Maçonnieke encyclopedie-T.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
TAFELDANSEN
TAROT
TASSEL, GEORGE VAN
TAUSEND, FRANZ
TAXIL LÉO
TEILHARD DE CHARDIN, PIERRE
TELEPATHIE
TEMPELIEREN, ORDE DER
TENHAEFF, WILHELM HEINRICH CARL
TERMAN, LEWIS MADISON
TERRASSON, JEAN
TESLA, NIKOLA
THEOSOFIE
THEOSOPLLICAI SOCIETY (TS)
Tafeldansen
(Officieel : typtologie) Het op één poot laten tikken, draaien of (met vier poten tegelijk) laten zweven van een tafel (groot of klein), waarbij de personen die aan de tafel gezeten zijn deze bewegingen interpreteren als boodschappen van Gene Zijde, of als uitingen van paranormale krachten.
Het verschijnsel is al eeuwen oud. Kerkvader Tertullianus (ca. I60-na 220) waarschuwde al dat heidense priesters die tafels en stoelen lieten profeteren, gebruikmaakten van kwade geesten. Hoe het verschijnsel de Middeleeuwen en de Renaissance is doorgekomen is onbekend, maar in de I8de eeuw dook het weer op als middel om met geesten te communiceren, en in de tweede helfi van de I9de eeuw, na de opkomst van het *spiritisme, beleefde het een enorme bloei. Dat was vooral te danken aan de propaganda van de 'filosoof van het spiritisme', Andrew Jackson *Davis, die het tafeldansen aanprees als een manier waarop iedereen met de doden kon communiceren. De aanwezigen moesten hun handen op de tafel leggen of erboven laten hangen, en als de tafel dan bewoog was er een geest gearriveerd, dacht men. Communiceren was mogelijk door voortdurend het alfabet op te dreunen, en te kijken bij welke letter de tafel bewoog.
Niet alleen gewone spiritisten, ook beroemde *mediums als D.D. *Home en Eusapia *Palladino maakten regelmatig gebruik van tafels om hun vermeende paranormale gaven te demonstreren.
De fysicus Michael *Faraday onderzocht het tafeldansen met de handen op tafel, en constateerde dat de bewegingen onbewust veroorzaakt werden door de aanzittenden. In de loop der jaren ontwikkelden mediums echter verscheidene methoden om ook als er geen sprake leek te zijn van fysiek contact, een tafel toch naar believen te laten bewegen. Home bijvoorbeeld maakte volgens Gordon Stein ( The sorcerer of kings, I993) mogelijk gebruik van een ijzeren staaf die uit zijn mouw kon worden geschoven. Met een dergelijk hulpmiddel kan men een zware tafel doen kantelen. Om een tafel echt te doen 'leviteren' moet een medewerker aan de andere kant van de tafel eenzelfde hulpmiddel gebruiken. Palladino was een uiterst beweeglijk medium dat er hoogstwaarschijnlijk regelmatig in slaagde de controleurs ter linker- en rechterzijde te misleiden, en zo de tafel met behulp van een arm of been in beweging te brengen.
Bron ; Berger, A, en J., The encyclopedia of parapsychology
and psychical research. New York, I99I.
Tarot
Kaartspel dat ook gebruikt wordt voor het voorspellen van de toekomst en (in de *New Age) voor het leren kennen van jezelf en het bereiken van 'persoonlijke groei'. Het tarotspel omvat 78 kaarten, onderverdeeld in de 'kleine Arcana' van 22 troefkaarten (met daarop figuren zoals de dood, de nar, de duiveI, et cetera) en de 'grote Arcana' van 56 kaarten (met staven, bekers, zwaarden en munten).
Wie zijn toekomst wil weten, moet de stapel kaarten met de linkerhand in drieën verdelen, waama de kaartlezer de kaarten op verschillende manieren naast elkaar kan leggen en ze vervolgens interpreteert.
Kaarten van het gebruikelijke type werden in Europa ingevoerd omstreeks I375 vanuit Egypte, en in circa I4zS werden in Noord-Italië de 22 'triumphi' toegevoegd. De plaatjes op de troefkaarten waren al lang daarvoor bekende allegorische voorstellingen. De oudste nog bestaande set tarotkaarten werd na I44I geschilderd door Bonifacio Bembo (ca. I4zo-ca. 1477) in opdracht van een Milanese adellijke familie.
Omstreeks I775 werd de Marseillaanse versie van de tarot in Parijse intellectuele kringen bekend.
Deze kenden het kaartspel niet en zagen de troefkaarten voor occulte symbolen aan. De I8deeeuwse Franse archeoloog Antoine Court de Gébelin (I725-1784) kwam tot de conclusie dat de tarotkaarten wijsheden uit het oude Egypte zouden verbeelden. De Paus en de Pausin van het tarotspel werden de Hogepriester en de Hogepriesteres (de hoorns van Osiris waren oorspronkelijk delen van de tiara). Een en ander werd uitgelegd in Court de Gébelins encyclopedie Le mande primitif(I773-I784). Nadat de hiërogliefen in I822 ontraadseld werden bleken uiteraard nergens in de oude Egyptische teksten toespelingen gemaakt te worden op dit Noord-Italiaanse laatmiddeleeuwse spel.
