Maçonnieke encyclopedie-S.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
SCHOTSE RITUS. A.A.S.R.
DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHOTSE RITUS
Sterker, de AASR is een van de jongste Riten.
Redenen voor de benoeming Schots zijn:
De geschiedenis begint als volgt:
Loge L'Anglaise
Tot 1751 - S. .L. .werken met 11 Rode Graden,
Morin wordt aangesteld als Groot Inspecteur Generaal
In 1761 gaat maçconniek Parijs vrijwel ten gronde aan chaos
In 1770 stichting van G. .Kap. .van Kingston
1793-1804 komt de AASR als Suprême Counsil 33e graad tot stand.
de samenstelling volgens Harold V.B
Bronverwijzing:
Schotse Ritus. A.A.S.R.
(Ancient and accepted Scotch rite, Rit écossais ancien et accept‚) ook wel
Suprême conseil genoemd is de naam van een uit 33 Graden bestaand
systeem dat van uit Frankrijk naar Amerika werd overgebracht, van daar
terug keerde en toen, als iets geheel nieuws, zich over Frankrijk, België,
Spanje, Portugal en Italië verbreidde, en ook in Engeland vele aanhangers
vond. De legende van deze ritus is de volgende. Karel Eduard, de laatste
Stuart, de chef van de oude en moderne maconnerie, benoemde Frederik II,
Koning van Pruisen, tot Gr.°. Mr.°. en tot zijn opvolger; toen deze bemerkte
dat zijn leven niet meer van lange duur kon zijn, nam hij het besluit, de
souvereine macht, die hij bezat, aan een conseil van Grands Inspecteurs
G‚n‚raux over te dragen die, na zijn dood, de leiding van de hogere
Maconnerie konden overnemen. Op 1 Mei 1786 vermeerderde hij de Graden
van de Rit ‚cossais ancien.et accept‚ van 25 tot 33 en werd het bestuur
daarvan opgedragen aan een souverein Kapittel onder de naam: Suprˆme
Conseil des Souverains Grands Inspecteurs G‚n‚raux van de 33 en laatste
Graad. Frederik II bepaalde dat van deze Gr.°. slechts één conseil in ieder
land of Koninkrijk van Europa, en twee in de Ver. Staten van Amerika
mochten gevonden worden." Deze legende, vooral de bewering dat Frederik
de Grote aan dit alles zou hebben deelgenomen, vond reeds vroeg
tegenspraak; zelfs het, met het Gr.°. O.°. de France verbondene, Suprˆme
Conseil heeft dit in 1832 in tweifel getrokken; Br.°. Merzdorff heeft
onweerlegbaar bewezen, dat we hier niets dan een sage hebben terwijl de
Gr.°. L.°. "Zu den drei Welt- kugeln" in 1862 't gehele verhaal voor een
verzinsel verklaarde.
- De oorsprong van dit systeem, dat in Frankrijk eens
zoveel te doen gaf, is zeer eenvoudig, ja onbeduidend. Op 27 Augustus 1761
gaf het bestuur van de "Gr.°. van de Keizers van het Oosten en Westens
(z.d.) aan zekeren Br.°. Stephanus Morin, die naar Amerika wilde gaan, een
patent om daar te lande al hun (niet met naam genoemde) Hoge Graden
uittereiken, waarbij later nog de z.g. "Grandes constitutions", die te
Bordeaux waren vastgesteld, gevoegd werden. Dit systeem bestond uit tien
klassen en 25 Graden; in Frankrijk vinden we, na 1780, er weinig of niets
meer van terug, maar in Amerika werd het door speculanten als Moses
Cohen, Spitzer, Isaac Long en anderen verder uitgewerkt, met nog tal van
Graden aangevuld en eindelijk omstreeks 1801, werd te Charleston het
supréme conseil opgericht; de Rite écossais was gereed. Tengevolge de
politieke gebeurtenissen, keerden vele leden van het supréme conseil naar
Frankrijk terug, en namen het nu zeer gewijzigde systeem ook mee. De
bekende Br.°. de Grasse-Tilly trad daar als bevorderaar van de Schotse ritus
op, en wijdde al zijn krachten aan de uitbreiding er van; nog in hetzelfde jaar
richtte hij te Parijs een supréme conseil op waarbij hij, onder de titel van
Souverain Grand commandeur, het voorzitterschap waarnam en dit ambt
bleef bekleden tot 1806, toen Prins Cambacéres hem opvolgde. Intussen had
de Grasse-Tilly in 1804 een. algemene vergadering van de leden van dit
systeem gehouden waarop de "Grande Loge Génerale écossaise de France,
rit ancien et accepté" geconstitueerd werd. Dit systeem bestond en bestaat
nog, uit 33 Grr.°.. De geschiedenis van deze ritus in Frankrijk is weinig
belangrijk. Het Franse Gr.°. O.°. kon het natuurlijk niet stilzwijgend aanzien,
dat een tweede mac.°. macht zich vijandig zou verheffen en deed al aanstonds
wat het kon, om zich met het suprême conseil te verenigen en richtte daartoe
in 1800 een "directoire des Rites" op. Maar het suprême conseil wilde
zelfstandig blijven, en te meer daar het door de Keizerlijke regering werd
gesteund en begunstigd en Napoleon zelf Prins Cambacéres tot Gr.°. Mr.°. van
beide corporaties benoemde; daardoor was de breuk, althans schijnbaar,
geheeld. Na de val van het Keizerrijk kon het saprˆme conseil zijn gezag
niet meer, als vroeger, doen gelden, en op 18 Aug. 1815 vaardigde het een
circulaire uit, waarin het aandrong op meerdere ondersteuning om dat het
anders tot ontbinding zou moeten overgaan. Nauwelijks was dat geschied, of
het door de Grasse-Tilly eigenmachtig opgerichte "Suprême Conseil pour 1'
Amerique" beproefde zich op de verlatene plaats te vestigen, en wist ook
werkelijk onderscheidene werkpll.°. voor zich te winnen. Dit gelukte te
eerder, omdat het beweerde veel ouder dan het andere systeem te zijn: in
1818 (23 Febr.) trad het Amerikaanse Gr.°.conseil openlijk als rechtmatige
Gr.°. L.°. Op, de Grasse-Tilly trad weer op de voorgrond. Lang duurde echter
deze heerlijkheid niet; reeds in Augustus van 't zelfde jaar trad een nieuwe
"Conseil pour la France et les possessions françaises de 1' Amerique et des
Indes" op, dat Tilly weer op de achtergrond schoof, hoe sterk hij daartegen
ook mocht protesteeren. Het Gr.°. Or.°. verzette zich ook tegen beide Schotse
systemen die weldra inzagen, dat ze zich verenigen moesten om althans nog
enige invloed te kunnen uitoefenen en op 7 Mei 1821 kwam er dan ook
werkelijk een vereniging tot stand; op 28 Dec. 1822 werd de " Grand Loge
centrale du rit Ecossais ancien et accept‚ de France" plechtig
geconstitueerd. Toen er nu in de boezem van het Franse Gr.°. O.°. der SS.°.
