Maçonnieke encyclopedie-F.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
Glossolalie
Gnostiek
Gobineau, Joseph-Arthur , Comte de
Goddard, Henry Herbert
Goethe, Johann Wolfgang
Gorredijk
Gorsleben, Rudolf ]ohn
Graancirkels
Grafologie
Gratiolet, Louis Pierre
De oudste versies
De nieuwste versies
Toekomst van de samenzwering
Grote Samenzwering
Guénon, René
Gurdjieff Georgi Ivanovitsj
Gurney , Edmund
Glossolalie ('spreken in tongen') Het verschijnsel dat mensen als ze in trance verkeren (*hypnose) klanken uitstoten die òf verstaanbaar zijn (doch meestal een chaotische boodschap bevatten) òf onverstaanbaar, en dan door omstanders vaak als een onbekende taal worden geïnterpreteerd. In vele religies geldt een dergelilke uitbarsting als een teken van goddelijke genade. Het nederdalen van de Heilige Geest en het daaropvolgende spreken in vreemde talen, zoals vermeld in Handelingen 2, wordt wel beschouwd als door religieuze vervoering opgeroepen glossolalie.
Gnostiek (gnosticisme) Mystiek-filosofische stroming, gebaseerd op de overtuiging dat er een ware, echte kennis (Grieks: 'gnosis') omtrent de mens en de kosmos bestaat die slechts door middel van een persoonlijke openbaring gekend kan worden. Deze beperking is een gevolg van het feit dat de onsterfelilke menselijke ziel niet meer in direct contact staat met de levende Kosmos (het Al, God, et cetera) doordat zij gevangen zit in een materieel omhulsel. En dit betekent weer dat de god of goden die volgens vele scheppingsmythen de aarde en de mens geschapen hebben, in wezen kwaadaardige demonen waren die, tegen de wens van een hogere god in, de menselijke ziel aan de materie vastketenden. De mens kan zijn ziel echter bevrijden indien hij over de gnosis beschikt. Over de oorsprong van de gnostiek is weinig bekend. Ze moet rond het begin van de jaartelling zijn ontstaan. De eerste geschreven berichten hierover zijn afkomstig van de christelilke kerkvaders, die zich uiteraard hevig verzetten tegen de opvatting dat de God van de Bijbel een kwade macht zou zijn, die de mens het zicht op de ware goede God tracht te ontnemen. Er waren in die tijd blijkbaar ook christelijke gnostici, die Jezus interpreteerden als een ingewijde die de mensheid kwam waarschuwen voor die doortrapte God uit de Bijbel. Omdat het idee van een aan het kruis stervende ingewijde voor hen onaanvaardbaar was, beweerden ze dat Jezus vlak voor de kruisiging vervangen was door een niet-menselijke 'kopie'. Het gnosticisme werd door de Kerk fel bestreden. Toch stak het in de afgelopen eeuwen regelmatig de kop op. Bekende christelijk-gnostische sekten waren de manicheeërs in het Nabile Oosten (die nog aan de wieg stonden van enkele islamitisch-gnostische stromingen) en de katharen, een sekte die in de 11de eeuw opdook in Noord-Italië en haar grootste bloei bereikte in Zuidoost-Frankrijk. In 12O7 riep paus Innocentius 111 op tot een kruistocht tegen de katharen, en in 1225 viel hun voornaamste bolwerk, Montségur, in de oostelijke Pyreneeën. De voor deze kruistocht in het leven geroepen Inquisitie zou daarna nog decennialang jacht maken op leden van deze sekte. Montségur is momenteel een van de belangrijke Franse occulte bedevaartsoorden, vergelijkbaar met het Britse *Glastonbury.
Gobineau, Joseph-Arthur , Comte de (I8I6-I882) Frans auteur en politiek filosoof Gobineau was van adellijke afkomst, maar veel geld bezat de familie niet meer en hij probeerde aanvankelilk als journalist zijn brood te verdienen. Zijn doorbraak was zijn benoeming in 1849 tot kabinetschef voor minister Alexis de Tocqueville (1805-1859), ook een beroemd politiek filosoof vooral vanwege zijn twee delen De la démocratie en Amérique, verschenen in 1835 en 1840. Zijn daaropvolgende diplomatieke carriere resulteerde in een serie in die tijd populaire reisverslagen. In die werken kwam zijn belangstelling voor rassen al naar voren, maar zijn belangrijkste werk op dat terein werd het Essay sur l'inegalite des races humaines (Verhandeling over de ongelijkheid der mensenrassen, 1853-1855). Rassen en rassentegenstellingen waren in zijn ogen dé drijvende kracht achter de geschiedenis. Het superieure ras was dat der *Ariërs, maar door voortdurende vermenging met mindere rassen was daar in zijn ogen weinig meer van over. Het kleine restant (waartoe hij zichzelf ook rekende) kon weinig anders doen dan strijdend ten onder gaan. Zijn leermeester De Tocqueville verwierp Gobineaus stelling als veel te star. Hij waarschuwde ook dat dit soort ideeën vooral in Duitsland aan zouden slaan, en daarin kreeg hij volkomen gelijk. Gobineaus Essay vormde een krachtige stimulans voor het *blank racisme, en later voor de * volkische beweging en Adolf *Hitler. De Gobineaus pessimisme werd daarbij uiteraard genegeerd.
