Maçonnieke encyclopedie-S.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
SPOOKVERSCHIJNINGEN.
SPURZHEIM, JOHANN CHRISTOPH.
SS-TIBET-EXPEDITIE.
STARK, JOHANNES.
STEINER, RUDOLF.
STEKEL, WILHELM.
STIGMA.
STODDAM, C.M. .
STOELENPROEF.
STONEHENGE.
STUDIEVERENIGING VOOR PSYCHICAL RESEARCH.
SUBLIMINALE BOODSCHAPPEN.
SUPERMENS.
SWEDENBORG, EMANUEL.
SWOBODA, HERMANN.
SYDENHAM, THOMAS.
SYNCHRONICITEIT.
Spookverschijningen
Bovennatuurlijke manifestaties van onstoffelijke of gasvormige wezens. Verhalen over verschijningen zijn van alle tijden en volkeren. De Grieken en Romeinen geloofden dat de goden, halfgoden en helden konden verschijnen als onherkenbare vreemdelingen (die de gelovigen op de proef stelden) of direct herkenbaar (meestal in dromen) om te waarschuwen of te adviseren. Deze klassieke traditie is overgenomen door de katholieke kerk, die verschijningen van Maria, zoals die ooit plaatsvonden in Lourdes en in *Fatima, en die nog steeds plaatsvinden in *Medjugorje, in principe geloofwaardig acht.
Daamaast is er een oude, wereldwijd aanwijsbare traditie die stelt dat spoken terugkerende doden zijn die nog een opdracht of een laatste boodschap door willen geven aan de levenden. Uit deze traditie groeide het typisch I9de-eeuwse geloof in 'stervensvisioenen', waarbij iemand vlak voor of na zijn dood zwijgend aan zijn of haar dierbaren zou verschijnen om duidelijk te maken dat hij of zij overleden was. Deze verhalen vormden het onderwerp van de eerste grote studie van *Gurney, *Myers en *Podmore, leden van de *Society for Psychical Research, getiteld Phantasms of the living (1886). Hun onderzoek was gebaseerd op een schriftelijke enquête onder 17 000 personen. Het meest indrukwekkende verhaal was dat van rechter *Hornby. Volgens de auteurs werden verschijningen veroorzaakt door *telepathie tussen een (stervende) 'zender' en een 'ontvanger'. Gumey wees deze theorie later af en koos in zijn Human personality and the survival of bodily death (I903 ) voor de spiritistische hypothese (*spiritisme) dat de geest de dood overleeft. Een derde bekende theorie is die van de Britse parapsycholoog George N.M. Tyrell (1879-I9jz), auteur van Apparitions (I943), die verschijningen beschouwde als hallucinaties gebaseerd op langs telepathische weg verkregen informatie.
Na de Tweede Wereldoorlog is de belangstelling voor verschijningen sterk teniggelopen.
Modeme psychologen beschouwen spookverschijningen als onderdeel van de *hypnogogische verschijnselen of mogelijk van *bijna-doodervaringen.
Spurzheim, Johann Christoph
(1776-I832), Duits medicus. Spurzheim was een leerling van Franz Joseph Gall, en samen legden ze de basis voor de *frenologie. Kort nadat Spurzheim had gebroken met Gall (in I8I3) behaalde hij zijn medische graad. Spurzheim onderscheidde 35 aangeboren geesteskenmerken, dat is nog acht meer dan Gall dacht. Veel meer dan Gall legde hij de nadruk op individuele verschillen en op de mogelijkheden om aan de hand van de frenologie de mensheid te verbeteren.
Daardoor wekte hij veel enthousiasme bij zijn toehoorders wat indirect ook het onderzoek bevorderde dat de frenologie zou weerleggen.
SS-Tibet-expeditie
In I938 vertrok een expeditie onder leiding van Hauptsturmführer Emst Schäfer (I9I0-I945) naar Tibet. Schäfer was een bekend tibetoloog en ontdekkingsreiziger die voor *Ahnenerbe was gaan werken, of beter, Ahnenerbe wist te gebruiken voor zijn eigen hobby's. Ahnenerbe was het chaotische wetenschappelijke bureau van *Himmlers politieke politie, de ss.