Grr.°.. oneenigheden ontstonden, was dit zeer voordelig voor het Suprˆme
Conseil, dat begreep in troebel water goed te kunnen vissen. Maar het Gr.°.
O.°. kwam tot bezinning, en vaardigde een circulaire uit, waarbij het Saprˆme
Conseil in de ban werd gedaan. Dit baatte niet; de Scholse ritus leed
daardoor geen schade, alleen de strijd tussen beide riten werd er slechts te
heftiger om.
Het lust ons niet de geschledenis van de volgende jaren, stap
voor stap, te volgen; genoeg is het te herinneren, dat er telkens pogingen
werden gedaan om de strijdenden te verzoenen, die nu eens gelukten maar
dan -weer verdeeld werden; het was en bleef een kamp, die tot geen
resultaat leidde, maar van de Vrijmij.°. natuurlijk groot nadeel berokkende.
-
Zo kwam het stormjaar 1848. De leden van het Suprême Conseil die meest
allen tot de hofkringen behoorden, zagen met angst en ontzetting de
republiek naderen; te meer toen enige Loges zich van de Hoge Graden
afscheidden en verklaarden tot de Symb.°. Vrijmij.°. te willen behoren. Maar
die storm ging voorbij en weer werden er onderhandelingen begonnen om
alle Maç.°. Lichamen in Frankrijk tot een te brengen Wij geloven dat de strijd
heden is beslecht en beide lichamen in vollen vrede naast en met elkaar
leven; de geestdestijds heeft ook hier zjn gezegende invloed geoefend. (z.
verder ook Zwitserland). Aangaande de organisatie van deze Ritus delen we
nog 't volgende mede. Aan 't hoofd van het gehele systeem staat de
"Suprême conseil du Saint-Empire pour la France et ses d‚pendances" dat
uit 27 leden bestaat die allen de 33e Gr.°. bezitten. De voorzitter heeft de titel
van "Tres-puissant Souverain Grand Commandeur Grand Maitre; naast hem
staat een "Tres-illustre Lieutenant Grand Commandeur; dan volgen de
andere Gr.°. Offic.°.
Schotse Ritus is onder de naam "Rit ancien et
accepté" verbreid over Engeland, Frankrijk, België, Italië, Portugal, Noord-
en Zuid-Amerika en daarom moeten we nog enige bijzonderheden
mededelen over het rituele van dit systeem; en maken hierbij de opmerking,
dat in Amerika enige kleine afwijkingen gevonden worden die echter van
geen wezenlijke betekenis zijn. Die de Mr.°. Gr.°. van de symb.°.Vrijmij.°. bezit
is bevoegd alle hogere Gr.°. tot en met de 18e te ontvangen; in de Engelse en
Amerikaanse LL.°. moet men de Gr.°. van Past-Master ontvangen hebben,
voordat men in de HH.°. Grr.°. gerecipieerd kan worden; overigens is het in
Engeland niet gebruikelijk, in de 18 eerste Grr.°. van deze Ritus te werken
alleen de 18de en de verdere Gr..°. zijn daar werkelijk in gebruik. De eerste
Gr.°. nu door de Schotse Ritus verleend is de
- 4e of die van Secret Master (maïtre Secret). Daarin wordt de mystische
betekenis van de voorwerpen het geen zich in t Heilige van de Tempel-
bevond verklaard, namelijk: van het reukaltaar, de gouden kandelaar, de
tafel van de toonbrooden, verder ook van de ark des verbonds en van de
zogenaamde recherstoel. Voor de afbeelding der voorwerpen volgde men
een basrelief in de triumfboog van Titus te Rome. De Meester van deze Gr.°.
stelt Salomo voor, die naar de tempel gaat om zeven bekwame bouwlieden
te zoeken.
- 5e Gr.°. Perfect Master (Maitre parfait) een voortzetting van de vorige; . de
legende daarvan zinspeelt op de begrafenis van Hiram. Drie dagen na die
plechtigheid bezocht Salomo het graf waar hij in tegenwoordigheid der BBr.°.
een gebed uitsprak, dat eindigde met de woorden: het is volbracht.
-6e Gr.°.: intimate Secretary (Secretaire intime); rituaal en legende hebben
betrekking op een geval van ongepaste nieuwsgierigheid waarbij de straf die
verdiend was, alleen omdat de schuldige vroeger zo onberispelijk leefde,
werd afgewend. Weer wordt hier gezinspeeld op Hirams trouw en het
eischen van het Mr.°. W.°. door de Gezz.°.-Deze drie graden zijn, in de grond,
niets anders dan een commentaar op de historise traditie van de Mr.°. Gr.°.
-7e Gr.°. Provost and Juge (Pr‚vot et Juge). Er wordt verhaald dat Salomo
deze stichtte om onder de Bouwll.°. van de T.°. de orde des te beter te
handhaven. Het woord Provost (praepositus) bedoelt de man, die de plicht
had de orde te handhaven en de rustverstoorders te bestraffen
-8e" Gr.°. Intendant of buildings (Intendant des batinuents) ook Meester in
lsraël genoemd. De legende verhaalt dat men 't plan heeft het verlies geleden
door Hiram's dood wéér te vergoeden.
- 9e Gr.°.: "Elect of nine"' Hierin wordt de zedelijke waarheid verkondigd en
aanschouwelijk voorgesteld, dat de straf vroeger of later op iedere
onrechtmatige daad volgen moet en men ook hierdoor met opgewekte moed
de mac.°. plicht kan vervullen.
- 10e Gr.°.: "Elect of fifteen" (Elu des quinze) ook wel: illustrious elected of
fifteen, elu illustre des quinze. Hierin wordt de straf verkondigd van hen, die
reeds voor 't voltooien van de Ternpel een misdrijf gepleegd hadden en in
zoverre is hier de voortzetting en voltooiing van de vorigen Gr.°..te vinden.
- 11e Gr.°. "Sublˆme elect" ( Elu sublime). Volgens de Iegende van de Gr.°.
zocht Salomo, nadat hij de verraders en de nalatigen gestraft had, onder de
15 gekozenen (10e Gr.°..) twaalf mannen uit, die door hem in 't bijzonder
beloond werden; gelijk nu Israël in twaalf stammen verdeeld was, zo waren
de bouwlieden in 12 groepen afgedeeld; aan 't hoofd van ieder van deze
groepen stond weer een van deze uitgekozenen, die hem telkens bericht
moest geven van de voortgang van de bouw; men beweert dat deze Gr.°.
reeds in de kruistochten gesticht is.
- 12de Gr.°.: "Grand Master Architect" (Grand Maitre Architecte). In deze
Gr.°. komen de grondregels van de werk maconnerie op de voorgrond. Deze
is de zuiver wetenschappelijke Gr.°. waarin de regels van de bouwkunst en
het verband, waarin de vrije kunsten staan tot de Maconnerie, verder
ontwikkeld worden. Natnuurlijk wordt ook hier alles op zedelijk terrein
overgebracht.