De waarzegger Jean-Baptiste Alliette (I738- 179I), zich noemende Eteilla, ging een stapje verder, en hij beweerde dat de tarot de wijsheden van *Hermes Trismegistos bevatte, en Eteilla ontwierp een eigen versie van de tarot speciaal voor *waarzeggerij. Dat de tarot iets met de hermetische geschriften (*hermetisme) van doen heeft is uiterst onwaarschijnlijk omdat die tientallen jaren na het verschijnen van het spel vertaald werden.
De occultist Alphonse Louis Constant alias Eliphas Lévi (I8I0-I875) dichtte de tarot ook nog allerlei kabbalistische betekenissen toe (*Kabbalah), en na hem bedacht zowat elke zichzelf respecterende occultist een eigen versie van de tarot.
Onder hen was Jean-Baptiste Pitois alias Paul Christian (I8II-1877). Hij poneerde dat de plaatjes van de troefkaarten een rol hadden gespeeld in (volkomen fictieve) initiatierites van Oudegyptische geheime genootschappen, en gaf de plaatjes de naam Arcana. Een ander was Gérard Encausse, alias Papus (I86S-I9I6) die Le tarot des bohémiens (1889) schreef. Papus meende dat de tarot van de *zigeuners ('bohémiens') afkomstig was. Die begonnen de tarot echter pas in de 20ste eeuw te gebruiken. In feite kopieerde Papus de ideeën van Lévi en de plaatjes van de Zwitserse kunstenaar Oswald Wirth (I860-I94j), die zich door Christian had laten inspireren.
Het idee dat de Chaldeeërs (Babyloniërs) iets met de tarot van doen hebben gehad kwam uit de kringen van de Golden Dawn. In feite ging het om inspiratie opgedaan in de Chaldeese Orakels, een Griekse tekst uit de 3de eeuw met goddelijke openbaringen van platonische aard. De term Chaldeeër betekende toen in Rome gewoon *astroloog. Dit boek werd pas na I4iz bekend in Italië, dus kan de symboliek van de troefkaarten daar niet aan ontleend zijn.
Moderne tarottisten weten weinig van de rijke iconografische geschiedenis, en menen dat de tarot uit het oude Egypte komt en dat er kabbalistische wijsheden in verwerkt zitten. Ook alle prachtige symboliek die opeenvolgende occultisten in de kaarten gelegd hebben, is nauwelijks aan hen besteed. Iedereen geeft zijn eigen interpretatie.
Het enige onderzoekje naar mogelijke helderziendheid bij kaartleggers werd in 1983 uitgevoerd door Susan *Blackmore. Het resultaat was negatief
Bron; Stein, G., (red.), The encyclopedia of the paranormal Amherst, 1996.
Tassel, George van
(19I0-1978), Amerikaanse *contactee. Van Tassel geniet niet zozeer bekendheid vanwege zijn ontmoetingen met buitenaardse wezens (die hem onder andere vertelden hoe hij een verjongingsmachine moest bouwen, de immense 'Integraton') als wel als organisator van de Giant Rock Conventions, die jarenlang hét trefpunt vormden voor contactees, ufologen en nieuwsgierigen.
Bron; Jacobs, D., The ufo controversy in America. Bloomington, I975.
Tausend, Franz
(1883), Duits chemicus. Tausend kwam tegen het eind van de Eerste Wereldoorlog met een eigen verklaring voor het periodiek systeem der elementen
Hij beweerde dat ieder element een uniek 'trillingsgetal' had en dat men door bepaalde combinaties van elementen te maken, het ene element kon omzetten in het andere. Zo was het volgens hem mogelijk goud te maken uit lagere metalen (*alchimie). Hij beweerde dat hij daar ook in geslaagd was.
Halverwege de jaren 'zo kreeg hij bezoek van een delegatie bestaande uit geleerden en industriëlen, onder leiding van de ex-generaal Erich Ludendorff (*Kemnitz, M. von). Volgens de verhalen toverde Tausend voor de ogen van de commissie uit een mengsel van ijzeroxide en kwarts zeven gram goud tevoorschijn.
Ludendorff stichtte daarop een 'Compagnie 164' en wist 400 000 mark bij elkaar te sprokkelen.
De winst van de ondememing zou bestemd zijn voor de partijkas van de NSDAP van Adolf *Hitler.
Korte tijd later liet hij echter de hele zaak voor wat ze was. Tausend ging nog enige tijd door (in de zomer van I9z8 verscheen het bericht dat hij ruim zeven ons goud had gemaakt) maar uiteindelijk werd hij gearresteerd op beschuldiging van bedrog. In I93I werd hij tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Taxil Léo
Pseudoniem van de links-radicale journalist en vrijdenker Gabriel Jogand-Pagés (I854-I907).
Jogand had een gloeiende hekel aan de katholieke kerk. Onder het pseudoniem Léo Taxil had hij al vele publicaties het licht doen zien waarin hij de seksuele uitspattingen van prelaten en de gruwelen van de Inquisitie aan de kaak stelde
Het sloeg niet bijzonder aan en zelfs 'ooggetuigenverslagen' van complotterende kanunniken in de catacomben onder de kathedraal van Marseille konden de lezer maar matig boeien.
