Rituaal voor de Installatie van een Loge


Opening der Grootloge

Nadat de Broeders in de Voorhof zijn uitgenodigd zich maçonniek te kleden, worden zij naar de tempel geleid, bij het binnentreden geven zij het paswoord af aan de Br\ Gr\ D\ , om zich vervolgens te begeven naar de hun aangewezen plaatsen. Voor hen die tijdens de Grootloge een taak te vervullen hebben, zijn plaatsen gereserveerd. Als allen gezeten zijn, begeeft de Gr\ Cer\ Mr\ zich buiten de tempel, om de Grootmeester en zijn Groot-Officieren (Ged\ Gr\ Mr\ en Groot-Opzieners) te halen, die vervolgens op de gebruikelijke wijze in de Loge worden ontvangen en hun plaatsen innemen.
Hierop volgt de Opening in de 1e Graad op gebruikelijke wijze.
 

Omschrijving van het doel der samenkomst

H\ E\ : Mijne Broeders, wij hebben ons in Grootloge verenigd, omdat zich tekenen hebben geopenbaard, welke er op wijzen dat het aantal Werkplaatsen van onze Orde zich met één zal vermeerderen. Naarmate het aantal Werkplaatsen groter is, zal het aan meer mannen van goede naam mogelijk zijn aan de arbeid in de Koninklijke Kunst deel te hebben. Waar het de taak is van de Grootmeester te bevorderen dat het maçonnieke Licht zich meer en meer zal verspreiden, opdat het ook aan anderen worde medegedeeld, tot het zich zal hebben verspreid over het gehele oppervlak der aarde, zo kan er verheugenis zijn op onze kolommen! Echter, mijne Broeders, het is niet alleen het aantal der Loges wat bepalend is voor de groei en de bloei der Orde; het is bovenal het gehalte van de arbeid welke in deze Werkplaatsen zelf wordt opgeleverd. Dat gehalte zal ons allen nader tot het gestelde doel moeten en kunnen brengen. Slechts indien de arbeid in eendracht en harmonie wordt verricht en in overeenstemming met onze aloude traditie en in overeenstemming met de regels der Oude Plichten, onder de beproefde leiding van een ervaren Meester en deugdzame Opzieners. zal het Licht zich verspreiden, en deze verspreiding van het Licht zal ons allen tot vreugde en dankbaarheid jegens de O\ B\ d\ H\ stemmen. Laat ons daarom overtuigd zijn van de noodzakelijkheid ernstig te onderzoeken, of aan alle gestelde voorwaarden is voldaan, alvorens over te gaan tot de formatie van een nieuwe Werkplaats.
 

Schetsen van het ideale beeld van de Loge

H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, welke zijn de drie Grote Lichten der Vrijmetselarij?
1e Gr\ Opz\ : Bijbel, Winkelhaak en Passer, Hoog Eerwaarde!
H\ E\ : Waartoe moeten zij dienen, Broeder 1e Groot-Opziener?
1e Gr\ Opz\ : De Bijbel richte onze gedachten, de Passer onze gevoelens, en de Winkelhaak onze daden.
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, welke zijn de drie Kleine Lichten der Vrijmetselarij?
2e Gr\ Opz\ : Wijsheid, Kracht en Schoonheid, Hoog Eerwaarde!
H\ E\ : Waartoe dienen zij, Broeder 2e Groot-Opziener?
2e Gr\ Opz\ : Wijsheid diene tot het ontwerpen en Kracht tot het uitvoeren van de bouw; samen dienen zij zich in Schoonheid te vinden, waar zonder deze niets goeds tot stand kan worden gebracht.
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, waardoor worden de drie Kleine Lichten gerepresenteerd?
2e Gr\ Opz\ : Door de Meester en de Opzieners der Loge.
H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, waar was de Meester gezeten in de Loge waar gij zijt aangenomen?
1e Gr\ Opz\ : In het Oosten, Hoog Eerwaarde!
H\ E\ : Waarom aldaar?
1e Gr\ Opz\ : Gelijk de zon in het Oosten opgaat om de wereld te verlichten en de dag te regeren, zo zit de Meester in het Oosten om de werken te verlichten, de Loge te regeren en de Broeders aan de arbeid te stellen.
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, waar zitten de Opzieners in de Loge?
2e Gr\ Opz\ : In het Westen, Hoog Eerwaarde!
H\ E\ : Waarom aldaar?
2e Gr\ Opz\ : Gelijk de zon in het Westen ondergaat en de dag eindigt, zo zitten de Opzieners in het Westen om de werken te sluiten, de arbeiders hun loon te betalen en vergenoegd naar huis te zenden.
H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, waaraan bouwen de Vrijmetselaren?
1e Gr\ Opz\ : Zij bouwen aan een onzichtbare tempel, waaraan de Tempel van Salomo ten zinnebeeld strekt.
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, hoe noemen zij deze arbeid?
2e Gr\ Opz\ : Het beoefenen van de Koninklijke Kunst.
H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, wat strekt hun tot richtlijn bij deze arbeid?
1e Gr\ Opz\ : Het Tableau, dat de weg wijst naar het Licht!
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, wat leert ons deze arbeid?
2e Gr\ Opz\ : Het leert ons de weg naar het Licht te onderscheiden door de heerschappij over onszelf.
H\ E\ : Welaan dan, mijne Broeders, laat ons dit indachtig zijn!
 