- 13de Gr .°. "Master of the nininth arch" of _Ancient royal arch of Salomo",
of ook in t algemeen Royal Arch (z.d.). Het z.g. apocryfe boek Henoch
wordt hier in hoofdzaak gevolgd. Deze Gr.°. is werkelijk, in menig opzicht,
zeer belangrijk, uit een zedelijk oogpunt.
- 14de Gr.°.: "Grand Scotch Knight" (Grand Eccossais de la perfection dit la
voute sacr‚e ou de Jacques VI). Deze wordt beschouwd als de laatste Gr.°.
van de oude Vrijmij.°. en de laatste van die HH.°. Grr.°., die op de bouw van
de eerste Tempel betrekking hebben. Volgens de legende boden de
Jerusalemse bouwlieden aan, de christelkijke kruisvaarders te helpen, onder
voorwaarde,dat ze onder een eigen, door henzelf gekozen opperhoofd
mochten strijden. Dit werd hun toegestaan, en hun moed trok zo de
aandacht, dat de christelijke vorsten verlangden in hun mysteriën te worden
ingewijd en op deze wijze de echte koninklijke kunst weer aan te leeren
- 15e Gr.°.. :"Knight of-the sword and the East" (Chevalier d'Orient) heeft
betrekking op de hulp die Darius aan de Joden verleende toen ze, na de
dood van Cyrus, telkens belemmerd werden in hun poging om de tweede
Tempel te bouwen. De bouwlieden die aan de tweede tempel arbeidden, het
zwaard in de ene en de troffel in de anderehand, werden tot Ridders van het
Oosten benoemd. Vandaar de naam van die Gr.°.; de zedelijke betekenis is
duidelijk; er moet gebouwd worden aan de tempel van de toekomst lijdende
en strijdende, maar tevens met een alles verzoenende liefde.
- 16 e Gr.°. ."Grand Prince of Jerusalem" zinspeelt weer op al de aanvallen die
de Joden, bij de tweede tempelbouw te verduren hadden.
-17 e Gr.°.: "Knight of the East and West" (Chevalier d'Occident), een
ridderlijke graad die met de oudste geschiedenis van de Vrijmij.°. niets te
maken heeft. Hij zou in de kruistochten ontstaan zijn omstreeks het jaar
1118'
-18d'' Gr.°. :"Sovereign Prince of Rose Croix Heredom" (Souveraine prince
Rosecroix). Deze Gr.°. is de voornaamste Gr.°., en van een meer of min
specifiek-christelijk karakter. Hij symboleert des mensen levensreis door het
dal van de schaduwen des doods heen naar de eeuwige woningen des Lichts,
gesteund en geleid door de Christelijke deugden: geloof, hoop en liefde.
Deze de leer van deze Gr.°. is werkelijk voortreffelijk. Wanneer er van een
Christelijke Vrijmij.°. sprake kon en mocht zijn, dan zou deze Gr.°. aller
sympathie verdienen. In Engeland wordt hij dan ook hoog in ere gehouden
en, men moet het erkennen, wanneer de Kerkelijke dogmatiek verre blijft,
dan is zeer zeker de grondidee van 't Christendom dezelfde als die van de
waar-achtige Vrijmij.°.. Om in deze Gr.°. te worden opgenomen, moet men in
Schotland als Royal-Arch-Mason bekend zijn
- 19 e Gr.°.: "Grand Pontiff" (Grand Pontife of Sublime ‚cossais) houdt zich
bezig met de apokalyptische mysterien van het nieuwe Jerusalem
(openb.XXl en XXII)
-20 e Gr.°.: "Grand Master ad Vitam" of "Grand Master of all the symbolic
Lodges" (Grand maitre ad vitam, of v‚ritable Grand maitre de toutes les
Loges symbolique, ook Souveraine prince macon). Deze heeft weer
betrekking op de tempelbouw en wel op de verwoesting van Stad en tempel
door Titus in 70 nC. De Christelijke bouwlieden zouden toen vol droefheid
Jerusalem verlaten hebben; ze verspreidden zich toen over de gehele wereld
om dan nu een waarachtig geestelijken tempel te stichten. Een deel van deze
koos de stad Kilwinning (z.d.) in Schotland uit,om daar een L.°. te stichten en
een abd te bouwen, waarin de oorkonde van hun broederschap werd
weggeborgen.
- 21 e Gr.°.. "Noachite" of "Prussian Knight" (Noachite of Chevalier
Prussien), de legende hier van gaat wel zeer ver terug, namelijk tot de
verwoesting van de toren van Babel. De vergaderingen van deze Gr.°.
worden alleen des nachts, bij volle maan, gehouden: alleen maanlicht mag
hier gebruikt worden.
- 22 e Gr.°. "Prince of Libanon" of"Knight of the Royal Axe" (Prince de
Libanon , of Chevalier Royal-Flache) z. Libanon.
- 23 e Gr.°.: "Chief of the Tabernacle " (Chef da tabernacle) zinspeelt op de
instelling van de priesterschap en A„ron en diens zonen Eleazar en I hamar.
Het Rituaal is naar Exod. XXIX en XL gevolgd. In enige systemen vindt
men de Gr.°. van Hoge priester; in het Royal-Arch Rit.°. is de Hogepriester de
eerste beamte."
-24 e Gr. .: "Prince of the tabernacle." De Gr.°. zinspeelt op de voorschriften
gegeven omtrent de bouw van de tabernakel, die door God aan .Mozes
zouden gegeven zijn
-25 e Gr.°.: "Knight of the brazen serpent" (Chevalier du serpent airain) doelt
op hetgeen wordt meegedeeld Num. xxf 6-9. Naar luid van de legende werd
deze Gr.°.. gedurende de kruistochten door J. Ralph gesticht die hem de naam
gaf van "Koperen Slang", daar het de plicht van de ridders was arme
reizigers op te nemen en om niet te verzorgen, hen tegen de aanvallen van de
ongelovigen te verdedigen en hen veilig naar Palestina te brengen (z.Slang).
- 26 e Gr.°.: "Prince of Merci " of "Scotch Trinitaire" (Prince de Merci-
Ecossais Trinitarie) een zeer wijsgerige Graad met een betekenisvol Rituaal;
is specifiek-christelijk en heeft betrekking op het z.g. drievoudig verbond dat
God met de mens maakte en wel
1. tussen God en Abraham,
2. met Mozes, en
3. door middel van wijze zoon Jesus Christus" of ook: het verbond van de
natuur, der wet en van de genade.
-27 e Gr.°.: "Grand Commandeur of the temple (Souverain grand
commandeur du temple). Hier heeft alles betrekking op ridders en soldaten
en deze graad wordt met de Tempelheren in verband gebracht. Hier is niets
te vinden wat op de Vrijmij. betrekking heeft
- 28 e Gr.°.: "Knight of the sun" (Chevalier du soleil of Prince adept) een
philosophise Gr.°., die, onder een enigszins gewijzigde vorm, ook in andere
systemen gevonden wordt. De legende beschrijft de zeven Cherubs, wier
namen zijn opgetekend in de eerste hemel en die de zeven deugden des
levens vertegenwoordigen, namelijk: zien, horen, proeven, ruiken, voelen,
rusten en denken.
