1717 VRIJMETSELARIJ


For what we do presage is not in grosse

For we be brethren of the Rosie Cross :

We have the Mason’s Word and second sight,

Things for to come we can fortell aright.

1638 - Henry Adamson

 

Algemeen

De Vrijmetselarij is per definitie geen occulte of mystieke Orde. Zij is wel een broederschap met filantropische idealen waar occulte en mystieke invloeden niet zijn weg te denken.

De Vrijmetselarij staat niet voor een geestesstroming of levensbeschouwing. Zij is eerder ‘operatief’ in tegenstelling tot ‘speculatief’ en zoekt naar een praktische ‘levenshouding’.

De essentie van de Orde om bovenstaande houding te bereiken zijn riten en symbolen. Riten en symbolen behoren nu eenmaal tot de wortels van alle Ordes.

De symbolen dienen dan als katalysator waarbij onafhankelijk van de persoonlijke interpretatie een gemeenschappelijk doel wordt nagestreefd zijnde : Broederlijkheid, Gelijkheid en Vrijheid.

De ruwe steen welke gebeiteld wordt tot een Volmaakte Kubus stelt op symbolische wijze voor hoe elk mens aan zichzelf werkt en zijn ‘mens-zijn’ bewerkt met de aan hem toevertrouwde symbolen uit de inwijdingen die de functie krijgen van een werktuig.

Organisatie

Vrijmetselaars organiseren zich in werkplaatsen, Loges genaamd, waar zij tot de arbeid overgaan en hun opgedane ervaringen met elkaar delen.

Zij zijn in een symbolische hiërarchie opgebouwd in drie graden : Leerling, Gezel en Meester. Behoudens deze indeling bestaan er Riten met 33 graden.

Elke Loge wordt door een verkiesbare Logemeester geleid. Loges groeperen zich in een Grootloge meestal per land of per taalgebied.

De Grootloge staat onder de leiding van een verkiesbare Grootmeester.

In de Loge wordt een onderwerp van levensbeschouwelijke of culturele aard besproken. Men noemt dit een bouwstuk.

Belangrijke vieringen in de Vrijmetselarij zijn de Zonnewenden : 21 maart - 23 juni - 21 september en 23 december.

De eerste Engelse Grootloge werd trouwens opgericht op 24 juni 1717 bij de Zomerzonnewende.

 

Algemene geschiedenis

Er bestaat geen document omtrent de juiste datum waarop de Vrijmetselarij is ontstaan.

De eerste bronnen die tot nu toe bekend zijn is een document uit 1275 uit Strasbourg ( Frankrijk ) dat gewag maakt van metselaarsbouwers. In deze periode gaat het om Gilden die bepaalde beroepen groepeerden. Deze operatieve Loges namen steeds meer leden aan die niet tot hun beroepsbekwaamheid behoorden. Zo ontstonden de eerste spekulatieve Loges. In Frankrijk zijn de eerste sporen terug te vinden in de zeventiende eeuw in de Jacobieten-Loges.

De Gilden vinden we haast over het ganse Europese continent. Een voorbeeld dat tot onze omgeving behoort en een frappante gelijkenis vertoont met de Vrijmetselarij is terug te brengen tot de 15° eeuw.

Op 21/8/1458 werd te Antwerpen een Gilde opgericht onder de eerbiedwaardige naam ‘Quator Coronati’.

De Quator Coronati of Vier Gekroonden : Claudius, Castorius, Symphonarius en Nicostratus waren de patroonheiligen van de middeleeuwse bouwgilden.

De Quator Coronati gaat over een symbolische legende. Deze vier broeders hadden van keizer Diocletianus de opdracht gekregen een tempel te bouwen met een gebeeldhouwde afbeelding van Aesculaap in de tempel.

De vier broeders weigerden ! Ze werden prompt terechtgesteld en in loden kisten begraven. De kisten werden echter door een vroom christen ontvreemd. Later zou paus Leo IV de vier martelaren bijzetten in de Coeiliuskerk te Rome.

Van hieruit verspreidde de cultus zich.

De Vier Gekroonden werden de patroonheiligen van de metselaars en de steenhouwers. Hun cultus ontstond eerst in Italië en verspreidde zich over gans Europa. De eerste bronnen in Vlaanderen dateren uit de 13° eeuw.

Op talrijke plaatsen vinden we beelden van de Quator Coronati : Antwerpen, Gent, Leuven, Brussel, Brugge, Mechelen en Dendermonde.

In Middelburg ( Nederland ) vinden we een gildehuis gebouwd in 1590 versierd met de Vier Gekroonden. Elk van de vier broeders draagt een belangrijk symbool : een schietlood, een waterpas, een passer en een troffel.

Om lid te worden van de Gilde moest men eerst een reeks vragen beantwoorden.

"Hoe heten de Vier Gekroonden ? Claudius, Castorius, Symphonarius en Nicostratus !

Waarom zijn het er vier ? Omdat het Kruis vier hoeken heeft !

Is er geen vijfde ? De vijfde is de eerste !

Wat is het teken van de vijfde ? Het teken van de plicht !

Kunt gij dat teken maken ?"

De kandidaat tekende dan een cirkel gevierendeeld door een Kruis.

Groot-Brittannië

De eerste Grootloge dateert van 24 juni 1717 te Londen opgericht in herberg ‘The Goos and Gridiron’. Meestal wordt deze datum aangenomen als de datum waarop de Vrijmetselarij is ontstaan. Het betrof hier een samensmelten van vier operatieve Loges tot één Grootloge. De belangrijkste figuur bij deze oprichting was Jean Desaguliers ( John Théophile Desaguliers )( 1683 - ) afkomstig uit La Rochelle een discipel van Isaac Newton ( 1642 - 1727 ) en lid van de ‘Royal Society’. Hij was het die James Anderson er toe aanzette om in 1723 een Constitutie te maken voor de Orde beter bekend onder de ‘Constitutie van Anderson’ die tot op vandaag nog steeds gebruikt wordt.

Anderson maakte een compilatie van vorige Constituties en regels. Zijn nieuwe Constitutie was een versmelting van de ‘Gotische Constitutie’ uit 1390, ‘The Cooke-constitutie’ uit 1410, de ‘Nigo Jones-constitutie’ uit 1607 en de ‘Wood-constitutie’ uit 1610. De nieuwe Constitutie verscheen in 1723.