Goddard, Henry Herbert (I866-I957) Amerikaans eugeneticus (* eugenetica) en directeur van een school voor zwakzinnige kinderen. Goddard kwam op grond van onderzoek naar de intelligentie (met behulp van de *lq-test) en de stambomen van de aan hem toevertrouwde kinderen tot de conclusie dat intelligentie volledig erfelijk was. Hij pleitte daarom voor overheidsmaatregelen tegen de ongebreidelde voortplanting van de dommen, de morons, zoals hij ze noemde. In 1913 deed hij onderzoek op Ellis Island (het eilandje voor de haven van New York waar immigranten werden ingeschreven en gekeurd) om aan te tonen dat deze nieuwe Amerikanen hoofdzakelilk waardeloos waren. Zijn cijfermateriaal was van invloed op het latere besluit de immigratiewetgeving aan te scherpen. Een andere belangrijke bijdrage van Goddard aan de eugenetica was de ontdekking van de Kallikaks, een familie die bijna uitsluitend bestond uit geboren misdadigers en luilakken, althans dat schreef Goddard in 1912 in een boek over deze familie, dat later een eugenetisch standaardwerk werd. Opvallend is dat Goddard later volledig op zijn schreden terugkeerde. In een artikel uit 1928 verwierp hij de gedachte dat intelligentie erfelijk zou zijn , en toonde geen enkele behoefte meer aan eugenetische maatregelen. Hij was (zoals hij het zelf omschreef op grond van nieuwe feiten 'overgelopen naar de vijand'. Bronnen Gould, S.J., The mismeasure of man. New York, 1981 ; Kevles, D.J., In the name of eugenics. New York, 1985.
Goethe, Johann Wolfgang (I749-I832) Duits dichter, schrijver en filosoof Goethes beroemdste literaire werken zijn Die Leiden des jungen Werthers (1774) en zijn drama Faust (eerste deel 1808), maar persoonlijk achtte hij zijn natuurwetenschappelijke werk, en dan met name zijn kleurenleer, veel hoger. Op jeugdige leeftijd voerde hij al alchimistische experimenten uit op basis van de geschriften van *Paracelsus. Bekend is ook zijn versuch die Metamorföse der Planzen zu erklêren (1790), waarin hij trachtte de vele vormen die planten vertonen terug te voeren op één enkele 'basisplant' . Zijn kleurenleer, neergelegd in Zur Farbenlehre (181O) is geïnspireerd op de * Naturphilosophie. Goethe probeerde een verklaring te geven voor het ontstaan van het spectrum en van kleuren in het algemeen. Hij was het oneens met de conclusie van de grote Britse natuurkundige Isaac *Newton dat wit licht uit meerdere kleuren zou bestaan. Newton, zo stelde Goethe, had de natuur met zijn experimenten geweld aangedaan, en daardoor misleidende antwoorden gekregen. Hij gebruikte, om het licht te 'sparen', geen nauwe spleten maar brede, en constateerde dat het spectrum slechts ontstaat in de schemerzone tussen het witte licht en het duister. Kleur, zo constateerde hij, is een overgangsverschijnsel, veroorzaakt door een niet nader te omschrijven 'oerfenomeen'. Goethes kleurenleer werd door menige dichter en filosoof met instemming begroet. In de natuurwetenschappelijke wereld was er nauwelijks belangstelling voor. Goethes natuurwetenschappelijke werk heeft grote invloed uitgeoefend op het denken van Rudolf *Steiner. Bron Snelders, H.A.M., Wetenschap en intuïtie. Baarn,
Gorredijk, UFO -golf van Een hausse in UFO -meldingen (*UFO ) rond de Friese gemeente Gorredijk, tussen Januari en Maart 1974. Deze UFO -golf begon met de waarneming van een 'vliegende driehoek met lichtjes' op 29 Januari. Zoals dat zo vaak gaat bij dergelijke golven besteedden de media er ruimschoots aandacht aan, met als gevolg dat anderen ook van alles zagen vliegen en het nog lang onrustig bleef in de streek. De meeste meldingen betroffen hoogstwaarschijnlijk ordinaire vliegtuigen, maar er zijn enkele vreemdere gevallen tussen. Hierbij moet worden opgemerkt dat op het hoogtepunt van de golf grappenmakers actief waren. Organisaties als NOBOVO (*Nederlands Onderzoeks Bureau voor Onbekende Vliegende Objecten) hadden hun handen vol aan deze zaak. Eind februari ebde de drukte langzaam weg, maar het gespeculeer ging uiteraard nog lang door. Berucht werd de lezing van UFO loog Hans van *Kampen in maart, waarin Hij suggereerde dat de UFO 'S wellicht geïnteresseerd waren in magnesiumvoorraden onder de Friese grond. UFO -golven {fIaps in UFO logenjargon), opgestart door een enkele melding en daarna aangejaagd door de media, treden regelmatig op; ook in Nederland. In de meeste gevallen reikt de publiciteit niet ver. De fIap van Gorredijk kreeg echter grote aandacht in de nationale media en was mede daardoor waarschijnlijk de grootste in de Nederlandse UFO -geschiedenis. Bron: Kampen, H. van, UFO’s boven de Lage Landen. Bussum, 1978.