Het was allemaal te voorspelbaar. In I881 werd hij lid van de *vrijmetselaars, misschien om daar nieuwe ideeën op te doen, maar hij werd er binnen een jaar uitgegooid. In I88j, kort na de anti-vrijmetselaars-encycliek Humanum genus (1884) van Leo XIII gaf hij voor dat hij een gedesillusioneerde vrijmetselaar was, en dat hij zich tot de katholieke kerk wilde bekeren en uit de school klappen. Al spoedig volgden vele onthullingen (de meest expliciete beschrijvingen van seksuele uitspattingen van de satanistische vrijmetselaars waren overigens heel kies in het Latijn). Taxil deed niets anders dan zijn overbekende genre aankleden met andere personages. Taxil beweerde dat hij met zijn leven speelde omdat de vrijmetselaars gespecialiseerd waren in de 'halsslagaderstoot' - geleerd op de dolkschool van de vrijmetselaars - waarmee ze iedere tegenstander konden uitschakelen.
Tegen I890 dreigde de farce Taxil boven het hoofd te groeien, maar hij vond een uitbater van een volksrestaurant, de voormalige scheepsarts Karl Hacks, bereid om samen met een team broodschrijvers onder het pseudoniem Dr. Bataille twee zeer dikke pillen getiteld Le diable au XlX siécle (De duivel in de I9de eeuw, I892-1893) in afleveringen te publiceren.
Hierin werd een wereldwijd complot tegen de katholieke kerk onthuld. Het centrum van de samenzwering, schreef Dr. Bataille, was de Amerikaanse stad Charleston en voor satanische bijeenkomsten waren grotten beschikbaar in de Rots van Gibraltar. Toevallig was iets dergelijks al beweerd door rooms-katholieke geestelijken, dus dat moest wel waar zijn. Het complot was het werk van een speciale satanistische vrijmetselaarssekte, de Palladisten. Taxil meldde op een gegeven moment dat hij een van de palladistische priesteressen onder zijn hoede had, een zekere Diana Vaughan, afstammeling van de godin Astarte en dochter van de demon Bitru. Ze was sinds haar tiende jaar al verloofd met de demon Asmodeus. Diana was ook katholiek geworden, maar vreesde voor haar leven en kon zich dus niet vertonen, maar schrijven kon ze wel. Haar gruwelijke, ontroerende memoires werden gevréten. Zelfs de paus liet weten voor haar te bidden.
Taxil en zijn medewerkers gingen steeds verder.
Hacks beschreef in 1896 in een Duitse krant hoe ze het verhaal bedachten van de demon die een vrijmetselaar wilde huwen, en zich in een jonge dame veranderde, maar dan 's avonds weer als gevleugelde krokodil met smachtende blikken piano speelde. Snikkend van het lachen hadden sommige medewerkers betwijfeld of dit wel geslikt zou worden, en of de grap niet voortijdig uit zou komen, maar ziedaar : het ging erin als koek. Ook nu nog zijn er mensen die het allemaal geloven, bijvoorbeeld Tim Tate, in Children for the devil: ritual abuse and satanic crime (1991), en wel wegens de overweldigende massa details (*satanisch ritueel misbruik).
Het spreekt vanzelf dat iedereen de beeldschone Diana ook echt wilde zien. Taxil had al foto's van zijn secretaresse verspreid in het gewaad van de 'Inspectrice-Generaal van het Palladium'. Hij bezweek uiteindelijk en beloofde haar tijdens een persconferentie op paasmaandag 1897 te presenteren. Toen het zover was, besteeg Taxil zélf het podium en vertelde de bomvolle zaal doodleuk dat het allemaal een grap was. Na deze mededeling brak een pandemonium los, terwijl Jogand kalmpjes in een belendend café een likeurtje ging nuttigen.
Bron; Schmidt, J., Satanismus : Mythos und Wirklichkeit. Marburg, 1992 ; Zaal, W., De verlakkers. Amsterdam, I99I.
Teilhard de Chardin, Pierre
(1881-1955), Frans jezuïet, paleontoloog en filosoof Teilhard de Chardin is vooral bekend vanwege zijn bijdrage aan de ontdekking van de Pekingmens (maar hij speelt ook een bescheiden rol in de *Piltdown-affaire) en zijn pogingen om zijn katholieke geloof te verenigen met de evolutietheorie van *Darwin
Terwijl volgens Darwin de mens niet meer dan toevallig was ontstaan, meende Teilhard de Chardin dat zij in wezen het doel was van het ontstaan van de kosmos en de daaropvolgende biologische evolutie
Tot Teilhards teleurstelling werden zijn ideeën door de kerk niet geaccepteerd, hij mocht geen filosofische verhandelingen publiceren en hij moest ook afzien van een leerstoel in de paleontologie. Daarna wijdde hij zijn verdere leven aan de paleontologie. Zijn boek Le phénoméne humain (Het verschijnsel mens, I955), dat ideeën bevatte die hij al in de periode I9I6-I926 had ontwikkeId, zou uiteindelijk postuum verschijnen. Het was een groot succes, hoewel de katholieke kerk vrijwel alles deed om de verspreiding van het boek tegen te gaan en gelovigen erop te wijzen dat het niet helemaal deugde.
Teilhard beweerde dat alle materie ook een geest heeft, maar dat de geestkracht alleen kan toenemen als de materiedeeltjes zich op een complexe manier samenstellen, enigszins in de stijl van *Haeckel. Teilhard zag de ontwikkeling van het leven als een voortdurende stijging in complexiteit, en vanaf een zeker ogenblik, nadat de grens van het bewustzijn overschreden werd, zou de evolutie ophouden met alsmaar verder uit te waaieren, en zou de complexiteit juist toenemen doordat de mensheid als geheel een steeds hechtere organisatie zou worden. Dit duidde hij aan met het punt Omega, waarin de totale mensheid en zelfs de hele kosmos zo zou zijn samengebald, dat een geest (God) zou ontstaan die ruimte en tijd te boven ging en die met terugwerkende kracht het hele proces zou sturen. Ook de komst van Christus maakte onderdeel uit van dit proces.