In Frankrijk ontstaat de Vrijmetselarij onder invloed van Charles Radclyffe ( - 9/12/1746 ) later met de naam Lord Derwentwater, Maskelyne en d’Heguerty te Parijs in 1726. De Franse Grootloge ( Grand Oriënt de France ) werd onafhankelijk van de Engelse Grootloge onder het Grootmeesterschap van Hertog d’Antin.

De Engelse Grootloge werkt uitsluitend onder de ‘Emulation Rite’ ( drie graden ) in tegenstelling met vele andere Loges die de ‘Ancient and Accepted Scottish Rite’ toepasssen ( 33 graden ). De Schotse Ritus heeft niets te maken met Schotland. Deze Ritus werd in Frankrijk ontwikkelt.

Ook Ierland en Schotland volgde snel met hun respectievelijke Grootloges. Voor Ierland was dat in 1725 en voor Schotland in 1736. Vanuit Groot-Britannië werden er Loges opgericht in België, Nederland, Frankrijk, Spanje, West-Indië, India en Duitsland.

In 1908 ontstond de Britse Orde ‘Order of Women Freemasons’ enkel voor vrouwen.

België

In België ontstaat de Vrijmetselarij eveneens in de 18° eeuw. De eerste Loge werd opgericht te Mons ( Bergen ) in 1721. Deze Loge staat vandaag nog steeds vermeld als eerste Loge in het ‘Grootoosten van België’. In 1721 droeg ze de naam van ‘La Parfaite Union’.

Vanaf 1740 worden er vele Loges gevormd onder invloed van de Franse bezetter. Andere Loges ontstonden met charters vanuit Londen. Zo ontstond in 1765 ‘La discrète Impériale’ te Aalst erkend door de Grootloge van Londen. In 1770 ontstond de ‘Grootloge van de Oostenrijkse Lagelanden’ die 26 Loges groepeerde.

In het prinsbisdom Luik ontstond de eerste Loge in 1749 onder de mystieke naam ‘La Nymphe’. In 1760 werd de Vrijmetselarij verboden door de Prinsbisschop. Zijn opvolger François-Charles de Velbrück ( 1772 - 1874 ) beschermde de Orde dan weer wat tot gevolg had dat priesters lid werden van de Orde.

Na de oorlog, die volgde op de Franse revolutie, werd op 23/2/1833 ‘Le Grand Oriënt de Belgique’ opgericht onder de auspiciën van Koning Leopold I ( 1790 - 1865 ) die minstens 27 Loges omvatte. Op hetzelfde moment ontstond de ‘Grootloge der Nederlanden’ opgesplitst in twee geografische gebieden. Een voor het Noorden ( Nederland ) en een voor het Zuiden ( België ). Prins Frederik van Nassau werd de eerste Grootmeester.

Met de onafhankelijkheid van België ontstond ‘Het Grootoosten van België’. Alhoewel Koning Leopold I, die ingewijd werd te Bern in de Loge ‘l’Esperance’, Grootmeester was, heeft hij deze functie nooit officieel waargenomen. Hij had dit toevertrouwd aan baron Goswin de Stassart ( 1780 - 1859 ).

Sommige Loges zoals de Gentse Loge ‘Septentrion’ bleven trouw aan het ‘Grootoosten van de Nederlanden’.

In 1837 verscheen er van de hand van Kardinaal Englebert Sterckx een schrijven gericht aan alle Katholieken dat in navolging van de encycliek Mirare Vos uit 1832 het onverenigbaar was deel te nemen aan Vrijmetselaarsbijeenkomsten.

Op 20/11/1834 ontstond onder impuls van de Loge ‘Les Amis Philanthropes’ ‘L’Univeristé Libre de Bruxelles’. Pierre-Theodore Verhaegen ( 1796 - 1862 ) was de grote promotor.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden haast alle Loges stil gelegd. Op 28/5/1928 ontstond de gemengde Grootloge ‘Le Droit Humain’ die Internationaal was opgericht in 1893 onder de naam ‘Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij ‘Le Droit Humain’’ die mannen en vrouwen op basis van gelijkheid beschouwen.

Na een vrij relatief korte periode van vrede en rust zag extreem-rechts de Vrijmetselarij als een vijand.

In 1940 werden op last van de Nazi’s alle Loges gesloten. Deze regel gold trouwens niet alleen voor de Vrijmetselarij ook ander broederschappen en esoterische groeperingen ondergingen hetzelfde lot.

Ondanks deze moeilijke tijden bleven sommige Loges in het geheim en ondergronds verder werken. Talrijke broeders werden dan ook door de Gestapo gearresteerd en velen stierven in de concentratiekampen van Esterwegen en Prenslau.

De rol die Leon Degrelle ( 15/6/1906 - 1/4/1994 ) en zijn rexisten hierin hebben gespeeld is niet min. Hij en andere collaborateurs vonden het nodig talrijke broeders aan de Gestapo te verraden.

Na de oorlogsjaren komt de Orde moeilijk op gang tot op 4/12/1959 de ‘Grootloge van België’ werd opgericht. Deze werd in 1965 officieel erkend door de United Grand Lodge of England.

In de jaren die hierop volgden waren er interne problemen met het principe van de ‘Grote Architect van het Universum’.

De ‘Grootloge van België’ die eerder theïstisch is zag op 15/06/1979 negen Loges van zich afscheuren die er een andere interpretatie op na hielden van het begrip ‘Grote Architect’. Dit gaf het ontstaan aan ‘La Grande Loge Régulière de Belgique’ de ‘Reguliere Grootloge van België’.

In 1974 ontstond onder het charter van Frankrijk ‘La Grande Loge Féminine de Belgique’ dit resulteerde in 1981 in de ‘Vrouwelijke Grootloge van België’.

Naast deze Ordes vinden we eveneens nog enkele Loges die de ‘Riten van Memphis’ en de ‘Riten van Misraïm’ toepassen. Een van de leiders hier was Jean Mallinger ( 1904 - 1982 ) die een belangrijke rol heeft gespeeld in de F.U.D.O.S.I.

In 1995 telden alle Ordes samen een kleine 16000 leden.

Het Grootoosten 9000, Le Droit Humain 3000, de Grootloge van België 2500, de Reguliere Grootloge van België 1400 en de Vrouwelijke Grootloge van België 500.

Nederland

De eerste Loge in Nederland dateert van 1734 (1). De Loge noemde zich ‘Loge du Grand-Maître des Provinces Unies et du Ressort de la Généralité’.

Op 26/12/1756 sloten een tiental loges zich aan bij de ‘Grote Loge der Zeven Verenigde Nederlanden’ de voorloper van de hedendaagse ‘Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’.