Gorsleben, Rudolf ]ohn
(I883-I93o) Duits runendeskundige. Gorsleben behoort met Herman *Wirth en Karl *Weigel tot de belangrijkste verkondigers van de mystiek-racistische interpretatie van de Oudgermaanse *runen. Gorsleben sloot zich na een carriere als toneelschrijver en (tijdens de Eerste Wereldoorlog officier) aan bij het *Thule-genootschap, een mystiek-nationalistisch genootschap dat onderdeel uitmaakte van de diffuse * vôlkische beweging. Spoedig stortte hij zich helemaal op een studie van de Oudijslandse Edda en ontwikkelde hij (leunend op het werk van Guido 'von' *List) zijn persoonlijke racistisch-mystieke filosofie, waarin alles uiteraard draaide om de glorieuze toekomst van het superieure ras der *Ariërs. Runen speelden hierbij een bijzondere rol. Ze bezaten volgens hem een vorm van energie en verzorgden voor de oude Ariërs de verbinding tussen de micro- en de macrokosmos (*hermetisme). Op basis van zijn runeninterpretatie, gecombineerd met allerlei geometrisch, * numerologisch en etymologisch gegoochel reconstrueerdt hij de 'Krist'-religie van de 'oer-Germanen', die afkomstig zouden zijn van het verzonken continen *Atlantis. Het ons allen bekende christendom was volgens Gorsleben slechts een vage afspiegeling val deze puur Germaanse religie. Bron Goodrick-Clarke, N., The occult roots of nazism. Londen, 1992.
Graancirkels. Cirkelvormige depressies in (veelal) graanvelden waarbij de halmen tangentieel en allemaal naar dezelfde kant zijn verbogen. Variaties op dit thema (meerdere cirkels, in combinatie met ringen en rechte banen) komen ook voor. Het fenomeen doet zich vrijwel uitsluitend voor in het zuidwesten van Engeland. Buiten Engeland worden graancirkels slechts sporadisch aangetroffen. De eerste exemplaren dateren van het begin van de laren '8o, en daarna namen de aantallen zeer sterk toe. Op het hoogtepunt van de graancirkel manie, eind jaren '8o, toen er volgens (enthousiaste) tellingen iedere zomer weer een paar honderd cirkels verschenen, trokken ze hele horden nieuwsgierigen. Vrijwel onmiddellijk nadat de eerste cirkels werden gesignaleerd doken er verschillende verklaringen op. De paranormale, verkondigd door Colin Andrews en Pat Delgado, trok uiteraard de meeste belangstelling. De twee heren op leeftijd maakten van het fenomeen hun levensvervulling. (Colin Andrews woont nu in de vs en is een graag gezien spreker op paranormale symposia overal ter wereld.) Volgens Delgado en Andrews de auteurs van de bestseller Circular evidence (1989) gaat het hier om signalen van hogere machten die wij nog niet kunnen interpreteren maar waarover de mensheid binnenkort meer zal leren. Voor een wat nuchterder blik ging de pers (voor wie dit alles uitstekend nieuws was in de komkommertijd) altijd te rade bij de meteoroloog Terence Meaden. Deze meende dat de cirkels veroorzaakt werden door een 'plasmavortex', een draaikolk van geïoniseerd gas, vetwant aan *bolbliksems of *aardlichten. Daarnaast waren er uiteraard de harde skeptici voor wie al die cirkels evenzovele snaakse graangraffiti waren. De theorie van Meaden is altijd uitermate zwak geweest. In wezen trachtte hij een raadsel te verk1aren door een gloednieuw natuurverschijnsel te postuleren. 'Plasmavortices' zijn nooit aangetoond, en er zijn praktisch geen meldingen die duiden op een verband tussen een vreemd natuurverschijnsel en het graancirkelfenomeen. Naarmate de graancirkels steeds ingewikkelder vormen aannamen (en de cirkelonderzoekers het begonnen te hebben over 'formaties') werd zijn standpunt steeds onmogelijker. Momenteel houdt hij het erop dat het overgrote deel van de graancirkels gemaakt is door grappenmakers. De argumenten die Andrews en Delgado (en hun aanhangers tot op de dag van vandaag) aanvoeren om hun paranormale hypothese te onderbouwen, zijn van velerlei aard. Ten eerste zou het geen mensenwerk zijn omdat mensen niet in staat zijn om in het nachtelijk duister zoiets fraais te maken (volgens ervaren poetsenbakkers is 'No human could possibly do this!' de lokroep van de cirkelgelovige). Tevens vinden ze het opmerkelijk dat als alle cirkels nep zijn (en dan moet het aantal grappenmakers toch in de tientallen lopen), er zo weinig op heterdaad betrapt worden. Ten derde beweren ze dat er bij de 'echte' cirkels geen sporen van