk een mengelmoes van allerlei stelsels en graden; na die tijd begon het Gr. . O. . die te ordenen, richtte zich , voor de symbol. .. gr. ., naar het Engelse stelsel, en nam, tegen zijn zin (zie Oppergraden), ook de hoge graden aan, welke aantal het van 30 op 4 herleidde.
.-.GERECTIFIEERD Zie CAGLIOSTRO.
.-. van HAITY is eensdeels het Engelse, en anderdeels het gradenrijke stelsel van Frankrijk.
.-.HERMETIESCH . Dezelfde Dom Pernetti, die in 1760 te Avignon Ritualen had ingevoerd, welke aan de Swedenborgse leer waren ontleend, bracht ook het zijne toe, om in 1770, onder de naam van hermetische Ritus een Vrijmetselarij te vestigen, welker bedoeling was, op een zinnebeeldige wijze onderricht te geven in de scheikunstige verandering van metalen, en
- de samenstelling van het algemeen geneesmiddel (panaceum) en het levenselixer. Het administrative middenpunt van dit stelsel droeg de naam van Schotse Groot-Loge van het Graafschap Venaissin. De Moeder-Loge van dit hermetiesch stelsel werd in 1776, in de hoofdstad geinstalleerd, door de Kommissarissen der Groot-Loge van het Graafschap Venaissin. Terwijl de hermetiesche Vrijmetselarij zich te Parijs vestigde, en er de naam van Schotse Filosofiese Ritus aannam, onderging zij in haar instruktie-graden wezenlijke veranderingen. De oorspronkelijke graden waren slechts ten getale van zes, zij heette: Waar Metselaar, Waar Metselaar op de rechten weg, Ridder van de gouden sleutel, Ridder van de regenboog, Ridder van de Argonauten en Ridder van het gulden vlies.
.-.-HERMETIESCH VAN AVIGNON Zie PERNETTI.
.-. van HERODOM . (Zie HERODOM) Tot in 1785 kende men in Schotland slechls drie graden. Toen echter voerde enige er een graad in, bestaande uit drie afdelingen, en Rozenkruis van de toren genoemd, welke men een oude oorsprong, en ROBERT BRUCE als grondlegger aandichtte. Hij werd echter niet erkend door de Gr. . L. . van Schotland welke nog in hare statuten van 1856 heeft verklaard, alléén de eigenlijke V. . M. ., of de drie symbolieke graden te bearbeiden.
The grand lodge, of Scotland practices no degree of Masonry but these of apprentice fellowcraft an Master Mason, denominated St. John's Masonry; te vinden in the lates and constitutions of the Grand-Lodge of the ancient and honourable fraternity, of free an accepted Masons of Schotland, C. I. Art. 4.
Vergelijk SCHOTSE VRIJMETSELARIJ, In Frankrijk wordt op de naam van Rituaal van Herodom of van Volmaking, een stelsel beoefend van 25 graden, te vinden in het Art. Frankrijk, en alleen daar in 1803, zo het heette uit Amerika ingevoerd door Br. . HACQUET. Sedert 1786 bestond ook daar een stels van KILWINNING, met een verschot van graden, ingevoerd door de Br. . MATHÉUS, Sedert 5 December 1814 hebben zich die stelsels onder het Gr.. .O. . begeven, zowel als het Schotse
.-.MODERN . Zie STELSEL, (FRANS)
.-.OORSPRONKELIJK SCHOTS . (Rite Écossais primitif ), bestaat uit 33 graden, als de Rite Écossais ancien et accepté, maar met andere namen en volgorde. zijnde :
4. Volmaakt Meester.
5. Iers Meester.
6. Uitverkoren der negen.
7
- ,, ,, van het onbekende
8. ,, ,, der vijftien
9. Doorluchtig Meester.
I0. Volmaakt Uitverkoren
11. Klein Architekt.
12. Groot ,,
I3. Verheven ,,
14. Meester in volmaakte Bouwkunst
15. Royal-Arch.
16. Pruissies Ridder.
17. Ridder van het Oosten.
18. Prins van Jeruzalem
19. Achtbare Meesler.
20. Ridder van het Oosten.
21.,, ,, Palestina
22. Soeverein Prins Rozenkruis.
23. Verheven Schot.
24. Ridder van de Zon.
25. Groot-schot van St.Andries.
26. Metselaar van het Geheim.
27. Ridder van de zwarten Adelaar
28. Kadosch.
29. Groot-Uitverk. . v. d. Waarheid.
30. Nieuweling van het inwendige.
31. Ridder van het inwendige.
32. Prefekt van het inwendige.
33. Kommandeur van het inwendige.
Het stelsel wordt voornamelijk in België beoefend, en heeft zijn zetel te Namen, in de Loge La bonne Amiti‚.