In Tibet gearriveerd verzamelde Schäfer veel gegevens over homoseksuele betrekkingen tussen lama's en hun leerlingen, bijvoorbeeld hoe een lama de leerling dient te penetreren. Dit was een onderwerp waar Schäfer om persoonlijke redenen veel belangstelling voor had. Verder werden planten en dieren verzameld en mogelijk werd aandacht besteed aan het militaire potentieel van Tibet, en en passant connecties met Indiase nationalisten gelegd. In I939 meldde het dagblad Neue Tag dat de expeditie was teruggekeerd, en dat men ook godsdienstige geschriften had meegenomen.
Deze zijn kwijtgeraakt, maar vermoed wordt dat ze nog steeds ergens in een Weens museum liggen.
Bron; Levenda, P., Unholy Alliance, New York, I995.
Stark, Johannes
(1874-1957), Duits natuurkundige. Samen met Philipp *Lenard was Stark de drijvende kracht achter de *Arische fysica. Hij was een begenadigd experimentator (hij kreeg de Nobelprijs in I9I9) maar toonde al vroeg zijn opvliegende aard. Zo eindigde een hartelijke relatie met Albert *Einstein uiteindelijk in een onverkwikkelijke ruzie. Einstein zou daama een van zijn favoriete doelwitten blijven. De relativiteitstheorie bleef hierbij echter praktisch buiten schot. Stark had veel meer moeite met de *kwantummechanica.
In de loop van de jaren 'zo belandde Stark, voomamelijk dankzij een serie organisatorische conflicten, praktisch buiten de universitaire wereld.
De ene positie na de andere ging aan zijn neus voorbij. In die jaren kwam hij echter in aanraking met de NSDAP van AdoIf *HitIer. Zijn academische kansen keerden na de machtsovemame door de nazi's in I933. Zij schoven hem naar voren als directeur van het Rijksinstituut voor fysica en technologie.
Vanuit deze positie probeerde Stark de Duitse fysica op nationaal-socialistische leest te schoeien.
In de inteme machtsstrijd tussen Heinrich Himmler en Alfred *Rosenberg koos hij echter voor de laatste, verliezende partij. Binnen een paar jaar was hij uitgerangeerd. Zijn tegenstanders wisten hem uiteindelijk onderuit te halen toen ze erachter kwamen dat hij geld gestoken had in een project voor de winning van goud uit zand (*Dunikowsky). In 1947 werd Stark wegens zijn pro-nazi-activiteiten veroordeeld tot vier jaar dwangarbeid.
Bron; Beyerchen, A., Scientists under Hitler. New Haven, 1977.
Steiner, Rudolf
(I86I-I925), Oostenrijks mysticus en grondlegger van de meest wijdverbreide, nog springlevende occulte leer : de *antroposofie. Steiner werd geboren te Kraljevo (in het huidige Servië). Zijn ouders verhuisden naar Wenen, waar hij ging studeren aan de Technische Hogeschool. In zijn autobiografie schrijft hij dat hij als kind al mystieke ervaringen had, en dat hij veel leerde van een Weense kruidenverkoper, Felix Kogutski. Hij worstelde met de evolutieleer in de versie van Emst *Haeckel (die hij probeerde te verenigen met zijn mystieke inzichten) en ontwikkelde een grote afliniteit voor de *Naturphilosophie van Johann Wolfgang *Goethe. In zijn Weense tijd maakte hij kennis met het werk van Madame *Blavatsky en van A.P. Sinnett (*theosofie), maar afgezien van Blavatsky's The secret doctrine (1888) zat er wat hem betreft weinig waardevols tussen.
Op de leeftijd van 22 had hij al zo'n reputatie opgebouwd als 'Goethe-kenner' dat hij gevraagd werd mee te werken aan een uitgave van diens natuurwetenschappelijke geschriften. Steiner verhuisde hiervoor naar Weimar, naar het Goethe-archief. Daar woonde hij in bij de weduwe Anna Eunicke. Deze vertrok naar Berlijn, en nadat in 1897 zijn werk te Weimar was afgerond, vertrok ook Steiner naar de Duitse hoofdstad en trouwde haar in 1899.
In Berlijn ontwikkelde hij zich tot een bekend en actief publicist en redenaar met socialistische sympathieën. Rond I900 kwam hij in aanraking met de voorzitster van de Berlijnse theosofische loge, Marie von Sievers (1867-1948). In die tijd herleefde zijn occulte belangstelling. (Zijn huwelijk met Anna liep in I906 op de klippen en drie jaar na haar dood in I9II trouwde hij in het geheim met Von Sievers.)
