Maçonnieke encyclopedie-F.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !

 

DE VEERTIENDEGRAAD (GROOT UITVERKOREN VOLMAAKT EN VERHEVEN MEESTER)

DE VEERTIENDEGRAAD (GROOT UITVERKOREN VOLMAAKT EN VERHEVEN MEESTER)

De inwijding in de l se of laatste graad van de serie van onuitsprekelijke graden wordt gehouden in een loge die het 9e gewelf voorstelt, vlak onder het Heilige der Heiligen van koning Salomo's tempel.

Aan deze loge grenst een voorvertrek, waarop een spaarzaam verlichte gang met 8 bogen uitkomt.

Door deze rij van symbolische gewelven wordt de neofiet, die in de duisternis van het Henochiaanse 9e gewelf de waarde van de 0nuitsprekelijke Naam en Geest onderkent en in het eigen diepste gewelf van zijn hart bewaard heeft, via het voorportaal binnengeleid, om samen met de andere Groot Uitverkoren Volmaakte en Verheven Heesters de eenheid te betrachten als een handeling, het actieve, voortgekomen uit en volgend op de verworven passieve geestestoestand van de eenheidsbeleving.

 

Hij bereidt zich voor op zijn taak voor de mensheid; van de Verlichte moet hij opklimmen tot de Verlichter.

Het Salomonische 9e gewelf is in religieuze mystieke en symbolische zin volmaakt ingericht.

De gevonden Henochiaanse kolom met de kubus en de driehoekige plaat met de Naam in Henochiaanse karakters is daarheen over gebracht; daarnaast is de door de bouwmeesters van Salomo vervaardigde, gebeeldhouwde wit-marmeren Zuil van Schoonheid opgesteld, die de kubus draagt met de driehoekige plaat, waarop in Hebreeuwse letters jehova's versluierde Naam is gegrift.

Het vertrek is langs de pilaren behangen met rode gordánen en wordt verlicht door 3 kaarsen in het Noorden in driehoeksvorm opgesteld, in het Zuiden in vijfhoeksvorm 5 kaarsen, 7kaarsen in het Mesten in zevenhoeksvorm en 9 in het Oosten, vormend drie gelijkzijdige driehoeken naast elkaar

Boven in het Oosten wordt het brandende braambos waarin God als Vlam aan Mozes verscheen, voorgesteld door een lichtende cirkel, die de vlammende driehoek met in het midden de heilige Naam, omgeeft.

(over het brandende braambos waarin God als een vlam van vuur verscheen, handelt Exodus 3).

 

De aanwezigheid van het wasbekken, het reukaltaar van de offeranden, de tafel der toonbroden, de beker met wijn, de Tafelen der Wet, de zilveren schotels en schalen, duidt op de oud-Hebreeuwse tempel-ritus; verder zijn er: de Kubieke Steen, de Bijbel, de Passer en de Winkelhaak, de Gouden

Troffel, die de zuivere maçonnieke betekenis geven aan het rituaal.

 

Voor de inwijding heeft het reinigen van de handen plaats en tijdens de helle plechtigheid van het openbaren en uitspreken van de heilige Naam wordt de aanwezigheid van de Heilige Geest verzinnebeeld door het flitsen van de bliksem, het geluid van de donder, trompetgeschal, bekkenslag en orgelmuziek.

 

Wie in het IIe Boek der Kronieken de beschrijving leest van de wijze waarop Koning Salomo de door hem gebouwde tempel inwijdde, nadat de Ark des Verbonds in het Heilige der Heiligen tot onder de vleugels van de cherubs was overgebracht, vindt in het maç:. ceremonieel de bedoeling van de aanvaarding, de erkenning, de verheffing, de verheerlijking van de Almacht van de 0pperbouwmeester des Heelals.