.-.OUD EN AANGENOMEN SCHOTS. Zie SCHOT. V.°. M.°. en Frankrijk.
.-.PRUISSIES . Zie ZINNEND0RF en FESSLER.
.-.VAN HET GEZUIVERD RlTUAAL . is slechts in enkele streken, b. v. in dat gedeelte van Zwitserland in gebruik, hetwelk behoort onder het Direktorium van Zurich, en bestaat, behalve uit de symbol. .gr. ., uit:
4. Schotsch Meester;
5. Ridder van de Heilige Stad of van de Weldadigheid. De
6. graad (een mystieke graad), is verdeeld in drie sektiën, namelijk:
a. Nieuweling,
b. Profes en
c Ridder, het is het stelsel der Strikte Observantie, op het Zonwent te Wilhelmsbad herzien.
.-.SCHOTS WIJSGERIG Zie RITUAAL. (HET SCHOTS WIJSGERIG) Behalve het daar genoemde heeft men er inFrankrijk noch een van dezelfde naam, bestaande uit:
1, 2 en 3. Ridder van de zwarte Arend, of Rozenkruis van Herodom van de Toren, in drie afdelingen;
4. Ridder van de Phenix,
5. Ridder van de Zon;
6. Ridder van de Regenboog;
7. Waar Metselaar;
8. Ridder der Argonauten;
9. Ridder van het Gulden Vlies,
10. Groot-Inspekteur, Volmaakt Ingewijde,
11 Groot-Inspekteur Groot-Schot;
12. Verheven Meester van de lichtenden Ring.
De symbol. . gr. .. waarop het volgt, zijn er buiten gelegen, en schakelen het aan de V. . M. ..
Het is bijna hetzelfde als het hermetiesch stelsel van Montpelier, Zie MONTPELIER
.-.WIJSGERIG PERZIES Zie RITUS, (FILOZOFISCH PERZIES
.-.VAN ZINNENDORF Zie ZINNENDORF.
.-.VAN ZWEDEN Zie SWEDENBORG, ZWEDEN en ZINNENDORF.
Oorspronkelijk werd de V. . M. . uit Engeland naar Zweden overgebracht, waar de BB. . de hoge graden, later uit Frankrijk - volgens sommigen uit Geneve - overgevoerd met ijver aannamen, zodat men daar nog voor de Strikte Observantie een Tempeliersstelsel had. Daardoor was men er dat stelsel voorgekomen, en wekte de ijverzucht van zijn leden op, door het voorwendsel, dat men in Zweden de geheime opperhoofden kende en in het bezit was van gewichtige geheimen, betrekkelijk de Tempeliers-Orde, en ook van gewichtige oorkonden. Daarom reisde ook Hertog FERDINAND van Brunswijk naar Stockholm, doch keerde onbevredigd terug. Velen achten het Zweedse stelsel weinig verschillend van dat van Clermont. Het bestaat uit de volgende graden welke in vier klassen verdeeld zijn:
A . Leerling Gezel Meester
B 4. Leerling en Medgezel van St. ANDRIES. (Het is de Élu.)
- - 5. Meester van St. ANDRIES (het is de gr. . Schots Élu).
- - 6. De Broeders STUART (Ridder v.h Oosten / Prins van Jeruzalem).
C 7. De Broeder Gunsteling van SALOMO (Chevallier d'Occiaent).
- - 8 De Broeder gunsteling van St. JAN of van de witten Ordeband.
- - 9 De Broeder gunsteling van St. Andries of van de paarse Ordeband.
D de Broeders van het Rode Kruis in drie afdelingen.
-a .l0.Lid van het kapittel, geenDignitaris of Tempelheer(Magistertempli).
-b. 11.Groot-Dignitarissen.
-c. 12.De Gr. . M. . Nat. ..