Nederland kent eveneens een Vrijmetselaarsorde toegankelijk voor mannen en vrouwen. Zij zijn onderdeel van ‘Le Droit Humain’. Deze gemengde Orde heeft haar hoofdzetel te Parijs. De geschiedenis van deze Orde wordt verder in dit hoofdstuk nog besproken. De eerste gemengde Loge in Nederland dateert van 1904.

In 1921 ontstond parallel aan de ‘Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’ de ‘Vereniging van Vrouwen van Vrijmetselaren’. Men noemt ze ook al eens smalend de 5 V’s. Deze vereniging groepeert de vrouwen van de Vrijmetselaren die bij het Grootoosten zijn aangesloten.

Ook Nederland kent een Orde exclusief voor vrouwen onder de naam ‘Vita Feminea Textura’ opgericht in 1947. Zij zijn echter geen Vrijmetselaarsorde. Hun ritualen zijn echter wel gemaakt in samenwerking met de ‘Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’. Zij kennen de klassieke drie graden overgenomen van de mannenloges. De namen die zij toekennen aan hun graden zijn : Spinster, Weefster en Ontwerpster. Zij gebruiken dan ook gemakkelijk het begrip ‘Grote Ontwerper des Heelals’ in tegenstelling met de ‘Grote Architekt van het Universum’.

Naast deze obediënties kent Nederland nog enkele kleinere groeperingen zoals het "Nederlands verbond van Vrijmetselaren" en het "Nederlands Genootschap voor de Gemengde Vrijmetselarij". Deze laatste is aangesloten bij C.L.I.P.S.A.S. het ‘Centre de Liaison et d'Information des Puissances Maçonniques, Signataires de l'Appèl de Strasbourg’.

Frankrijk

De eerste Loge die we in Frankrijk kennen dateert van 1688. Het was een Loge van militairen gekoppeld aan een regiment van het Ierse leger. In 1752 werd ze toegankelijk voor niet-militairen en kreeg ze een nieuwe naam "Parfaite Egalité".

De eerste officiële geregistreerde Loge dateert van 13/10/1721 te Duinkerke met de naam "L’Amitié et Fraternité".

In 1726 ontstaat de eerste Loge te Parijs. Lord Charles Radclyffe ( later Graaf de Derwentwater ), ridder Maskelyne en d’Heguerty zijn de drie Britten die deze Loge oprichten onder de naam ‘Loge Saint-Thomas’ in de Rue des Boucheries. Charles Radclyffe was eigenlijk de grote promotor van de Vrijmetselarij in Frankrijk.

In 1735 volgde de eerste vertaling van de Constitutie van Andersen door Abbé Moore, een Ier, onder de titel ‘Devoirs enjoints aux maçons libres’.

Op 28/12/1736 werd door bemiddeling van André-Michel de Ramsay ( 9/6/1686 - 1743 ) een officieel charter bezorgd samen met de te gebruiken rituelen. Charles Radclyffe werd de eerste Grootmeester en werd in deze graad verheven op 27/12/1736 te Parijs.

In het jaar 1737 geeft André-Michel de Ramsay een opvallende toespraak in de Loge ‘Louis d’Argent’ te Parijs.

De toespraak werd op 20 maart 1737 aan kardinaal de Fleury overhandigt als tegenzet op het door hem uitgevaardigde verbod op de Vrijmetselarij van 17 maart 1737.

Michel de Ramsay was afkomstig van Ayr ( Schotland ). Hij studeerde aan de universiteit van Edinburgh. Hij bezocht Nederland en Frankrijk. In Frankrijk leerde hij de filosoof en priester Fénelon kennen die er in sloeg om Michel de Ramsay te overtuigen van de katholieke geloofsleer. In 1730 behaalde hij een doctoraatstitel aan de universiteit van Oxford. In datzelfde jaar liet hij zich inwijden in de Vrijmetselarij.

Het ‘discours Michel de Ramsay’ is wereldberoemd geworden en verdient dan ook in deze studie de nodige aandacht niet alleen om zijn specifieke inhoud maar vooral omtrent zijn historische ‘mythe’ tot de oorsprong van de Vrijmetselarij.

In zijn betoog zegt Michel de Ramsay dat de Vrijmetselarij eigenlijk is ontstaan in 1286 te Kilwinning in Schotland. Lord James Stewart zou de eerste Grootmeester zijn geweest van deze Orde. Na de dood van Alexander III, Koning van Schotland, zou een loge hebben bestaan in Ulster. In zijn toespraak verklaart Michel de Ramsay dat de Orde een gevolg was van de Tempeliersorde. Het is deze toespraak dat later voor de ‘historische mythe’ zou zorgen om de Vrijmetselarij te beschouwen als de opvolgers van de Orde van de Tempel. Ondanks dat deze bewering niet kan worden gestaafd kan ze evenmin worden weerlegt. Aangezien de Orde van de Tempel werd opgeheven in 1314 en Michel de Ramsay spreekt van het bestaan van een Loge in het jaar 1286 moeten we, vertrekkende vanuit zijn standpunt, het niet als onmogelijk beschouwen dat een aantal Tempeliers, tengevolge van de vervolgingen in Frankrijk, voet aan wal hadden gezet in Engeland of Schotland. In het hoofdstuk ‘Broederschappen in de Middeleeuwen’ toonden wij reeds een mogelijk verband aan met Vlaanderen en Schotland ten tijde van de vervolging van de Orde van de Tempel. Uiteraard staat of valt de hele hypothese met het jaar dat Michel de Ramsay aangeeft in zijn uiteenzetting.(2) Deze Tempeliers zouden hun diensten hebben aangeboden aan de toenmalige koning van Schotland, Robert Bruce. Volgens Piet van Brabant zou Robert Bruce afkomstig zijn van Vlaanderen (3).

Andere bronnen (4) geven ons te kennen dat de Ramsey lid was van de ‘Philadelphia Society’ een paramaçonnieke-Rozekruisers vereniging. Michel de Ramsay kende Jean Desagulier. Desagulier was een van Newton’s beste vrienden. Het is van Michel de Ramsay geweten dat hij sympathie koesterde voor de Katharen. Michel de Ramsay had eveneens contacten met de ‘jacobietenloges’ en was tevens lid van de ‘Royal Society’ toen Isaac Newton er van 1703 tot 1727 voorzitter was (5). Michel de Ramsay had tevens heel veel invloedrijke vrienden zoals de familie Tour d’Auvergne, de burggraven van Turenne en de hertogen van Bouillon. De hertog van Bouillon was de neef van prins Karel Edward. Deze laatste behoorde tot een van de meest invloedrijke figuren in de Vrijmetselarij.