Toen Salomo nl, had gebeden, daalde het vuur van de hemel en verteerde de offeranden; de Heerlijkheid des Heren vervulde de tempel; de Levieten bespeelden de muziekinstrumenten, de Priesters lieten bazuingeschal horen.

 

0p de zeven feestdagen volgden de zeven gedurende welke het altaar werd gewijd; dan werd een verbondsdag ingesteld, waarna gedurende zeven dagen weer feesten werden gehouden voor heel Israël.

In Ezechiël 53:5 wordt de innerlijke gesteldheid van de gelovige bij het binnentreden van de gewijde tempel als volgt uitgedrukt:"En de Geest nam mij op, en bracht mij in de binnenste voorhof en zie, de Heerlijkheid des heren had het Huis vervuld".

 

Evenzo is het in het Negende Gewelf, waar de Geest doordringt, zich vestigt en als een onvergankelijk Licht schijnt in de tempel van het menselijk hart.

De inwijding wordt geleid door de Groot-Meester, koning Salomo, die bijgestaan wordt door de Gedeputeerd Groot-Meester, koning Hiram; beiden zitten naast elkaar in het Oosten, dragen ieder een koninklijk gewaad en een kroon, ze voeren elk een scepter.

Aan hun witzijden, goud omboord kordon hangt als juweel een gekroond kwadrant met, in het midden, een gouden negenpuntige zon (voor Salomo) of een gouden maan (voor Hiram) en aan de keerzijde een vlammende ster met de Heilige Naam; op het cirkelsegment van het kwadrant zijn de cijfers 3,5,7,9 gegraveerd.

De beide koningen dragen een vlakke gouden armband, die een gegraveerde driehoek bevat met de beginletter van de Heilige Naam en de inscriptie: "Deugd verenigt, dood kan niet scheiden."

Met deze spreuk wordt de blijvende eenwording, de verbinding bedoeld die tijdens het leven verworven kan worden, zoals Henoch die door de kracht van zijn geloof verwierf, en die niet door de dood kan worden vernietigd.

 

De gordel waarmee de Kand:, bij deze inwijding bekleed wordt, heeft de 9 in olijfgroen doorweven kleuren: blauw, rood en geel (de drie waaruit de andere kleuren gemaakt worden en die vriendschap, toewijding en wijsheid aangeven); groen, zinnebeeld van hoop en van de onsterfelijke kiem in het schepsel; purper, symbool van de waardigheid en majesteit; wit, als symbool van zuiverheid en onschuld; zwart, de kleur van ernst, zedigheid en bezonkenheid; steenrood, symbool van standvastigheid en trouw; vuurrood, symbool van liefde en liefdadigheid.

Bij het bekleden van de Kand:. met deze gordel wordt nog de volgende verduidelijking gegeven:

De verschillende kleuren van deze gordel drukken de eenheid en de vrede uit, die ons allen, broeders, samenbinden.

Zoals de verschillende kleuren zich voordoen in uw gordel, zo mogen de verschillende deugden glanzen in uw hart en in uw leven! (Mac Clenachan)

 

Hierin ligt de hele climax opgesloten van de zedelijke, geestelijke en religieuze ontwikkeling, zoals die door de reeks van de onuitsprekelijke graden gegeven wordt; de beoefening van de deugden en het streven tot volmaking naar het voorbeeld van goddelijke eigenschappen, de zuivering van het innerlijk, de overgave aan en de verbinding met de Geest van de 0:.B:.d.H:..

De broeders dragen een zwarte toga en houden een zwaard in de hand.

De symbolische leeftijd is 9 in het kwadraat, dus 81 jaren.

Het aantal slagen is: 3-5-7-9 (Mac Clenachan).

 

Ve wijzen hier op de bijzonderheid dat de 13e en de l4e graad beide hetzelfde embleem hebben, namelijk: de gelijkzijdige driehoek, die echter in de 13e graad met de punt naar beneden gericht is en in de l4e graad met de punt naar boven gericht is.