De beschrijving die Teilhard gaf van deze visie is een merkwaardige mengeling van evolutionaire geschiedschrijving, onweerlegbare spirituele ideeën en onbegrijpelijke gezwollen poëtische mystiek.
Het effect van Teilhards geschrifien is volgens sommigen dat in katholieke kringen geen probleem meer wordt gemaakt van de evolutietheorie.
Teilhards Omegapunt-theorie werd uitgewerkt door de fysici John Barrow en Frank *Tipler in hun boek The anthropic cosmological principle (1984).
Het antropisch principe zegt dat het geen toeval is dat de natuurconstanten allemaal precies de waarde hebben die tot een heelal leidt waarin menselijk leven mogelijk is (en sterren, atomen en chemische verbindingen gevormd kunnen worden). Volgens Tipler is het Omegapunt de asymptotische toestand waarin het heelal zich bevindt bij de totale ineenstorting I0 triljoen jaar van nu.
Telepathie
(Grieks : ver-ervaring) Overdracht van gedachten op paranormale, niet met de gewone zintuigen te verklaren wijze. De term werd gelanceerd door Frederick *Myers, van de *Society for Psychical Research. Myers' eigen onderzoeken op dit gebied liepen overigens op een teleurstelling uit. Succesvoller waren de experimenten van J.B. *Rhine in de jaren 'zo, maar aan zijn resultaten wordt momenteel geen grote waarde meer gehecht.
In de volksmond wordt telepathie geassocieerd met de vermeende gaven van *paragnosten. Parapsychologen hanteren het begrip liever niet meer.
Sinds de jaren '50 beschouwen zij telepathie als een van de uitingsvormen van *psi.
Tempelieren, Orde der
Ridderorde opgericht in III8 te Jeruzalem door een groep ridders rond de Franse edelman Hugues de Payens. De orde stelde zich tot taak de pelgrimsroutes naar het Heilig Land (en de heilige plaatsen aldaar) te verdedigen tegen de moslims
De orde kreeg steun van de kerkhervormer Bemardus van Clervaux en in II28 verleende paus Honorius II de orde zeer ruime bevoegdheden en een tot dan toe ongekende onafhankelijkheid van kerkelijke én wereldlijke overheden. De macht en rijkdom van de orde groeide in de daaropvolgende twee eeuwen voorspoedig - maar dat gold ook voor de jaloezie die zij opriep.
In I307 liet de Franse koning Filips IV, bijgenaamd de Schone, de tempelridders in zijn land, inclusief grootmeester Jacques de Molay, arresteren. Er volgde een lange serie processen, verspreid over vele jaren, die de indruk moesten wekken dat de Tempelieren zich in het geheim hadden overgegeven aan allerlei heidense en duivelse praktijken. Filips zette paus Clemens V (die in Avignon verbleef en aan de Franse koning overgeleverd was) onder druk en deze verklaarde de orde in I3I2 ontbonden. Haar bezittingen vervielen aan de kerk, de staat en de orde der hospitaalridders. Twee jaar later werd Jacques de Molay, als laatste slachtoffer, naar de brandstapel gevoerd.
De Tempelieren werden beschuldigd van godslastering, met name het aanbidden van een demon genaamd Baphomet, en het afzweren van Christus. Alhoewel er ten tijde van de processen al mensen waren die twijfelden aan de realiteit van de beschuldigingen (met name in Italië, waar men niets van Clemens moest hebben), bleef hun naam gedurende de Middeleeuwen verbonden met verval en corruptie
De Duitse occulte filosoof Comelius *Agrippa von Nettesheim suggereerde zelfs dat ze zich net als de vroegchristelijke gnostici (*gnostiek) en heksen schuldig hadden gemaakt aan weerzinwekkende rituelen. Daarentegen was het weer de beruchte Franse heksenvervolger Jean Bodin (I529-I596) (*hekserij) die hen naar voren schoof als een voorbeeld van een ten onrechte vervolgde minderheid. In de I7de eeuw werden ze steeds meer beschouwd als slachtoffers, hoewel archivaris Pierre Dupuy in zijn publicatie van de oorspronkelijke documenten in I654 nog duidelijk uitging van hun schuld. In de daaropvolgende eeuw, toen de ridderorderomantiek een hoogtepunt bereikte, kwam het tot een volledig eerherstel - en meer. De van oorsprong Schotse Andrew Michael 'Chevalier' Ramsay (1686-I743) hield in I736 een invloedrijke toespraak voor de Franse *vrijmetselarij waarin hij een verband legde tussen deze (toen gloednieuwe) beweging, middeleeuwse ridderorden en de kruistochten (en zo via Palestina weer met het Oude Testament en de wijsheid van het oude Egypte, in die tijd gepopulariseerd door abb‚ *Terrasson).