Supplicatie

De Gr\ Cer\ Mr\ stelt de aanvragers van de Constitutie-brief op in het Westen, en wel in de eerste rij de a.s. V\ Mr\ , geflankeerd door de a.s. Opzieners, op de tweede rij twee Broeders, elk met twee maten tarwe of gerst, en op de derde rij twee Broeder respectievelijk met een kruik olie en een kruik wijn. De a.s. Opzieners dragen elk een lege nap. Als allen zijn opgesteld, zegt de
Gr\ Cer\ Mr\ : Hoog Eerwaarde, het zij mij vergund u de Broeders A, B, C, D, E, F en G voor te stellen, die zich in een nieuwe Loge zouden willen verenigen onder de naam .... en met de onderscheidingskleur ...., Broeder A als haar Meester verkiezende.
H\ E\ : Dat deze Broeders dan hun verlangen nader kenbaar maken!
Br\ A, als a.s. V\ Mr\ tot de a.s. Opzieners: Broeders B en C, ik zend u uit tot mijn vriend en Broeder in het Oosten, en ik draag u op hem gerst en tarwe aan te bieden.
Hij vult hierbij de nap van de 1e Opziener met één maat tarwe en die van de 2e Opziener met drie maten gerst.
Vraagt hem medewerking te willen verlenen opdat de bouw van de tempel, welke wij willen aanvangen, kan worden ondernomen onder leiding van een beproefd Bouwmeester.
De beide Broeders begeven zich resp. door het Noorden en door het Zuiden lopende naar het Oosten, terwijl de twee Broeders onder de aanvragers, die de maten gerst en tarwe hebben gedragen, hun plaats verwisselen met de beide andere, die de kruik met olie en die met wijn houden. Als de Broeders B en C de troon zijn genaderd zegt de
H\ E\ : Mijne Broeders, vanwaar komt u?
Br\ C: Van het Westen, Hoog Eerwaarde.
H\ E\ : Waarheen gaat u?
Br\ C: Naar het Oosten.
H\ E\ : Wat is uw verlangen?
Br\ C: Onze Meester heeft ons tot u gezonden met de bede dat gij uw hulp en steun zoudt willen verlenen bij de bouw van de tempel, welke hij ter ere van de O\ B\ d\ H\ zou willen oprichten, u aanbiedende gerst en tarwe.
Broeders C en B bieden hun respectieve nappen aan, die door de H\ E\ in ontvangst worden genomen, zeggende
H\ E\ : Gaarne ontvang ik uw gave, vormende het beeld van volheid en overvloed, en die ik begroet als het symbool van die volheid des harten en die overvloed aan kracht van geestelijke gaven, die zich vruchtbaar zullen betonen bij de onderneming welke u staat te beginnen. Moge de zegen van de O\ B\ d\ H\ rusten op de werken van hen, die deze machtige getuigen tot mij zonden. Een penning voor een maat tarwe geeft aan Br\ B het juweel van 1e Opz\ , en een penning voor drie maten gerst geeft aan Br\ C het juweel van 2e Opz\.
Keert thans terug tot hem die u gezonden heeft en verzekert hem dat mijn goede wensen hem vergezellen bij zijn arbeid.
De Broeders B en C keren terug naar het Westen; daar aankomende vraagt
Br\ A: Broeders, vanwaar komt u?
Br\ C: Van het Oosten, van uw vriend en Broeder.