-29 e Gr.°.: "Knight of St.- Andrew" of "Patriarch of the Crusades" of ook
"Grand Master of light" (Grand Ecossais de St. Andr‚ d'Ecosse‚, ook wel
Chevalier du soleil) is de eerste van die gradent die Ramsay (z.d)in de plaats
van de drie SS.°. wilde stellen.
-30 e Gr.°.: "Knight of kadosh" ook wel "Knight of the black and white eagle"
(Chevalier Kadosch, of Chevalier de l'aigle blanc et noir) deze Gr.°. zocht
deze ritus met de Tempelheren in verband te brengen en de legende heeft
betrekking op de vernietiging van die Orde (z.Kadosch). Deze Gr.°. is van
jonge dagtekening; hier vindt men de symb.°.. ladder.
- 31 e Gr.°. "Grand Inquisitor Commander" ( Grand Inquisiteur, Inspecteur,
Commandeur) is alleen een Graad van beambten, die verplicht zijn de
onderscheidene Loges te inspecteeren; de vergadering in deze Gr.°. heet
"Sovereign tribunal" (Souverain tribunal).
- 32 e Gr.°. "Sublime Prince of the royal secret (Sublime prince du royal
secret) was, tot aan 1786 het hoogste van de gehelen ritus, hier heet de Loge
"Grand consistory."
-33 e Gr.°.: "Sovereign Grand Inspector General" (Souverain Grand
Inspecteur Général) waarvan de leden het supreme council (supreme
conseil) vormen.
-Ziethier de lijst van de 33 Gr.°. van de Ritus. In Amerika
vindt men een geringe afwijking. Daar gaan aan de 33 Gr.°. nog 12 andere
vooraf, zodat er daar eigenlijk 45 zijn. Deze zijn in 4 afdelingen gesplitst,
die echter eigenlijk op zich zelf staan en waarvan ieder haar eigen bestuur
heeft- deze afdelingen zijn
1. de blauwe Loges met 3 Grr.°..
2. de Royal-Arch-Grr.°. (Gr.°. 4. -- 9),
3. de Tempelridders (Gr.°.. 10-12).
4. de oude en aangenomen Schotse Vrijmetselaars, behelzende de overige
Graden die weer in allerlei onderdelen zijn gesplitst.
De geschiedenis van de Schotse Ritus
Er is veel over dit onderwerp geschreven verreweg het meeste heeft geen of
onvoldoende gedocumenteerde ondergrond. Eerst na 1950 komt er
voldoende documentatie beschikbaar om een vrijwel gesloten beeld over de
ontwikkeling van het systeem van 4. . t/m 33. . genaamd AASR te vormen.
Een vlot lezend boekje hierover is van de hand van Harold vanBuren
Voorhis 33. ., "The story of the Scottish Rite" uit 1965 en herzien in 1980.
Voor de echte studenten echter is een zeer gedokumenteerd werk "The Rise
of the Ecossais Degrees" door James Fairbaim Smith als lid van de Chapter
of Research of the Grand Chapter of Royal Arch Masons of the State of
Ohio. Dit research chapter heeft wellicht de diepgaanste studie over dit
onderwerp gehouden.
Het is zinnig eerst wat zaken vast te stellen ten eerste:
tussen alle fantasiën van allerlei Ritussen over afstamming en ouderdom de
een nog fabelachtiger dan de ander valt de Ancient and Accepted Scottish
Rite op twee manieren op, ze noemt zich Ancient iets dat in het geheel niet
correct is, tenzij ze verwijst naar de Ecossais Craft Degrees, wat niet het
geval is, de AASR loopt van 4. . t/m 33. ..
Sterker, de AASR is een van de jongste Riten
.
Ze is gevormd op 31 mei 1801 in Charleston S.C. door een zichzelf
vestigend orgaan, dus zonder machtiging van een voorganger. Zoals
gebruikelijk in de Vrijmetselarij; iemand verzint een nieuw systeem of
organisatie en ontleent hieraan het recht jurisdictie te hebben over anderen
en daarvan blinde qehoorzaamheid eisend, mogen horen zonder eigen
inbreng want die is a priorie onregelmatig. Maar dit terzijde de Mother
Suprême Council of the World is tenslotte de formele oorsprong van de
AASR en wat meer genuanceerd; een zakelijk realistische organisatie.
Gedurende de eerste ca. zestig jaar van haar bestaan heeft ze alle
afscheidingen en concurrerende organisaties weer opgeslokt door
compromissen te sluiten en door het geven van belangrijke posities aan de
aanvoerders van de opposities. Bovendien onderscheidt zij zich door
duidelijk haar wortels aan te wijzen. Zij zegt hierbij niet verder terug te gaan
dan 1762 de datum van de geheime constituties waarop de op 27 augustus
1761 verstrekte machtiging van Stephen Morin was gebaseerd, hierover later
meer.
Waarom is de naam "Schots" gekozen als onderscheiding t.o.v. de vele
maconnieke stelsels?
Er is geen directe geografische reden aan te wijzen, in tegendeel de AASR
werd vanuit Amerika in Schotland geintroduceerd.
Redenen voor de benoeming Schots zijn:
A--Volgens Knoop en Jones was de Schotse Vrijmetselarij esoterisch
veel verder ontwikkeld dan de Engelse. De graadaanduiding van E.A., F.C.
en M.M. zijn ontleend aan het Schotse gebruik. De belangrijkheid van de
Schotse stroming in de Britse Vrijmetselarij wordt duidelijk indien we ons
realiseren dat tussen 1717 en 1730 maar liefst 6 Grootmeesters van de
Grand Lodge of England, prominente Schotten waren.
B--Schotse invloed dateert uit vroeg 1600 toen de Schotse koning James
VI ook de Engels troon besteeg en zo in 1603 beide koninkrijken verenigde.
Er kan zonder meer worden gesteld dat de Schotse primitieve esoterische
ceremonies in Engeland de aanzet vormde voor het ontstaan van de moderne
Vrijmetselarij omslag dus van operatief naar speculatief. En het moet
worden gezegd de Engelse hang naar formalisering van tradities was de
basis tot een stabiel systeem dat z'n uiteindelijk beslag kreeg met het
opstellen van de Constituties.
C--Het eerst leger geschrift betreffende Vrijmetselarij is Schots. In 1640
werd Quartermaster General Robert Moray ingewijd in een ambulante
Schotse leger loge. Dit vond plaats op Noord Engelse bodem bij New
Castle-on-Tyne.
Deze ambulante loge werkte onder de jurisdictie van de in Edinburg
gevestigde Loge Mary's Chapel no.1. Deze loge heeft ononderbroken
documentatie tot 1599.
