Maçonnieke encyclopedie-F.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
Esoterische uitleg !
DE VIERDE GRAAD (GEHEIM MEESTER)
In de 1e graad wordt de Kand.'. letterlijk en symbolisch het Licht bijgebracht, waarnaar hij zich zal richten in en door de arbeid aan eigen ontvankelijkheid.
Aan de nog ruwe steen van zijn innerlijk geeft hij de eerste vormen, aldus dadelijk bijdragend aan de bouw van zijn eigen tempel.
Hij handelt in de eerste en volle overtuiging van het bestaan der Almacht die zijn hand leidt, zijn geest verheldert, zijn drang verinnigt.
In de 2e graad leert hij met meer werktuigen de stenen voor zijn tempelbouw gereed te maken: hij komt door de symbolische veraanschouwelijking tot het begrip van het onvergankelijke voortbestaan van de levenskern.
Door verwerving van meer kennis van het Hogere Zelf is hij tot zelfveredeling geraakt,tot de zuivering van de geest; en geleid door de Vlammende Ster heeft hij in "de volheid des tijds" gearbeid en gezaaid met het gevoel van de hoogste Geest in zich.
In de 3e Rraad, wanneer hij leert beseffen, dat de goddelijke vonk die in de mens aanwezig is als de drijfkracht voor de verbinding met het Volmaakte, niet verloren gaat door de opoffering van het stoffelijke, vindt hij in het nieuwe Meesterwoord de drang terug, die zijn heengegane Meester heeft doorgloeid en ook hem. Kand.°., de verduring van zijn geestelijk bestaan zal vergemakkelijken.
Jezus werd gekruisigd: zijn stoffelijk lichaam bleef niet in het leven op aarde, maar zijn woord had, als de uitgedragen Geest Gods, de grote kracht, waardoor de mensheid eeuwen na Hem zielerust vond.
Zo hebben de daden van de neergeslagen Meester Hiram Abiff, werkend als een deel van de Grote Bron, aangespoord tot het behoud en de versterking van de religie, tot het volgen van het voorbeeld, tot de verbreiding van het Beginsel, de Idee, tot kweken en uitdragen van de zuivere geest, die hem in zijn leven tot leiding en verlossing van de mensheid door de 0pperbouwmeester des Heelals was geschonken.
Door deze Heilige Geest werd hij geestelijk herboren in eeuwigheid.
De tempel die tijdens Salomo's regering (990-953 v.Chr.) in omstreeks 966 v. Chr. ter ere van de 0pperbouwmeester' des Helals onder zijn leiding werd gebouwd, was nog niet voltooid, toen Hiram Abiff gedood werd, maar zijn idealen en beginselen waren reeds uitgedragen, gelijk de leer van Jezus reeds bij zijn discipelen ingang had gevonden, toen de grote Prediker en Verlosser gekruisigd werd.
" Het symbool van de Bouwmeester"- aldus Br.'. F.C.Endres-" vindt men reeds in het 0ude Testament, waar de profeet Amos (hoofdstuk 7:7 ed8) Jehovah eenmaal als een metselaar verpersoonlijkt ziet, staande op een muur met het schietlood in de hand, waarmee Hij alles wat in Israijls gedrag on-recht is, recht wil zetten".
-Noot: Amos 7:7 en 8 :"Nog deed Hij mij aldus zien, en zie, de Heere stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was, en een paslood was in Zijn hand en de Heere zeide tot mij:"Wat ziet gij Amos?" En ik zeide :"Een Paslood". Toen zeide de Heere:"Zie, ik zal het paslood stellen in het midden van mijn volk. Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan"---
Dat schietlood is als een bijkomstig zinnebeeld bij het symbool der Werelden te beschouwen.".
Na Hiram Abiff's dood werd de bouw, uiterlijk en innerlijk, voortgeset: de Meesters van de 3e graad hadden de bekwaamheid daartoe verworven; de grote kracht voor verdere groei was bevestigd; het vermogen tot geestelijke ontwikkeling was aangeleerd en de vrije religie was geschapen als een sfeer, die het leven beheerst.
Gelijk Jezus en andere grote Voorgangers de godsdiensten hebben gepredikt, heeft Hiram Abiff het Beginsel der vrije universele religie uitgedragen, waarbij, evenals bij alle religieuze stelsels voor en na hem de erkenning van de eerbied voor de Almachtige Bestierder de verhouding van het menselijk wezen tot het Al-Wezen, van de menselijke ziel tot de Al - ziel en de vrome streving tot volmaking van de geest naar het voorbeeld Van de Al-Geest worden geleerd.
Hiram Abiff is ten rechte Khurum Abui, waarvan volgens Br.°. Albert Pike de betekenis als volgt is:Khurum is hetzelfde als Herra, Hermes, Heracle: de personificatie van het Licht en de Zon, de Bemiddelaar, de Verlosser en de zaligmaker.
Abui betekent: van mijn Vader. Br.°. Manley Hall noemt hem de Universele Geest, de kosmische Martelaar, de Gekruisigde Geest van het Goed.
Br:. Hiram Abiff, ten rechte Chiram, is volgens Br:. Manley Hall een drie-letterig woord:Ch R M; de Chet, de Resh en de Mem.