menselijke activiteit aangetroffen worden. En tot slot: geen mens zou in staat zijn om graanhalmen op zo'n nette manier tegen de grond te leggen. Dit ten negatieve van de bedroghypothese. Ten positieve van hun paranormale hypothese wijzen zij op allerlei vreemde, 'paranormale' gebeurtenissen die hen zouden zijn overkomen, op het gedrag van de *wichelroede binnen een 'echte' cirkel, en op spagyrische analyse die fundamentele verschillen zou hebben aangetoond tussen het graan binnen en buiten de cirkel. Op al deze argumenten valt het nodige aan te merken. Centraal is het punt dat de gelovigen nooit ook maar een poging gedaan hebben om hun kritiek op de bedroghypothese hard te maken. Nooit hebben ze zélf geprobeerd om met de hand een cirkel te maken, om zo aannemelijk te maken dat dat inderdaad onmogelijk is. Als ze dat wél (en zorgvuldig) gedaan hadden, dan hadden ze wellicht ontdekt dat het heel goed mogelijk is om een geloofwaardige cirkel te maken, met behulp van wat eenvoudig gereedschap en door voorzichtig te manoeuvreren. Wat betreft de argumenten 'pro' de paranormale hypothese: de heren geloofden in het paranormale, en hun persoonlijke indrukken zullen dus niemand verbazen. Datzelfde geldt voor de indrukken van paranormaal begaafden en wichelroedelopers. En wat betreft dat 'andere' graan binnen de cirkel: de *spagyriek staat bepaald niet bekend als betrouwbare moleculair-biologische techniek. Pogingen om het ontstaan van een cirkel 'van nabij' mee te maken, mislukten jammerlijk. Berucht is Operatie 'Witte Raaf' in de zomer van 1989, toen onderzoekers en nieuwsgierigen een veld waarin regelmatig cirkels verschenen een week lang permanent in de gaten hielden. Er gebeurde niets behalve dat gedurende de laatste nacht grappenmakers achter hun rug een cirkel maakten. Begin jaren '9o was er sprake van een kentering, zowel onder onderzoekers als in de media. De pers kreeg langzamerhand genoeg van het verschijnsel en er circuleerden steeds meer geruchten over kleine clubjes die er 's nachts op uit trokken om cirkels te maken. Begin september 1991 traden twee makers, de bejaarde heren Doug Bower en Dave Chorley, voor het voetlicht. Zij beweerden enige jaren daarvoor als eersten met het maken van cirkels begonnen te zijn. De gelovigen waren woedend en noemden de beide heren aandacht trekkers en leugenaars, maar het effect van deze onthulling was groot. Vanaf dat moment onderging het verschijnsel ook langzaam maar zeker een gedaantevetwisseling. Het aantal formaties liep sterk terug, en wat overbleef waren zeer kunstzinnige configuraties, vaak opgebouwd uit wetenschappelijke en occulte symbolen. Wedstrijden in cirkelmaken toonden overduidelilk aan dat mensen wel degelijk in staat zijn de prachtigste graancirkels te maken, cirkels die door gelovers subiet voor 'echt' worden versleten (en waarbij paranormaal begaafden onmiddellijk allerlei 'indrukken' zouden ontrangen). Even vernietigend was de publicatie van Jim Schnabels Round in circles (1993) waarin de lichtgelovigheid van het graancirkelwereldje genadeloos wordt uitgemeten. Het lijkt overduidelijk dat de cynici van meet af aan gelijk hebben gehad: cirkels zijn mensenwerk. Dat er in Zuidwest-Engeland zoveel jaren achter elkaar tientallen mensen bereid zijn geweest om midden in de nacht hun bed (of de bar) te verlaten om een graancirkel te gaan maken, hoeft niemand te verwonderen. Zuidwest-Engeland is het paranormale hart van Engeland. Hier ligt *Glastonbury, hier vindt men *Stonehenge (ôôk rond), hier werden de eerste *leylijnen gevonden. Iedere zomer trekken honderden New-Age-aanhangers naar deze streken. En er is toch niets leukers dan de komst van de Nieuwe Tijd verkondigen door middel van een nieuwe kunstvorm ? Ook in Nederland zijn graancirkels aangetroffen. De eerste was in Hoofddorp, in 1989. Het betrof hier een grap uitgehaald door een boerenzoon. Hoogtepunt voor ons land was de zomer van 1994, toen vele cirkels werden aangetroffen, verspreid over het hele land. Het Nederlandse graancirkelonderzoek (van de paranormale soort) geschiedt door de Frontier Sciences Foundation. (*Contact Network International) Bronnen Clark, J., Encyclopedia of strange and unexplained physical phenomena. Detroit, 1993 ; Schnabel, J., Round in circles. Londen, 1993.