Zo'n 25 jaar later ontstonden in Duitsland de eerste op de vrijmetselarij ge'inspireerde loges die zichzelf beschouwden als nazaten van de Tempelieren en bezitters van hun oeroude, in het verborgene doorgegeven kennis. Deze Tempelieren oefenden op hun beurt weer een occulte invloed uit op de ouderwetse vrijmetselarij. Met name de loges onder leiding van Karl Gotthelf von Hund (I722- I776) ontwikkelden zich tot een invloedrijke, aristocratische organisatie. Von Hund verzon ook de 'onbekende superieuren' waaraan ieder lid onderworpen was, een idee dat later nog vaak gekopieerd zou worden, bijvoorbeeld in de *theosofie met haar onzichtbare Tibetaanse Meesters.
Inteme conflicten en politiek gekonkel zorgden ervoor dat de Duitse tempelierenbeweging na I780 als een kaartenhuis in elkaar stortte. Veel teleurgestelde leden vonden daama korte tijd onderdak bij de eveneens vrijmetselaarachtige radicale beweging der IIIuminati. Deze organisatie was in 1776 opgericht door Adam Weishaupt (1748-I8jo), maar had een kwijnend bestaan geleid totdat circa I780 baron Aldolph Knigge (I752-1796) de organisatie ter hand nam en zelfs *Goethe enthousiast wist te maken. Onder andere door ruzies tussen Weishaupt en Knigge begonnen allerlei geruchten de ronde te doen en als gevolg verboden de Beierse autoriteiten in 1784 alle geheime genootschappen, en in I785 volgde een expliciet verbod van zowel de vrijmetselaars als de Illuminati. In haar korte bestaan hadden de Illuminati velen in de gordijnen gejaagd. Het verbod was in heel Europa groot nieuws en een vermeende samenzwering door de Illuminati vormde de basis voor de mythe van de *Grote Samenzwering.
Niet alleen de Illuminati, ook de Tempelieren zélf maakten vanaf dat moment onderdeel uit van een verborgen, eeuwenoude keten van ketterse organisaties, gericht op de omverwerping van het christendom. De Duitse auteur Christoph Friedrich Nicolai (I733-I8II) komt de eer toe de naam Baphomet (Oudfrans voor de profeet Mohammed) af te leiden van de Griekse woorden voor kleur en geest, waarmee hij bewezen zou hebben dat de Tempelieren in het geniep ketterse gnostici waren geweest. De belangrijkste grondlegger van de mythe van de occulte geschiedenis was echter de Oostenrijkse oriëntalist Joseph Freiherr von Hammer-Pugstall (1774-I8j6). Hij schiep in zijn Mysterium Baphametis revelatum (Baphomets geheim onthuld, I8I8) een serie occulte connecties, beginnend bij de eerste ketters, via de islamitische sekte der Assassijnen, en vervolgens via de Tempelieren uitkomend bij de samenzweerderige vrijmetselaars, Illuminati en - uiteindelijk - de leiders der Franse Revolutie
Opmerkelijk is dat dit werk begint als een aanklacht maar eigenlijk uitmondt in een romantische lofzang op deze antichristelijke traditie. De Tempelieren-mythe is altijd tussen deze polen blijven bewegen. Door de gelovers in de Grote Samenzwering werden ze verguisd, door occultisten echter juist vereerd. Met name in Frankrijk bleven Tempelierenclubjes actief Beroemde occultisten als Eliphas Lévi (I8I0-I875) en Aleister Crowley (I875-1947) schreven aan de Tempelieren satanische rituelen toe, en voerden deze ook zelf uit. En nog steeds is het zo dat dolzinnige historische theorieën als vast kenmerk hebben dat er Tempelieren in zitten. Verdedigers van de theorie dat de *Lijkwade van Turijn 'echt' is, beweren bijvoorbeeld dat deze doek het geheime object van verering was van de Tempelieren.
Bron; Partner, P., The murdered magicians. Oxford, I98I.
Tenhaeff, Wilhelm Heinrich Carl
(1894-1981), Nederlands parapsycholooog (*parapsychologie).
Tenhaeff was met Paul *Dietz oprichter van het Tijdschrift voor Parapsychologie en werd in I953 door de *Studievereniging voor Psychical Research voorgedragen voor de post van bijzonder hoogleraar parapsychologie te Utrecht (hij was al privaatdocent sinds zijn promotie in I933). Hij was in de jaren '50 wereldvermaard als parapsycholoog, vooral vanwege zijn werk met de paragnost Gerard *Croiset. Zijn dictatoriale neigingen leidden echter in I960 tot een breuk in de Studievereniging. In 1978 trad hij, na een langdurig conflict met de Utrechtse universiteit, terug.
Het was de Telegraaf-joumalist Piet Hein Hoebens die in de jaren '70 aantoonde dat Tenhaeff in zijn publicaties over Croiset nogal eens overdreef en zelfs leugens verkocht, hetgeen zijn reputatie sterk heeft aangetast. Tenhaeff stierf als een verbitterd man. Geen enkel belangrijk parapsychologisch vakblad nam de moeite een necrologie te publiceren.
Terman, Lewis Madison
(1877-1956), Amerikaans psycholoog. Terman maakte een verbeterde versie van de *IQ-test van Alfred *Binet, daarom (naar zijn werkgever, de Stanford University) de 'Stanford-Binet-test' gedoopt. Termans nieuwe versie kon simpelweg worden afgenomen door de kandidaten onder toezicht formulieren te laten invullen. Op die manier konden velen tegelijk hun test uitvoeren. De in I9I7 gepubliceerde gereviseerde Stanford-Binet-test is tot op de dag van vandaag de standaard voor de 'ware' intelligentie test.