De Chet is Chamak, God der Zon (Babylonische Schamash) het heelal, het 0nzichtbare; de Resh is Rouach, d.i. geest, lucht; de Mem is Majim, d.i. water.
Deze drie stellen de Universele Werker of het Vuur der Natuur voor n.l. Chiram, van wie dan ook gezegd wordt dat hij is:één in wezen, drie in aanzicht.
Chiram wordt ook wel vereenzelvigd met Hermes; in elk geval wordt hij genoemd in het "Smaragden Tablet" van Herm~ Trismegistus.
Als Universele Werker is hij nodig voor het "magnum opus" der alchemisten; vandaar de verklaring dat de Hiram-mythe een vondst is van de al-chemisten (Br.'. Manley Hall).
Zo geeft het duidelijke snoer van de drie blauwe of symbolische graden de opgang en de kringloop aan in de geboorte (bewustwording), het bestaan (het rijzen tot het hoogtepunt ) en de stoffelijke dood (het hoogste offer) met de herleving in de nieuwe zuivere geest, gelijk deze cyclus is ondergaan door de Grote Meester Voorganger voor het afleggen van de Veg der Vo1making.
"De symbolische wedergeboorte is de voorwaarde van iedere esoterische inwijding", aldus Br:. F.C.Endres, die, verwijzend naar het Evangelie van Johannes 3:3 "Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien", verder schrijft:
"Daar de dood een herhaling is van de geboorte, is de lijkkist het symbool van het moederlijf waar de dode uit tevoorschijn komt.
En daar in alle oude mysteriijn de moeder een aardse vrouw is, maar de vader het al of niet verpersoonlijkte Goddelijk Beginsel, hetwelk de wereld schept en na de verwekking weer verdwijnt, zo is naar aardse maatstaf de geboorte maagdelijk en de wedergeborene, d.i. de in de Mysteriijn ingewijde, een zoon van de maagd.
De lijkkist van 0siris wordt in Eleusis tot "cista mystica", bij de Joden tot "Ark des Verbonds" in de latere esoteriek, "de lijkkist van Hiram, bij de Christenen "het graf van Christus".
Dat men sterft om herboren te worden is de toegangssleutel tot alle Mysteriijn.
Deze grote waarheid wordt op juiste en dichterlijke wijze belicht door Br.°.J.Eigenhuis in de volgende regels:" Zo (als de zonnegang) moet de loop van elk wereldstelsel zijn, evengoed aan opgaan, blinken en verzinken onderhevig als het nietigste wat geschapen is.
Zo beneden zo omhoog.
Evenals de zon bij haar kringloop uit het diepe duister door het oosten naar het klare zuiden in glans toeneemt en weer door het westen verdooft tot de volgende volslagen duisternis van het noorden, zo openbaart zich de 0nkenbare in Zijn schepping in dezelfde kringloop van de . groeiende en stervende werelden.
En het sterven sluit een nieuwe kringloop van openbaring en worden en vergaan in".
Br.'. Mehrens brengt het majonnieke rituaal van de drie graden in verband met het Evangelie van Johannes:" En verhaald wordt hoe dat Licht op aarde en in het mensenhart wordt gekruisigd en (stoffelijk) gedood, maar hoe het weer opstaat en zich verenigt met de Vader, met de Eenheid van alle Dingen.
Daarmee is aan het einde van het Evangelie de cirkel gesloten; het Licht in de eerste verzen uitgaande van de Eenheid en verloren geraakt in de Veelheid der dingen, is weer opgestaan en in de EEnheid opgenomen.
Dat evangelie is het Rituaal van de Vrijmij.°. dat begint met de Donkere Kamer, de voorstelling van de in de duisternis verloren ziel, waarin het Licht wel schijnt, maar niet wordt herkend en dan door de dood en de kruisiging van de derde graad leidt naar de symbolische vereniging, evenals in het Evangelie van Joh."(Het geestelijk rituaal der Vrijmetselaren).
De mythe van de stervende god of godmens vormde de voornaamste draad in de religieus-filosofische opzet van de meeste oude mysteriën; de godmens de geestelijke Zoon van de Vader, onderging in zijn leven beproevingen, ellende, martelingen en lijden, en werd gedood om herboren te worden als' de Verlosser, de Bevrijder, de Zaligmaker van de mensheid.
Zo vindt men in de Eleusinische Mysteriën: Persephone, die het voortdurende proces van de zielezuivering ondergaat in de onderwereld (Hades) en telkens tot het Licht terugkeert; in de 0rpheus-Mysteriën: 0rpheus, die zich offert en sterft, om onsterfelijk te worden; in de Bacchus-Riten: Bacchus (Dionysus) wiens lichaam door de Titanen aan stukken gereten wordt en in vo1maaktheid herleeft; in de Mysteriën van Phoenicië en Biblos: Adonis, de tweeslachige godmens, die door de belichaming van het kwade beginsel wedergeboren wordt; in de Druïdische Mysteriën: Hu, de goddelijke martelaar die gedood en in een kist gelegd wordt en herrijst; in de Egyptische Mysteriën: 0siris, de verpersoonlijking van het Goed en het Licht, die gedood wordt en wiens lichaam in 24 delen verspreid wordt door zijn broeder Set (of Typhon) de manifestatie van het Kwaad en de Duisternis, om herboren te worden als het Grote Licht, dat de mens leidt; in de Phrygische Mysteriën: Atys (Attis), die sterft aan de voet van een pijnboom, door de Moeder-Godin Cybele wordt verzorgd en na drie dagen weer tot leven komt; in de Samothracische Mysteriën: Cashmala (Cadmillus) die door zijn drie broeders Aschieros, Achiochersus en Achiochersa (drie boze Gezz.°. in de Hiram-Abiff-mythe) gedood wordt en herrijst.