Dit heeft betrekking op de tegenstelling van de richting waarin de geest uitstraalt, de 13e graad is de passieve graad, waarin de inwijdeling het Licht ontvangt; de emanatie komt van het bovenaardse Al in de ziel van de mens; in de lse graad verheft de gelouterde menselijke geest zich in de richting van de Bron en wordt het ontvangen Licht weer uitgestraald tot boven de aardse gebieden.

"Het is de op- en neergaande richting van het geestelijke eenwordingsproces zoals dit allegorisch wordt voorgesteld in Jacobs droom van de ladder:

"En hij droomde en zie,een ladder was gesteld op de aarde, welker opperste de hemel raakte; en zie, de Engelen Gods klommen daarbij op en neer (Genesis 28:12, zie ook Joh.1:52).

Dezelfde dubbelrichting wordt ook aangegeven op de Tabula Smaragdina of SmaragdenTafel van Hermes Trismegistus door de verklaring, dat het Azoth van de aarde opstijgt en uit de hemel weer neerdaalt, door welke circulatie de kracht uit de hoge en die uit de lage toenemen, waardoor de substantie in de alchemistische retort bezinkt, het samengestelde van geest en stof neerslaat en daaruit alleen de geest overblijft (Manley Hall)

Het dalen en het klimmen wordt zinnebeeldig uitgedrukt wanneer aan de twee gelijkzijdige driehoeken in elkaar schuift tot de zespuntige ster, het zg. zegel van Salomo, symbool van het passieve en het actieve beginsel, van geest en stof volgens de oude Egyptenaren, ook van de Heer der vier elementen, die door gelijkzijdige driehoeken worden aangegeven:

vuur door de driehoek met de top opwaarts;

water door de driehoek met de top naar beneden gericht;

lucht en aarde respectievelijk op dezelfde wijze afgebeeld, maar met een streep door de tophoek.

Zo symboliseert de zespuntige ster de nederdaling van de geest in de stof en de opstijging van de stof in de geest (Eliphas Levi).

De Heilige Delta of Driehoek in het Royal Arch systeem wordt in het algemeen met de naam van "anima mundi" (=de ziel der natuur) aangeduid (Mackey)

 

Het slot van de geschiedenis, zoals deze door Br.'. Red.', wordt meegedeeld komt neer op de in het 1e Boek der Koningen beschreven geloofsverwording van Salomo aan het einde van zijn veertigjarige regering over Israël.

Salomo aanbad nl. Astoreth, de God der Sidoniërs en Abilkom, de God der Ammonnieten en"hij liet tempels bouwen voor de God Kamos van de Hoabieten en voor de God Moloch van de kinderen Ammons en hij dwaalde af van de goede weg .

 

Nebukadnezar, koning van Babel, belegerde Jeruzalem; zijn krijgsoverste Bebuzarad dan trok de stad binnen, verbrandde de tempel na alle attributen hieruit weggevoerd te hebben, brak Jeruzalems muren af en voerde het volk gevankelijk weg.

Niet lang nadat de verwoesting had plaats gevonden, herinnerden enige in de stad gebleven Grootmeesters zich het geheime Negende Gewelf en de grote schatten die daarin' waren.

Zij trokken daarheen en ontdekten dat de veroveraars de toegang tot dat gewelf niet ontdekt hadden.

Maar middenin de tempelruines troffen zij op de vloer van het voormalige Heilig der Heiligen het ontzielde lichaam aan van Galaäd, een eminente broeder, hoofd van de Levieten, aan wie de zorg voor de veiligheid van het geheime Gewelf en het brandend houden van de lampen was opgedragen

(Hac Clenachan.).

De dood van Galaäd als het slot van het drama aan het eind van de reeks der onuitsprekelijke graden kan worden vergeleken met het neerslaan van Hiram Abiff aan het eind van de reeks van de symbolische graden.

Beiden bewaakten het woord, de ene het Heesterwoord, de andere de 0nuitsprekelijke Naam.