Radclyffe en Michel de Ramsay kenden Karl Gotthelf von Hund, wat een link oplevert met de ‘Strikte Observance’ van deze laatste, die eveneens beweerde de opvolger te zijn van de Orde van de Tempel.

Op 17/3/1737 werd door kardinaal 'de Fleury' een verbod opgelegd op samenkomsten van de Vrijmetselarij. De Orde werd door de politie opgevorderd.

Op 25/11/1737 geeft de Grootmeester van Frankrijk de nodige charters aan baron de Scheffer om Loges op te richtten in Zweden.

De eerste Franse Grootloge werd opgericht op 24/06/1738 en was eigenlijk opgericht onder charter van Groot-Brittannië.

In de periode 1740-1770 ontstaan vooral in Frankrijk talrijke Loges met ‘Hogere Graden’ en talrijke ‘Riten’(6).

Door de vervolging van de Kerk gaat de Vrijmetselarij in de jaren 1737-1744 een moeilijke periode tegemoet.

In 1742 wordt een boek gepubliceerd met de tittel ‘Histoire, Obligations et Statuts de la Très Vénérable Confraternité des Francs-Maçons tirés de leurs archives et conformes aux traditions les plus anciennes ; approuvés de toutes les Grandes Loges et mis au jour pour l’usage communs des Loges répandues sur la surface de la terre’ - uitgegeven door François Varrentrapp. Dit was meteen de eerste druk van de Constitutie van Anderson uit 1723 met commentaren van André-Michel de Ramsay. Het boek kende verschillende herdrukken.

In 1743 was er bezoek te Parijs van Karl Gotthelf baron von Hund ( Carolus Eques ab Ense )( 6/11/1722 - 6/11/1766 ) oprichter van ‘La Stricte Observance Templière’ in Duitsland.

Na het verschijnen in 1744 van het boek ‘Le Secret des Francs-Maçons’ te Parijs door Abbé Gabriel-Louis Calabre Pérau werd de Vrijmetselarij opnieuw vervolgd.

In 1745 werd de eerste Loge opgericht door Jean de Barnewall een uitgeweken Ier die vervolgd werd voor zijn katholiek geloof.

In 1747 komt de eerste permanente Loge van de Schotse Ritus te Parijs opgericht door Antoine Malelère de Ferillard. Deze Loge werd de moederloge van de Suprême Conseil in 1752.

In 1751 stichtte George Duvalnons een Loge ‘Saint-Jean d’Ecosse’ te Marseille.

In 1763 volgt een hereniging van alle Loges onder het gezag van ‘La Grande Loge de France’. Er komen op 24/4/1763 nieuwe statuten. Er werd een Raad opgericht onder de naam ‘Souverain Conseil des Chevaliers d’Oriënt de Paris’ voorgezeten door Jean-Pierre Moët.

In 1765 werden er te Metz en Parijs twee colleges opgericht ‘du grade d’Ecossais de Saint-André’ en ‘du grade d’Ecossais’.

In 1767 verschijnen de statuten van de ‘Chevaliers Maçons Elus-Cohens de l’Univers’ opgericht door Martinez de Pasqually. (7). In datzelfde jaar wordt de eerste Amerikaanse Loge opgericht te New-York.

In 1771 werd de hertog van Chartres, Louis-Philippe-Joseph d’Orléans, Souverein Groot Inspecteur Generaal van de Orde samen met de hertog de Montmorency-Luxembourg.

In 1772 werd de Ritus ‘La Stricte Observance Templière’ ( zie verder ) van naam verandert in ‘Rite ( of Régime ) Ecossais Rectifié’ op de conventie van Kohlo die plaats had van 4 tot 24 juni 1772. De eerste Loge installeerde zich te Strasbourg.

Na een opeenvolging van allerlei moeilijkheden groeperen in 1773 de meeste Franse Loges zich in de ‘Grand Oriënt de France’. Enkele jaren later in 1789 ( het jaar van de Franse Revolutie ) zijn er een duizendtal Loges.

Afwijken van het Pad ?

In de periode 1774 - 1784 ontstaan er allerlei aftakkingen in de Vrijmetselarij onder invloed van mysticisme en occultisme.

In deze periode vinden we drie figuren die hun invloed laten gelden : Martinez de Pasqually, Louis-Claude de Saint-Martin en Jean-Baptiste Willermoz. De drie figuren worden in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

De oudste Ritus die we kennen is de ‘Stricte Observance Templière’. Deze Ritus werd opgericht door Karl von Hund. Dat deze Ritus zou hebben bestaan voor 1750 is hypotetisch en niet bewijsbaar. De eerste documenten dateren van 1755. We mogen veronderstellen dat de beginselen van deze Ritus zijn ontstaan in 1753.

De Ritus was tevens bekend in 1765 te Bazel. In een Loge te Hamburg, die reeds bestond in 1737, kende de eerste sporen van deze Ritus in 1767. Deze Loge was de eerste Loge in Duitsland. De eerste Loge in Oostenrijk ontstond in 1726 te Wenen.

De Ritus verspreidde zich snel naar Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Rusland en Zweden. In 1770 kende deze Ritus zeven inwijdingsgraden.

In 1774 vinden we deze Ritus te Lyon. De Ritus ‘Stricte Observance Templière’ of ‘Rite Ecossais Rectifié’ ontstaat onder impuls van Jean-Baptiste Willermoz. (8).

In Frankrijk ontstonden de eerste Loges te Bordeaux en te Montpellier.

De ‘Rite Ecossais Rectifié’ gaf zich uit voor de oudste maçonnieke Ritus. Deze Ritus was de erfgenaam van de hervorming van de ‘Rite Ecossais de la Stricte Observance Templière’ die op haar beurt haar inspiratie had gezocht in de Ritus van Karl von Hund. Deze Ritus werd hervormd door de Martinist uit Lyon Jean-Baptiste Willermoz naar aanleiding van verschillende conventies. De historische beginselen van deze Ritus zijn terug te voeren tot de Ridderordes en de Hospitaalridders die ontstonden ten tijde van de Kruisvaarders.

De Ritus bestaat onafhankelijk van de andere Riten die we kennen in de Vrijmetselarij.

De ‘Rite Ecossais Rectifié’ staat voor twee doelstellingen : de zoektocht naar de waarheid en de broederlijkheid onder de mensen gebaseerd op een traditionele Christelijke ethiek.

