Maçonnieke encyclopedie-F.

De Maconnieke Encyclopedie zoekt


Een ogenblik !

 

DE TIENDE GRAAD (UITVERKOREN MEESTER VAN VIJFTIEN)

DE TIENDE GRAAD (UITVERKOREN MEESTER VAN VIJFTIEN)

 

De 10e graad van Uitverkoren Meester van Vijftien is een direct vervolg van de vorige graad, hij behandelt de ontdekking en de berechting van de twee andere boosdoeners en bedoelt als moraal te geven dat eerzucht en dweepzucht als de slechte neigingen van de mens, altijd overwonnen en vernietigd worden door gerechtigheid en vrijheid.

0ngeveer 6 maanden na de afrekening met een van de moordenaars van Hiram Abiff- aldus de geschiedenis die Br:. Red:, de Kand:, vertelt (Mac Clenachan)- liet Bengabor, intendant van Koning Salomo in het aan deze vorst schatplichtige land van Gath een uitgebreid onderzoek instellen naar vluchtelingen uit Jeruzalem, waarvan een beschrijving bekend gemaakt was.

Kort daarop werden twee uitgewekenen, die in het Franse rituaal Scherkin en 0sterfuf genoemd worden, gesignaleerd als werkers in de steengroeve Ben Dekar (door Br:. Merens ook Benaco genoemd).

Koning Salomo riep de tussenkomst van Maäka, koning van Gath, in, om beide misdadigers uit te leveren, en koos 15 van de meest vertrouwde Meesters uit - onder wie zich de 9 van de 9e graad bevonden- om de twee boze gezellen te halen en naar Jeruzalem te brengen.

Tot de 15 uitverkorenen behoorde ook Zerbal, die een aan Maäka gerichte brief van Salomo bij zich had, zijn broeder Stolkin en een andere broeder.

 

OP de l5e dag van de maand Tammuz trokken zij naar Gath, waar zij drie dagen later aankwamen; daar trof Eleham of Heleanam de twee boze gezellen in de steengroeve aan: men nam hen gevangen en bracht hen naar Jeruzalem waar beide meteen in de toren van Achizar opgesloten werden terwijl ze de volgende dag terechtgesteld werden.

De hoofden van de drie moordenaars werden op ijzeren staken op de Z:.- de W:.- en de O:. poort van de stad geplaatst.

De beide reeds genoemde Maäka en Benaco verbergen volgens Br:. Merens in zich Mac Benac, het vervangende Meesterwoord van de 3e graad.

Maäka of Mak kan betekenen "onderdrukker"; Benaco of Benajo kan men uitleggen als "Gods Zoon"; de naam van het land Gath beduidt:het lot, het noodlot van de mens.

De naam Eleham of Heleanam van de meester die de boosdoeners in de steengroeve ontdekte, is een verbastering van El Chanan, dat is God of Genadige.

De naam van de toren Achizar of Achar, waarin de moordenaars werden opgesloten, betekent:de andere, de duivel.

Verder geeft Br:. Merens in de nomenclatuur de volgende zinnebeeldige betekenissen weer:" in het menselijk lot (Gath) waar de onderdrukker (Maäka) de geest van materialisme en egoisme, heerst, is de grot van Benaco (gods Zoon) gelegen, maar in die Gods Zoon of mens moet de moordenaar

van het goede eerst door Eleham of de Genadige God worden gedood, voordat de mens kan opklimmen tot de staat van Uitverkoren Meester.

De moordenaar wordt dan aan de duivel (Achizar of Achar) overgegeven en gedood".

 

In deze en in de volgende Rraad worden de moordenaars van Hiram Abiff voorgesteld als vijanden van de lichamelijke en geestelijke vrijheid, die door de Vrijmij:, worden nagestreefd, personificaties van eerzucht en dweepzucht, waaruit onverdraagzaamheid en vervolging voortkomen.

In de Hirammythe, zoals die door Manley Hall wordt weergegeven, heten de drie gezellen die doodden en gedood werden: Jubela, Jubelo en Jubelum, verpersoonlijkend onwetendheid, bijgeloof en vrees.

 

Het vertrek waarin de inwijding plaats heeft, is met zwart goed behangen, hierop zijn rode en witte tranenfiguren aangebracht: het wordt verlicht door 15 gele waskaarsen, 5 in het 0:, en 5 voor iedere 0pz:., elk vijftal kaarsen is zodanig opgesteld, dat vier samen een vierkant vormen ter wijl de vijfde in het midden staat.(denk aan de gaten van een stoof).

Het Alt:. is bedekt met zwarte stof, bestrooid met zilveren figuren van tranen: er op de Grote Lichten, het wetboek. 2 gekruiste zwaarden en 2 dolken.

 

Er zijn 15 officianten, onder wie 9 die dezelfde personen voorstellen als in de vorige graad.

Op het veld van het witte driehoekige, zwart omboorde Sv:. met zwarte klep, is een tekening geborduurd of geschilderd, voorstellend drie poorten met - op elke poort- een mensenhoofd, gestoken op een korte spies.

Op de bandelier van zwart lint zijn drie hoofden afgebeeld: het juweel is hetzelfde als in de vorige graad.

Het symbolische uur van de opening is het 6e uur van de nacht: dat van de sluiting het 6e uur van de dag.

De leeftijd is 5x3=15 jaar.

Het aantal slagen is 15: ----- ----- -----.

 

In het rituaal komt de wettelijke orde van de gerechtigheid sterker naar voren dan in de vorige graad: het wetboek op het Alt:. wijst daarop en bovendien wordt door de Red:. de vraag gesteld:"Wat zegt de wet ten aanzien van hem, die zijn broeder neerslaat?"