Al deze gestalten van het goddelijk wezen, die de Weg der Volmaking afleggen, zijn gelijk te stellen met Christus "die wel is gedood in het vlees maar levend gemaakt door de Geest" (1 Petrus 3:18), met Jona:"Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart der aarde zijn" (Matth. 12: 40) en met Hiram Abiff , die, verpersoonlijkt in de neofiet, evenals 0siris, met de leeuwegreep wordt opgericht.
Aldus beschouwd vormen de drie symbolische graden een afgerond geheel; zij brengen de basis voor de openstelling tot de Geest van de 0:°.B.°.d.H:°. en hierdoor ontstaat voor de ingewijde de mogelijkheid om, al naar gelang van innerlijke verfijningen en eigen ontvankelijkheidsgroei, de belevin(van de Eenheid op te voeren en tot glans te brengen.
Dit onzichtbare en ondefinieerbare proces in het zieleleven wordt vergemakkelijkt door de voortzetting van leringen, die de inzichten van geestelijke, zedelijke en religieuze niveaus, de gedachten over de Geest, die het abtracte leven bezielt en de drang naar dit allerhoogste verhelderen verruimen en verdiepen.
Hiertoe openen de volgende graden de mogelijkheden en de kansen.
Eén van de stellingen, door Br.'. Goblet d'Alviella in een in Brussel in 1908 gehouden bouwstuk verdedigd, wordt hier vermeld:" Wel verre ervan, dat de "Hoge Graden" zich tegenover de symbolische stellen, zijn ze de verlenging en de bekroning ervan; ze tonen dezelfde inrichting, hebben dezelfde reden van bestaan, beantwoorden aan dezelfde behoeften en richten zich naar hetzelfde doel" (Een verdediging van de Schotse Ritus in "De Vrijmetselaar" Mei 1909).
Bij de inwijding in de 4e graad, die van Geheim Meester, wordt de Kand.'. een duidelijke verklaring gegeven van die voortgang.
Merkwaardig is, dat op de kenmerkende overeenkomsten in de afgeronde gradenseries wordt gewezen; en zeer juist wordt daarbfl de ontwikkeling van de religie op de voorgrond gesteld.
"In de onuitsprekelijke graden wordt elke gegeven les direct of indirect in verband gebracht met onze hoogste belangen in deze of in een toekomstige wereld.
Het hele stelsel bedoelt om Gods Heerlijkheid en het geestelijk welzijn van de mensheid te verduidelijken.
In de symbolische graden worden deze dingen in algemene zin, in de onuitsprekelijke en hogere graden in byzonderheden onderricht.
Blauwe Vrijmij.°. is een de religie naderend stelsel van zedelijke levensleer 0nuitsprekelijke Vrijmij.°. wordt beoefend met het oog op de verhoging, de volmaking van onze zedeleer, met inachtneming van de verheven waarheden, die haar voornaamste kernen vonden in de vroegste tijdperken van de wereld.
Zij vormt een mooie aanvulling in de beleving van de religie.
De graden van de Vrijmij.°. worden onuitsprekelijke genoemd, omdat zij handelen over de 0nuitsprekelijke Naam van de 0pperbouwmeester van het Heelal en over Zijn 0nuitsprekelijk wezen" (Mac Clenachan).
De naam Jehovah of Jahweh en de aanspreektitel "Adonai" die voorkomen in de onuitsprekelijke graden, wijzen op het oude Hebreeuwse geloof als fundering.
Die naam wordt volgens dit geloof aangeduid met het tetragram of de vier letterige samenstelling:J (Jod) H (He) V (Vau) H (H~).SeraDis werd de Theau Heptagrammaton genoemd, d.i. de godheid met de naamvan 7 letters.
Het Hindoese Almachts-begrip wordt met 3 heilige letters A U M aangeduid (Manley Hall).
De Joodse Godsnaamwerd zo heilig geacht dat há niet uitgesproken mocht worden; men verving hem daarom door het woord Adonai (=Heer) en in de vroegste Israëlitische godsdienst door het woord "Elohim", meervoudsvorm van Eloh en weergevend de van het opperwezen uitstralende transcendentale machten, gesublimeerd in de Eeuwige Heilige Geest.
Het woord Eloh bevat de stam "El" waaraan men eigenlijk de betekenis moet geven "De" of "Het".