Deze Ritus bestaat uit twee niveaus : de blauwe Vrijmetselarij ( Leerling, Gezel en Meester ) en het tweede niveau ( L’Ordre Intérieure ) - Ecuyer et Chevaliers Bienfaissants de la Cité Sainte.

Er bestaat een verbindingsgraad ‘Maître Ecossais de Saint-André’ die gegeven wordt in twee opeenvolgende inwijdingsgraden ‘la maîtrise ecossaise’ en ‘le chevalier de Saint-André’.

In 1782 werd op het convent van Wilhelmsbad deze Ritus als een universele Ritus beschouwd. De historische band met de kruisvaarders en Tempeliers werd echter als ‘onbewezen’ beschouwd.

In deze periode ontstaat in 1775 de ‘Rite des Philalèthes’. De reeds vermelde Ordes of beter gezegd Riten werden o.a. in Zwitserland geïntroduceerd in 1765 en gaven onrechtstreeks de aanleiding tot de oprichting van de Grand Prieuré Indépandant d’Helvetia in 1779.

De Ritus van de ‘Philalèthes’ kreeg zijn definitieve vorm in 1780. In hetzelfde jaar ontstond te Narbonne ‘Les Philadelphes de Narbonne’.

Tevens ontstaat in deze periode de ‘Société de l’Harmonie’ opgericht door Anton Mesmer en Nicolas Bergasse.

Tot slot kennen we in deze periode de invloed van Giuseppe Balsamo ( Cagliostro ) die met zijn Egyptische Ritus haast gans Europa had veroverd. We kennen Loges in Brussel, Nederland, Polen, Frankrijk, Groot-Brittannië en Zwitserland.

Samengevat kunnen we zeggen dat de belangrijkste Riten terug te vinden zijn in de volgende Riten :

1614 : Rite des Philadelphes

1717 : De klassieke drie graden : Leerling, Gezel en Meester

1744 : Royal Arch

1756 : Stricte Observance Templière

1770 : Régime Ecossais Rectifié

1775 : Rite des Philalèthes

1786 : Schots Ritus : Rite Ecossais Ancien Accepté ( 33 graden )

1788 : Rite de Memphis

1815 : Rite de Misraïm

1870 : Rite de Memphis-Misraïm

Het zou te ver voeren om al deze Riten in detail te bespreken. Graag verwijzen we de lezer naar de gespecialiseerde literatuur.

1789 De Franse Revolutie

Tijdens de periode van de Franse Revolutie kende de Vrijmetselarij grote moeilijkheden. Verscheurd door politieke ideeën kon niet vermeden worden dat ook in de Loges bepaalde ideeën tot ontwikkeling kwamen (9).

Tijdens deze periode die duurde tot 27 juli 1794, met de val van Robespierre (10), kende de Vrijmetselarij een aantal splitsingen. Tevens werd de Orde verdacht van anticipatie aan de Revolutie. Le Grand Oriënt werd zelfs tijdelijk opgeschort in 1793. ‘La Grande Loge de Clermont’ werd opgeschort in 1791 nadat ze zich in 1789 had afgescheurd.

Na de Franse Revolutie, waarbij talrijke Vrijmetselaren werden verbannen en talrijke Loges gesloten, komt er nieuw leven in de Vrijmetselarij.

Op 22/06/1799 groepeert de ‘Grand Oriënt de France’ haast alle Loges. Slechts enkele Schotse Loges distantiëren zich.

In de jaren 1800-1804 ontstonden er met de regelmaat van een klok conflicten tussen ‘Le Grand Oriënt de France’ en de Loges die trouw bleven aan de Britse Grootloge zeg maar aan de Schotse Ritus met zijn specifieke 'Landmarks' vastgelegd in de Constitutie van Anderson. Hiermee ontstond de ‘Suprême Conseil de France du Rite Ecossais Ancien et Acepté’ ook bekend onder ‘Rite Ecossais d’Heredom’.

Er werden talrijke pogingen gedaan om alle Loges in één Grootloge te verzamelen. Tevergeefs ! Er werden in 1805 en 1862 nogmaals pogingen ondernomen zonder positief resultaat.

In 1805 werd te Besançon de Ritus ‘Rite Ecossais Rectifié’ terug leven ingeblazen. In 1828 blijkt deze Ritus weer te verdwijnen. De archieven van deze Ritus belandde uiteindelijk in de Loge ‘Modestia cum libertate’ te Zürich.

In 1814 beslistte ‘Le Grand Oriënt’ om alle administratieve aangelegenheden te centraliseren.

In de volgende jaren werd met regelmaat de Constitutie van de ‘Grand Oriënt de France’ bijgewerkt, verwerkt of herschreven. Dit gebeurde in 1849, 1854, 1855 ( naar aanleiding van een Internationaal Congres te Parijs ), 1862 en 1877.

In 1877 schrapte de ‘Grand Oriënt de France’ aan al haar Loges de verplichting te werken onder de "A:.L:.G:.D:.G:.A:.D:.L:.U:.", wat zoveel betekent als de afkorting van "A la Gloire du Grand Architect de L’Univers".

Dit had tot gevolg dat in 1878 de Britse Grootloge zich definitief afscheurde van de Franse Grand Oriënt. In 1880 werd hierdoor een ‘Grand Loge Symbolique Ecossaise’ opgericht.

In 1894 verklaarde de ‘Suprême Conseil de France’ zich onafhankelijk van de ‘Grand Oriënt de France’. Zij gingen verder met de eerste drie graden ( de blauwe Vrijmetselarij ) gevolgd door de hogere graden van 4 tot 33. Zo ontstond ‘La Grande Loge de France’.

In 1893 ontstaat de ‘Ordre Mixte International du Droit Humain’ onder impuls van Maria Deraisme en George Martin. Deze Loges werden de eerste Loges toegankelijk voor mannen en vrouwen.

In 1912 ontstond te Parijs het tijdschrift ‘Le Symbolisme’ dat achtereenvolgens onder de directie stond van Oswald Wirth, Johannis Corneloup, Marius Lepage, Pierre Morlière. De publikatie werd stop gezet in 1972.

In 1913 scheuren twee Loges, ‘Le Centre des Amis’ en ‘Loge Anglaise 204’, zich af van de ‘Grand Oriënt de France’ en stichtten de ‘Grand Loge Nationale ( Indépendante et Régulière ) Française’ die onmiddellijk werd erkend door de Engelse Grootloge.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zien we, zoals elders in Europa, grote moeilijkheden. De nazi’s lieten geen moeite om de Vrijmetselarij te verbieden. Ook in Frankrijk werden talrijke broeders door het Vichy regime opgesloten in concentratiekampen.