Br\ A: Welk bericht kunt u mij brengen?
Br\ C: Uw vriend en Broeder heeft uw geschenk in dankbaarheid aanvaard en gezegd er het symbool in te zien van volheid en overvloed, welke onze en uwe arbeid mogen kenmerken. Hij heeft ons beloond en ons tot u teruggezonden met de opdracht u te berichten dat zijn goede wensen u vergezellen bij de arbeid die u wilt ondernemen.
Br\ A: Ik dank u, mijn Broeders, voor uw bericht en ik zend u nogmaals tot hem uit, waar ik naast zijn goede wensen ook zijn daadwerkelijke steun behoef bij de arbeid die ons wacht. Hier, neemt deze wijn en olie ontvangt de kruiken van de beide gereedstaande Broeders en geeft ze respectievelijk aan de Broeders C en B, en gaat nogmaals tot hem en vraagt hem eerbiedig ons te steunen bij de arbeid, welke wij wensen te ondernemen.
De Broeders B en C gaan opnieuw door resp. het Zuiden en het Noorden naar het Oosten; bij de troon komende zegt
H\ E\ : Broeders, vanwaar komt u?
Br\ B: Van het Westen, Hoog Eerwaarde!
H\ E\ : Waarheen gaat u?
Br\ B: Naar het Oosten.
H\ E\ : Wat is uw verlangen?
Br\ B: Onze Meester heeft ons opnieuw tot u, zijn vriend en Broeder, gezonden met de bede daadwerkelijke steun te willen verlenen bij de bouw van de tempel, welke hij ter ere van de O\ B\ d\ H\ zou willen oprichten, U aanbiedende olie en wijn. biedt de kruik met olie aan, welke in ontvangst wordt genomen door de H\ E\ .
H\ E\ : De olie aanvaard ik als symbool van die vrede en welvaart, welke heersen moeten bij de arbeid, welke u wilt ondernemen; moge de arbeid in uw midden zich vruchtbaar betonen in een sfeer van vrede en welvaart!
Br\ C biedt hem de kruik met wijn aan, die wordt aanvaard met de woorden
H\ E\ : De wijn aanvaard ik als symbool van die eenheid en voorspoed, welke hand in hand gaan en noodzakelijke voorwaarden zijn voor vruchtdragende arbeid; moge dus die eenheid bestendig onder ulieden zijn, opdat uw arbeid door voorspoed worde gekenmerkt!
Br\ B: Welk bericht mogen wij onze Meester brengen?
H\ E\ : Zeg hem de olie en de wijn niet te beschadigen, en laat hem naderen opdat ik hem die steun verlenen kan, welke hij behoeft om gevolg te geven aan zijn voornemen een tempel te bouwen ter ere van de O\ B\ d\ H\ . Keert tot hem terug en zegt hem dat ik hem wacht!
De Broeders B en C keren naar het Westen terug; daar aankomende vraagt
Br\ A: Broeders, vanwaar komt u?
Br\ B: Van het Oosten, van uw vriend en Broeder.
Br\ A: Welk bericht kunt u mij brengen?
Br\ B: Uw vriend en Broeder heeft uw geschenk in dankbaarheid aanvaard en gezegd er het symbool in te zien van die vrede, eenheid en voorspoed, die hij u toewenst op uw ondernemen. Hij droeg ons op u te zeggen de olie en de wijn niet te beschadigen, en u aan te kondigen dat hij u wacht.
 