0ver deze El zegt Max Muller dat er eigenlijk een primitieve religie was onder het hele semietische ras en dat volgens die religie het 0pperwezen werd aangeroepen onder de naam "El" voordat er Babyloniërs in Babylon, Phoeniciërs in Tyrus en Joden in Mesopotanië en Jeruzalem waren (Mackey)
Vergelijk hiermee ook de naam Allah, waarin eveneens de stam Al of El zit, en het woord Babylon, dat is bal El loh ni, dat is ' de poort der goden (ni=hier de meervoudsaanduiding) en het woord Immanuel (d.i. God met ons), afgeleid van de Hebreeuwse woorden: immaria= met ons, en El=GOD)
Het woord Jehovah of Jahweh is afgeleid van "hayah"= zijn.
Slechts eens in het jaar wordt deze naam met buitengewone veneratie (verering) in het Heilige der Heiligen door de hogepriester uitgesproken.
0nder de Essenen mocht het slechts worden gefluisterd.
De Talmud zegt: Zelfs hij, die de naam van het 0pperwezen slechts denkt in zijn ware letters, verbeurt zijn toekomstig leven (Mackey).
De vrijmaking van de Vrijmij.°. van elke godsdienst of sectarisch geloof tot een vrije religie geschiedt in de onuitsprekelijke graden door de universele gedachte, om in de onuitspekelijkheid van de Naam en het wezen van de Almacht de hoogste heiligheid aan te voelen, die alleen bewaard kan blijven zinnebeeldig in het Heilige der Heiligen van de tempel en reëel in het hart, in de ziel van de mens.
Veel schrijvers geven aan het tetragram deze diepe betekenis: de vereniging van het Mannelijk beginsel (Jod) en het Vrouwelijk Beginsel (Hevah, Eva) samen vormend de Scheppende Kracht van het Woord.
"Dit stelt niet de absolute Godheid of de 0ngeopenbaarde Logos voor, maar de Geopenbaarde, de Eerste Emanatie- Adam Kadmon "(Vail).
De 4e graad van Geheim Meester leert tal van byzonderheden die, hoewel uit het 0ude Testament geput, gemakkelijk, logisch zelfs, zeer bevredigend universeel opgevat kunnen worden.
De 4e graad, ingesteld door Koning Salomo van Israël na de dood van Hiram Abiff, kan beschouwd worden als een fase van inkeer, stilte, geestelijke verdieping van uitverkoren tempelbouwers, een dichtere nadering tot de 0:°B.°.d.H:°..
De door Hiram Abiff geleide bouw was nog niet gereed maar het werk werd niet voortgezet; de rusttijd werd ingevoerd voor het kweken van heilige opvattingen en de versterking van het Eenheidsbesef.
Salomo koos zeven van de waardigste en bekwaamste Meesters en benoemde hen tot speciale bewakers van het Heiligdom en van de gewijde benodigdheden hierin.
Zij werden genoemd: Geheime Meesters en door hun taak nader tot het Heilige Mysterie gebracht.
Hun werd de grote leer van deze graad bijlgebracht: geheim en stilte, d.w.z. een in alle rust en evenwicht toe te passen concentratie in de zelfwijding aan de heiligheid van de goddelijke sfeer.
De Loge der Geheime Meesters is behangen met zwart goed, waarop witte motieven van tranen zijn aangebracht, duidend op de staat van rouw over de dood van Hiram Abiff.
De tempel bevat o.m. het koperen wasbekken met zuiver water, servetten, en enige takjes hysopbladeren. Hysop is een tot de familie van de lipbloemigen behorende plant, waarvan in de Joodse eredienst een bosje bladeren gebruikt werd om er bloed of gewijd water mee te sprenkelen, zie Exod. 12:22, leviticus 14:4 e.v., Psalmen 51:9 (Prof. Dr. Buhl).
Het Heilige der Heiligen is van het tempelinterieur afgescheiden door een marmaren balustrade met, in het midden, een mooi versierde, tweedelige olijfhouten deur en aan weerszijden hiervan zware, zwarte gordijnen.
De tempel van Salomo bevatte een zg. gewijd Heiligdom (Sanctum Sanctorum) waarin het gouden reukaltaar, de 10 gouden kandelaars, de met goud beslagen tafel der toonbroden waren geplaatst en waarvan binnen de afgesloten ruimte het Heilige der Heiligen was afgescheiden, het vertrek, waar de Ark des Verbonds met de Tafelen der Wet bewaard werd.
Zie over het reukaltaar o.m. het le Boek der Kon. 7:48, het le Boek der Kron. 28:18, het 2e Boek der Kron. 4:7.
Volgens Prof. Dr. Buhl zijn de toonbroden 12 koeken die wekelijks in 2 stapels op de vergulde tafel (toontafel) werden geplaatst voor het aangezicht van Jahweh.
Vergelijk Exod.25:23-30, Leviticus 24:5 e.v.,Numerie 4:7 e.v., Samuël 21: 16 en 2 Kon. 7:48.
Het Heilige der Heiligen of de "Kadesh kodashim" is, wat in de Bijbel aanspraakplaats wordt genoemd, een gesloten vertrek van 20 ellen lang, breed en hoog "overtogen met goud", met gegraveerde deur en een voorhang en bevattend de Ark des Verbonds onder grote Cherubijnen (vide 1 Kon.6:16 e.v.).
