Museon |
De eerste telescopenAanvankelijk waren de telescopen van slechte kwaliteit. Dat had te maken met het feit dat ze een lange brandpuntafstand hadden. De Nederlanders Huygens en Hevelius (beiden zeventiende eeuw) maakten lange kijkers. Huygens bedacht het samengesteld oculair. James Gregory en Isaac Newton vonden onafhankelijk van elkaar de spiegeltelescoop uit (respectievelijk in 1663 en 1668), maar Newton bouwde de eerste. Dat was een grote verbetering, want bij een spiegeltelescoop treedt veel minder kleurschifting op. In 1733 werd het achromatisch objectief uitgevonden. Dat is een lens die bijna geen kleurschifting, en dus veel scherpere beelden geeft. Dit principe werd in 1756 nagevolgd door de Engelsman John Dollond met fabricage op grote schaal. |
|