Terman was er net als Henry *Goddard van overtuigd dat intelligentie vrijwel volledig erfelijk bepaald was. Zijn grote ideaal was zoveel mogelijk mensen te testen om te bepalen welke groepen een nuttige bijdrage aan de samenleving zouden kunnen leveren en welke haar tot last zouden zijn.
De dommen waren wat hem betreft allemaal potentiële misdadigers en deze groep diende door middel van *eugenetica zo klein mogelijk gehouden te worden.
Wellicht zijn meest curieuze product was het tweede deel van de serie Genetic studies of genius (I926, samen met Charlotte Cox) dat gewijd was aan het IQ van reeds overleden beroemdheden. Cox gaf de 282 door haar geselecteerde personen een begin-IQ van I00 mee (het statistisch gemiddelde), en gaf ze vervolgens punten erbij (of bracht deze in mindering) op basis van biografische anekdotes.
Afgezien van het feit dat biografieën van beroemdheden zelden hun domme fouten vermelden, was het dus ook nog zo dat hoe meer anekdotes er vermeld stonden waaruit een bovenmatige intelligentie bleek, hoe hoger de score
Uiteindelijk bleken al deze beroemdheden tot hun zeventiende jaar een gemiddeld IQ van I35 te hebben gehad, en daarna van zo'n I45. Koplopers bleken de Duitse auteur *Goethe en de filosoof-schrijver Voltaire (1694-1778).
Opvallend is dat Terman net als Goddard op latere leeftijd terugkwam op dit eugenetisch gedachtegoed. Measuring intelligence (I937), geschreven samen met Maud Amanda Merrill (geb. 1888), bevat de waarschuwing geen overhaaste conclusies te trekken.
Bron; Gould, S. J., The mismeasure of man. New York, I98I.
Terrasson, Jean
(I670-I750), Frans auteur. Abb‚ Terrasson doceerde Grieks aan het Collége de France, en publiceerde de driedelige roman Sethos (I73I), zogenaamd gebaseerd op een uniek manuscript, waarin hij (uitgaande van de in die tijd beschikbare Griekse en Romeinse bronnen) een volstrekt fictief beeld gaf van de mysteriën (geheime riten) in het oude Egypte.
De hoofdpersoon, prins Sethos, bezoekt de tempels in het oude Egypte (die volgens Terrasson in feite een soort ideale universiteiten waren) en ondergaat een spannende initiatierite in een piramide. Deze bouwwerken waren volgens Sethos in feite de toegangen tot immense ondergrondse steden. Aan het eind van het boek wordt Sethos' aanstaande ook zo ingewijd, maar de hoofdpersoon kiest uiteindelijk voor een celibatair leven als priester.
De romancyclus was in die tijd enorm populair. De semi-Eyptische riten vonden hun weg naar de *vrijmetselarij en vormden daama een 'bewijs' voor het feit dat deze stroming uit het oude Egypte zou stammen ! Sethos werd bewerkt tot drama's en opera's. De invloed van het werk is bijvoorbeeld aanwijsbaar in de opera Die Zauberflöte (I79I) van de vrijmetselaar Wolfgang Amadeus Mozart (I756-179I) en zijn librettist Emanuel Schikaneder (I75I-I8I2). Mozart had zijn inspiratie misschien indirect opgedaan uit het boek Krata Rapoa (De stilte van God, I770), een anoniem gepubliceerd werk van J.W.B. von Hymmen (I726-1786) en C.F. von Koppen (I734-1797), waarin muurschilderingen genoemd worden die door de adept moeten worden bestudeerd, en dat waren dan volgens Christian de voorstellingen van de *tarot.
De door Terrasson geschapen mythe van de Egyptische oorsprong van alle kennis en wetenschap werd, via zwarte vrijmetselaarsloges, overgedragen op de grondleggers van het *afrocentrisme.
Bron; Lefkowitz, M., Not out of Africa. New York, 1996.
Tesla, Nikola
(1856-1943), Amerikaans uitvinder. Tesla, geboren in Kroatië, is tegenwoordig eigenlijk alleen nog maar bekend van de zogenaamde teslaspoel (een speeltje dat hoogfrequente hoge spanningen alsmede zeer veel radio en tv-storingen opwekt), en de eenheid van magnetische inductie (is I0 000 gauss). De op grote schaal toegepaste inductiemotor was een vondst van Tesla. In zijn hoogtijdagen gold hij als een geniaal uitvinder, vergelijkbaar met Alexander Bell (1847-I922) en Thomas Edison (1847-I93I). Met laatstgenoemde was hij jarenlang verwikkeld in een conflict over de vraag of men voor de energievoorziening van het land wisselstroom moest gebruiken (het standpunt van Tesla) of gelijkstroom (zoals Edison dacht). Edison won de strijd, maar zijn overwinning was tijdelijk. De huidige stroomvoorziening is gebaseerd op wisselstroom, die gemakkelijk is te transformeren tot hoge spanningen en dan met weinig verlies getransporteerd kan worden.