Grafologie . Het afleiden van iemands karaktereigenschappen uit de eigenschappen van zijn of haar handschrift. Grafologen letten op de vorm en stand van de letters, de manier waarop woorden zijn samengesteld en hoe de regels verlopen, en ook de paginaindeling. De interpretatie daarvan ligt voor een groot deel voor de hand: klein schrijven is een teken van bekrompenheid, grote halen duiden op exuberantie, lange lussen naar beneden zijn penissen, et cetera. Het systeem dateert uit dezelfde tijd als andere, volstrekt verdwenen systemen om iemands karakter 'af te lezen', zoals de *fysiognomie en de * meteoscopie. De (voorzover bekend) eerste grafoloog was de Italiaanse arts Camillo Baldi (15471634) die hierover in 1622 een boek schreef. Zijn systeem werd tweeëneenhalve eeuw later gepopulariseerd door abbé Jean-Hippolyte Michon (18O61881), auteur van Systéme de graphologie (1875). Met name Duitse grafologen beschouwen Ludwig Klages (1872-1956) echter als de grondlegger van hun kunst. Studies naar de waarde van de grafologie vallen vrijwel altijd negatief uit. Desondanks was zij tot voor enige decennia in vrijwel geheel West-Europa een zeer gebruikelijke methode om bijvoorbeeld sollicitatiebrieven te beoordelen. (In Frankrijk en Israël wordt grafologie nog steeds regelmatig daarvoor gebruikt.) In ons land is zij in diskrediet geraakt door het proefschrift uit 1963 van A. Jansen, Validation of graphological judgments. In 1987 maakte nog 8 procent van de Nederlandse bedrijven van grafologie gebruik, en vijf jaar daarna was dat aantal weer aanzienlijk gedaald, als men afgaat op personeelsadvertenties waarin om handgeschreven sollicitatiebrieven werd gevraagd. De psycholoog M.E. ten Berge schreef een afstudeerscriptie (1987) over grafologie. Hij kon wel een paar kleine verschillen vinden tussen mensen met sterk verschillende handschriftkenmerken, maar deze verschillen waren niet van praktisch belang. Waar het om gaat is of de grafoloog meer aan het handschrift kan zien dan een leek. Er is weinig ervaring voor nodig om het handschrift van een gepensioneerde huisarts van dat van een jonge lerares bij het basisonderwijs te onderscheiden. Voor het beoordelen van mensen is het niet genoeg dat men iets vaker dan de kansverwachting goed raadt, zeker als men pretendeert over speciale middelen te beschikken die zo'n oordeel betrouwbaar maken. Bron Beyerstein, B.L. en D.F., The write stuff Buffalo, l992.
Gratiolet, Louis Pierre
De oudste versies
De nieuwste versies
Toekomst van de samenzwering
Gratiolet, Louis Pierre, (I8I5-I865) Frans neuroanatoom en craniometrist (*craniometrie). Gratiolet ontdekte dat de zenuwbanen die ontspringen in het oog doorlopen naar de occipitale kwab aan de achterkant van het brein. Hij leverde daarmee (met M. Flourens (1794-1867) en Paul *Broca) een belangrijke bijdrage aan het ontstaan van een op empirische gegevens gebaseerde wetenschap van het brein, ter vervanging van de *frenologie. Gratiolet haalde zich echter in 1861 de woede van Broca op de hals door tijdens een lezing voor het (door Broca opgerichte, Gratiolet was medeoprichter) Antropologisch Genootschap te beweren dat hersenvolume niets met intelligentie te maken had. Een van zijn aanwijzingen hiervoor was een studie waaruit zou blijken dat Duitsers systematisch grotere hersenen hadden dan F ransen hetgeen voor zijn Franse gehoor uiteraard voldoende bewijs voor zijn stelling zou moeten zijn. Broca, de grote verdediger van het standpunt dat volume juist wél met intelligentie samenhangt, controleet.de Gratiolets berekeningen uiterst nauwkeurig zoals gewoonlijk, als het gaat om het onschadelijk maken van tegenstanders en verwees diens opvattingen naar de prullenmand. Gratiolet, zo constateerde hij, had onvoldoende rekening gehouden met verschillen in lichaamsgrootte (grotere mensen hebben relatief grotere hersenen), leeftijd (oudere mensen hebben kleinere hersenen) en doodsoorzaak (de hersenen van langdurig zieken zijn kleiner dan die van gezonde mensen). Overigens was Gratiolet geen 'antiracist' in de moderne zin des woords. Hij geloofde wel degelijk dat het blanke ras geestelijk superieur is. Volgens hem zit het verschil niet in het totale hersenvolume, maar in de verdeling van de hersenen. Blanken hebben meer hersenen aan de voorkant, andere rassen meer aan de achterkant van het brein, meende hij. En het denkvermogen zit aan de voorkant. Deze scheve verhouding werd volgens hem veroorzaakt door het feit dat bij de verschillende rassen de naden tussen de schedeldel en in een verschillende volgorde dichtgroeien. Bij het blanke ras groeien ze eerst achter dicht en vindt verdere groei dus aan de voorkant plaats, bij andere rassen groeien de naden aan de voorkant het eerste dicht, en is verdere groei alleen mogelilk aan de 'onintelligente' achterkant van het brein. Gratiolet meende ook dat blanken nog een ander kenmerk hebben: ze zijn allemaal voorzien van een diep sociaal besef en begrip voor de noodzaak van wetten. Postuum publiceerde Gratiolet een boek over *fysiognomie, waaronder hij lichaamstaal verstond. Alleen mensen bedienen zich van gesproken taal, maar het gebruik van gelaatsuitdrukkingen en lichaamshouding voor communicatie hebben ze met de dieren gemeen. Bron Gould, S.J., The mismeasure of man. New York, 1981.
