DE NEGENDE GRAAD (UITVERKORENE DER NEGEN)
De volgende drie graden, n.l. de 9e of Uitverkorene der Negen, de 10e of Uitverkorene der Vijftien en de 11e of Verheven Uitverkorene Meester, samen ook wel aangeduid met de term 'Elu'- Graden, vormen eigenlijk een groep waarin het slot van de Hiram Abiff- mythe wordt verwerkt: het vinden en berechten van de drie moordenaars van de Grote Voorganger, de beloning van de uitverkorenen die aan de ontdekking en de vernietiging van het kwaad hebben meegewerkt en de verbreiding van de lessen die de dramatische gebeurtenissen hebben opgeleverd.
Voor de inwijding in de 9e graad van Uitverkorenen der Negen is een vertrek nodig, dat aan 8 Dilaren-vier aan elke zijde - behangen is met zwart goed, bezaaid met witte vlamfiguren.
Van de 9 lichten vormen 8 een achthoek om het altaar in het midden: het 9e licht is geplaatst tussen het altaar en het 0osten.
Op het zwart omfloerste altaar liggen de Bijbel, twee gekruiste zwaarden en een dolk.
Op de lessenaar voor de Secr:, is een bus geplaatst, die een aantal witte en zwarte bonen bevat.
Verder is er een vertrek, dat een spelonk of een grot voorstelt.
De in kapittel gehouden bijeenkomst wordt geleid door 9 Uitverkoren Meesters, nl, de Zeer Machtige Meester (Koning Salomo van Israël), de le Inspecteur (Koning Hiram van Tyrus), de 2e Inspecteur (Adoniram, zoon van Abda), de Red:. (Zabud, vriend van de koning), Secr:. (hogepriester Zadoc), de Thesaurieër (Josaphat, zoon van Ahilud, kanselier van de Koning)
Aalmoezenier (Ahishar. gouverneur van het Huis des Konings), Kapitein der Garde (Zerbal), Cer:.Mr:.(de vreemdeling Pharos).
De Zeer Machtige Meester en de le Inspecteur dragen koninklijke gewaden, kroon en scepter: de Secr:, als Zadoc heeft het kostuum van hogepriester aan: de andere officianten met uitzondering van Pharos zijn in het zwart gekleed: merkwaardig is het gebruik dat de officianten, behalve de twee eerst genoemden, op een byzondere wijze zitten: de rechter-elleboog op de rechter-knie, het hoofd op de rechter-hand gesteund, alsof zij moe en in gedachten zijn.
De vreemdeling Pharos is gekleed als herder.
Het symbolische uur van de arbeid is: het eerste uur van de nacht.
De leeftiid is 9 jaren.
Het aantal slagen is 9:-------- -.
Het driehoekige witte, zwart omboorde Sv:°. dat in deze graad gedragen wordt, is bezaaid met rode figuren van bloeddruppels, en heeft midden op het veld de tekening van een bloedig mensenhoofd, door een hand vastgehouden, terwijl op de klep een arm met een dolk in de hand is afgebeeld.
Een brede zwarte bandelier, te dragen van de rechter schouder naar de linker heup, vertoont onderaan de tekening van 9 rode rozen en heeft als juweel een miniatuur dolk met gouden gevest en zilveren lemmet. (gegevens van Mac Clenachan).
Al deze emblemen: de bloeddruppels, het afgehouwen hoofd, de dolk en de rode rozen zijn kenmerkend voor de aan het drama verbonden actie en tendens: voldoen aan de gerechtigheid en het ideaal van het streven om het kwaad in zich te vernietigen, aanschouweliik te maken.
Bii de behandeling van de 8e graad is al verklaard hoe daarin het op de wet van Karma lijkend oude universele beginsel van de Goddelijke Genade wordt aangegeven: in de 3 Elu-graden komt in de loop van het verhaal de aardse gerechtigheid op de voorgrond als een innerliike kracht tot wegnemen van het kwaad.
Bij een oppervlakkige beschouwing van de geschiedenis die het rituaal van de 3 Elu-graden tot grondslag heeft, vindt men een sterk realisme uitgedrukt in de wijze waarop de vergelding van het begane kwaad wordt uitgevoerd, maar in de betrekkelijke beschrijving zit de verborgen lering van
Religieuze en zedekundige waarde.