Tesla was een teruggetrokken man die naarmate hij meer en meer vergeten werd steeds vaker zijn toevlucht zocht in het doen van spectaculaire uitspraken. Zijn ondergang begon in juli 1899, toen hij bekendmaakte een methode te hebben ontdekt om energie van iedere plek op aarde naar willekeurig iedere andere plek te zenden. Het draadloos verzenden van signalen was toen al enige jaren zijn belangrijkste onderwerp van onderzoek, maar in die maand ontdekte hij (in zijn laboratorium te Colorado Springs) dat de elektrische signalen afkomstig van onweerswolken nog opgevangen kunnen worden als de wolken al zeer ver zijn weggedreven. Tesla concludeerde dat de aarde zich gedroeg als één grote geleider, en dat het daarom mogelijk moest zijn signalen zonder kabels over de gehele aarde te verspreiden.
Tesla ontwierp een wereldwijd netwerk van masten ter verspreiding van signalen en energie afkomstig uit enorme elektrische centrales. Volgens hem moesten de masten hun uitzend- en ontvangfrequentie dan wél nauwkeurig afstemmen op elkaar en op de natuurlijke frequenties van de 'geleider' aarde. Als energiebron dacht hij waarschijnlijk aan waterkracht. Hij had immers in 1886 de aanleg gerealiseerd van hoogspanningskabels van de elektriciteitscentrale bij de Niagarawatervallen naar de stad Buffalo. Bij proeven met zijn systeem begaf de generator van de plaatselijke elektriciteitscentrale van Colorado Springs het.
Omstreeks I900 was hij opnieuw regelmatig in het nieuws. Hij had plannen om naast de Niagaracentrale een enorme energiezendmast te bouwen, die tevens geschikt zou zijn voor (wat we nu zouden noemen) datacommunicatie en, zo liet hij alvast weten, voor het leggen van contacten met buitenaardse beschavingen. (In die tijd werd nog druk gespeculeerd over de 'Marskanalen' van *Schiaparelli)
Het plan mislukte omdat zijn financier, J. Pierpont Morgan (I837-I9I3), zich terugtrok.
Tesla werkte ook energiek aan zijn volgende wereldschokkende doorbraak. Hij beweerde elektrische pulsen de aarde in gestuurd te hebben en het terugkerende signaal te hebben gemeten.
Sterker nog : het signaal keerde volgens hem terug zonder dat het in kracht was afgenomen. (Een en ander is zeer onwaarschijnlijk ; mogelijk had hij tijdens zijn experimenten, waarbij zeer sterke wisselstromen werden gebruikt, last van effecten in zijn apparatuur.) Tesla was ervan overtuigd dat hij een onmetelijke energiebron had aangeboord.
Tesla's immense bouwprojecten liepen spoedig vast. In de jaren daarna zonk hij langzaam weg in de vergetelheid. Zo nu en dan kwam hij nog met spectaculaire voorstellen (zoals in I924 voor een 'dodende straal' tegen vijandige vliegtuigen) maar het mocht allemaal niet baten. Hij stierf door iedereen verlaten in een hotelkamer in New York
Hij werd echter in de jaren '60 herontdekt als de 'verworpen' uitvinder wiens vindingen eens de wereld zullen transformeren. Spoedig vormde hij het middelpunt van een ware stroom geruchten, waarin revolutionaire apparaten, diefstal en spionage een belangrijke rol speelden. Vele volgelingen proberen momenteel Tesla-torens na te bouwen, en zijn gratis energiebron (meestal aangeduid als 'vrije energie' of'kosmische energie') aan te boren. In deze kringen circuleren uiteraard ook vele ontwerpen voor *perpetua mobilia, geruchten over succesvolle toepassing van *koude kernfusie en over geheime miIitaire projecten om *ufo's te bouwen op basis van Tesla's 'geheimen'. In Nederland treffen deze uitvinders elkaar bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten van de Stichting *Cosmische Energie.
Het is ironisch dat veel van deze modeme volgelingen zich enerzijds zorgen maken om de minieme velden die Tesla's inductiemotoren om zich heen creëren (*elektrostress), maar anderzijds geen problemen zien in de gigantische velden van Tesla's draadloze transmissiesystemen (als ze zouden werken).
Bron; Peat, F.D., In search of Nikolo Tesla. Bath, I983 ; Seifer, M. J., Wizard. The life and times of Nikola Tesla. Secaucus, 1996.
Theosofie
Leer bedacht door Madame *Blavatsky. Doel van de leer was de bestudering van de wereldgodsdiensten om de gemeenschappelijke spirituele kern te vinden die (daarvan was Blavatsky overtuigd) voor al deze godsdiensten dezelfde was. Het probleem was dat die godsdiensten die belangrijke kern niet openbaar uitdroegen (als 'exotere kennis'), maar in het geheim doorgaven in de vorm van 'esotere kennis' die van generatie op generatie werd overgedragen aan een select gezelschap geïnitieerden.
Die esotere kennis, die kern, dat was nu de theosofie, en iedereen was welkom om mee te helpen zoeken. De enige voorwaarde was dat men erkende dat het persoonlijke geloof maar het begin van het verhaal was. De theosofie was, in de bloemrijke woorden van de latere voorzitter Annie *Besant als een zon die iedereen warmte en licht geeft, zelfs hun die blind zijn. Met andere woorden ook degenen die het niet helemaal begrijpen zijn van harte welkom.