Grote Samenzwering , theorie van de Theorie die ervan uitgaat dat de gang der wereldgeschiedenis het resultaat is van een immense samenzwering geregisseerd door onzichtbare machten die de (zichtbare) machtigen der aarde manipuleren. De Samenzwering is gericht tegen de 'gewone' mensen, en beoogt een totale onderwerping van de aarde. Concrete beschrijvingen van het 'hoe en wat' van de Grote Samenzwering bestaan er niet. Zij is immers vrijwel perfect georganiseerd. Het geloof in de Grote Samenzwering is gebaseerd op de overtuiging dat de wereld willens en wetens haar ondergang tegemoet gaat, en wordt veelal ondersteund door middel van vage aanwijzingen: meneer A is lid van club B, was te gast bij C, die meneer D weer kent, dus D speelt onder één hoedje met club B , et cetera, Volgens de laatste versies van de Grote Samenzwering (die populair zijn in de vs) zijn de samenzweerders met name te vinden onder superrijken, de internationale bankiers en de politieke elite. Zij komen in het geheim bijeen maar ontmoeten elkaar ook in beleidsvormende bijeenkomsten, instituten en adviesorganen. De aanhangers van de Grote Samenzwering richten hun pillen op de Bilderberg-conferenties en de CFR, de Council on Foreign Relations. Over welke macht of organisatie zich nu uiteindelijk achter al deze machinaties schuil zou houden, verschillen de meningen. De twee belangrijkste opvattingen zijn: de joden (*Joodse samenzwering) of Satan zelve. Organisaties als Bilderberg, de katholieke kerk en de *vrijmetselarij worden door samenzweringsdenkers meestal afgeschilderd als mantelorganisaties. Het geloof in de Grote Samenzwering schept op die manier orde in de chaos. Ze verk1aart waarom alles van kwaad tot erger gaat en geeft de gelover het gevoel tot een elite te behoren die alles 'doorziet' en van wie de redding der wereld afhangt.
De oudste versies . De eerste 'onthullingen' omtrent wereldomvattende samenzweringen dateren uit de Middeleeuwen, en hadden betrekking op een *melaatsensamenzwering. Grondlegger van de moderne theorieën over de Grote Samenzwering is de Franse jezuïet en publicist Augustin Barruel-Bauvert (174'-182O). Barruel was diep onder de indruk van de Franse Revolutie en haar nasleep, en er heilig van overtuigd dat die revolutie het resultaat was van een immens complot, Op de vlucht voor het revolutionair geweld had hij in Londen kennisgemaakt met de Schotse wiskundige John Robison (1739-1805), die toen druk bezig was met zijn boek Proofs of a conspiracy against all religions and gouvernments of Europe, carried on in secret meetings of freemasons, illuminati and reading societies (1797). Barruel wilde daar ook over schrijven, en dan bij voorkeur Robison te snel af zijn. Dat lukte op het nippertle met zijn Memoires pour servir l'histoire du Jacobinisme (1797). Ze werden in conservatie, kring verslonden. Volgens Barruel was er sprake van een Grote Samenzwering geleid door vrijmetselaars, en dan in het bijzonder de leden van de Beierse loge der Illuminati. In wezen ging het kwaad echter terug op de Orde der *Tempelieren. Deze orde was ooit door de Franse koning ontbonden omdat de leden zich schuldig zouden maken aan duivelsverering maar volgens Barruel bestond de orde in het geheim nog steeds, en had zij de vrijmetselarij in haar macht. De Illuminati waren haar meest recente schepping, en de Franse Revolutie was niet meer dan het begin van een campagne gericht op de verovering van de wereld. Aanvankelijk kwamen de joden in zijn complot niet voor. Later doken ze wel op. In 1806 ontving hij een brief uit Florence van een Franse officier,' een zekere J.B. Simonini, waarin deze schreef dat hij zich in die stad voor jood uitgegeven had, en dat de Florentijnse joden hem onthuld hadden dat zowel de vrijmetselaars als de Illuminati-beweging door joden waren opgericht. Vele Spaanse en Italiaanse priesters en bisschoppen, zo wist Simonini te vertellen, waren in het geheim jood, en binnenkort zou er een jood tot paus worden gekroond en zouden de joden de hele wereld overnemen. De herkomst van deze 'Simonini-brief' is volslagen duister. Simonini liet niets meer horen ; Barruel kon hem niet vinden. Vermoed wordt dat het een product is van de napoleontische geheime politie, bedoeld om Barruel en zijn consetratieve (antisemitische) medestanders te provoceren. Barruel publiceerde de brief overigens niet maal liet hem slechts aan een enkeling lezen. Invloed op zijn denken had deze echter wel. In de latere versies van zijn Grote Samenzwering was sprake van een internationaal netwerk van vrijmetselaarsloges, geleid door een Grootmeester, bijgestaan door een geheime regering van 21 man, waaronder negen joden, Gedurende de 19de eeuw bleef Frankrijk hét land van de Grote Samenzwering. Dat was vooral te danken aan de scherpe politieke tegenstelling tussen liberalen (waaronder in die tijd veel vrijmetselaars zaten) en katholieken. Fanatieke schotschriften vlogen heen en weer. Katholieken waren verraders van Frankrijk, en vrijmetselaars werden ervan beschuldigd onder leiding van de duivel te staan en satanische missen te celebreren. Hôe paranoïde de Franse katholieke kerk in die tijd was, blijkt wel uit de beruchte affaire-Taxil. Léo *Taxil had 12 jaar lang Frankrijk vergast op een mystificatie, waarin de meest dolzinnige verhalen werden opgedist over een satanistische samenzwering van vrijmetselaars, Ze werden grif geloofd door de katholieken tot en met de paus.