Er zijn nog een aantal belangwekkende historische punten aan te halen maar
ook deze leiden tot de conclusie "SCHOTS" stond in de toenmalige
Vrijmetselarij voor "oude oorsprong" en "diepgang", esoterie dus, m.a.w.
voor respectabel en niveau.
De geschiedenis begint als volgt:
Op zondag 27 april 1732 werd in Bordeaux de loge L'Anglaise gesticht
onder de jurisdictie van de Grand Lodge of England, de zgn. Moderns; en
kreeg het register nr. 363 na een warrant confirmation op 8 maart 1766. De
Ier Captain Marty Kelly was de voorzittendmeester.
In zes dagen tijd verrichtte hij vier verheffingen, een van hen werd de derde
voorzittendmeester negen dagen na zijn verheffing.
Als u denkt dat er alleen in die dagen spoed gemaakt werd onder druk van
de omstandigheden dan heeft u het mis, ik nodig u uit eens te bladeren in de
geschiedenis van LDH om te zien hoe dat ook nog heden ten dage het geval
is. Soms vraag ik me af of de stagnatie van de Vrijmetselarij in Nederland
niet te wijten is aan formele verstarring.
De geschiedenis in Bordeaux gaat verder met de benoeming van Nicholas
Stainton als voorzittendmeester op 2 mei. In de daarop volgende vier dagen
vinden twee verheffingen plaats. Op 6 mei volgt de benoeming van James
Bradshaw tot voorzittendmeester, hij was trouwens een van de verheffingen
uit de eerste zes dagen van het bestaan der loge.
Deze loge bestaat nog steeds, na de vereniging van de Moderns en de
Ancients tot de United Grand Loge of England in 1813, kreeg ze register
nr.204.
Pas bij de reconstituering op 6 december 1913 werd ze lid van de Grande
Loge Nationale Francaise, en haar naam herinnert aan haar verleden n.l.;
L'Anglaise no.204 - No 2 te Bordeaux.
Dat loge L'Anglaise viel onder Engelse jurisdictie volgt onder meer uit het
feit dat ze rapporteerde aan Engeland en haar Engelse karakter wordt
onderstreept door het feit dat ze haar notulen gedurende de eerste elf jaren in
het Engels opstelde.
Loge L'Anglaise
acteerde als een moederloge een soort provinciale grootloge op vreemde
bodem dus. Ze stichtte volop loges en dat de zaken voorspoedig gingen
blijkt uit haar correspondentie met Engeland, zij rapporteert in 1785 reeds
42 loges onder zich te hebben, en iets later reeds meer dan 50.
Het Grootloge achtige karakter blijkt uit het feit dat geen van deze loges
rapporteerde aan Engeland maar aan L'Anglaise die de formele band met
Engeland onderhield.
Een afstammeling van L'Anglaise was loge La Française, die op haar beurt
loge Parfait Harmonie stichtte, ergens tussen 1740 en 1744. Er dient
opgemerkt te worden dat L'Anglaise met straffe hand de zaak regeerde. Dat
blijkt onder meer uit correspondentie waaruit blijkt dat het inwijden of
toelaten van Joden verboden was. Tot tweemaal toe werd het verzoek van
Br Coppadoce Joods lid van loge La Paix te Amsterdam afgewezen, eerst op
30 november 1747 en later ondanks de aanbeveling van zijn
voorzittendmeester uit Amsterdam op 11 februari 1749. Stephen Morin
(Etienne op z'n Frans) was ingewijd in loge La Francaise, en was
voorzittendmeester van Parfait Harmonie in 1744 en mogelijk eerder.
Hiermede is de eerste ontzenuwing van de bewering dat de ontwikkeling van
de AASR een soort Joods koekoeksei in het nest der Vrijmetselarij was een
feit. Morin was geen Jood zoals uit het voorgaande gedrag van zijn
organisatie blijkt, het ondersteunt de algemeen aanvaarde geschiedenis over
Stephen Morin die werkte als handelsreiziger voor de Sevres porcelein
fabrieken en verspreider van een of ander kerkeblad, Morin was R.K.. De
groep van loges waartoe hij behoorde ontwikkelde een grote hoeveelheid
ritualen waarvan de inhoud niet zelden zodanig was dat feitelijk alleen
Christenen ermee konden werken.
Parfait Harmonie was hoogst waarschijnlijk geformeerd voor het beoefenen
van Schotse graden, wat daar ook precies onder mag worden verstaan,
vermoedelijk het werken in de Ecossais Craft Degrees.
Parfait Harmonie is daarmee de oudste Schotse loge op het continent met
een gedocumenteerde geschiedenis. Het is zeker dat deze loge ook hogere
graden verleende eerst van lagere aantallen maar uiteindelijk de Rite of
Perfection van 25 graden, in welker ontwikkeling zij ook heeft bijgedragen
al was het maar door de bemoeienis van Morin.
We gaan een wat rommelige periode van de geschiedenis tegemoet. Parfait
Harmonie richtte in 1747 een loge op te Parijs. Zodoende kwam de Ecossais
in Parijs inclusief een voorloper van de Rite de Perfection, bestaande toen
uit 4. . t/m 14. . graad. De Bordeaux groep werd niet alleen actief elders in
Frankrijk maar ook zeer actief in de West Indisch en later in het zuiden van
de States, ook hier heeft Morin op zijn handelsreizen bijgedragen. Uiteraard
zaten er op de Franse West Indische eilanden de nodige Fransen van goede
komaf en zoals gebruikelijk lid van een of andere Vrijmetselaars organisatie.
Dus het opzetten van maconnieke steunpunten zal niet al te moeilijk zijn
geweest.
De activiteiten en het gezag van de Bordeaux groep blijken uit zaken als:
- de Schotse loge te Cap op San Domingo wordt als regelmatig erkend in
1748,
- in 1750 vindt constituering plaats van een Schotse loge te St.Pierre op
Martinique,
- er wordt een loge gesticht in 1752 te Port La Paix op San Domingo,
- de loge te Cap wordt de baas in de West Indisch,
- in 1756 wordt het verzoek voor het stichten van een loge te Louisiana
toegekend, etc. etc.
Met als klap op de vuurpijl autoriseerde men Br. Masse de Rousillon om een
loge van volmaking te stichten in New Orleans in 1763, werkend in 14
graden. Zodoende de voorloper van de hogere Schotse graden brengend in
de States.
Vermoedelijk wordt in de literatuur gesproken over Schotse graden als men
spreekt over de Rite de Perfection omdat de ontwikkeling ervan aanvangt
binnen de Schotse loges van de Bordeax groep, met als motor Parfait
Harmonie.
Het zal ook duidelijk zijn dat de Schotse Vrijmetselarij tot en met de Rite de
Perfection wijd verspreid was in de West Indisch en de Zuidelijke States.