Een paar jaar eerder, in 1894, verscheen zijn filosofische hoofdwerk, Die Philosophie der Freiheit. Steiners officiële overstap naar de theosofie dateert van juli I902, toen hij een theosofisch congres te Londen bijwoonde en het voorzitterschap op zich nam van de Duits-Oostenrijks-Zwitserse afdeling van de *Theosophical Society.
Zijn ster rees daama gestaag. Tijdens een theosofische conferentie te Parijs in I906 trokken zijn lezingen meer belangstelling dan het officiële programma.
Steiner moest niets hebben van de oosterse inslag van mensen als Annie *Besant, en de schandalen rond Charles *Leadbeater wekten zijn verontwaardiging. Hij kreeg ruzie met de traditionele Duitse theosofen onder leiding van de ongure Franz Hartmann (I838-I9I2), en langzaam groeiden de Duitse beweging en de Indiase moederorganisatie uit elkaar. In I9I0 was de breuk een feit, kort na de uitverkiezing van *Krishnamurti.
In I9I3 herdoopte Steiner zijn afdeling tot Antroposofische Vereniging. Daama was zijn leven gevuld met het geven van lezingen en het ontwerpen van zijn kosmische tempel, het Goetheanum, een opmerkelijk gebouw, bestemd voor bijeenkomsten en theateropvoeringen, in het Zwitserse Domach. Het werd in I920 geopend, maar het grotendeels houten gebouw ging drie jaar later in vlammen op
Een tweede Goetheanum, voomamelijk bestaande uit beton, vormt nu nog steeds het hoofdkwartier van de antroposofische beweging.
Steiner hield zich veelal verre van politiek, maar tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen het Tweede Keizerrijk ten onder ging, richtte hij zijn aandacht op sociale en politieke kwesties. In enkele pamfletten schetste hij een 'drieledige maatschappij' waarin spirituele vrijheid, politieke gelijkheid en economische broederschap elkaar in evenwicht dienden te houden. Steiner zocht contact met de Duitse rijkskanselier Prins Max von Baden en mogelijk stuurde hij ook een en ander naar de laatste Oostenrijkse keizer, Karel IV (van Hongarije). Veel heeft het allemaal niet uitgemaakt. Na de oorlogsjaren richtte hij zich op de organisatie van de antroposofische beweging, die in die jaren sterk groeide
In de zomer van I923 kreeg Steiner last van hevige aanvallen van buikpijn. Wat hem mankeerde is niet bekend, een reguliere diagnose is nooit gesteld. Zélf hield hij het erop dat de demonen Ahriman en Lucifer hem straften voor zijn werkzaamheden. Deze ziekte leidde uiteindelijk tot zijn vroegtijdige dood.
Bron; Ahem, G., Sun at midnight. Wellingborough, 1984.
Stekel, Wilhelm
(1868-1940), Oostenrijks psychoanalyticus. Stekel leerde Sigmund *Freud kennen naar aanleiding van diens Traumdeutung (I900). Stekel werd een enthousiast freudiaan, maar in het conflict tussen Freud en Alfred Adler (I870-1937) koos hij de kant van de laatste. Volgens Freud werden neurosen veroorzaakt door een verstoorde seksuele ontwikkeling, volgens Adler waren het compensatiemechanismen voor fysieke of psychische inferioriteit. Later zou Stekel Freud nog verwijten dat hij het idee van de doodsdrift, de Thanatos, van hem had gestolen.
Ook met die andere grote psychoanalyticus, Carl *Jung, was de relatie slecht. Stekel was ervan overtuigd dat de psychoanalyse een uniek joodse bijdrage was aan de Europese cultuur, en nadat Jung in januari I934 in het Zentralblatt für Psychotherapie Freud had verweten de 'Duitse ziel' niet te kennen (en in één adem de opkomst van *Hitler verwelkomde) nam hij zich voor de *psychoanalyse van de ondergang te redden. Net als het bedreigde jodendom had ook de psychoanalyse behoefte aan een 'tehuis'. Hij schreef aan de joodse leider (later eerste president van Israël) Chaim Weizmann (1874-I952) te Jeruzalem : 'De universiteit van Jeruzalem moet nu de burcht worden van de joodse wetenschap (psychoanalyse). U beschikt in Tel Aviv over een van de meest begaafde psychotherapeuten, dr. Velikovsky, met wie het voor alle geleerden een eer zou zijn samen te werken, en om in Jeruzalem een centrum te stichten voor de in Duitsland verboden richting in de psychoanalyse.'
Deze therapeut, Immanuel *Velikovsky, zou later op een heel ander vlak uitblinken.
