1984 ORDRE DES CHEVALIERS DU TEMPLE DU CHRIST ET DE NOTRE DAME

"Laat niemand zijn verlangens, zijn zinnen en zijn krachten ijdel verkwisten en nog veel minder over zich heen laten lopen door de verlangens van een ander te dienen, door de eigen zinnen ondergeschikt te maken aan die van een ander, noch door te dulden dat de eigen vermogens gebonden worden door een vreemde macht."
( Via Lucis, I,12 Comenius )

Op 5/2/1962 beslisten 24 meesters van de Grote Witte Broederschap, verenigd te Agartha, spiritueel centrum van de Aarde (sic) , om de Orde van de Tempel nieuw leven in te blazen. Er ontstond een Orde met de naam ‘Fraternité Johannite pour la résurgence Templière’ ( FJRT ). De Orde werd geleid door André Hamon en Michaël de Montségur ( Marcel Baudoin à Tours ). Joseph d’Ionie ( Jean-Marie Parent de Cambrai ), de Grootmeester, werd op 18/3/1985 geconsacreerd door Monseigneur Jean d’Héliopolis ( Edmond Gras ) van de Gallicaanse Kerk. In 1984 was er een splitsing van de Orde in België.

De Neo-Tempeliersorde ‘L’Ordre des Chevaliers du temple du Christ et de Notre Dame’, of met haar initialen O+C+T+C+N+D+ werd gesticht te Arlon op 27 december 1984 door Roger Facon en Jean-Marie Parent. Beiden zijn ex-leden van Amorc en heeft haar wortels in het FJRT.

De manier waarop gerekruteerd wordt in deze Orde kennen we vanuit talrijke andere Ordes. Diegene die toelating vraagt om toe te treden moet vooraf een lijst beantwoorden met talrijke vragen. Meestal wordt de techniek van het peetschap toegepast. Dit wil zeggen dat twee peters, na een gesprek met de kandidaat, een aanvraag doen om de nieuweling in de Orde op te nemen. Het is vrij logisch dat men geen kandidaten aanvaard die ideeën hebben die diametraal staan tegenover de ideeën van de Orde. Een periode van een stage volgt na de goedkeuring. Dit werkt dan als filter om nieuwsgierigen, ambitieuzen of fantasten buiten te houden.

In deze Orde valt het wel op dat zij zichzelf ‘élitair’ noemen. Ze verwijzen naar een uitspaak van Jean-Claude Frère die zegt :

"De kennis van het occultisme is niet zomaar te grijpen. Diegene die er zich werkelijk aan interesseert en doordrongen is van haar mysteriën behoort tot de kaste van de verlichten."

Zij voegen er wel onmiddellijk aan toe dat dit elitairisme niet gaat over materieel bezit, de cultuur waartoe men behoort, de geboorte of universitaire titels maar enkel over een spirituele waarde.

Dit elitairisme toont dan ook duidelijk een hiërarchisch gestructureerde Orde. Hun Orde gaat er van uit dat dit vrij strikt moet worden geïnterpreteerd. De Grootmeester en zijn Raad zijn de hoogste autoriteit van de Orde. Samen met een morele code en een constitutie vormen zij de traditie van een Orde. Deze autoriteit is niet erfelijk. Zij wordt steeds verkozen. Deze autoriteit die verantwoordelijk is voor de Orde zijn vooral de eerste dienaars van de Orde. Op deze wijze ontwijkt men personencultus, integrisme en dictatoriale neigingen. De autoriteit van de Orde staat niet gelijk met autoritair gedrag. De kwaliteiten die van de Ordeleiders verwacht worden zijn : geduld, toewijding, begrip, onbaatzuchtigheid, beschikbaarheid, eer en zin voor onderscheidingsvermogen.

De Orde laat haar leden vrij om zich al dan niet aan te sluiten bij andere Ordes of gelijkaardige groeperingen. Het staat elk Ordelid vrij om de Orde te verlaten wanneer hij of zij het wil. In hun teksten willen ze duidelijk stellen dat veel verwacht wordt van het onderscheidingsvermogen van de leden van de Orde. Zij stellen hun leden op de hoogte van de heersende nationale ( of internationale ) wetten en leggen de nadruk op bijvoorbeeld de openheid van de boekhouding van de Orde. Zij vinden het een recht en een plicht van elke lid het reilen en zeilen van de Orde te kennen. Zij willen zich duidelijk onderscheiden van sekten waarvan men weet dat zij meestal geen open boekhouding hebben.

Wat het esoterische aangaat beroepen ze zich op de Traditie. Onder Traditie wordt dan wel verstaan de basisbeginselen die eigen zijn aan elke cultuur. Traditie betekent nooit de folkloristische elementen van een groep, nationaliteit of cultuur. De Traditie is letterlijk dat wat alle mensen gemeen hebben. Deze Traditie is onwrikbaar en kan alleen worden begrepen afhankelijk van de spirituele ontwikkeling van de aspirant Tempelier. Een tekst van René Guenon verwijst trouwens naar wat zij daar onder verstaan :

" ... les traits essentiels d’une organisation initiatique sont la rigeur dans le maintien des formes authentiques de la Tradition et la précision dans leur application. Toute défaillance aux principes entraine la rupture avec la Tradition et la perte de son influence spirituelle"

Andere opvallende uitspraken volgen mekaar vrij snel op :

"Il va de soi qu’il n’y a pas de Tradition sans Maître, ni de Maître sans Tradition. Aussi toute organisation traditionelle reconnait elle sa dépance de la Hiérarchie et de la seule Hiérarchie".

Van zodra een organisatie zich verwijderd van traditionele principes volgt er automatisch een breuk met de Meesters.

Ze distantiëren zich duidelijk van elke politieke opvatting. Een traditionele organisatie moet volledig onafhankelijk zijn van elke ideologie. Zij kan bijgevolg geen specifieke godsdienstige of politieke doctrine aanhangen of verdedigen. Ze distantiëren zich van talrijke andere Ordes waar de Neophiet onvoorwaardelijk moet gehoorzamen aan zijn hiërarchie. Het sektarisme behoort niet tot het goed van een Tempeliersorde. Zij maken een degelijk onderscheid in Ordes die een historische opvolging kennen, een opvolging kennen in de zin van een heroprichten en een opvolging door initiatie. Zij ontkennen dat hun Orde een historische opvolging bezit. Hun Orde is een heroprichting waar de initiatie een grote rol speelt. Deze initiatie, die bij middel van een ritueel wordt doorgegeven, is strikt persoonlijk.