In 1952 stichtten talrijke vrouwelijke broeders la ‘Grande Loge Féminine de France’.

In 1958 scheuren op hun beurt leden van de ‘Grand Loge National Française’ zich af en stichtten de ‘Grand Loge Traditionnelle et Symbolique’.

In 1964 scheuren dan weer op hun beurt leden af van de ‘Grand Loge de France’ omwille van een akkoord met de ‘Grand Oriënt de France’. Vele leden gingen dan weer over van de ‘Grand Loge de France’ naar de ‘Grand Loge National Française’.

Hiermee is de Franse carrousel niet afgelopen. Er bestaan nog talrijke kleine groeperingen misschien wel niet belangrijk genoeg om hier te worden vermeld.

Vermeldenswaardig is wat meestal de ‘Egyptische Vrijmetselarij’ wordt genoemd. Hier werd een apart hoofdstuk aan gewijd. (11)

Situatie vandaag :

1773 Grand Oriënt de France (G.O.D.F.)

In 1994 waren er ongeveer 40.000 leden verdeeld over 800 Loges. Het is de grootste obediëntie in Frankrijk. Sinds kort laten ze ook vrouwen toe als bezoekers.

Deze Grootloge definieert zichzelf als een vereniging op filosofische basis die progressief en filantropisch is.

De meeste Loges aanvaarden het principe van A:.L:.G:.D:.G:.A:.D:.L:.U:. en het lijkt dat het aantal toeneemt.

De meeste Loges passen de ‘Franse Ritus’ toe uit 1783. Een aantal werken met ‘De Oude en Aanvaarde Schotse Ritus’.

1894 Grande Loge de France (G.L.D.F)

La Grande Loge de France werd in 1905 onafhankelijk. In 1994 waren er ongeveer 23.000 broeders verdeeld over 586 Loges.

Deze obediëntie werkt onafhankelijk van de ‘Suprême Conseil’ van 1804. Deze Grootloge is de oudste en belangrijkste obediëntie van de Schotse Ritus in Europa.

Zij definiëren zichzelf als een initiatieorde gebaseerd op traditionele, universele en broederlijke principes.

De ganse obediëntie werkt onder ‘De Oude en Aanvaarde Schotse Ritus’. Zij aanvaarden de constitutie van Anderson uit 1723. Zij werken eveneens onder het principe van ‘ALGDGADLU’ zonder dit begrip echter te definiëren.

1893 Fédération Française de l'Ordre Mixte International du Droit Humain (D.H.)

In 1994 waren er 11.000 broeders en zusters verdeeld over 400 Loges. Het is de eerste gemengde Loge in de wereld. Veel is te danken aan Maria Deraismes die de grote promotor was en met haar Loge ‘Les libres penseurs’ zich afscheurde in 1880 van de ‘Suprême Conseil de France’. Ze werken onder ‘De Oude en Aanvaarde Schotse Ritus’. Zij ontvangen bezoekers van alle andere obediënties.

Maria Deraismes was zeer nauw verweven met de Socialistische Partij in Frankrijk. Zij was aktief in de samenstelling van het Charter ‘Ligue des Droits de l’Homme’. Zij gaf veel voordrachten tijdens de jaren 1898 en 1907. Een van haar familieleden Rosalie Louise Napias werd op 17/12/1902 de vrouw van Augustin Chaboseau. Deze laatste heeft een aktieve rol gespeeld in de Martinistenorde en was medeoprichter van ‘L’Ordre Martiniste Tradionnel’  (12). Rosalie Louise Napias behoorde tot de groep feministen tijdens ‘la belle époque’. Chaboseau was zeer aktief in de socialistische politieke wereld waar hij Maria Deraismes kende. Chaboseau was voor zijn tijd een ecologist ‘avant la lettre’ (13).

Eerlijkheidshalve moet toch worden vermeld dat andere obediënties al vrouwen toelieten. Het was geen algemene regel doch de geschiedenis toont heel wat uitzonderingen. In het ‘Maçonniek weekblad’ van 27/10/1890 vond ik volgende tekst :

"De Vrijmetselaren in de Argentijnsche Republiek, houden zich sterk met de vraag bezig of vrouwen in de Orde kunnen worden opgenomen. De Loge Primera Italiana wendde zich onlangs tot het Groot-Oosten, met verzoek haar toe te staan, om Zuster Maria de la Barra, die in het voorjaar te Saragossa in de Vereeniging van vrijdenkers zulk eene schoone voordracht hield, in de Orde op te nemen. In Buenos-Ayres bevinden zich bereids vrouwen in de Orde waaronder Emilia Sancher, tens wiens behoeve het Groot-Oosten de opneming van vrouwen met meerderheid van stemmen toestond."

In hetzelfde tijdschrift vond ik volgende tekst dat ook meer verteld over het opnemen van broeders van andere culturen.

"Voor vier jaar werd in den Amerikaanschen Staat Utah eene Loge voor en door Indianen opgericht. In de statuten was vermeld dat alleen koperkleurige BBr:. Lid der Loge konden zijn, terwijl aan blanken, negers en mongolen het recht van bezoeken werd verleend. In den eersten tijd bloeide de Loge en telde zij spoedig over de 30 leden, maar de geestdrift der Indianen nam spoedig af ; na twee jaar staakte zij den arbeid en onlangs werd besloten de Loge op te heffen."

1913 Grande Loge Nationale Française (G.L.N.F.)

In 1994 waren er 15.000 broeders verdeeld over 400 Loges.

Het is de enige Grootloge die erkent wordt door de Engelse Grootloge op basis van de geldende principes uit 1929. Dit houdt in dat ze een ‘godsgeloof’ aanvaarden.

Zij laten geen bezoekers toe uit andere obediënties.

1952 Grande Loge Féminine de France (G.L.F.F.)

In 1989 waren er 9000 zusters verdeeld over 250 Loges.

Deze Loges werken onder ‘De Oude en Aanvaarde Schotse Ritus’. Soms laten ze mannelijke bezoekers uit andere obediënties toe.

Zij zijn in Frankrijk vrij bekend omwille van hun engagement in plaatselijke stadsbesturen.

1958 Grande Loge Traditionnelle et Symbolique (G.L.T.S.)

In 1994 waren er 1650 broeders verdeeld over 95 Loges.

De meeste van deze Loges werken onder de ‘Rite Ecossais Rectifié’.