We zullen straks zien dat Morin iemand was die het niet zo nauw nam en
uiteindelijk overzee weinig geliefd bleek te zijn. Voor zover bekend is De
Feuillard de eerst afgevaardigde (deputy) van de Bordeux groep overzee. Hij
delegeerde zijn bevoegdheid aldaar aan Bertrant Barthomieu. Broeders in
Port de Paix, vroegen erkenning voor hun loge die in 1753 door Morin was
opgezet. Bordeaux reageerde door Morin te laten weten dat dit alleen kon
geschieden na goedkeuring van gedelegeerde De Feuillard.
De Feuillard was in West Indië niet erg actief dit in tegenstelling tot in
Frankrijk waar hij wel actief optrad hij was namelijk degene die de
oprichting van de Schotse loge in 1747 te Parijs verzocht en kreeg.
Om het verhaal niet te langdradig te maken door allerlei details gaan we
door in hoofdzaken.
Tot 1751- S. .L. .werken met 11 Rode Graden,
Het lijkt erop dat tot ca. 1751 de Schotse loges werkten met 11 hogere
graden net zoals de loge van volmaking in de AASR. Hier komt de Parijse loge
weer in beeld, in 1750 komt Morin uit Parijs terug in Bordeaux, met een
autorisatie?, om de graad Chevalier de l'Orient te verlenen. Dit kan
betekenen een 15 de graad of dat er slechts 10 hogere graden waren, het
eerste lijkt mij het meest aannemelijk.
In Parijs gebeurt van alles en de maconnieke chaos wordt compleet, de
Grootloge van Frankrijk, alleen werkend in de blauwe graden, probeert grip
te krijgen op de loges in Frankrijk, iets dat niet lukt met de Bordeaux groep
want die heeft te veel aanzien en hangt bovendien aan Engeland. Veel loges
die niets van de Grootloge willen weten gaan over tot het werken in hogere
graden, die ontstaan dan ook bij honderdtallen, de benamingen en de inhoud
van de graden worden hoe langer hoe belachelijker. De Schotse loge te
Parijs blaast haar hogere graden partijtje mee en noemt zich Sovereign
Council Sublime Ecosse Mother Loge.
In deze periode ontstaat het Kapittel van Clermont in 1754 onder leiding van
Ridder de Bonneville.
Dit Kapittel probeerde de succesvolle Schotse organisatie de loef af te
steken, bijv. door de exclusiviteit van het leden bestand de leden behoorde
uitsluitend tot de Franse elite.
Aanvankelijk werkte men in 7 graden, de laatste heette Subliem meester en
ridder van God, je moet natuurlijk wel doelen stellen een stapje terug kan
altijd nog nietwaar? Er ontstaat in 1756 een rivaliserende groep met leden uit
de midden klasse, deze organisatie noemt zich Ridders van het Oosten, men
werkt in 15 graden.
Het Kapittel van Clermont zakt wat weg, maar in 1758 volgt een opleving,
er vindt ontwikkeling plaats tot 25 graden. Ongetwijfeld het gevolg van het
feit dat er nogal wat leden lid waren van beide organisaties er werden dus
zaken samen gevoegd en graden bij verzonnen. De hele organisatie
ontwikkelt naar een nieuw orgaan genaamd "Emperors of the East and the
West" met het bescheiden toevoegsel " Sovereign Prince Masons, Substitute
General of the Royal Art, Grand Surveillants and Officers of the Grand
Sovereign Lodge of St. John of Jerusalem. Hiermede is de Rite de Perfection
met 25 graden een feit als product van de Keizers van het Oosten en het
Westen.
In de chaos van rivaliserende groepen verliest de Schotse stroming in Parijs
haar invloed en de zaak keert terug naar sordeaux, inclusief de Rite de
Perfection.
In 1761 keert ook Morin terug naar Bordeaux om de competentie vraag te
stellen tussen hem en De Feuillard over de kwestie van de door hem
gestichte loge te Port de Paix.
Morin wordt aangesteld als Groot Inspecteur Generaal
i.p.v. de gebruikelijk benoeming als Gedelegeerd Inspecteur Generaal.
Hij wordt hiermede de superieur van De Feuillard, de Roussillon en
Barthomieu. Allen hebben ze de bevoegdheid om de Rite de Perfection 25
graden te verspreiden en hiertoe Deputy Inspector Generals te benoemen
met dezelfde bevoegdheden. Morin's aanstelling dateert van 27 augustus
1761. Om de zaak van regels te voorzien wordt er een geheime constitutie
samen gesteld, die zal worden nagezonden. De uiteindelijke versie van deze
constitutie dateert van 1762, en arriveert in de West Indisch voordat Morin
daar aan komt. Morin's schip wordt namelijk opgebracht door de Engelse
marine. Eenmaal in Engeland wordt Morin als burger vrij gelaten, en hij
mengt zich onder de Engelse Vrijmetselaren van de Moderns.
Hier gebeurt iets wonderbaarlijks, kennelijk was de Bordeaux band met
Engeland ondanks de Franse chaos in stand gebleven,
want de Grootmeester Lord Ferrers, ondertekent terbekrachtiging de
machtiging en aanstelling van Morin om de Rite de Perfection in de nieuwe
wereld te verspreiden.
Als Morin in 1763 te Jacmel op San Domingo arriveert ligt de Constitutie
van 1762 op hem te wachten.
Samengevat: de AASR vindt haar oorsprong bij een groep loges met als
centrum de Bordeause loge l'Anglaise die met ijzeren vuist de onder haar
resorterende loges regeert. Ze is van Engelse oorsprong en rapporteert aan
Engeland.
Een van haar loges Parfait Harmonie werkt uitsluitend Schots en begint met
hogere graden. Via Parijse perikelen en onduidelijke verbindingen tussen
diverse maconnieke organisaties, dubbele lidmaatschappen, loef afstekerij
etc. ontstaat uiteindelijk de Rite de Perfection van 25 graden.
De 24. . was Ridder Kadosh en de 25. . Prins van het Koninklijk Geheim.
Ontegenzeggelijk, Morin speelde in deze ontwikkeling een vooraanstaande
rol.
In 1761 gaat maçconniek Parijs vrijwel ten gronde aan chaos en wordt Bordeaux weer regelend orgaan over de Schotse loges nog steeds
verbonden met Engeland.
Zoals gesteld Morin werd als hoogste aangesteld n.l. als Groot Inspecteur
i.p.v. de tot dan gebruikelijke aanstellingen tot Gedelegeerd Inspecteur.
Morin krijgt de bevoegdheid de Rite de Perfection te verspreiden in de West
Indische en de nieuwe wereld. Hij en de Gedeputeerd Inspecteurs zijn
bevoegd waar nodig andere Deputy Inspectors Generals aan te stellen, die
ook de bevoegdheid hebben aan te stellen en de Rite de Perfection t/m de
25. . te verspreiden en hiertoe loges, kapittels etc. op te zetten.
En nu dan de ontwikkeling van Rite de Perfection tot AASR.