De nieuwste versies . In de het begin van de 2oste eeuw was de Grote Samenzwering meestal een *joodse samenzwering, waarin Sergei Nilus' Protocollen een belangrijke rol spelen. Pas na de Tweede Wereldoorlog doken er weer theorieën op waarin de joden geen prominente plaats innemen. Vooral de vs bleken toen een vruchtbare voedingsbodem. Het anticommunisme was een belangrilke bron van inspiratie. Begin jaren '50 maakte senator Joseph McCarthy (1908-1975) verwoed jacht op communistische indringers binnen de federale overheid en een bewonderaar van McCarthy, Robert Welch (1899-1985), richtte in 1958 de John Birch Society op (genoemd naar een door Chinese communisten in 1945 vermoorde predikant). Deze organisatie was in haar beginjaren 'gewoon' fel anticommunistisch, maar in de jaren '6o kwam Welch met de theorie dat achter de communisten een groep 'Insiders' schuilging die terugging op de Illuminati, Leden van deze club waren onder anderen Charles De Gaulle, Richard Nixon, Jimmy Carter en mevrouw Mitterand. Een andere belangrijke vernieuwer van het samenzweringsdenken was Dan Smoot, auteur van The invisible government (1960). Smoot beweerde dat de vs in het geheim bestuurd werden door de Council on Foreign Relations (CFR), een adviesorgaan dat in besloten kring bijeenkomt. Sinds 1944, zo constateerde Smoot, waren presidenten, ministers en topambtenaren opvallend vaak lid of lid geweest van de CFR. Zij was dus de echte regering van Amerika, en communisten en bankiers waren daarin oppermachtig. Begin jaren '7o maakte het samenzweringsdenken een snelle ontwikkeling door. De sociale onrust in de jaren '60 droeg daar veel aan bij, met name de speculaties rond de moord op Kennedy (aangewakkerd door Jim *Garrison) en toenemende kritiek op de oorlog in Vietnam. Nieuwe machtscentra werden ontdekt: de Bilderberg-groep en de Trilaterale Commissie (een besloten treffen van politici en financiële experts, in het leven geroepen door David Rockefeller in 1973). Grote invloed kreeg Gary Allen, ex-lid van de John Birch Society en auteur van None dare call it conspiracy (1973), waarin hij de Rockefellers beschuldigt van financiële steun aan de Russische Revolutie en aan terroristische bewegingen. De Rockefellers (vroeger Nelson, tegenwoordig zoon David Rockefeller) vormen sindsdien een vast mikpunt voor samenzweringsdenkers. De bekendste Amerikaanse samenzweringsdenker is ongetwijfeld Lyndon H. *LaRouche. Diens aanhangers duiken in allerlei hoeken en gaten op. Zijn huidige vrouw bijvoorbeeld, de Duitse Helga Zepp, is actief in Duitsland en betrokken bij rechts-extreme bewegingen als de (in 1974 opgerichte) Europaische Arbeiterpartei (EAP). Het gedachtengoed van La Rouche komt regelmatig aan bod in het rechts-extreme Duitse tijdschrift Code, dat vaak ruimte reserveert voor de Grote Samenzwering.