Vlak voor de ingang zijn ten behoeve van de inwijding in de 4e graad vier kleine witte kolommen in een vierkant geplaatst; deze zijn met elkaar verbonden door stangen waaraan gordijnen zijn gehangen, in de kleuren Scharlaken-rood,purper, blauw en wit, terwijl aan elke zijde van het vier kant twee koperen pilaren zijn aangebracht, elk dragend een globe.
Deze Voorhang is in samenstelling en kleuren gelijk aan die welke de Ark des Verbonds bedekte, toen de eredienst nog plaats had in een "tent van samenkomst" of "tabernakel".
Immers, in de beschrijving hiervan, zoals deze gegeven is in het Boek Exodus 27, komt het volgende voor (verzen 31 en volgende): "Daarna zult gij een voorhang maken van hemelsblauw en purper, en scharlaken en fijn getwijnd linnen; van het allerkunstigste werk zal men die maken, met cherubs, en zult hem hangen aan vier pilaren van sittimhout met goud overtogen, hun haken zullen van goud zijn, staande op vier zilveren voeten. En gij zult de voorhang onder de haakjes hangen en gij zult de Ark der Getuigenis aldaar binnen de voorhang brengen en deze voorhang zal ulieden een scheiding maken tussen het heilige en tussen het heilige der heiligen".
00k Salomo's tempel heeft een dergelijke vierdelige voorhang gehad (2 Kron.3:14).
De vier kleuren der sleiers stellen de elementen voor:wit voor de aarde omdat het witte vlas op de aarde groeit; purper voor het water dat in de zee aldus gekleurd wordt door het bloed van schaaldiertjes; en scharlaken voor het vuur (Manley Hall).
Zie over de maç:°. betekenissen van deze vier kleuren verder de beschrijving van het rituaal van de 14e graad.
De betekenis van deze aldus gevormde ruimte voor het Heilige der Heiligen en van de gordijnen in vier kleuren is, dat aan de Kand.°. bij het passeren van de vier sluiers een symbolische zuivering van al het stoffelijke wordt voltrokken, opdat hij voor het betreden van de drempel van het vertrek in zijn innerlijkegesteldheid en in zijn hele wezen de zielereinheid zal hebben benaderd, die hem geschikt maakt tot het ondergaan en beleven van de waarachtige sfeer.
Deze zuivering door het passeren van de sluiers is ongeveer gelijk aan die, die vroeger bij de inwijding in de 13e graad plaats had.
Het Heilige der Heiligen, alleen toegankelijk voor de hogepriester, die het eens per jaar betrad, was bestemd voor de beleving van de eenwording met het daar vertoevende 0ndoorgrondelijke Wezen.
Het is ongeveer gelijk aan het zg. Adytum van de 0ude Mysteriën, waar ook de "unio mystica' de geestelijke verbinding plaats had.
0pgaande tot en- zich overgevend aan het Mysterie van de Geest, zwevend boven de Ark des Verbonds, bereidt de Kand.°.zich voor tot de heiliging; hij verheft zich in vergeestelijking door de abstracte gesteldheidsslagen waarin het besef van de Eenheid met het grote Licht tot hem doordringt.
Boven het oosten bevindt zich een transparant, voorstellend het lichtend embleem van een cirkel (ook weleens gevormd door de figuur van een slang met de staart in de bek) omringend drie in elkaar gevlochten drie hoeken met 9 stralenbundels en in het midden een vijfhoek, die de Hebreeuwse letter Jod bevat.
In de 9 hoeken van de dooreengestrengelde driehoeken zijn de beginletters aangegeven van de 9 gewijde namen, waarmee het 0pperwezen wordt aan geduid (volgens Mac Clenachan de letters: E A J J Y A 0 A H).
Het teken van de slang, symbolische cirkelaanduiding, betekent: de 0neindigheid, het Begin en het Einde, het Eeuwige Leven, dus de Almachtige Schepper en Zijn Schepping; de door de drie driehoeken verzinnebeelde schepping geven de 3 triaden aan van Wijsheid, Kracht en Schoonheid;
Geloof, Hoop en Liefde; Recht, Waarheid en Vrede.
Dit embleem geldt voor alle onuitsprekelijke graden van 4 tot en met 14; de vijfhoek met de letter Jod in het midden is het speciale embleemvoor de 4e graad (thans hebben wij de letter Aleph in het midden en de Jod in de bovenste punt).
De diepe zin van het symbool,dat ook de grondslag is van de onuitsprekelijke graden, is weer te geven door het begrip, dat de 0.°.B.°.d.H.°. alomtegenwoordig is; het Woord dat bij Hem is en door Hem gebruikt is als de kracht van Zijn Schepping, is één en hetzelfde levenscentrum van de menselijke zintuigen ( vijfhoek) en van de oneindigheid (cirkel) van Zich Zelf.
Volgens het Algemeen wijsgerig, geschiedkundig en biografisch woordenboek voor Vrijmm.°. is de figuur van de drie dooreengestrengelde driehoeken het gezondheidsteken van Pythagoras, het teken van overvloed of het embleem voor de Drie-eenheid der Drie-eenheden.
De slang staat, wat de verzinnebeelding van de 0neindigheid betreft, gelijk met de cirkel, in haar schubben stelt zij " de eindeloze verscheidenheid in de aanzichten van de Waarheid voor" ( Br:. Denier van der Gon).