Presentatie en installatie van de nieuwe Voorzittend-Meester

Op dit moment treedt de Groot-Cer\ Mr\ op Br\ A toe, neemt hem met de linker- bij de rechterhand en geleidt hem tot de westzijde van het Tableau; daar aangekomen zegt hij
Gr\ Cer\ Mr\ : Hoog Eerwaarde, ik stel u hier voor Broeder A, door de Broeders, die zich tot een nieuwe Loge willen formeren, verkoren haar Meester te zijn.
Laat dan de hand van Broeder A los, die zich opstelt in de houding van trouw.
H\ E\ : Mijne Broeders, is zulks uw oprecht verlangen?
Terwijl de aanvragers het teken van instemming geven antwoordt Broeder D, de a.s. Redenaar, voor hen.
Br\ D: Zulks is inderdaad ons oprecht verlangen, Hoog Eerwaarde.
H\ E\ : Mijne Broeders, hier verenigd in Grootloge, is er iemand onder u die bereid is in te staan voor die rechtschapenheid en kennis van de Broeder A, welke wordt vereist om leiding te geven aan de arbeid in deze nieuwe Werkplaats?
Ged\ Gr\ Mr\ , geeft de drieslag, staat op en zegt: Hoog Eerwaarde, ik kan van ganser harte u Broeder A aanbevelen als Meester voor deze nieuwe Werkplaats, hem kennende voor een deugdzaam man van goede naam en van grote bekwaamheid, die zich getrouw zal kwijten van de taak welke hem door zijne Broeders is toebedacht!
H\ E\ : Broeder Gedeputeerd Grootmeester, ik dank u voor uwe ondersteuning van de aanvraag van deze Broeders, die zich tot een nieuwe Werkplaats willen verenigen, en aan wier verlangen ik zo aanstonds zal voldoen. Laten wij ons hierop voorbereiden door bezinning op datgene wat ten grondslag ligt aan de arbeid!
Broeder 1e Groot-Opziener, wat vergunt de Meester de Loge samen te roepen en te doen arbeiden?
1e Gr\ Opz\ : Een wettig verleende Constitutie-brief, Hoog Eerwaarde.
H\ E\ : Bestaat er enige wettige verhindering tegen het verlenen van een zodanige Constitutie-brief aan deze Broeders, die zich tot een Loge willen verenigen onder de naam … en met de onderscheidingskleur …, Broeder 1e Groot-Opziener?
1e Gr\ Opz\ : Hoog Eerwaarde Grootmeester, het Grootoosten der Nederlanden beeft bij zijn besluit van … ingestemd met de oprichting van deze nieuwe Werkplaats, zodat deze Constitutie-brief zal kunnen worden verleend.
H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, met welk oogmerk wordt een dergelijke Constitutie-brief verleend?
1e Gr\ Opz\ : Opdat met deugdelijke en wettige middelen zal worden bevorderd dat het Licht zich verspreide, en opdat het ook aan anderen worde medegedeeld, tot het zich verspreid zal hebben over het ganse oppervlak der aarde.
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, welke zijn deze deugdelijke en wettige middelen?
2e Gr\ Opz\ : Die welke worden omschreven in de Oude Plichten der Vrije Metselaren, Hoog Eerwaarde!
H\ E\ : Wil deze Oude Plichten ons nogmaals voorhouden, Broeder 2e Groot-Opziener!