Bron; Clark, R.W., Freud The man and the cause. New York, I980.
Stigma
(Grieks : brandmerk, van stizo : steken) Wond of gevoelige plek die qua plaats overeenkomt met een van de wonden van Christus tijdens de kruisiging. Stigmata doen zich voor in de handpalmen of op de ruggen van de handen, op en onder de voeten en aan de zijde (waar Christus geraakt werd door de lans van een soldaat)
Stigmata kunnen verschijnen bij mystici, heiligen of zeer devote gelovigen. De eerste persoon van wie bekend is dat hij ze vertoonde was St.Franciscus van Assisi (II82-I226). Daama kwam dit teken van heiligheid nog regelmatig voor, vooral bij vrouwen. Vroeger beschouwden parapsychologen stigmata wel als paranormaal, maar modeme psychologen zien ze als het gevolg van al dan niet bewuste zelfirerwonding, voortkomend uit een extreme identificatie met de lijdende Christus.
Stoddam, C.M.
Brits antisemitisch auteur. Miss C.M. Stoddard was lid geweest van de occulte orde van Stella Matutina, maar maakte in de jaren '30 een ideologische ommezwaai. In een serie artikelen en, uiteindelijk, in het boek Light bearers of darkness (I930) (geschreven onder het pseudoniem Inquire Within) kwam ze tot de conclusie dat alle esoterische clubjes in feite beheerst werden door de Derde Intemationale in Moskou, en dus onderdeel uitmaakten van een communistische samenzwering, die echter weer onderdeel uitmaakte van de *Grote Samenzwering van joden (*joodse samenzwering) en *vrijmetselaars. Haar werken rollen nog steeds van de *antisemitische drukpersen
Stoelenproef
Parapsychologisch experiment waarbij een *paragnost van tevoren informatie geeft over de persoon die tijdens een komende bijeenkomst op een bepaalde stoel plaats zal nemen. De stoelenproef werd in de jaren 'zo bedacht door de Franse paragnost Pascal Forthuny (I872-I962). De beroemde Nederlandse helderziende Gerard *Croiset maakte er in de jaren '40 en '50 veelvuldig gebruik van (en het is ook een bekende mentalistenact). Zijn eerste stoelenproef werd in 1947 uitgevoerd, tijdens een bijeenkomst van de Amsterdamse afdeling van de *Studievereniging voor Psychical Research. Het schijnbare succes van een parapsychologische stoelenproef is te danken aan het grote aantal door de paragnost opgeschreven 'ingevingen', en het feit dat hij bij het interpreteren daarvan vaak enthousiast geholpen wordt door degene die op de stoel zit. (Als de paragnost bijvoorbeeld de naam 'Herman' heefi opgeschreven, zal de betreffende persoon hard gaan nadenken of hij geen Herman kent.) Gerard Croiset kon bovendien nog rekenen op de fantasievolle 'verklaringen' waarmee zijn mentor Wilhelm *TenhaefF op zulke momenten aan kwam zetten. En mocht zelfs dat niet helpen, was er dan wellicht iemand die een stoel verder zat en die een handje kon helpen ?
Stonehenge
Prehistorisch stenen bouwwerk op de Salisbury Plain, in het Britse graafschap Wiltshire, waarschijnlijk gebouwd tussen 3500 en I100 v.C. Over de functie van deze immense steencirkel (niet de grootste, wel de indrukwekkendste van Europa) is niet veel bekend. Mogelijk fungeerde het complex als een soort kalender. Gecompliceerde astronomische verklaringen voor de plaatsing van de stenen, zoals die van Gerald S. Hawkins, auteur van Stonehenge decaded (I965), zijn inmiddels weer op hun retour.
De eerste archeologen, in de I8de eeuw, brachten de steencirkel in verband met de druïden, de Keltische priesters (*Kelten) waarover de Romeinse bronnen een en ander te melden hadden. Inmiddels is duidelijk dat de Kelten pas veel later ten tonele verschenen. Die veronderstelling leidde er echter wél toe dat Stonehenge tegen het eind van de vorige eeuw een verzamelplaats werd voor romantische nepdruïden.
Met de ontdekking van *leylijnen werd Stonehenge een belangrijk paranormaal centrum.
Tegenwoordig komen vele zwervers en aanhangers van de *New Age rond de midzomemacht naar Stonehenge om feest te vieren. Waarschijnlijk dankzij deze voortdurende toestroom van altematieve types vormen Stonehenge en omgeving (waarin zich nog veel meer prehistorische overblijfselen bevinden) ook het ontstaansgebied van de *graancirkels, die zoals bekend ook rond zijn - dat kan toch geen toeval zijn ?