Het Meesterwoord dat verloren ging en vervangen werd, voerde de mens tot de geestelijke opbouw van zichzelf en van zën medemensen; de 0nuitsprekelijke Naam bleef in de diepe duisternis en de volmaakte stilte van de onderaardse bewaarplaats, maar had de geestelijke verbinding tot stand gebracht, was zinnebeeldig opgenomen in het 9e gewelf van het hart van de mens en had daardoor na zijn geboorte, zijn leven, zijn ondergang, de in en door zichzelf geschapen kracht om te herrijzen, te herleven en weer als Licht te komen en zich te verbreiden over het ganse oppervlak der aarde.

 

"Niet in staat zijnde het gewelf te verdedigen ", aldus Br:. Herens," vernielden de ingewijden de Delta met de Gods-naam en de Zuil der Schoonheid; zij hielden het Woord verder in eigen binnenste verborgen.

Ziet hier de oorsprong van de Gebroken Kolom , de Schoonheid met de Godsnaam, die nu niet meer geschreven was, maar in het hart van de ingewijden moest worden bewaard.

Alleen de Hogepriester sprak de Naam eenmaal per jaar uit in het Heilige der Heiligen onder oorverdovend geraas van het volk, wat hier wordt vertolkt aan het liefdemaal, waarbij de Voorzittend Heester die Naam uitspreekt of heet uit te spreken onder voortdurend kloppen met de hamer op tafel."

 

Het is van belang enkele byzonderheden uit het oudste rituaal en tevens over de gebruikte symbolen weer te geven.

De vier sluiers (blauw, purper, rood en wit) die de Kand:. achtereenvolgens moest passeren, telkens onder het geven van woord en teken aan de Dr:. waren de zinnebeelden van de overgangen van de geestestoestanden van de mens (Ward).

Alleen wanneer de laatste toestand doorleefd is in al zijn zuiverheid, wordt men in staat geacht Gods Wezen te doorgronden.

De vier kleuren hebben hier volgens Hackey de volgende maç:. betekenissen Blauw is het symbool van de universele vriendschap en welwillendheid, de eerste stap op weg naar Waarheid, de kleur van de symbolische graden.

Purper is het symbool van de vereniging, in het byzonder de verbinding van de 0ude Vrijmetselarij met het Royal Arch stelsel, de kleur dus van de tussenliggende graden.

Scharlakenrood is het symbool van ijver en gloed, de overgang van een lage staat tot een hogere staat, van duisternis tot licht.

Wit is het symbool van reinheid en zuiverheid, dat de neofiet eraan herinnert dat hij alleen in deze staat het ideaal kan vinden (De mystieke betekenis van deze vier kleuren is aangegeven in de beschrijving van het rituaal van de 4e graad).

 

De beoefening en de uitvoering van alle deugden gaat in deze topgraad gepaard met de naleving van de door God aan Mozes gegeven geboden, die letterlijk uit hoofdstuk 20 van het Boek Ezodus de Kand:. worden voorgehouden

 

De figuren van de juwelen van de 10 0ff:. liggen gevat in gouden driehoeken.

De ingewijde wordt, volgens Mac Clenachan, nog meegedeeld dat ook de heilige engelen de 'uitverkorenen' werden genoemd, en dan wordt er gezinspeeld op de Kabbalistische Schem Hamephorasch, waarmee men door een byzondere schikking van de medeklinkers van de Heilige Naam en een toekenning van de getalswaarde aan elke regel, komt tot een totaal van 72, het aantal

van de engelen uit het Boek Zohar, van de goddelijke eigenschappen, van de treden van de Jacobsladder.

De uiteenzetting die aan de ingewijde gegeven wordt van alle symbolen is uitvoerig.