2e Gr\ Opz\ : Alle Metselaren moeten eerlijk werken, opdat zij eerlijk mogen leven. De ervarenste onder de Meesters zal tot Meester der Loge worden verheven en aangesteld, en door hen die onder hem werken als zodanig worden erkend. De Meester zal zichzelf tot het bestier bekwaam weten en bij zal het werk zo redelijk mogelijk aannemen. Hij zal niet meer Leerlingen aannemen dan hij werk kan verschaffen, en geen der werklieden meer loon geven dan hij verdient. Zowel de Meester als de Metselaren zullen aan hun plicht getrouw zijn; zij zullen hun loon naar behoren op de bestemde tijd ontvangen zonder morren of tegenstreven en zij zullen de Meester niet verlaten vóór het werk af is. De jonge werklieden zullen in het werk onderwezen worden om het teloor gaan van materialen door gebrek aan kennis of ervarenheid te voorkomen, tot versterking en onderhouding mede van de broederlijke Liefde!
H\ E\ : Broeder A, wij allen weten welke verheven, maar ook welke zware taak u wacht. Gij weet deze taak verlicht door de samenwerking en het vertrouwen van de Broeders die u tot dit ambt hebben verkozen. Zijt gij bereid de taak van Meester van de nieuw te stichten Loge … in het Oosten … te aanvaarden?
Br\ A: Ik ben daartoe bereid en ik vertrouw daarbij op mijn Broeders!
H\ E\ : Broeders Groot-Opzieners, wilt dan Broeder A tot mij geleiden!
De H\ E\ begeeft zich met moker en zwaard naar de O\ -zijde van het altaar; de Broeders Groot-Opzieners nemen hun zwaarden en geleiden Broeder A naar het altaar, waarbij deze laatste met de Leerlingstappen over het Tableau loopt. De beide Groot-Opzieners stellen zich aan de N\ - en Z\ .-zijde van het altaar op, Broeder A aan de W\ -zijde daarvan.
H\ E\ : Broeder A, alvorens u te installeren verzoek ik u de gelofte, daartoe vereist, te willen afleggen. Wil daartoe knielen op beide knieën en uw handen leggen op de drie Grote Lichten. Geschiedt.
In orde, Broeders!
Deze gelofte luidt aldus, en u wilt haar herhalen:
Ik, A, beloof dat ik de waardigheid van de nieuwe Werkplaats … in het Oosten … zal handhaven, voor haar eer zal waken, naar haar bloei en luister zal streven; ik beloof de werken te zullen leiden overeenkomstig de Oude Plichten der Vrije Metselaren, en het mij toevertrouwde ambt van Meester der Loge met ijver, trouw en toewijding te vervullen. Zo moge de O\ B\ d\ H\ mij bijstaan.
De gelofte wordt in zinsdelen herhaald.
Broeders Groot-Opzieners, staat mij bij!
Deze vormen met de H\ E\ met hun zwaarden een liggende driehoek.
In naam van de Opperbouwmeester des Heelals en uit hoofde van mijn macht als Grootmeester der Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, verklaar ik u, Broeder A, te zijn Meester van de Achtbare Loge … in het Oosten ….
Geeft met zijn moker de drieslag op het zwaard van de 2e Groot-Opziener
Wijsheid!
Geeft met zijn moker de drieslag op het zwaard van de 1e Groot-Opziener
Kracht!
Geeft met zijn moker de drieslag op zijn eigen zwaard
Schoonheid!
De Gr\ Cer\ Mr\ neemt het zwaard over, terwijl de H\ E\ Broeder A opheft met beide handen.
H\ E\ : Sta op, Achtbare Meester van de Loge ….Wilt thans naast mij plaatsen.
Br\ A plaatst zich nu aan de 0\ -zijde van het altaar, rechts van de H\ E\ .
Hierbij bekleed ik u met het teken uwer bediening.
Hangt hem het cordon van V\ Mr\ om, dat hem wordt aangereikt door de Br\ Gr\ Cer\ Mr\ .
Vervolgens geeft hij hem de Mr\ -handdruk en fluistert hem het Mr\ -woord in het oor.
Herneemt uwe plaatsen, Broeders!
De Broeders Groot-Opzieners begeven zich weer naar hun plaatsen, de overige Broeders gaan zitten.
H\ E\ : Achtbare Broeder A, neem plaats ten Noorden van mij in het Oosten.
 