Toekomst van de samenzwering . Met de eeuwwisseling voor de deur bloeit het samenzweringsdenken als nooit tevoren. In steeds weer nieuwe versies worden steeds weer andere organisaties aan- of afgekoppeld, al naar gelang de religieuze of politieke smaak, Oudgedienden als de vrijmetselaars, de vn en de Illuminati blijven opduiken, nieuwe deelnemers zijn de verkondigers van de *New Age en de milieubeweging. Het samenzweringsdenken lijkt momenteel in opmars in christen-fundamentalistische kringen. Daar is men gewend aan duivelsgeruchten, zoals die over * satanisch ritueel misbruik en het voortdurend opduiken van het *Getal van het Beest 666. De ex-televisiedominee Pat Robertson liet in zijn boek The new world order (1991) alle samenzweerders de revue weer eens passeren: de Illuminati, de vrijmetselaars en de internationale (vooral joodse) bankiers. Volgens Robertson (zijn aanhangers geven de schuld overigens aan een losgeslagen ghost writer) zijn de beide wereldoorlogen, de Koude Oorlog én de Golfoorlog het resultaat van een complot van internationale bankiers (de Rothschilds aan deze, de Rockefellers aan de andere kant van de oceaan) om de gewone burger uit te zuigen. Pat Robertson deed in 1988 een vergeefse poging de presidentskandidaat te worden voor de republikeinen en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een van de machtigste mannen van de Republikeinse Partij. Zijn beweging, de Christian Coalition, oefent grote invloed uit maar, zo bleek in 1996, is nog steeds niet machtig genoeg om haar leider tot presidentskandidaat verheven te krijgen, In Nederland wordt de christelijke versie van de Grote Samenzwering verspreid door de stichting *Moria en het *Katholiek Nederlands Persbureau, Een miniatuurversie van de Grote Samenzwering werd aan de vooravond van de Golfoorlog gelanceerd door P,A. Vroon in de Panorama: Amerika, Rusland en Irak zouden samen in een complot zitten om de olieprils te verhogen en Irak een atoombom te bezorgen, en om die reden zou er geen oorlog komen. Deze theorie heeft nog maar weinig aanhangers. Bronnen Cohn, N., Warrant for genocide. Harmondsworth, l970 ; Graumann, C., en S. Moscovici (red.), Changing conceptions of conspiracy, New York, , 1987. Davis, D., (red.), The fear of conspiracy. Ithaca, 1971.
.Guénon, René (I886-I95I) Frans occultist. Guénon ontwikkelde zijn eigen versie van de occulte geschiedenis zoals neergelegd in The secret doctrine (1888) van Madame *Blavatsky, met als belangrijkste verschil dat de tijdperken van *Lemurië, *Atlantis, et cetera, bij hem veel korter (duizenden in plaats van miljoenen jaren) duren. Daarnaast was hij vooral een meester in het met elkaar verbinden van allerhande occulte en filosofische tradities. Zijn werken hebben grote invloed uitgeoefend op naoorlogse Franse pseudowetenschappelijke stromingen.
Gurdjieff Georgi Ivanovitsj (I866 ?-I949) . (eigenlijk: George S. Georgiades, mogelijk ook 1872 geboren) Grieks-Armeense mysticus. Gurdjieff verzamelde ten tijde van de Eerste Wereldoorlog een groep leerlingen om zich heen (met als belangrilkste vertegenwoordiger P,D. *Ouspensky), maar met het uitbreken van de Russische Revolutie vluchtte hij eerst naar het zuiden en later naar Frankrijk, waar hij een commune stichtte, Deze oefende gedurende enige tijd grote aantrekkingskracht uit op West-Europese intellectuelen die op zoek waren naar 'verlichting' (maar uiteindelijk vooral hard moesten werken), Zijn activiteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn altijd wat duister gebleven. Eind jaren '40 verzamelde hij weer een stel leerlingen om zich heen, die hij ontving in zijn Parijse appartement. Gurdlieffs mystieke filosofie is gebaseerd op het idee dat de mens in wezen 'slaapt', maar door meditatie, oefeningen en dans 'gewekt' kan worden, Zijn opvattingen over de kosmos waren uiterst gecompliceerd en hingen samen met de 'Wet van Drie' (krachten) en de 'Wet van Zeven' (ontwikkelingsstadia). De verlossing via zijn systeem noemde hij 'De Vierde Weg' of'De Weg van de Slimme', Gurdjieffs belangrilkste werk is Beelzebub’s tales to his grandson (l950), Bron Webb, J., The harnionious circle. New York, l98o.
Gurney , Edmund (I847-I888) Brits psycholoog en parapsycholoog. Gurney was een veelzijdig man, met een grote belangstelling voor muziek, maar tot zijn grote verdriet niet voldoende talent voor een muzikale carriere. Hij deed psychologisch onderzoek naar de reden waarom mensen van muziek houden. Gurney was in 1882 een van de oprichters van de *Society for Psychical Research. Drie zusters vm Gurney waren in 1875 verdronken tijdens een pleziertocht over de Nijl, en deze ervaring had Gurney ertoe gebracht intensief te zoeken naar de zin van leven en dood. Samen met twee medeoprichters, Frank *Podmore en Frederick *Myers, schreef hij een baanbrekende studie naar geestverschijningen, Phantasms of the living (1886). Hij overleed officieel door een ongeluk (een overdosis chloroform ; hij gebruikte dit middel tegen hoofdpijn), Dit ongeluk vond echter plaats kort nadat de gezusters Creery hadden onthuld dat ze bedrog hadden gepleegd, en er is een sterk vermoeden dat dit Gurney tot zelfmoord heeft gedreven.