In de zuidelijke hoek van de Tempel is het reukaltaar geplaatst; tijdens de receptie wordt er wierook gebrand.
Verktuigen zijn in de tempel niet aanwezig, omdat immers de arbeid na de dood van Hiram Abiff is opgeschort.
De plechtigheid wordt geleid door de zeer Machtige Meester, voorstellend Koning Salomo, die in het Oosten links van de ingang van het Heilige der Heilige zit.
Hij is gekleed in een zwart gewaad, afgezet met hermelijn, hij heeft een kroon op het hoofd en houdt een scepter vast; hij draagt een brede blauwe sjerp, waaraan een gouden driehoek is bevestigd.
0p het driehoekige tafeltje aan zijn linker zijde liggen de attributen, waarmee de neofiet wordt bekleed, wanneer hij als Geheim Meester is ingewijd: Sv.., kordon, juweel, handschoenen, een witte toga en een lauwerkrans (embleem van de vrede, die er in het hart van de ingewijde moet heersen).
Tegenover de Zeer Machtige Meester zit in het Westen de Groot Inspecteur voorstellend Adoniram, zoon van Abda.
Het witte, zwart omboorde Sv.°. bevat een blauwe klep, waarop een in goud borduursel uitgevoerd oog; in het midden van het Sv.°. een omkranste letter Z.
Volgens Br:. Merens zou deze letter duiden op het vreemde woord Zizon, waarmee de balustrade-afsluiting van het Heilige der Heiligen wordt bedoeld en dat ook het heilige woord van deze graad is.
Vermoedelijk geldt dit voor het Franse rituaal.
Br:.Vard echter beweert, dat met de letter Z Zadoc wordt bedoeld, de naam van een hogepriester tijdens het bewind van Salomo en stamvader van de priesters in Jeruzalem.
Vroeger mocht het Heilige der Heiligen alleen door de hogepriester betreden worden.
Aan het blauwe, zwart omrande kordon hangt het juweel: een ivoren sleutel met.de letter Z de baard van de sleutel.
Het Alz.°.0.°. is ee'n bekend maç.°. embleem dat ook in de le graad van de reeks der zg. symbolische graden voorkomt; het is volgens Br:. Mackey een symbool van de 0.°.B.°.d.H.°. in Zijn Alom-Tegenwoordigheid, Zijn Al Waakzaamheid en Zijn Voorzienigheid.
De daarmee in verband te brengen plaatsen in de Bijbel zijn:Ps.54:16. De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen; Ps,131: 4; Zie, de bewaarder Israëls Zal niet Sluimeren noch Slapen; Spreuken 15:3; De ogen des Heren zijn aan alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.
Volgens Bolland is het het oog Van de Alles ziende gerechtigheid'
Volgens Br.'. J. Klinkhamer de Eindwaarnemer van alle dingen, het Al-brwustzijn.
In de Apocriefe Boek van het gesprek van God met Mozes op de Berg Sinaï door Rev. W Cureton vertaald van een Arabisch manuscript uit de 15e eeuw en gepubliceerd door de Philobiblon Society of London- aldus Mackey- " is het Idee van de Eeuwige Waakzaamheid van God op de volgende Wijze geallegoriseerd:" Toen zeide Mozes tot God: o Heer, slaapt gij of niet?
De Heer zeide tot Mozes: Ik slaap nimmer. Maar neem een kom en vul die met water.
Toen nam Mozes een kom en vulde die met water, zoals de Heer hem gebood. Toen wierp de Heer de adem van de sluimer in Mozes hart, zodat hij sliepen de kom uit zijn hand viel en het water over de grond vloeide.
Mozes ontwaakte uit zijn slaap en zag wat er gebeurd was.
Toen zeide God tot Mozes: Ik verklaar bij mijn Macht en Glorie, dat Wanneer Ik Mijn Zicht op de hemelen en de aarde had nagelaten voor korte tijd, waarin gij geslapen hebt, de hemelen en de aarde zouden zijn neergestort in verwarring, gelijk de kom gevallen is uit uw hand".
De symbolische arbeidstijd is van zonsopgang tot zonsondergang; de symbolische leeftijd is 27 jaar; het aantal slagen is 7------ -, deze slagen worden bij de opening der Loge zwak-luidend gegeven.
0p de vraag van de Zeer Machtige Meester hoe laat het is, wordt door de Groot-Inspecteur geantwoord: De morgenster heeft de nachtschaduwen verdreven en het grote Licht begint onze Loge te beschijnen.
Hierop zegt de Leider ter aankondiging van de arbeid:"0mdat de morgenster de voorloper is van het grote Licht, dat in onze Loge begint te schijnen en wij allen geheime Meesters zijn, zo is het tijd, om de werkzaamheden aan te vangen ".
Daarna ontdoen de Geheime Meesters zich van hun schoenen, omdat de plaats waar zij verblijven geacht wordt heilig te zijn.
Dan heeft de opening der Loge plaats met 7 zwakke slagen
De Kand.'. heeft, als hij binnengeleid wordt, een zwarte toga aan; hem wordt het een en ander voorgehouden over de heiligheid van het 0pperwezen, Zijn Gerechtigheid en Genade jegens de mens.