Presentatie en installatie van de nieuwe Opzieners

H\ E\ : Broeder A, wie zullen u als Opzieners van de Loge ter zijde staan?
Br\ A: Hoog Eerwaarde Grootmeester, de Broeders B en C zijn als zodanig door de Broeders verkozen.
H\ E\ : Broeder Groot-Ceremoniemeester, wil de Broeders B en C in het Westen plaatsen.
Geschiedt.
Het zijn de Opzieners, mijne Broeders, die met de Meester de drie zuilen vormen waarop de Loge rust en zo hebben ook de Opzieners een belangrijke taak te vervullen bij de leiding der werkzaamheden. De Oude Plichten zeggen o.m.: ‘Indien het een Broeder te beurt mocht vallen van Opziener te zijn onder de Meester, dat hij dan een trouw middelaar zij tussen de Meester en zijne Broeders, en dat hij ijverig zij en bij afwezigheid van den Meester voor diens eer en het voordeel van den Bouwheer opkome, die hij dient.’
Broeder B, zijt gij bereid de taak van Opziener in de Loge … te aanvaarden?
Br\ B: Ik ben daartoe bereid, Hoog Eerwaarde Grootmeester.
H\ E\ : Broeder C, zijt ook gij bereid de taak van Opziener in de Loge … te aanvaarden?
Br\ C: Ik ben daartoe bereid, Hoog Eerwaarde Grootmeester.
H\ E\ : Broeder Groot-Ceremoniemeester, wil Broeder B opstellen naast de Broeder 1e Groot-Opziener en Broeder C naast de Broeder 2e Groot-Opziener.
Geschiedt.
H\ E\ : Broeder 2e Groot-Opziener, waar is de plaats van de 2e Opziener in de Loge?
2e Gr\ Opz\ : In het Westen, bij de kolom welke zich ten Noorden uitbreidt.
H\ E\ : Waarom aldaar?
2e Gr\ Opz\ : Om de weg te wijzen naar het Licht.
H\ E\ : Welke is zijn taak?
2e Gr\ Opz\ : De Meester bij te staan en de Broeders op zijn kolom voor te gaan in de arbeid en de Leerlingen te onderrichten.
H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, waar is de plaats van de 1e Opziener in de Loge?
1e Gr\ Opz\ : In het Westen, bij de kolom welke zich ten Zuiden uitbreidt.
H\ E\ : Waarom aldaar?
1e Gr\ Opz\ : Om Kracht te geven op de weg naar het Licht.
H\ E\ : Welke is zijn taak?
1e Gr\ Opz\ : De Meester bij te staan en de Broeders op zijn kolom voor te gaan in de arbeid en de Gezellen te onderrichten.
H\ E\ : Broeder 1e Groot-Opziener, waarom zijn de Broeders Opzieners in het Westen verenigd?
1e Gr\ Opz\ : Zij zijn in het Westen verenigd om bij het einde van de arbeid de werklieden hun loon te betalen en vergenoegd naar huis te zenden.
H\ E\ : Broeders Groot-Opzieners, ik verzoek u thans de Opzieners van de Achtbare Loge … te installeren, dit geschiedt gelijktijdig doordat de Groot-Opziener aan de verkozen Opziener vraagt: geef mij het teken dat gij zijt verkoren tot Opziener onder de Meester.
Hierop geeft de betrokkene zijn juweel dat hij eerder van de H\ E\ heeft ontvangen. De Groot-Opziener bevestigt dit aan het gereedliggende cordon, hangt dit cordon de Opziener om, geeft hem respectievelijk de Ll\ - (2e Opz\ ) dan wel de Gez\ - (1e Opz\ ) handdruk en wisselt met hem het Heilig Woord van resp. de L1\ - dan wel van de Gez\ -graad gefluisterd. Zodra zulks is geschied, geeft eerst de 2e Groot-Opziener, vervolgens de 1e Groot-Opziener de drieslag, waarop wordt aangekondigd door de
1e Gr\ Opz\ : Hoog Eerwaarde, aan uw opdracht is voldaan.
H\ E\ : Ik dank u, Broeders Groot-Opzieners.
Broeder Groot-Ceremoniemeester, laten de Broeders van de nieuwe Werkplaats, die de naam zal dragen van … zich verenigen om het Tableau, en gij Broeder Groot-Redenaar, wil hen de rechte kennis van het Tableau doorgeven!
 