 

Van de tekst van een van de gezongen liederen wordt hier de vertaling geven:

Daar is een Voord-geen sterfelijke tong

Moge het wagen, zijn klanken met elkaar te verenigen;

Geen heilige heeft ooit gefluisterd, geen profeet ooit gezegd:

Die heiligste van alle goddelijke namen.

 

Noch mag de hand van de schrijver

Het wagen, dat gewijde Voord te schrijven;

Gevloekt als van Israëls stam

Ware hij, die het gewaagd had, die Naam te openbaren.

……………………………………SHEH HAMEPHORASCH.

1……………………………l0…………………..=10

2……………………………10+5……………….=15

3……………………………10+5+6…………….=21

4……………………………10+5+6+5………….=26

………………………………………--------------------

Totale waarde van deze Onuitsprekelijke Naam:… 72 Kabbalistische Shêm Hamephorasch

 

Toch hoeveel lippen noch handen 't zullen wagen,

Die onuisprekelijke Naam weer te geven,

Vordt hij uitgeademd in stil gebed,

En is hij immer geschreven in het hart.

 

Met zorg bewaard, is het gewijde woord

waarlijk een gezegende schat.

Wij buigen ons voor Uw Naam, o Heer,

En erkennen Uw grote en wondere Macht.

 

In de les voor de sluiting van de loge worden de bijeengekomen Broeders eraan herinnerd dat hij, die rechtuit gaat, rechtvaardig en waar is, reine handen en een zuiver hart bezit, zal staan in tegenwoordigheid van de Almachtige, zal opgaan tot de berg, waar Hij is en er zich zal bevinden op

Zijn Heilige Plaats.

Groot is zijn liefde voor de oprechten van hart, en deze zullen in Zijn Licht het licht zien, dat sterker en sterker zal schijnen tot de volmaakte dag (Mac Clenachan).

In beide gebeden, die bij de inwijding gehouden worden en in één waarvan de 0:.B:,d.H:, als de Koning der Hemelen met de naam Jah wordt aangeduid, gaat de vrome gedachte vooral uit naar het in het hart bewaren van Zijn Onuitsprekelijk Wezen.

Mogen wij tenslotte, aldus het gebed, na oprecht en waarachtig in onze levenswandel geweest te zijn,het 0nuitsprekelijk Licht aanschouwen en toegelaten worden tot dat Heilige Oord, waar de zon geen licht zal hoeven te geven en ook de maan niet glanzen zal, maar waar de Eeer met ons zal zijn

als een Eeuwige Schijn en een 0nvergankelijke Glorie(Mac Clenachan).

Deze woorden komen overeen met de beschrijving van "het nieuwe Jeruzalem" in de 0penbaring van Joh. 21:23 en hoofdstuk 22:5 (zie ook Jesaja 60:19):

"En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft ze verlicht en het Lam is haar kaars.

En aldaar zal geen nacht zijn en zij zullen geen kaars noch licht van de zon van node hebben, want de Heer God verlicht ze, en zij zullen als Koningen heersen in alle eeuwigheid,"

 

De ingewijde wordt toegewenst dat hij altijd in tegenwoordigheid van de 0.°.B:,d.H.°. en dus ook met de broeders in eenheid moge zijn.

En aan het slot van de plechtigheid luidt de vrome eindbede (uit Mac Clenachans werk):Wij naderen u met ontzag en eerbied en smeken uw zegen af over ons, die Uw Grote en onuitsprekelijke Naam kennen.

Geef ons die zegen, voordat wij van deze heilige plek gaan naar onze verblijfplaatsen en ons weer mengen in de werkzaamheden en strijd van het leven.

Vervul onze harten met liefde, opdat wij mogen speken van Uw goedheid en opdat onze daden mogen overeenstemmen met de hier ontvangen lessen !

Maak ons standvastig in de vervulling van onze plichtem jegens anze broeders, jegens onze medemensen !

Zegen ons, geef ons voorspoed in het leven en ontvang ons in de dood. Zo moge het zijn !