Voor de vorming van het besef, vult hier de uiteenzetting door het woord de verduidelijking aan door het symbool.
De neofiet hoort een gebed aan en na zich zijn handen en zijn voeten gereinigd te hebben, wordt hij geleid naar het Heilige der Heiligen, waarvan de deur geopend wordt; dan betreedt hij het gebied van het ondoorgrondelijke Wezen Wiens Naam onuitsprekelijk is (gegevens van Mac Clenachan).
Het rituaal brengt, zoals de opzet en de uitvoering aangeven, een mystieke sfeer, die voor de Kand.°. het beleven van de Alomaanwezigheid vergemakkelijkt.
Het bestaat achtereenvolgens uit een korte opening, de receptie met een les en een gebed en een slotopdracht aan Adoniram, om West-Zuid West van de tempel een tombe en obelisk van zwart en wit marmer op te richten waar het gebalsemde lijk van de betreurde Grootmeester Hiram Abiff zal worden bijgezet.
De levensleer is in deze graad gericht op de zedelijke verantwoordelijkheid en plicht.
De Kand.°. wordt gemaand niet te streven naar datgene waartoe hij niet in staat is, geen last op zich te nemen, die hij niet kan dragen en niet lichtvaardig een zware taak te aanvaarden.
Maar aanvaardt hij die en erkent hij daarmee zijn plicht tot volbrenging, dan zal hij die met de meeste nauwgezetheid, ernst en oprechtheid vervullen.
En dan wordt van plicht de volgende, diepzinnige uiteenzetting gegeven: "Plicht is altijd mét ons, onverbiddelijk als het lot.
In gezondheid of ziekte, in voorspoed of tegenspoed, plicht is altijd mét ons. Hij ontwaakt 's orgens mét ons en waakt bij ons bed in de nacht.
In het gedruis van de stad en in de eenzaamheid van de woestijn, plicht is altijd mét ons, gebiedend als onze bestemming (Mac Clénachan).
In het rituaal en de moraal van de 4e graad ligt duidelijk de religieuze strekking doorweven, om het begrip in te prenten, dat de ingeschapen plicht altijd de mens vergezelt als een bewustzijn, dat omhoog te brengen en te versterken is als de stuwkracht tot het reiken naar het grote Licht
In het rituaal is een samenspraak van Salomo en Adoniram opgenomen, afgewisseld door recitatief gezang van allen: in de samenspraak wordt op de volgende wflze een beschrflving gegeven van het Heiligdom:
"Ik zag de Heer zitten op een troon, hoog en verheven, en Zijn gevolg vulde de Tempel.
Boven Hem waren de engelen; ieder van hen had zes vleugels; met twee hiervan bedekte Hij zijn aangezicht, met twee Zijn voeten en met twee deed Hij de engelen vliegen.
En de deurposten bewogen zich op de stem van Hem, die sprak, en de hemelen werden vervuld van rook" (Mac Clenachan).
Men zou wellicht kunnen opmaken dat daarmee een beeld wordt gegeven van een persoonlijke God, maar wanneer men daarmee in het Boek der Koningen en in het 2e Boek der Kronieken van het 0ude Testament opgenomen beschijving van Salomo's Tempel vergelijkt, komt men tot de gevolgtrekking dat bedekt in bloemrijke taal een symbolisch denkbeeld wordt gegeven van het Heilige der Heiligen als de materialisatie van de verborgen Geest.
Want via Salomo's Tempel was de Ark des Verbonds in het Heilige der Heiligen, getooid met figuren van engelen of cherubs.
De Ark des Verbonds was een draagbaar heiligdom waarbij de Naam des Heren werd aangeroepen, "die daarop woont tussen de cherubs".
Het Boek Samuël verhaalt van de verschillende plaatsen waarheen Koning David de Ark liet vervoeren en van de wondere krachten, die daarvan uitgingen ((Prof. Dr. Buhl). Zie over de Ark des Verbonds het Boek Exodus 25
En toen de plechtige inwijding van de tempel plaats had, viulde deze zich met een wolk. "Als nu Salomo voleindigd had te bidden, zo daalde het vuur van de hemel en verteerde het brandoffer en de slachtofferen en de heerlijkheid des Heren vervulde het Huis.
En de Priesteren konden niet ingaan in het Huis des Heren, want de heerlijkheid des Heren had het Huis des Heren vervuld" (11 Kron.7:1 en 2).
Wat de neofiet wordt voorgehouden- door zijn aanneming voordat het Heilige der Heiligen geopend wordt, wordt verklaard dat hij een plaats inneemt onder de Levieten-is het beeld van de plechtige inwijding van Salomo's tempel, toen de engelen en de dichte rook de glorie van het 0pperwezen verkondigden.
Met reine handen en voeten, met een na het passeren van de vier sluiers, gelouterd wezen, staat de Geheime Meester in het Heilige der Heiligen, en in de hem opgelegde stilte tot zichzelf inkerend, beleeft hij de Geest die er zweeft, de Heilige Aanwezigheid (Hebreeuws: Shekinah).