Explicatie van het Tableau

De Groot-Ceremoniemeester nodigt de Broeders van de nieuwe Loge uit zich te verzamelen om het Tableau, waarbij de nieuwe Voorzittend Meester zich aan de Z\ O\ -hoek plaatst, de Opzieners op de N\ W\ - en Z\ W\ -hoek, de Broeders langs de Noord- en Zuid-zijde en de Broeder Groot-Redenaar aan de West-zijde.
Gr\ Red\ : Mijne Bbr\, in het midden van de Loge, uitgespreid van het Westen naar het Oosten en verlicht door de drie Kleine Lichten van Wijsheid, Kracht en Schoonheid, ligt het Tableau, dat ons de weg wijst naar het Licht. Het Tableau kent twee sferen: die van het stoffelijke leven in het Westen en die van de geestelijke verlichting in het Oosten. Op de geblokte vloer van Licht en Duisternis verheffen zich twee Kolommen, die voor ons de zinnebeeldige voorstelling zijn van de Tempel van Salomo; de bouw aan die tempel is de ware Vrijmetselaarsarbeid. Tussen de Kolommen ligt een trap, die voert naar het binnenste van de Tempel. Terzijde ziet u de drie Onbeweeglijke Kleinodiën, waaraan de Leerlingen, de Gezellen en de Meesters hun arbeid verrichten; de Ruwe Steen voor de Leerling, de Kubieke Steen voor de Gezel en het Tekenbord voor de Meester. Aan de Oostzijde van het Tableau zijn tegen een azuren gewelf onze Lichten en Beweeglijke Kleinodiën geplaatst. U vindt er de Zon, de Maan en de Passer, het embleem van de Meester van de Loge, want gelijk de Zon de dag en de Maan de nacht verlicht en regeert, zo verlicht en regeert de Meester de Loge. Voorts ziet u er de Winkelhaak, het Waterpas en het Schietlood, de emblemen van de Meester en de beide Opzieners, die de werkzaamheden leiden en de Broeders voorgaan bij de arbeid. De sfeer van het stoffelijke leven en van de geestelijke verlichting zijn omsloten door het koord met de negen knopen, het werktuig dat u zonder enig ander hulpmiddel kunt vormen en waarmee u in staat bent de rechte hoek te maken, welke u leert u in de rechte verhouding te plaatsen tot de O\ B\ d\ H\ en uw medemens.
H\ E\ : Ik dank u, Broeder Groot-Redenaar, voor uw arbeid; herneem uw plaats op de kolommen.  
De Broeders van de nieuwe Loge blijven om het Tableau staan.
 

Formatie van de nieuwe Werkplaats

H\ E\ : In orde, Broeders!
Allen stellen zich in het Leerlingteken.
Daar thans alles gereed is de nieuwe Werkplaats te formeren, zal ik daartoe overgaan.
In de Naam van de O\ B\ d\ H\ en uit hoofde van de macht mij verleend door het Grootoosten der Nederlanden, verklaar ik hierbij dat de Broeders, die zich thans hebben geschaard om het Tableau, vormen een regelmatig geconstitueerde Loge, werkende onder het Grootoosten der Nederlanden, welke de naam zal dragen van … en welke de kleur … als onderscheidingskleur zal dragen!
Geeft de drieslag, welke wordt herhaald door de beide Groot-Opzieners.
Herneemt uw plaatsen, Broeders.
Zulks geschiedt; ook de Broeders om het Tableau geschaard, hernemen thans hun plaatsen.
H\ E\ : Broeder Groot-Secretaris, wil voorlezing doen van de Constitutie-brief, gelijk deze zal worden uitgereikt aan de Loge …, werkende in het Oosten …. De Groot-Secretaris doet voorlezing van de tekst van de Constitutie-brief; deze wordt vervolgens door de GrootCeremoniemeester in ontvangst genomen en gebracht bij de H\ E\ .
H\ E\ : Ik dank u, Broeder Groot-Secretaris. Nu deze Loge wettig is geconstitueerd en geïnstalleerd, moge ik u verzoeken haar in te schrijven in de lijst der Loges en mij haar rangnummer mede te delen.
De Groot-Secretaris doet mededeling van het rangnummer.
 

Opdracht tot het verrichten van de arbeid

H\ E\ : Broeder Groot-Ceremoniemeester, wil de Meester van de Loge … voor de troon geleiden.
Geschiedt.
Broeder A, Meester van de Achtbare Loge … hierbij overhandig ik u de Constitutie-brief van uw Loge ... overhandigt deze dewelke u in staat stelt te werken, en het wetboek met de Oude Plichten, doet zulks hetwelk de regels bevat waarnaar de werken behoren te worden verricht. Thans zijt gij in staat te werken en het is mijn verlangen dat gij aanstonds in de arbeid voorgaat. Broeders Groot-Opzieners, laten de Opzieners van de Achtbare Loge uwe plaatsen innemen!
De Opzieners stellen zich rechts van de Groot-Opzieners op die hen bij de linkerhand vatten en hen in de zetel leiden, om vervolgens op de kolommen plaats te nemen.
Kom, mijn Broeder, aanvaard de moker des gezags en neem uw plaats in het Oosten in!
Geeft Br\ A de moker en geleidt hem naar de troon en doet hem plaatsnemen, terwijl hij zelf Zuid daarvan in het Oosten plaatsneemt.
 

