1942 ROSE-CROIX D’ORIENT


"Tracht niet God te kennen, hij is onbekend en gij zult hem niet vinden."
( Valentinus )

 

In het hoofdstuk ‘L’Ordre du Lys et du L’Aigle’ maakten we reeds een duiding over de ‘Rose-Croix d’Oriënt’. Een andere historische bron afkomstig van Jacques-Etienne Marconis de Nègre vertelt ons in zijn boek ‘Le Sanctuaire de Memphis’ uit 1849 :

"Ces derniers la détenaient ‘des Frères d’Oriënt, dont le fondateur était un sage d’Egypte du nom d’Ormus, converti au Christianisme par saint Marc. Ormus purifia la doctrine des Egyptiens, selon les préceptes du Christianisme. Vers le même temps, les Esséniens et autres Juifs fondèrent une école de science Salomonique, qui se réunit à Ormus. Les disciples d’Ormus, jusqu’en 1118, restèrent seuls dépositaires de l’ancienne sagesse égyptienne, purifiée par le Christianisme et la science Templiers : ils étaient alors connu sous le nom de Chevaliers de la Palestine ou FF:. Rose-Croix d’Orient; c’est eux que le Rite de Memphis reconnaît pour fondateurs immédiats.

En 1150, quatre-vingt-un d’entre eux arrivèrent en Suède, sous la conduite de Garimont, et se présentèrent à l’archevêque d’Upsal ( Upsala ), qui reçut d’eux le dépôt des connaissances maçonniques. Ce furent ces quatre-vingt-un Maçons qui établirent la Maçonnerie en Europe.

Après la mort de Jacques Molay, des Templiers écossais, devenus apostats à l’instigation du roi Robert Bruce, se rangèrent sous les bannières d’un nouvel Ordre institué par ce prince, et dans lequel les réceptions furent basées sur celles de l’Ordre du Temple. C’est là qu’il faut chercher l’origine de la Maçonnerie Ecossaise, et même celle des autres Rites maçonniques. Les Templiers écossais furent excommuniés, en 1324, par Larmenius.

Cette date concorde avec celle qui est donnée par le F:. Chereau, de la séparation des Maçons d’Edimbourg d’avec ceux de Memphis opérée en 1322, c’est-à-dire deux ans auparavant.

Les derniers restèrent fidèles, aux antiques traditions ; les autres fondèrent un nouveau Rite, sous le nom D’Hérédon de Kilwinning ou d’Ecosse.

Voilà donc, dès la fin du 14°siècle, deux Rites existants : le Rite de memphis ou d’Orient, et le Rite Ecossais. L’un en l’autre continuèrent à se faire des partisans dans toutes les parties de l’Europe."

Opmerkelijk in deze tekst is de historische gelijkenis met het ‘discours de Michel de Ramsay dat we reeds hadden besproken in het hoofdstuk van de Vrijmetselarij.

Op basis van de tekst van Marconis zouden de Schotse Tempeliers hun eigen Orde hebben gesticht waardoor ze door Larmenius, de vermeende opvolger van Jacques de Molay, niet meer als Tempeliers werden beschouwd. De tekst zegt dat zij zelfs ‘geëxcommuniceerd’ werden door Larmenius in 1324. Eigenaardig genoeg past dit in de tekst van de Ramsay welke zegt dat er in Kilwinning ( West-Schotland ) een Loge bestond die gesticht werd in 1286 waarvan James Stuart Grootmeester was. Marconis voegt er aan toe dat hier de oorsprong dient gezocht te worden van de Schotse Vrijmetselarij. Deze Loge te Kilwinning stond onder de bescherming van koning Robert Bruce. De Tempeliers zouden bij middel van hand en spandiensten hebben geholpen in zijn strijd om Bannockburn. Als tegenprestatie verenigt Robert Bruce de Tempeliers met de Orde van de Distel van Sint-Andreas van Schotland.

In 1942 lijkt deze Orde weer opgang te maken. We kennen haar binding met ‘L’Ordre du Lys et du ‘Aigle’ en in 1942 komt de Orde onder de verantwoordelijkheid van Dr. Edouard Bertholet ( Sar Alkmaion - Heb Alghim Si ) die eveneens het hoofd was van ‘L’Ordre Martiniste & Synarchique’.

Na de dood van Bertholet lijkt de Orde uit te sterven. Pierre Gerillard, die de opvolger en neef van E. Bertholet was, wou de Orde niet verder zetten. Pierre Gerillard bleef wel aktief in de ‘Rose-Croix d’Oriënt’. Terzelfdertijd was hij Grootraadslid in de Zwitserse Grootloge - AMORC. Emile Dantinne had contacten met Edouard Bertholet.

De Orde werd echter niet opgenomen in de FUDOSI niettegenstaande er in de FUDOSI lid waren van deze Orde. Victor Blanchard ( 1878 - 14/03/1953 ) was Imperator van deze Orde.  De Orde staat vermeld in de geschriften van Robert Ambelain ( Aurifer ).

De Orde heeft een afdeling in Colorado ( USA ) en Ronald Cappello is hier Grootmeester van. Deze Ronald Cappello leidt tevens andere Orden zoals : ‘De Ritus van Memphis-Misraïm’, ‘L’Ordre Kabbalistique de la Rose-Croix’,’Ordo Aurea & Rosae Crucis’,enz.

De Orde maakt zich naar buiten bekent onder de naam ‘Order of the Lily and the Eagle’. Een tijd geleden hebben zij zelf een boek gepubliceerd over hun historisch verleden. De Orde werd in 1939 opgenomen in de FUDOSI.

Le Rose-Croix d’Oriënt kent sinds 1996 een heropleving.

Frater Iacobus ( Mgr. Duez Joël ) is er de leider van. Hij schreef twee boeken met de titel ‘Secrets magiques des Kabbalistes et Templiers’ en ‘Haute magie opérative et initiatique’.

André Mauer (1) heeft Joël Duez ingewijd op 27/3/1996. Hij draagt de charters voor bisschop van de ‘Gnostique Apostolique et Universelle’, Superieur Inconnu Initiateur S.I.I., Chevaliers de la Cité Sainte, Grand-Prefès, Grand Reau Croix +, Rose-Croix d’Oriënt en het EASIE-EASIA dat staat voor ‘Eques A Santi Ioannes Evangelistae - Santi Ioannes Apostolica’ en Commandeur de ‘l’Ordre du Chardon Ordre de Saint-André’.

Zij zien het ontstaan van hun orde in 1782 met Karl von Hessen-Kassel. Leden van de Orde waren Ephraïm Joseph Hirschfeld ( 1755 - 1820 ) en Hans-Heinrich von Ecker und Eckhoffen ( 1750 - 1790 ). (2)

Op 16/3/1999 bereikte me het bericht van de Orde dat Mgr. Tau Mauer nog steeds in leven is. Hij is nu 93 jaar. André Mauer werd ingewijd door Tau Robert - Robert Ambelain.


(1) Zie hoofdstuk ‘1890 Ecclesia Gnostica Apostolica’

(2) Zie hoofdstuk ‘1780 Fratres Lucis’

 

1