Dat is het besef van de gebondenheid van de mens aan de Schepper, zoals die in universele zin ook opgevat kan worden uit de woorden van dat 1e Boek der Koningen 9:3 "En de Heer zeide tot hem (Salomo) Ik heb uw gebed en uw smeken gehoord, die gij voor Mijn aangezicht smekende gedaan hebt.
Ik heb dat Huis geheiligd, hetwelk gij gebouwd hebt, opdat Ik mijn Naam aldaar tot in eeuwigheid zal zetten, en mijn ogen en mijn hart zullen daar zijn te allen dage".
Als een inleiding op de weergave van het rituaal van de 4e graad wordt in Mac Clenachan's boek een korte schets gegeven van de eerste bijeenkomst van de zeven Geheime Meesters:" In de grijze morgenschemer, even voordat de over de 01ijfberg opgaande zon de wanden van de tempel rood zou kleuren, kwamen de weinige uitverkorenen eerbiedig en ernstig bijeen.
Het licht van de zevenarmige kandelaar in het 0osten werd weerkaatst door de gouden vloer en het koperen wasbekken, maar viel somber op het zware behang van de wanden.
0nder de gebeden, de vermanende woorden en het plechtige gezang van de Levieten, kwamen de zeven in de mystieke bijeenkomst en de plicht van 'geheim' en 'stilte' werd hun opgelegd.
En dan werden de met snijwerk versierde, vergulde deuren van ceder- en olijfhout geopend, de gordijnen van blauw, purper, scharlaken en wit linnen werden terzijde geschoven en de mysteriën van het Heilige der Heiligen werden aan hen geopenbaard.
Alleen de Priesters en de Levieten waren het gewijde heiligdom binnengetreden, sedert de Ark des Verbonds daarheen was overgebracht.
De Priesters waren nakomelingen van Aaron, broer van Mozes, ze vormden de hoogste geestelijke stand en verrichtten de altaardienst; de Levieten waren nakomelingen van Levi, de 3e zoon van Jacob en Lea, zij deden het andere werk in de tempel; zie Exodus en Leviticus (Prof. Dr. Buhl)
En toen de zeven geheime bewakers na hun schoenen uitgedaan en hun voeten gewassen te hebben, de gouden drempel overschreden, waren zij onder de indruk van de plechtige stilte en verblind door het licht dat hun toestraalde.
De uitgespreide vleugels van de cherubs bedekten de ark des Verbonds, maar van alle kanten schitterden de wanden van goud en edelstenen".
Zo kan de 4e graads inwijding met die veraanschouwelijking in wondere gloed en mystieke stilte een beleving van grote religieuze waarde brengen.
En de tendens van de aanraking van de menselijke ziel met de Geest, die van de 0.°.B:°.d.H:°. emaneert, wordt duidelijk door het mooie serene gebed, dat aan de eigenlijke inwijding voorafgaat:" 0nze Vader, die hemel en aarde bestiert en al wat daarin is, Gij Almachtige, die de Schepper zijt van al het goede en volmaakte, wil ons steunen in onze pogingen om de duisternis te bestrijden en om de geest en de gedachten te leiden van deze onze Br.°. bij de drempel, in de plechtige nadering van de binnenste geheimen van Uw heilige Tempel, waar wij zoeken naar Waarheid, naar het volle besef van de goddelijke lessen die Uw Woord bevatten, en naar de uiteindelijke verwerving van het heil van onze onsterfelijke ziel.
Moge de Br.°. voelen dat de beginselen van de beloften die hij gaat afleggen, zijn edelste Maç.°. gedachten en zijn heiligste eerbied waardig zijn.
Sta ons bij o Heer, om hem een blik te laten slaan in zijn eigen hart, dit binnenste heiligdom, opdat hij zich zal voorbereiden om de indruk van heilige Naam te ontvangen, de indruk, die als een zegel zal zijn voor Eeuwige Leven (Mac Clenachan).
Het rituaal van de 4e graad, als het begin van een serie religieuze, filosofische zedelijke leringen, geeft een bewustwording van het Licht als de 1e graad, maar van een diepere, mystieke betekenis.
Het laat een mysterieuze sfeer in het Heilige der Heiligen ontstaan en het laat die sfeer doordringen tot in het innerlijk van de Kand.'., opdat deze in zijn beleving zich één voelt met het ondoorgrondelijke Wezen, wiens Naam onuitsprekelijk is.
Het betreden van het heilige gebied en het passeren van de 4 sluiers zijn waardevolle indrukwekkende allegorie van de opgang tot de bovenzinlijke- boven aardse werelden, waar de 0:.B:.d.H:. zich in Zijn Abstractie openbaart voor de inwijdeling.
Hier doet het rituaal enigszins denken aan een der hoogtepunten van de oude Egyptische Mysteriën, waarop de inwijder, na een gordijn te hebben laten openen, tegen een duistere achtergrond de lichtende figuur van Thot (Hermes) doet verschijnen en tot de neofiet zegt:" Aanschouw dit Licht,
dat de geheime glans der mysteriën is; vanwaar het gekomen is, weet niemand anders dan de Meester van het Licht "(Manley Hall).
de stilte van de gewijde heilige plaats beleeft de neofiet de onzegbare inwerking van de Aanwezigheid als een apotheose, waarin de waarachtige Geest zich in zijn ziel manifesteert.