Na de dood van Hiram Abiff, toen zijn moordenaars gevlucht waren, riep Koning Salomo de tempelwerkers bijeen om te beraadslagen wat er gedaan moest worden om de schuilplaats van de 3 boze gezellen te vinden.
Tiidens die bijeenkomst kwam de veehoeder Pharos het vertrek binnen, hij deelde Koning Salomo mee dat hij in een grot bii de kust van Joppa personen had gezien die zich daar verborgen hadden en in uiterlijk overeen kwamen met de van de 3 misdadigers gegeven beschrijving.
Hij bood aan hen, die door de Koning zouden worden uitgezonden, te geleiden naar de schuilplaats.
Het kwaad, waarvan het bestaan bekend was, moest dus worden opgespoord:
met de hulp van de geleidende mens (het geweten) werd het gevonden in de duistere schuilhoeken van een grot.
De bijeengekomen Meesters boden zich allen meteen aan om te mogen deelnemen aan de vernietiging van het kwaad.
Salomo beteugelde hun drift en verklaarde, dat slecht 9 van hen de taak op zich zouden nemen: en zo werden door loting, met gebruikmaking van de witte en zwarte bonen uit de bus. 9 Meesters verkozen, die de vreemdeling zouden vergezellen.
(Volgens het "Algemeen Wijsgerig. Geschiedkundig en Biografisch Woordenboek voor Vrijmetselaren" heten deze 9 Meesters:Morphy, Johaben of Jahobei, Alkebar, Bertemer, Dorson, Kerem, Stolkin, Terev en Zerbal.).
In het eerste uur van de nacht, het uur, waarop svmbolisch de inwijding in de 9e graad plaats heeft,reisden zii naar de kust van Joppa.
Een van hen, Joabert, trok in ontembare ijver vooruit, ging samen met de herder de grot binnen en trof daar bij het getemperde licht van een lamp één der moordenaars. Abhiram Ahiroph, die de Meester de slag op het hoofd had toegebracht, slapend aan.
Met woede en ongeduld greep hij de dolk en doorstak hiermee eerst het hoofd en daarna het hart van de misdadiger, die alleen nog uitriep: Necunl (d.i. de vergelding is volbracht) en daarna stierf.
Hii dacht met zijn daad snel een overwinning behaald te hebben voor de eer van de 0rde en hoopte hiervoor beloond te worden, sneed het hoofd van de romp van het lijk en kwam met het bloederige hoofd in de ene hand en de dolk in de andere hand terug in Jeruzalem.
Salomo, boos dat Joabert, een van de Negen, op zo'n manier de gerechtigheid in eigen hand genomen had, gelastte zijn wacht hem te doden, maar door de bemiddeling van de andere 8 broeders werd hem ziin overmatige neiging tot wraak vergeven en zo kwam de verzoening tot stand: het gevolg hiervan was dat de graad der Negen Uitverkorene Meesters werd ingesteld.
Aldus is in het kort het verhaal, dat de Kand:, van de Br:. Red:, te horen krijgt en dat volledig in het werk van Mac Clenachan is opgenomen.
Manley Hall geeft aan de Hiram-mythe ook een astronomische betekenis en zegt dat de tragedie van Hiram jaarlijks volbracht wordt door de zon bij zijn doorgang door de tekens van de dierenriem.
En ook Albert Pike zegt, dat van de reis van de zon de legende van Hiram afkomstig is.
Hiram verpersoonlijkt de zon, wordt gedood door de 3 gezellen symbolen van de wintertekens Capricornus, Aquarius en Pisces, die hem aanrandden aan de 3 hemelpoorten en hem neersloegen bij winter-zonnestilstand.
Vandaar het zoeken door de 9 broeders, de andere tekens, de ontdekking, de begrafenis en de wederopstanding".
Deze byzondere vergelijking kan echter niet worden voortgezet voor het vervolg en het slot van de Hiram-mythe waarin de berechting van de bedrijvers van de aanslag wordt verteld.