De eerste daad van Morin na zijn aankomst in 1763 was het aanstellen van
een zekere Henry Andrew Francken een tot Engelsman genaturaliseerde
Nederlander die als douane official werkte in Kingston Jamaica. Morin
benoemde hem als Senior Deputy Inspector General.
Er is een vloedgolf van benoemingen en openen van loges en kapittels voor
de Ecossais Craft Degrees inclusief de Rite de Perfection.
In 1770 stichting van G. .Kap. .van Kingston
Wetenswaard is dat in 1770 onder William Winter als Provicial Grand
Master of Jamaica of the Grand Lodge of England een Groot Kapittel van
de 24. . werd gesticht in Kingston. Derhalve werd de band met Engeland
nog steeds als intakt gezien en zeker ook als regelmatig. Hoe anders dan
tegenwoordig waar de Vrijmetselarij verstart en taant in vooral niet te snel
dus ontwikkeling remmend en onderlinge verkettering over regelmatigheid
en jurisdictie aanspraken over elkaar binnen de organisaties en tussen de
organisaties onderling.
Morin is niet geliefd hij staat zich voor op z'n titel en ontpopt zich als een
tiranniek baasje dat privileges opeist en die het bovendien niet zo nauw
neemt met de regels als hem dat past.
Er gaan zelfs brieven van de West Indische loges naar Bordeaux met het
verzoek Morin te ontheffen en een kopje kleiner te maken.
We verlaten Morin die voor zover bekend vijf aanstellingen verrichtte
waaronder Francken als Senior en belangrijkste. Hij sterft uiteindelijk
berooid op 17 nov. 1771 en ligt begraven op de begraafplaat s van de
protestant se kerk te Kingston Jamaica.
Francken ontpopt zich als de gangmaker overzee zoals Morin dat was in
Frankrijk tussen 1740 en 1760. Francken was in 1720 in Nederland geboren,
naar Engeland geëmigreerd en aldaar van aanzien geworden daarna gaat hij
naar de West Indisch, hij is overleden op 20 mei 1795 en op 24 mei
begraven op de zelfde begraafplaats als Morin.
Ik zal u niet vermoeien met allerlei tussen details, zoals het feit dat Francken
in 1767 een Charter uitreikt voor een Kapittel in Albany, New York, waaruit
blijkt dat hij bevoegdheden heeft t/m de 29e graad. Dat is immers vreemd
want zijn gedelegeerden hadden zoals dat hoorde bij de Rite de Perfection
bevoegdheden t/m de 25e graad. Francken is zeer actief met benoemingen,
stichtingen en met het verstrekken van dispensaties, versnelde verstrekking
van graden etc. zolang dit maar de ontwikkeling van de Rite de Perfection
diende, Francken legde op deze wijze de basis voor de AASR. In 1797 is de
graden chaos overzee compleet, hoewel de magonnieke gezagsverhouding
duidelijk is, n.l. de Sov. Subl. Council te Kingston is de baas. Op 10
augustus 1797 stemt Kingston toe in het oprichten van een Council of
Princes of the Royal Secret = 25e graad te Charlston S.C., onder
voorwaarde dat benoemingen van Senior Deputy Inspectors Generals alleen
met goedkeur van Kingston kan plaats vinden. We gaan nu over tot twee
personen die uiteindelijk de initiators zijn voor de stichting van de AASR
Mother Supreme Counsil of the World te Charleston S.C.
De eerste is Graaf De Grasse-Tilly geboren te Versailles op 14 februari
1765 en Ingewijd in Contrat Social Ecossais loge te Parijs. De tweede is
Delahogue zijn schoonvader geboren te Parijs in 1744, waar hij is Ingewijd
is niet bekend.
De Grasse (zoon van een Franse Admiraal) arriveerde in 1789 op San
Domingo om een suikerplantage geërfd van zijn vader te beheren. Binnen
de Vrijmetselarij aldaar ontmoette hij Delahogue wiens dochter hij trouwde.
Als gevolg van een slavenopstand in 1793 zijn beide met familie
genoodzaakt te vertrekken en belanden in Charlston S.C. op 14 augustus
1793, waar zij verblijven tot 1804.
In deze periode komt de AASR als Surpreme Counsil 33e graad tot stand
1793-1804 komt de AASR als Surpreme Counsil 33e graad tot stand.
In het kielzog van de onverklaarde 29e graad bevoegdheid van Francken,
bleken beide heren te beschikken over een 32' graad toen zij in Charlston
aankwamen. Dat is vreemd want beiden hadden sinds 1795 als Deputy
Inspectors General voor de 25 graden tellende Rite de Perfection getekend.
Delahogue wordt op 12 november 1796 benoemd als Deputy Grand
Inspector General voor de Rite of Perfection~ door Hyman Isaac Lang. De
benoeming van Pierre Dupont Delorme als Deputy Inspector General wordt
getekend door Auguste De Grasse K.D. (Kadosh) P.R.S., souverain Grand
Inspecteur General du 33 me degre, Grand Commandeur pur les Isles
Francaise de L'Amerique du vent et sous le vent, gedateerd 10 december
1797. Dit is onbegrijpelijk, had De Grasse deze titel al voordat hij Frankrijk
verliet in 1789 ? verstrekt door ,,n of ander onbekend Frans maconniek
orgaan? maar waarom dan de benoeming in 1796 als deputy Inspector
General?.
We zullen het wellicht en zeer helaas nooit weten.
Een mogelijkheid is dat de Mere-Loge Ecossaise du Contrat Social als de
loge waarvan De Grasse afkomstig was de benodigde bagage aan hem heeft
geleverd voor zijn latere activiteiten overzee. Deze organisatie was de
opvolger van stichters van de Rite de Perfection "De Keizers van het
Oosten en het Westen~ welke rond 1782 tesamen met haar aanhangende
organisaties ter ziele ging. Contrat Social blijkt een goede organisatie die
veel heeft gedaan aan het ordenen van de zgn. Schotse graden. Jammer is
dat niet is overgeleverd in welke graden deze organisatie precies heeft
gewerkt en wanneer. Duidelijk is wel dat De Grasse en Dolahogue niet over
een echt 33 graden stelsel (met Ritualen) beschikten want in de lijst van de
Moeder Opperraad uit Charleston bijkt een samengesteld rituaal voor de
graden 30, 31 en 32 terwijl het twijfelachtig is of er voor de 33e wel een
document was dat de benoeming "Rituaal" waardig was. Trouwens het
Rituaa voor de 33e graad werd grotendeels pas later opgesteld; over een
praktische aanpak gesproken.
Om al te veel data en namen te vermijden korten we de zaken iets in. Een
zekere Dr. Frederich Dalcho krijgt op 25 mei 1801 de 33e graad getekend
door De Grasse 33. . Groot Commandeur en Delahogue 33e als Luitenant
Groot Commandeur en door John Mitchel (John Mitchell was op 2 april
1769 door Barend M. Spitzer benoemd tot Deputy Inspector General) en
andere als 33. . zonder titel.
Het waren kennelijk De Grasse en Delahogue die de 33e graad verstrekten.