Hij geeft zelf het volgende antwoord, geput uit: de geboden en rechten die de Heer door de dienst van Mozes aan de kinderen Israëls geboden heeft in de vlakke velden door Moabieten, aan de Jordaan van Jericho (Numeri 36:13) de woorden nl, zoals ze voorkomen in het 5e boek van Mozes, Deuteronomium l9:11-13: "Maar wanneer er iemand zal zijn die zijn naaste haat en hem lagen legt, en tegen hem opstaat en hem aan het leven slaat, dat hij sterft, en vliedt tot een van die steden, zo zullen de oudsten van zijn stad zenden en nemen hem van daar en zij zullen hem in de hand van de bloedwrekers geven, dat hij sterve: uw oog zal hem niet verschonen, maar gij zult het bloed van

de onschuldigen uit Israël wegdoen, dat het u wél ga".

En dit komt overeen met het algemene gebod, neergelegd in Deuteronomium 19:21: "En uw oog zal niet verschonen: ziel om ziel, oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet."

Men moet deze wetten beschouwen in het vermoedelijke aspect van het leven in die ver voorbije tijd, als de eerste symptomen zich voordoen van de noodzaak van een orde in moeilijkheden, verwikkelingen en willekeurigheden van een uitgegroeide maatschappij: zij brengen de opvattingen en gebruiken binnen bepaalde grenzen en al lijken zij simplistisch en primitief streng, toch zullen ongetwijfeld bij de rechtspraak en de straf-toemeting tijdens de regering van Koning Salomo, die immers om zijn wijsheid en rechtvaardigheid beroemd was, alle omstandigheden waaronder misdrijf had plaats gehad, in acht genomen zijn.

Wie de wetten van Mozes goed bestudeert, zal ervaren dat het "ziel om ziel, oog om oog, enz.", als een beginsel van aardse gerechtigheid niet in al zijn generaliserende strakheid gevolgd werd.

(Een treffende overeenkomst is gevonden tussen de wetten van Mozes en die welke de Babylonische koning Hammurapi + 2000 voor Christus, heeft laten griffen op de gevonden zuil van dorietsteen ( nu in het Louvre in Parijs)

 

Dr. F.M.Th. Buhl schrijft:"In de Israëlitische wet wordt verschil gemaakt tussen moord en doodslag: de onvrijwillige doodslager is in het heiligdom of in bepaalde steden veilig (vrijsteden) voor de bloedwreker." (zie Exodus 21:13 e,v., Deuteronomium 4:41 e,v.. Numeri 35:11 e,v.).

En verder:"Het strafrecht berustte bij de Israëlieten, evenals bij de Babyloniërs, oorspronkelijk op het stelsel van de strenge wedervergelding (Jus Aalionis" Ex.21:23. Leviticus 24:19 e,v.. Deut,19:21).

Maar de toepassing daarvan werd hoe langer hoe meer verzacht en gewijzigd.

Men straft de misdadiger individueel en niet langer het hele geslacht voor de zonde van de enkeling, men stelt zich in ruime mate tevreden met materieele schadevergoeding: men houdt er rekening mee of er opzet in het spel was al of niet."

 

Vergelding is in het rituaal niet het primaire beginsel, maar de handeling die de gedachte aan beide deugden: verdraagzaamheid en geduld in het licht brengt.

Het hoog houden van deze beide deugden wordt zelfs als een heilige zaak in het leven van de Vrijm:. voorgesteld, passief in de levenshouding en het voorbeeld, die beiden op die deugden berusten, actief in de aanbevolen geestelijke strijd tegen de controversen.

 

Het is die heilige zaak, waaraan de 15 Uitverkorenen zich moeten wijden in hun binnenste en voor hun omgeving; het is de zaak van de verdraagzaamheid tegen de onverdraagzaamheid, de zaak van de vrije gedachte, het vrije woord, de vrije kennis.

 

De Uitverkoren Meesters hernieuwen daarvoor hun gelofte voor het Alt.'. en zij wijden zichzelf, hun handen, hun hart, hun geest aan deze taak,die een deel is van de geestelijke stroming van de Vrijmij:., en zij nemen de onbeschreven plichten die daaraan verbonden zijn, op zich, nu, later, en voor altijd (Mac Clenachan).

 

En met zekere plechtigheid wordt dit verklaard door de Zeer Machtige Meester en de beide Groot 0pzz:., wanneer ieder van hen zijn 5 lichten ontsteekt: de Zeer Machtige: Als deze mijn lichten schijnen in dit kapittel, zo zullen de lichten van vrijheid lichten over de wereld: de le Groot 0pz:.:

Als deze mijn lichten schijnen in dit kapittel, zo zal het licht van religieuze verdraagzaamheid rijpen in de wereld: de 2e Groot 0pz:.:

Als deze mijn lichten schijnen in dit kapittel, zo zal het licht van beschaving en verstand schijnen in alle hoeken der aarde: de Zeer Machtige: Z:.M:.H.'.Z:. Mijn Broeders, dit kapittel is geopend in de voorgeschreven oude vorm.

 

Deze graad als één der Elu-graden geeft een allegorie van het herstel, de zuivering van de geest, die voor de Vrijmij.'. onontbeerlijk is, maar die geschaad was door de tijdelijke overwinning van het kwaad op het goed.

En de lering wijst op een klein deel van de voortstuwende wereldorde: de regeneratie van het altijd levendig blijvende streven naar het driemaal vijf, het drievoudig volmaakte in de afspiegeling van de Al-Geest in de mens.