Studievereniging voor Psychical Research
De Nederlandse afdeling van de Britse *Society for Psychical Research, in I920 opgericht door de Groningse hoogleraar psychologie Gerard Heymans (I857-I930). (Een eerdere poging om zo'n afdeling op te richten, door Frederik van *Eeden, was jammerlijk mislukt.) Heymans en de arts H.J.W.F. Brugmans (I885-I96I) zetten als een van de eerste verenigingsactiviteiten een statistisch te evalueren experiment betreffende *telepathie op touw, maar deze mathematische aanpak leidde tot een hoog oplopend conflict met de meer op het pure *spiritisme gerichte leden van de studievereniging. Enige jaren later zouden Paul *Dietz en Wilhelm *Tenhaeff (oprichters van het Tijdschrift voor Parapsychologie, ook bekend als TvP) de vereniging weer nieuw leven inblazen.
Tijdens de oorlogsjaren was de Studievereniging verboden, op last van rijkscommissaris Seyss Inquart. Direct na de oorlog echter werd ze door Tenhaeff heropgericht, en het TvP werd nu haar ofliciële orgaan.
In I953 kreeg de Studievereniging het recht een bijzonder hoogleraar parapsychologie aan te wijzen voor de Rijksuniversiteit Utrecht, en de keus viel de eerste keer uiteraard op Tenhaeff. Diens dictatoriale neigingen leidden echter tot een breuk en het ontstaan (in I960) van de Nederlandse Vereniging voor Parapsychologie (NVP). Tenhaeff trad in 1978 terug en de Studievereniging wees toen drs. Henri van Praag (I9I6-1988) aIs zijn opvoIger aan. De universiteit had echter inmiddels, na een slepend conflict met Tenhaeff, een andere hoogleraar parapsychologie benoemd, de Zweed Martin Johnson, en voor Van Praag restte slechts het (los van de universiteit opererende) Parapsychologisch Instituut te Utrecht (dat sinds 1986 geleid wordt door Douwe Bosga).
Het universitaire instituut werd in 1988 gesloten. De functie van hoogleraar parapsychologie werd teruggebracht tot een deeltijdbaan, en deze wordt tegenwoordig weer vervuld op basis van een voordracht door de SPR. De huidige deeltijdhoogleraar is Dick Bierman (geb. 1943).
Subliminale boodschappen
Informatie die dusdanig zwak wordt aangeboden dat we ons er niet bewust van zijn, maar die onze geest via het onderbewuste wel degelijk zou bereiken en zou beïnvloeden. Bekend is het uit de vs stammende verhaal van de bioscoopbezoekers die (in New Jersey in I9j7) via het witte doek héél kort (en dus 'subliminaal') de boodschap kregen dat popcorn en cola érg lekker waren
Tijdens de pauze zou er een ware stormloop op de popcorn en cola zijn ontstaan
Deze anekdote veroorzaakte indertijd nogal wat commotie (er was immers sprake van 'onbewuste beïnvloeding' van kwetsbare jongeren) maar is hoogstwaarschijnlijk een verzinsel. Niemand is ooit in staat geweest het originele verslag van dit experiment boven tafel te krijgen.
De *New Age heefi voor een ongekende opbloei van de handel in subliminale boodschappen gezorgd. Deze zijn gericht tegen angsten of tegen het roken of ze zijn bedoeld om je gewoon 'beter' te voelen, en veelal verkrijgbaar in de vorm van 'help uzelf'-bandjes. Uit onderzoek blijkt dat de veronderstelde effecten niet optreden - tenzij de gebruiker er zélf in gelooft. Als proefpersonen bijvoorbeeld een 'verbeter uw geheugen'-bandje meekregen met de mededeling dat ze hiermee langs subliminale weg zelfverzekerder zouden worden, dan voelden ze zich na afloop inderdaad zelfverzekerder, maar van een verbetering van het geheugen was geen sprake. Ook blijken de 'subliminale' boodschappen zo verborgen te zijn dat ze zelfs met de gevoeligste apparatuur niet meer terug te vinden zijn - zo ze er al waren.
Variaties op dit thema zijn de zogenaamde duivelse en andere boodschappen die achterstevoren zouden zijn ingebed op grammofoonplaten (cd's zijn wat lastiger achterstevoren af te spelen).