Zwitserland

De eerste Loge in Zwitserland werd in samenwerking met enkele Britse Vrijmetselaren gesticht te Genève in 1736. De eerste Loge heette ‘Société des Maçons Libres ou Franc-Maçons du Parfait Contentement’.

De volgende Loge kwam in Lausanne onder de naam ‘La Parfaite Union des Etrangers’. Nog andere Loges ontstonden en groepeerden zich in een ‘Directoire Helvétique Romand’.

In 1740 ontstaat de Loge ‘La Concorde’ in Zürich. In 1743 ‘Les Trois Etoiles Flambayantes’ te Neufchâtel en in 1744 de eerste Loge in Bazel.

In 1745 werden de Zwitserse Loges veroordeelt. Iedereen die er lid van was riskeerde een geldboete en gevangenisstraf.

In 1769 werd de eerste Grootloge opgericht. Een tiental Loges groepeerden zich onder de ‘Grande Loge de Genève’.

In 1779 ontstond de ‘Grand Prieuré d’Helvetia’ en werd meteen onafhankelijk van de Britse voogdij.

Tijdens de jaren 1782 en 1786 werd deze Grootloge tijdelijk gesloten om militaire redenen. In 1786 ontstond dan ‘Le Grand Oriënt de Genève’. Tijdens en onmiddellijk na de Franse Revolutie kwam er nogmaals een tijdelijke sluiting van alle Loges. Dit was vooral tijdens de jaren 1792 tot 1802 en tijdens de jaren 1813 en 1815.

In 1822 bestaan er nog twee obediënties : ‘La Grande Loge Nationale’ en ‘Le Grand Prieuré d’Helvetia’. In 1842 vormen ze samen de ‘Grande Loge Suisse Alpina’. De hogere graden die reeds van bij het begin bestonden bleven onder de ‘Grand Prieuré d’Helvetia’.

In 1873 werd door de hogere graden de ‘Suprême Conseil pour la Suisse’ opgericht.

In 1876 bestonden er drie Grootloges in Zwitserland die tot op de dag van vandaag nog steeds de structuur uitmaken. De ‘Grande Loge Suisse Alpina’ voor de symbolische graden, de ‘Grand Prieuré Indépandant d’Helvetia’ voor de hogere graden van de ‘Hauts Grades Rectifiés’ en de ‘Suprême Conseil de Suisse’ voor de hogere graden van de R.E.A.A. (14)

In 1895 werd de eerste Loge onder de groep van Le Droit Humain geopend te Zürich.

In 1975 werd in Zwitserland een Internationaal Congres gehouden te Lausanne. Elf Grootloges bevestigden de aanroeping van ALGDGADLU wat meteen betekent dat een ‘scheppingsprincipe’ werd aanvaard door alle deelgenoten van de Conventie.

In 1976 werd de eerste Vrouwenloge geopend onder de auspiciën van de Franse Vrouwenloges. In 1987 waren er al 11 Loges met 300 zusters.

In 1987 kent de Grootloge ‘Alpina’ ongeveer 60 Loges met 3700 leden. De ‘Grand Loge de Suisse’ dat van naam veranderde in ‘Grand Oriënt de Suisse’ kent 14 Loges.

Naast deze Loges kent men nog enkele Loges die gebonden zijn aan de ‘Grand Oriënt de France’ en enkele Loges die de ‘Rite van Memphis-Misraïm’ kennen.

De Aloude Aangenomen Schotse Ritus

Eerste klasse : Symbolische graden of de Blauwe Vrijmetselarij

1. Leerling

2. Gezel

3. Meester

Tweede klasse : Kapittel van de graden van de Rode Vrijmetselarij

4. Geheim Meester

5. Volmaakt Meester

6. Geheimschrijver

7. Provoost en rechter

8. Intendant der Gebouwen

9. Uitverkoren Meester der Negen

10. Uitverkoren Meester der Vijftien

11. Opperuitverkoren Meester

12. Grootmeester-Architekt

13. Ridder van het Heilig Koninklijk Gewelf

14. Groot Schot van het Heilig Gewelf

15. Ridder van het Oosten of van de Degen

16. Prins van Jeruzalem

17. Ridder van het Oosten en het Westen

18. Soeverein Prins van het Rozekruis

Derde Klasse : de Wijsgerige graden of Zwarte Vrijmetselarij

19. Groot Opperpriester van het Hemelse Jeruzalem

20. Groot-Patriarch, Achtbare Meester ad vitam

21. Noachiet of Pruisisch Ridder

22. Ridder van de Koninklijke Bijl, of Prins van de Libanon

23. Hoofd van de Tabernakel

24. Prins van de Tabernakel

25. Ridder van de Koperen Slang

26. Heer van Mededogen

27. Soeverein Commandeur van de Tempel

28. Ridder van de Zon, Prins Adept

29. Ridder van Sint Andries, Groot-Schot van Sint Andries

30. Ridder Kadosh, Volmaakt Aangenomene

Vierde Klasse : Administratieve graden of Witte Vrijmetselarij

31. Groot Inspecteur Commandeur Inquisiteur

32. Soeverein Prins van het Koninklijk Geheim

33. Soeverein Groot Inspecteur Generaal.

 

De relatie Vrijmetselarij en de Rooms-katholieke Kerk

De relatie tussen Kerk en Vrijmetselarij heeft reeds veel inkt doen vloeien. De hele geschiedenis hiervan beschrijven zou op zichzelf al een boekdeel vormen. Onderstaande brief afkomstig van Kardinaal Joseph Ratzinger van 26/11/1983 bevestigd nog steeds het standpunt dat het Vaticaan innam op 17/2/1981.

 

"DECLARATION ON MASONIC ASSOCIATIONS

Issued by the Sacred Congregation for the Doctrine of the Faith on November 26, 1983.

It has been asked whether there has been any change in the Church's decision in regard to Masonic associations since the new Code of Canon Law does not mention them expressly, unlike the previous Code.

This Sacred Congregation is in a position to reply that this circumstance is due to an editorial criterion which was followed also in the case of other associations likewise unmentioned inasmuch as they are contained in wider categories.

Therefore the Church's negative judgment in regard to Masonic associations remains unchanged since their principles have always been considered irreconcilable with the doctrine of the Church and therefore membership in them remains forbidden. The faithful who enroll in Masonic associations are in a state of grave sin and may not receive Holy Communion.

It is not within the competence of local ecclesiastical authorities to give a judgment on the nature of Masonic associations which would imply a derogation from what has been decided above, and this in line with the Declaration of this Sacred Congregation issued on 17 February 1981 (cf. AAS 73 [1981] pp. 240-241).