Inmiddels wist Blavatsky al waaruit deze kern bestond : *karma en *re'incamatie, gekoppeld aan een spirituele vorm van rassenleer. De mensheid, zo stelde ze, maakte in de loop van miljoenen jaren een immense ontwikkeling door waarbij ieder nieuw wortelras weer een verbetering was van het vorige, en het Goddelijk Principe weer verder openbaarde. Dit proces werd begeleid door hogere machten, onzichtbare Meesters, die zich in de bergen van Tibet verborgen hielden maar zich als geesten of door middel van wonderen konden manifesteren. Omdat de oosterse godsdiensten de leer van karma en reïncarnatie openlijk verkondigden, achtte zij deze godsdiensten hoger dan andere.
Blavatsky zag haar theorie als een tegenhanger van de evolutietheorie van *Darwin. Zij was van mening dat de biologische theorie de exotere versie was en dat de esotere waarheid was dat de dieren afstamden van gedegenereerde verdwenen mensenrassen.
TheosopllicaI Society (TS)
Occult genootschap, in I875 opgericht door de Russische Helena Petrovna *Blavatsky (HPB, zoals ze vaak genoemd werd) en de Amerikaan Henry *Olcott, ter verbreiding van de door Blavatsky gegrondveste leer der *theosofie. De Theosophical Society is als geen ander verantwoordelijk voor de ongekende bloei van het occultisme aan het eind van de I9de eeuw.
De beweging, opgericht te New York, telde aanvankelijk slechts enkele leden en ontlokte eigenlijk alleen maar spot en kritiek. Blavatsky's boek Isis unveiled (1877) was geen succes, en de plechtige boeddhistische crematie van Ts-lid baron De Palm eindigde in een schandaal. (Naar verluidt was dit de eerste crematie in de westerse wereld, maar in1869 hadden Italiaanse *vrijmetselaars en medici al aangedrongen op het verplichtstellen van crematie, en in I873 werd crematie in Italië wettelijk goedgekeurd.)
In 1878 vertrokken de beide oprichters naar India, waar ze zich uiteindelijk (in I882) zouden vestigen in Adyar, nabij Madras. Ze richtten een tijdschrifi op, The theosofist, en langzaam maar zeker begon de beweging te groeien. Spoedig waren er meer dan honderd loges over de gehele wereld.
Van groot belang was de bekering van de joumalist Alfred Percy Sinnett (I840-I92I), auteur van The occult world(I88I) en Esoteric Buddhism (I883), boeken die de wereld attent maakten op de geheimzinnige correspondentie met de Meesters (de brieven doken, zo beweerde hij, 'uit het niets' op) en de wonderen die zich in de omgeving van Blavatsky afspeelden.
Esoteric Buddhism veroorzaakte overigens een breuk met de Londense loge onder leiding van Anna Kingsford (1846-I88j), maar de flamboyante Anna en haar hulpje Edward Maitland hadden altijd al zo hun eigen opvattingen gehad
Emstiger was dat terwijl Olcott en Blavatsky in Londen waren (om Anna een lesje te leren) Emma Coulomb, een Ts-Iid te Adyar dat ontsIagen was wegens laster en poging tot afpersing, onthulde dat Blavatsky's wonderen op trucjes berustten, en dat er een geheim luikje zat tussen de schrijn voor de Meesters (waarin hun brieven steevast op onverklaarbare wijze opdoken, als ze niet door gaten in het plafond werden gedropt) en de kamer van Blavatsky, die zich daar achter bevond.
Nog voordat Olcott en Blavatsky terug konden keren, was Richard *Hodgson van de *Society for Psychical Research ter plekke en hij trof het betreffende luikje inderdaad aan (een toegewijd theosoof vertelde hem enthousiast dat de schrijn van massief hout was en gaf er een flinke klap op om dat te bewijzen, waarop het luikje opensprong).
Hodgsons rapport was vernietigend. Blavatsky was een oplichtster
Deze affaire-Coulomb heeft de Ts geen blijvende schade bezorgd (critici beweerden dat alle 'bewijzen' door Emma Coulomb in elkaar waren gezet uit wraak). Ze leidde wel tot het uiteendrijven van Olcott en Blavatsky. Hij bleef in India, zij vertrok in maart I88j naar Europa, en vestigde zich uiteindelijk in Londen. Na de dood van Blavatsky, in I89I, brak er een onverkwikkelijke machtsstrijd los, met in de hoofdrollen Olcott, Blavatsky's Britse protégee Annie *Besant en de leider van de Amerikaanse afdeling (en Ts-lid van het eerste uur) William Quan Judge (I85I-1896). Uiteindelijk zou Annie de organisatie (die inmiddels ruim I0 000 leden telde) gaan leiden. De Amerikaanse afdeling ging echter haar eigen weg, eerst onder Judge, later onder Katherine *Tingley. S poedig daama zou ook de Duitse afdeling haar eigen weg gaan, onder leiding van Rudolf *Steiner.
Onder Besants leiding zette de Ts zich in voor Home Rule (beperkt zeIfbestuur) voor India.
Volgens haar was gelijkwaardigheid tussen het 'rationele' Groot-Brittannië en het 'spirituele' India noodzakelijk vanwege de komst van een nieuwe Wereldleraar
Uiteindelijk was het Charles *Leadbeater die deze leraar vond in de persoon van Jiddu *Krishnamurti.
Deze ontdekking betekende op den duur echter het einde van de Ts. In augustus I929 maakte Krishnamurti namelijk bekend dat hij niet de verwachte leraar was
Deze klap is de beweging niet meer te boven gekomen. Sindsdien lijdt de Ts een sluimerend bestaan.
Bron; Washington, P., Madame Blavatsky's baboon. Londen, I993.