De Amerikaanse auteur Wilson Bryan Key ziet in reclameboodschappen allemaal verborgen toespelingen op seks, die dan stimulerend zouden werken en dus de verkoop van de geadverteerde producten zouden bevorderen.
Zulk soort claims leent zich prima voor psychologische proefjes, en er blijkt bijna niets van te kloppen. Bij één type proefje blijken subliminale voorbereidingen het herkennen van gelijkende patronen te versnellen. Maar dan moet men denken aan een effect dat enkele seconden aanhoudt, en dat erin bestaat dat een reactietijd een tiende seconde korter is.
Het kost vaak nogal wat moeite om met overduidelijke boodschappen invloed op het gedrag van mensen uit te oefenen. De mythes rond de subliminale boodschappen houden in dat'het onbewuste' een opmerkelijke eigenschap zou hebben : het overtrefi 'het bewuste' verre op ten minste vier gebieden : waameming, begrip, macht over het gedrag en lichtgelovigheid.
Supermens
Een langs biologische of pedagogische weg te creëren betere mens. De eerste, nogal pessimistische theorie over de evolutie van de mens is te vinden in de Werken en dagen van *Hesiodus.
Vroeger in het gouden tijdperk was alles beter, en daama is het alleen maar bergaf gegaan - en het wordt nog erger, aldus Hesiodus.
De mythische geschiedenis van Hesiodus duikt op in de geschriften van Plato over *Atlantis, maar echo's ervan zijn ook te vinden in de werken van occultisten als Madame *Blavatsky en Rudolf *Steiner. Zij beweerden echter dat deze langzame ondergang gekeerd kon worden en dat de mens zijn eerste, ideale stadium weer zou kunnen bereiken.
Een optimistischer mensbeeld was dat van de filosoof John Locke (I632-I704). In zijn Essay on human understanding (I690) verdedigt hij de stelling dat de mens als een schone lei ('tabula rasa') wordt geboren, en dat al zijn kennis, meningen en ethiek ontstaan op basis van zintuiglijke ervaringen vanaf de geboorte. De Franse filosoof Claude Helvétius (I7I5-I77I) maakte op basis hiervan het eerste voorstel ter verbetering van de mens. In zijn essay De l'esprit (I758) schrijft hij dat als de menselijke geest volledig gevormd wordt door zintuiglijke indrukken, het mogelijk moest zijn een volmaakt deugdzame mens te creëren door de indrukken die hij opdoet volledig te beheersen. De samenleving diende volgens Helvétius daarom zo te worden ingericht en bestuurd dat alle mensen 'als vanzelf' deugdzaam werden.
Helvétius' visie kan op twee manieren worden opgevat : als een pleidooi voor de geleidelijke verbetering van de samenleving (en dus van de mens) door middel van wetgeving, of als een oproep tot een revolutie gericht op het scheppen van de ideale mens via wetgeving. De eerste interpretatie is terug te vinden bij de Britse filosoof Jeremy Bentham (1748-I832). Hij was een van de belangrijkste drijvende krachten achter een lange serie parlementaire hervormingen in Groot-Brittannië, in de eerste helft van de I9de eeuw. De andere is aanwezig in de geschrifien van de aanstichters van de Franse Revolutie, en het was ook de leidende gedachte achter het utopisme en het anarchisme.
Hoe na'ief en hooggespannen dergelijke verwachtingen waren, moge blijken uit het volgende citaat van de Russische revolutionair Leon Trotsky (1877-I940), daterend van I924: 'De mens zal eindelijk werkelijk harmonieus worden. Hij zal eerst de halfbewuste en dan de onbewuste processen van zijn organisme willen beheersen : ademhaling, de bloedsomloop, spijsvertering, voortplanting - en, binnen bepaalde grenzen, zal hij ze onderwerpen aan de rede en de wil. Zelfs het pure fysiologische leven zal collectief experimenteerbaar worden. De menselijke soort, de trage Hamo sapiens, zal opnieuw een fase van radicale reconstructie binnengaan, en zal het bewuste object worden van de meest complexe methoden van kunstmatige selectie en psychofysische training. (... ) De mens zal zich tot doel stellen zijn emoties te beheersen, zijn instincten te verheffen tot in het bewuste, ze transparant te maken... een hoger sociobiologisch wezen te scheppen, een supermens zo u wilt... De mens zal onvergelijkbaar sterker, wijzer en subtieler worden. Zijn lichaam harmonieuzer, zijn bewegingen ritmischer, zijn stem melodieuzer. De levensuitingen zullen een dynamische dramatiek verkrijgen. De gemiddelde mens zal opstijgen tot de hoogten van een Aristoteles, Goethe, Marx. En voorbij deze toppen zullen nieuwe toppen verrijzen.' (Geciteerd in Richard Pipes, The Russian revolutian, I990.)