.-. DER HOGE GRADEN. Van deze bestaan er omtrent 800, tot verschillende stelsels en klassen behorende , en zijn achtervolgens door mystieken, staatkundige drijvers, alchemisten en dergel. meer, op de V. . M. . geënt en tussen de andere geschoven. Ene omstandigheid die voor de algemeenheid, de overal erkende echtheid der eigenlijke Mac. . of symbol. . graden spreekt, is:
1e. dat deze bijna overal gelijk zijn, dat niet met de gelijkslaande graden in de verschillende stelsels het geval is, en
2e. dat ieder, de M. . graad bezittende, in welk stelsel hij die ontvangen hebbe, toegelaten wordt tot de opname in de hoge graden van een ander stelsel; dat niet zo is bij de bevordering tot hogere graden. De zo gunstig bekende Br. . CHEMIN -DUPONTES, zelf bezitter der hoogste graden, laat er zich in zijn Encyclopedie Maconnieque (Paris 1823) , aldus over horen:
Wil men in een vruchtbare grond goed graan voortbrengen, dan moet men beginnen met de stronken en het onkluid uit te roeien waardoor het zaad zou verstikt worden. Evenzeer kan men niet hopen, de V. . M. . zo nuttig te maken als zij het kon en moest zijn, zo lang men haar niet zal zuiveren van de overbevruchtingen die haar een schijn van ongerijmdheid geven, en haar met medelijden doen beschouwen door mannen, die zowel ten aanzien van de vorm als het wezen gestreng zijn. Beoefenden wij de deugden en de Maç. . wetenschap, in de toenemende verhouding van het aantal onzer graden, dan zouden wij acht of negen (eigenlijk twintig) malen beter en kundiger VV. . MM. . zijn dan onze overzeese BB. ., maar een onzalige ondervinding bewijst, dat de Mac. . verdienste juist in omgekeerde verhouding staat tot het aantal graden. In de symbolieke Loges-alleen is men enigermate V. . M. ., hoger op is er niets dan kinderachtigheid, onnozelheid (niaiserie), ijdelheid, tegenstrijdigheid, leenroerigheid, titels en despotieke vormen. Men leert er niets meer aan dan in de symbolieke graden, of geeft er zich slechts over aan praktijken, welke men als men zeer gematigd is, onbeduidend kan noemen.
Wanneer men dit alles nu voegt, hij hetgeen wij gemeld hebben in de Art. H0GE GRADEN, MELESINO, OPPERGRADEN, SCHOTSE VRIJMETSELARIJ en NEDERLAND, dan heeft men reden met een wijsgeer te zeggen, hoe ellendig moet het niet met het deeg staan, waarvan de bakkers-zelf zulk een getuigenis afleggen. Ongetwijfeld toch moet het bijster vreemd schijnen, dat een beproefde Mr. . V. . M. . nog 87malen, of nog 50, of voor het minst nog viermalen in de smeltkroes der graden gelouterd moet worden. alvorens de hoogste graad te bereiken. Daarbij is het duidelijk, dat er tussen de graden, willekeurig, andere zijn geschoven, althans dat zij niet geregeld op elkander volgen en logies uit elkander afgeleid zijn; want ware dit zo, dan zou niet dat, wat in één stelsel, in zeven graden volkomen wordt medegedeeld, in een ander stelsel 10, of, 53, ja 90 graden vormen, terwijl dezelfde stelsels slechts hier en daar een graad mededelen, en de overige ter loops geven; dan werden ook in het ene stelsel niet bepaalde graden gemist, die in het andere als hoogst gewichtig beschouwd worden. Dat zij niet logies uit elkander afgeleid zijn, en op elkaar volgen, blijkt ook daaruit, dat in het Egyptiesch stelsel de St. Andries-Ridder (2le. gr.), voor de Pruissiese Ridder (35e. gr.) gaat, en op deze (als 41e. gr.), de Ridder`van het Oosten volgt. In het gerectifieerd Schotse stelsel daarentegen heeft men eerst de Ridder van het Oosten, of de Degen (als 15e gr.), daarna den Pruissiese Ridder, of Noachiet (als 21e), en eindelijk in de 29e de St. Andries-Ridder. en is het niet voor het minst allervreemdst, dat de Soevereinen van de 18e Schotse graad nog 15 trappen van hoger geplaatsten boven zich hebben. In het Egyptiesch stelsel staan die Soevereinen onder de goudmakers, die het metaal graven wassen, blazen en smelten. Daarna volgen Soevereinen der Soevereinen, die toch nog andere boven zich hebben; anderen die zoo hoog geplaatst zijn, dat men voor de vele graden geen meer namen en titels kon vinden. Terwijl in de symbol. .gr. . alles wijsgerigen grondslag, logiese ontwikkeling toont, zijn al de hoge graden gevestigd op afgescheiden legendes, zonder historiese grond, welke het geheim van de graad bevatten en welker betekenis raadselachtig is . Bovendien is die betekenis in vele graden, bij de toepassing, strijdig met de zedeleer; gelijk dit het geval is met de wraak, welke de 4e graad wordt geleerd. Zie het Artikel NEKAM