Een week na de verlening van de 33. . aan Dalcho wordt op 31 mei 1801
door Mitchel en Dalcho de oprichting georganiseerd van de Mother
Supreme Council of the Ancient and Accepted Scottish Rite.
Men baseert zich op de Grote Constitutie van 1786 een opgerekte versie van
die van 1762 en bestaande uit 33 artikelen. Ook hier zit een verhaal aan
vast, zoals de samenstelling door Frederik de Grote van Pruisen, die zelfs
de baas van alles geweest zou zijn. De geschiedenis is vrij duidelijk Frederik
de Grote had er niets mee van doen. Het lijkt erop dat zijn enige bijdrage is
geweest dat men naar hem verwijzend zijn familie wapen van de
dubbelkoppige adelaar heeft geadopteerd als het AASR symbool. De Grote
constitutie zegt dat het besturend orgaan van de 33e graad n.l. de opperraad
moet bestaan uit 9 leden.
Op 4 december 1802 laat de Supreme Council een circulaire uitgaan waarin
zij vermeld dat haar stichting aangevangen op 31 mei 1801 nu is
gecompleteerd, dus de negen functies zijn ingevuld. De eerste opperraad
bestond uit:
John Mitchel, Frederik Dalcho, Thomas B. Bowen, Abraham Alexander,
Emanuel de la Motta, Isaac Auld, Israel de Lieben, Moses C. Levy en
James Moultrie. Alexander, de la Motta, de Lieben en Levy waren Jood, de
ander vijf Protestant, terwijl De Grasse en Dolahogue als stichters boven de
sterkte Rooms Katholiek waren. Hoewel de zaak wat rommelig aandoet kan
gesteld worden dat de heren een doel voor ogen hadden n.l. het opzetten van
een nieuwe maconnieke organisatie.
Hiertoe werden benoemingen gedaan, de organisatie opgezet inclusief de
regels en pas daarna werd de zaak geformaliseerd. Dit blijkt ook uit de
bevoegdheid tot stichten van Supreme Councils verstrekt aan nota bene De
Grasse en Delahogue degene die de stichting van de eerste Supreme Council
hadden mogelijk gemaakt. De pragmatische gang van zaken aan het begin
van de AASR blijkt ook uit de ca. 60 jaren die volgen die zoals in de
inleiding gesteld gekenmerkt werd door het onder ,,n dak halen van alles en
iedereen ongetwijfeld de oorzaak van de daaropvolgende voorspoedige
ontwikkeling.
de samenstelling volgens Harold V.B
Tot slot de samenstelling volgens Harold V.B. Voorhis van de 4 de tot en
met de 33 ste graad uit diverse Ritussen, terwijl de herkomst van de graden
op zich niet altijd bekend is. Ze zijn samengesteld uit voornamelijk de Rite
de Perfection, n.l.:
4-19. . AASR is gelijk aan 4-19 R. de P.
20. . AASR is samengesteld uit de 19 en 23. . van de primitieve Schotse
Ritus.
21. . AASR is samengesteld uit 20. . R. de P. en de 16. . P S R.
22. . AASR is gelijk aan 22. . R. de P.
23-26. . AASR is gelijk aan 23-26. . van de Franse Philosophische Ritus.
27. . AASR is gelijk aan 27. . Ancient & Modern Rite
29. . AASR is samengesteld uit 23. . R. de P. en 24. . P.S.R.
29. . AASR is gelijk aan 25. . P.S.R.
30. . AASR is gelijk aan 24. . R. de
P.
31. . AASR is gelijk aan 31. . A. & M.R.
32. . AASR is gelijk aan 25. .
R. de P.
33. . AASR is deels ontleend aan 33. . A. & M.R.
Deze lijst is ongetwijfeld een poging om de inhoud van de huidige ritualen
aan een herkomst te koppelen maar heeft zeker geen relatie met de 1801
ritualen van de Moeder Opperraad. De A. & M.R. is een term voor de de
zgn. Doszedardski-collectie in het bezit van de zgn Noordelijke Jurisdictie
van de AASR in de USA. Deze Doszedardski is een Pool met een duister
maconniek verleden die een verzameling ritualen heeft nagelaten van 33 min
of meer samenhangengende graden en een aantal losse ritualen zonder
duidelijke relatie tot welk stelsel of verzameling dan ook.
Een onbegrijpelijke misser in de lijst wordt veroorzaakt indien met de P.S.R.
de Primitieve Schotse Ritus van Namen wordt bedoeld, deze is namelijk van
later datum 1809, een variant op de AASR en een uitvinding van advocaat
P.C. Marchot. De beste studie naar de herkomst van de ritualen van de
AASR is zeker geleverd door Naudon in zijn Histoire et rituels des Hauts
Grades de la maconniques, le Rite Ecossais Anc. et Acc.
Een uitstekende samenvatting hierover vindt men in THOT - 1979 Meester-
nummer 1.(G.O.d.N.) Maar ook hier heb ik mijn twijfels met betrekking tot
de feitelijk in gebruik zijnde ritualen bij de stichting in 1801 van de Moeder
Opperraad en dat wat in gebruik was de eerste 50 jaar. Albert Pike was door
Macoy in een paar (huis)seccies in de 33e graad gebracht op het moment dat
de AASR op sterven na dood was. Pike doet als Soverein Groot
Commandeur een ontboezemende bekenning die kort samengevat luidde: "in
het begin heb ik getracht de diepere of esoterische waarden te ontdekken in
de ritualen, wel ik ben tot de conclusie gekomen dat die er niet is, de ons ten
dienste staande ritualen zijn leeg en zonder betekenis.
Deze krasse uitspraak is minder verwonderlijk dan het lijkt, de zgn. Franken
ritualen van de Rite de Perfection geven op nogal wat punten maar
spaarzaam blijk van het tegendeel. Het is de verdienste van Pike dat hij niet
alleen de AASR tot bloei heeft gebracht maar ook de ritualen van (zei het
nogal etische) inhoud heeft voorzien.
In de loop van de tijd heeft de Schotse Ritus dat gedaan wat haar motto
beoogt "ordo ab Chao", en heeft het mooiste gebracht wat de Vrijmetselarij
na 1717 is overkomen.
Wij in Nederland zijn wel heel gelukkig met de Closs collectie in de
bibliotheek van het G.O.d.N. die een zo inspirerende bron is van de
activiteiten van de stichting Latomia. Ik kan een ieder aanbevelen hiervan de
vertaalde ritualen voorzien van commentaren aan te schaffen voor eigen
studie, ze dragen bij tot een begrip over de structuur en inhoud van de
Vrijmetselarij.
Bronverwijzing:
Scottish Rite Masonry Illustrated deel I
Clausens Commentaries on Morals and Dogma. The Story of the Scottish
Rite of Freemasonry. The Rise of the Ecossais Degrees.
Coil's Masonic Encyclopedia.
Mackey's Revised Encyclopedia of Freemasonry. Thot 1979, Meester-
nummer 1.
Br v. Eijk 1997