Opmerkelijk is dat onderwijshervormer Maria Montessori (1869-I952) dezelfde idealen koesterde.
Zij omschreef haar pedagogisch doel als 'het Nieuwe Kind, een superieur wezen, de belofte van een nieuwe mensheid, met geestelijke en mentale krachten waarvan we nog geen vermoeden hebben'. (Geciteerd in James Webb, The occult establishment, I98I.)
Het eveneens in deze tijd tot ontwikkeling komende nationaal-socialistische beeld van de Arische Übermensch (*Ariërs) bewees lippendienst aan de Übermensch zoals deze voorspeld was door de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-I900) of beter, aan de racistische ideeën die zijn zuster Elisabeth hem in de mond gelegd had. Friedrich voorzag een mens die verheven was boven kuddementaliteit, chauvinisme en traditionele moraal, voor wie de begrippen slaaf en meester geen inhoud meer zouden hebben, die probleemloos accepteren zou dat hij zijn leven oneindig vaak en zonder enige variatie zou herhalen, een combinatie van Caesar en Christus. Deze nietzscheaanse supermens zou even ver boven de gewone mens verheven zijn als de mens boven de aap, maar hij zou niet geleidelijk ontstaan, in beginsel kon elke mens zo worden.
Dit beeld was bijna recht tegenovergesteld aan wat de nazi's ervan maakten. Deze hadden in wezen een negatief ideaalbeeld : de supermens, het Herrenvolk, zou vanzelf verrijzen zodra het Duitse volk gezuiverd was van allerlei kwade (vooral
joodse) invloeden. Deze invloeden werden door middel van de Neurenberger rassenwetten onschadelijk gemaakt, en uiteindelijk zouden de nazi's overgaan tot verdrijving en massamoord.
Naast deze negatieve vorm van *eugenetica was er in het Derde Rijk ook ruimte voor de positieve variant. De Höhere ss- und Polizeiführer Heinrich *Himmler wilde met behulp van zijn elitekorps, de ss, komen tot een ras van 'edelgermanen'. De ss was uitsluitend toegankelijk voor mannen die konden aantonen over een hele serie 'raszuivere' voorouders te beschikken, waarbij bepaalde kerkgenootschappen automatisch bij een ander'ras' werden geteld (en bij iedere promotie werden de eisen wat dat betreft hoger), en zij werden ook verplicht gesteld zoveel mogelijk nakomelingen op de wereld te zetten.
Een ander initiatief was het programma *Lebensbom.
Swedenborg, Emanuel
(1688-I772), Zweeds mysticus en voorloper van het *spiritisme.
Swedenborg was een dominee met een intense belangstelling voor de wetenschap. Hij kwam pas laat tot de mystiek, om precies te zijn in I743, toen hij overvallen werd door een serie (voor een goed protestant als hij) schokkende dromen en een visioen van Christus. Een jaar later verscheen Christus opnieuw, en dit keer riep deze Swedenborg op zijn wetenschappelijke werk in de steek te laten en zich te wijden aan uitleg van de Bijbel.
Swedenborgs visioenen van hemel en hel en zijn gesprekken met de inwoners verschenen in de Arcana coelestia (I717). Het resultaat van al zijn exegetische inspanningen was de Clavis hieroglyphica, een bijdrage aan de controverse over de betekenis van de Egyptische hiërogliefen. Swedenborg zag hierin, net als Athanasius *Kircher, een aanzet tot een universele filosofische taal.
Volgens Swedenborg had ieder symbool drie niveaus : het natuurlijke, het spirituele en het goddelijke. Alleen de goddelijke betekenissen leidden tot inzicht in het goddelijke. De kosmos was door God geschapen, dus alle materiële voorwerpen waren in wezen symbolen met een goddelijke betekenis. Het Kwaad, zo redeneerde hij, bestaat dus niet. Zonde is vergissing. Hemel en Hel zijn geestelijke toestanden die wij uit eigen vrije wil kunnen betreden. De Zondeval kan hersteld worden als alle mensen maar leren niet alleen op hun verstand af te gaan, maar ook hun intuïtie en fantasie te gebruiken.