In an audience granted to the undersigned Cardinal Prefect, the Supreme Pontiff John Paul II approved and ordered the publication of this Declaration which had been decided in an ordinary meeting of this Sacred Congregation.

Rome, from the Office of the Sacred Congregation for the Doctrine of the Faith, 26 November 1983.

JOSEPH Card. RATZINGER

Prefect

+ Fr. JEROME HAMER, O.P.

Titular Archbishop of Lorium

Secretary"

 

Slotbeschouwingen

Dat de Orde der Vrijmetselaren model heeft gestaan voor talrijke andere filantropische Ordes of verenigingen staat buiten alle twijfel.

Tevens hebben andere Ordes dezelfde wortels als de Vrijmetselarij maar hebben zich in de geschiedenis anders ontwikkelt. Een voorbeeld is de Orde van de Odd Fellows (15).

Talrijke andere Ordes beschouwen zich dan als verlengstukken van deze Orde of tellen alleen Vrijmetselaren onder hun leden. De Amerikaanse Orde ‘The Ancient Arabic Order of Nobles of the Mystic Shrine’ mag hier een voorbeeld van zijn. Opgericht in 1870 werd deze Orde enkel toegankelijk voor Vrijmetselaren die de 32° graad hadden ondergaan. Zij onderscheiden zich door ‘humanitair’ werk. In 1920 bouwden zij een hospitaal voor verlamde kinderen.

De Lions-club en de Rotary-club zijn eveneens voorbeelden van deze ‘humanitaire’ verenigingen die tot deze groep behoren. Hoewel ze niet tot deze studie behoren dienen ze toch vermeld. Ze beschouwen zichzelf niet als een Orde. Deze groep verenigingen kenden we eveneens in de Middeleeuwen. Velen van deze verenigingen beroepen zich op de Ridderidealen uit de late Middeleeuwen. Dikwijls zijn het parallelle groeperingen die de vergelijking kunnen doorstaan met kerkelijke organisaties.

De Lions-club werd opgericht in 1917 te Chicago. Ze zijn internationaal verbonden in de ‘International Association of Lionsclubs’.

De Rotary-beweging opgericht in 1905 eveneens te Chicago door Paul Harris ( 1868 - 1947 ) is een weerspiegeling in broederlijk verband van het beroepsleven. Hun doel was de beroepsmoraal te verbeteren. Vanaf 1912 werd deze vereniging eveneens internationaal met de naam ‘Rotary International’.

Ook de ‘Ridders van de Ronde Tafel’ is hier een voorbeeld van.

Een andere Orde die werd ontdekt in deze studie is de ‘United Order of the Golden Cross’ opgericht door Dr. J.H.Morgan in New England in 1876. Deze Orde is toegankelijk voor mannen en vrouwen met als doel zich te onthouden van alcohol. Deze organisatie werd opgericht door Vrijmetselaren. Het zou me niet verwonderen dat zelfs hier de wortels moeten worden gezocht van de later opgerichte Anonieme Alcoholisten door Dr. Pol.

De ‘Knights of Pythias’ opgericht in 1864, met als hoofddoel de vriendschap onder de mensen te bevorderen, behoort eveneens tot deze bewegingen. De Orde zoekt zijn filosofie in de legende van Damon en Pythias. Ook deze Orde baseert zich op de principes van de Vrijmetselarij. Vandaag telt ze ongeveer 2000 loges in de Verenigde Staten en Canada. President Franklin D. Roosevelt werd in deze Orde ingewijd in 1936 in de vertrekken van het Witte Huis.

De Verenigde Staten heeft een rijke traditie met broederschappen en Ordes van het filantropische type. Vele presidenten waren meestal lid van een van deze Ordes.

Ook de Katholieke gemeenschap in de Verenigde Staten lieten hun kans niet voorbij gaan en stichtte in 1882 de ‘Knights of Columbus’. De Orde zocht haar inspiratie in het leven van de jong overleden priester Michael J. McGivney ( 1852 - 14/8/1890 ), overleden aan longontsteking. Het is een van de grootste paramaçonnieke Ordes ter wereld. Ze is internationaal en telt 11.000 loges en 1,6 miljoen leden. Deze Orde gebruikt het Loge-model van de Vrijmetselarij.

De ‘Mystic Order of Veiled Prophets of the Enchanted Realm’ is een organisatie enkel voor Meester Vrijmetselaren. Hun inwijdingsritueel zou zijn gevonden als een oud Perzisch manuscript in een tempel te Teheran.

Andere paramaçonnieke bewegingen worden in deze studie later nog verder besproken.


(1) Het Maçonniek Weekblad van 10 maart 1890 ( blz.151 ) vertelt dat de eerste Vrijmetselaars in 1731 werden ingewijd.

(2) Zie hoofdstuk ‘1942 Rose-Croix d’Oriënt’ die opent met een tekst van Jacques-Etienne Marconis uit 1849 die opmerkelijk veel gelijkenissen vertoont met de tekst van Michel de Ramsat.

(3) Piet van Brabant ‘In het hart van de Loge’ blz. 127

(4) BAIGENT, Michael - LEIGH, Richard - LINCOLN Henry ‘Het Heilige Bloed en de Heilige Graal’ 1982 Elsevier

(5) Voor de volledige lijst van de Voorzitters van de Royal Society vanaf 1660 tot vandaag zie Inhoud.

(6)"A la rencontre des prémiers Francs-maçons Ecossais", Claude Guérillot, Guy Trédaniel Editeur - 1996.

(7) Zie geschiedenis ‘1758 Elus-Cohens’

(8) Zie hoofdstuk ‘1778 Chevaliers Bienfaisants de la Cité Sainte’

(9) Zie hoofdstuk ‘1776 - Ordo Illuminati’

(10) Maximilien François Marie Isidore, Robespierre ( 6/5/1758 - 28/7/1794 )

(11) Zie hoofdstuk ‘1788 Rite de Misraïm - 1915 Rite de Memphis 1870 Rite Ancien et primitif de Memphis-Misraïm’

(12) Zie hoofdstuk ‘1891 Suprême Conseil de L’Ordre Martiniste’.

(13)  'Rose+Croix’ herfst 1992 nr.163 ( tijdschrift van het OMT )

(14) Rite Ecossais Ancien et Accepté - Aloude Aangenomen Schotse Ritus, verdeeld in 33 graden.

(15) Zie hoofdstuk ‘Order of Odd-Fellows’

1