Oproep tot de Broeders van de nieuwe Werkplaats tot de arbeid

A\ Mr\ richt zich in een korte en symbolische toespraak tot de Broeders van zijn eigen Werkplaats. De aard van deze toespraak wordt gedacht in de geest van die als het voorbeeld van het ‘overzicht van het bouwplan' in het rituaal voor de opening van het werkjaar.
 

Installatie van de Officieren van de nieuwe Werkplaats

A\ Mr\ gaat thans over tot installatie van zijn Officieren, waarbij hij in korte bewoordingen de Broeders installeert die zijn gekozen tot Gedeputeerd Meester, Redenaar, Secretaris, Thesaurier, Ceremoniemeester. Voor de aard van deze installatie wordt verwezen naar het rituaal voor de installatie van officieren.
 

Opleveren van een bouwstuk door de Br\ Redenaar

Na de installatie van zijn Officieren, nodigt de A\ Mr\ de Ceremoniemeester uit de Redenaar te geleiden naar de Gebr\ Kol\ ten oplevering van een bouwstuk. Dit wordt zeer kort gehouden en behandelt in het bijzonder het streven van de Broeders, die de nieuwe Werkplaats hebben gevormd, de keuze van de naam van de Loge, eventueel ook van de onderscheidingskleur. In dit bouwstuk dient soberheid te worden betracht.
 

Vormen van de Broederketen

Na de Redenaar te hebben bedankt voor de opgeleverde arbeid en hem door de Ceremoniemeester weer naar zijn plaats te hebben doen geleiden, nodigt de A\ Mr\ de Broeders uit de Broederketen te vormen.
Indien mogelijk, wordt deze zodanig gevormd dat de Broeders van de nieuwe Loge een kleine cirkel vormen om het Tableau, terwijl de overige Broeders in een ruimere kring hieromheen de keten vormen, waarbij het verband met de binnenste cirkel wordt gelegd door de Grootmeester en de Ged\ -Grootmeester. De toespraak in de Broederketen door de A\ Mr\ richt zich in de eerste plaats tot de Broeders van de nieuwe Werkplaats. Ook deze toespraak blijft kort en symbolisch van taal.
 

Huldiging van het Hoogste Gezag in de Orde

De A\ Mr\ richt zich thans tot de Grootmeester, om hem te danken voor het voorrecht dat de Broeders hebben mogen verwerven door het verlenen van de Constitutie-bnief en de installatie. Ook deze tekst dient sober en kort te zijn en zich te beperken tot een korte vermelding van feiten. De toespraak eindigt op de volgende wijze:
A\ Mr\ : Hoog Eerwaarde Grootmeester, gij hebt aan ons verlangen willen voldoen ons in een nieuwe Loge te verenigen en ge hebt ons daartoe in staat gesteld. Ge hebt mij opgedragen te werken en ik heb aan uw last voldaan. Ik moge u verzoeken de Moker des Gezags weer van mij te willen overnemen, gelijk ik de Broeders Opzieners verzoek hun plaatsen in te ruimen voor de Broeders Groot-Opzieners, opdat de Grootloge haar arbeid kan voortzetten.
Bij het overdragen van de moker kan de A\ Mr\ de hulde van de Loge betuigen aan het Hoogste Gezag in de Orde:
A\ Mr\ : Hoog Eerwaarde Grootmeester, nu ik u hierbij de Moker des Gezags overhandig, doe ik zulks niet alleen opdat de werken van deze Grootloge voortgang mogen hebben, doch ook in volle erkenning van het recht dat u als Hoogste Gezag in de Orde toekomt de leiding der werkzaamheden op u te nemen wanneer het u zou behagen ons met uw tegenwoordigheid te vereren. Met deze handeling erkent de Loge de soevereine macht van de Grootloge, die haar in staat stelde in het Oosten … te werken.
Overhandigt de moker, die wordt aanvaard; de H\ E\ neemt plaats op de troon, de V\ Mr\ in het 0\ links van hem.
 

Sluiting

Deze geschiedt op de voor de 1e Graad gebruikelijke wijze. Na de sluiting verlaten eerst de Groot-Officieren de Loge, vervolgens de Broeders op de kolommen. 


terug naar vorige pagina