Swedenborg had in zijn vaderland weinig volgelingen, maar gold wel als een 'ziener'. Bekend is het onderzoek dat de filosoof Immanuel Kant (I724-I804) liet uitvoeren naar aanleiding van geruchten dat Swedenborg een grote brand had voorspeld. In zijn Träume eines Geistersehers (1766) toonde hij zich niet overtuigd van Swedenborgs gaven.
In Engeland, waar de Clavis in 1784 werd uitgegeven onder de titel A spiritual key, ontstond de Kerk van het Nieuwe Jeruzalem, een kleine groep gelovigen die ook wel swedenborgianen werden genoemd. Zijn kosmologie heeft via de werken van Andrew Jackson *Davis en Thomas Laker *Harris invloed uitgeoefend op het *spiritisme.
Swoboda, Hermann
(1873-1963), Oostenrijks psycholoog. Swoboda was een patiënt van Sigmund *Freud en kwam zo in aanraking met de *bioritmen van Freuds vriend Wilhelm *Fliess.
Hij ontwikkelde deze verder. Zo construeerde hij een soort rekenliniaal om kritische dagen te bepalen. (Fliess verweet Swoboda dat hij zijn theorie had gestolen en beschuldigde Freud ervan dat hij Swoboda geholpen had ; deze ruzie droeg bij aan de verwijdering tussen Fliess en Freud.)
Swoboda's magnum opus (176 pagina's) is Das Siebenjahr (I9I7), waarin hij veel anekdotisch bewijsmateriaal verzamelde, gebaseerd op honderden stambomen
Swoboda beweerde dat hij over acht koffers met bewijsmateriaal beschikt had,
maar dat die na de Tweede Wereldoorlog door de Russen in beslag waren genomen.
Sydenham, Thomas
(I624-1689), Arts, bijgenaamd de Engelse Hippocrates. Sydenham was een van de eerste artsen die in de geest van de nieuwe natuurwetenschappelijke methode werkten. Hij introduceerde het gebruik van laudanum (opiumtinctuur), en van kinine tegen wisselkoorts (malaria), het allereerste geneesmiddel dat specifiek voor één ziekte werd toegepast. De specifieke werking van kinabast (dat kinine bevat) bracht hem ertoe te propageren dat ziekten in soorten kwamen en net zo nauwkeurig beschreven dienden te worden als botanici dat met planten deden.
Sydenham vergeleek menselijke ziekten met bijvoorbeeld maretak of zwammen : dit zijn geen onderdelen van de bomen die ze aantasten, maar het zijn aparte organismen met eigen kenmerken.
Het is interessant om Sydenhams grandioze generalisatie van zijn ervaringen met kinine te vergelijken met die van *Hahnemann.
Sydenham produceerde tal van nauwkeurige beschrijvingen van ziekten, waaronder pokken, *hysterie, jicht en pleuritis. Hij had veel contact met Robert Boyle (I627-I69I) en met John Locke (I632-I704), die zoweI zijn student aIs assistent was.
Sydenham meende dat de variaties in epidemische ziekten te maken hadden met 'epidemische constituties' die in de tijd veranderden, maar die niets met het weer te maken hadden en waarvan de oorzaak in het inwendige van de aarde lag. Wat Sydenham zich niet kon realiseren was dat de meeste ziekten waarmee hij te maken had vormen waren van malaria en dat de veranderingen die hij waamam werden veroorzaakt door de toe- en afname van Plasmodium falciparum (de subtropische malariaparasiet).
Synchroniciteit
Een door de psycholoog Carl G. * Jung gelanceerde term voor het schijnbaar toevallig samenvallen van twee of meer gebeurtenissen die niet causaal verbonden kunnen zijn, maar toch in een 'zinvolle' relatie zouden staan. Jung zelf gaf het voorbeeld dat hij met een cliënt door het bos wandelde, en terwijl deze vertelde van een spookachtige vos die hij had gezien, kruiste een levende vos hun pad. Een ander voorbeeld betrof een sterfgeval waarbij, op het moment van sterven, vele vogels zich verzamelden voor het raam. Toevallig, zou men denken, maar Jung wees erop dat de vogel het symbool is voor de ziel.
Jung achtte synchroniciteit een mogelijke verklaring voor paranormale verschijnselen en voor het succes van de *astrologie en van het Chinese orakelboek *I Ching. Volgens hem was er een verband tussen synchroniciteit en de moderne natuurkunde, een onderwerp waarover hij uitgebreide correspondentie voerde met de natuurkundige Wolfgang *Pauli.