Beschouwen wij het bloedige drama als een legende die in alle delen van oude mvsteriën en mystiek is doorgedrongen, dan kunnen wij plaats geven aan de opvatting dat de uitgezonden Joabert het dierlijke, het kwaad in de mens doodt.
Het toebrengen van de stoot met het wapen in het hoofd en in het hart wijst op de zinnebeeldige vernietiging van slechte gedachten en gevoelens het drinken van het water der fontein is de reiniging van het innerlijk, dat uit de beweging van de driften tot het evenwicht moet terugkomen.
"De bedoeling is zeer duideliik," aldus Br:. Merens,"de Kand:, doodt zich zelf, d.w.z. de boze Gez.', in hem.
Hij doet dit zodra hem de blinddoek van de ogen valt en de lamp hem licht geeft: dan ziet hij, wie de moordenaar van H:.A:, is, nl, zijn eigen boze zelf en hij doodt die moordenaar.
Hij drinkt daartoe uit de bron die uit de grot ( zijn eigen innerlijk) opwelt, hij vindt daar lafenis en gemoedsrust (slaap)".
In de Mithras-mvsteriën bestond de voorstelling, dat Mithras de stier (het dierlijke of het kwaad) in een grot sleepte, die ook van een bron was voorzien.In die grot doodde Mithras de stier door deze een dolk in de hals te stoten.
Iets analoogs treft men in het Ciwaisme aan: immers Doerga (gezellen van Ciwa) trekt uit de mahisia of stier het kwaad of de duisternis, gewoonlijk weergegeven door een kleine demonische figuur. Dit door een demon verzinnebeelde kwaad wordt "mahisiasoera" genoemd.
Hier dus geen doden van een wezen, maar het wezen bevrijden van het kwaad.
En het is iuist dit kenmerkende verschil dat in verband moet worden gebracht met een andere belangrijke les die het rituaal van de 9e graad geeft, nl. om zelfbeheersing te verkrijgen in de vergelding, die voortvloeit uit de verkrachting van de goddelijke wetten, die voor de mensheid
gemaakt ziin.
Zelfbeheersing behoort tot de vrijmetselaarstaak, om onwetendheid weg te nemen en het innerlijk leven tot verfijning te brengen.
Aldus zullen zelfs in een goede zaak van wettelijke orde de uitersten kunnen worden vermeden, waardoor het evenwicht in verstand, sentiment en wil bewaard blijft (Mac Clenachan).
Manneer wij hiermee de woorden vergelijken die Boeddha gezegd heeft:" De weg van het midden volgend, gaat men naar het licht dat de ogen en de geest verheldert", dan wordt vanzelf duidelijk dat de 9e graads-inwijding herinnert aan een mooie universele leer, die in het menseliike leven
met zijn vaak scherpe tegenstellingen de heilzame bezonkenheid kan doen ontstaan waarin het geestelijke over het stoffelijke zal zegevieren.
Zich te ontdoen van het kwaad mag niet plaats hebben met onstuimigheid, maar moet gebeuren met gebruikmaken van het licht, dat zelfkennis, zelfontwikkeling en zelfveredeling brengen.
0verzien wij de morele en religieuze waarden die uit het tragisch vervolg van de Hiram-mythe ontsluierd kunnen worden, dan horen wij de vermaningen: Wees geduldig, laat uw verstand en uw gevoel werken, ontplooi het goede in uw innerlijk, zodat u zelfvertrouwen kweekt en uw strijd tegen het kwaad: beheers u in uw neigingen en streven, vermijdt de uitersten en breng daar
door in uzelf,- de medemens tot voorbeeld- de harmonie, zoals deze in de door de 0:.B:,d.H:. geschapen kosmos gemanifesteerd wordt.
Door het rituaal beleven wij de beelden van de gevolgen van het goed en het kwaad, de gevolgen van een onbedwongen bruisen van gemoedtoestanden, die de begeerten en hartstochten tot de uitersten drijven.
Dan doen wii de mens in het complex van al ziin impulsen, waaruit alleen døør rustige bezinning met hoofd en hart het beste en het edelste te puren is als een schittering van de ingeschapen Goddelijke Geest.