HET MOELANDKASTEEL
Historische situering
Het Moelandkasteel in de Hospitaalstraat, te Sint-Niklaas, beter gekend als Sint Antoon, werd in 1778 gebouwd door Hendrik van der Sare die de algemene erfelijke ontvanger van het Land van Waas was. Hij verkocht het later aan burgemeester Jan Baptist Everaert van Beveren en die verkocht het in 1832 aan senator Bernard de Munck - de Moerman die tot 1845 burgemeester van Sint-Niklaas was. Het was door zijn toedoen dat in 1833 Leopold I in dit kasteel, vier dagen verbleef om de versterkingen aan de Linkeroever van de Schelde te inspekteren. Het kan moeilijk anders of deze moet konnekties aangeknoopt hebben met de heer Nauwelaerts, die destijds op t Castrohof woonde. De naam van deze laatste ontdekten we op een dokument waaruit blijkt dat op 18 augustus 1819 het Vrijmetselaarsgenootschap LAménité in zijn woning opgericht werd.
De enige dochter van de senator, jonkvrouw Emma de Munck, huwde in 1857 met ridder Amadeus de Schoutheete de Tervarent. Hij was de zoon van barones de Villers van Olgrand en werd geboren in 1835 op het kasteel van Westland bij Sint-Amandsberg. Hij was een tijd provinciaal raadslid in Oost-Vlaanderen en tevens ondervoorzitter van de raad. In 1861 hielp hij de oudheidkundige Kring van het Land van Waas stichten. Hij liet ook de verbouwingen aan het kasteel uitvoeren, zoals de verbindingen tussen de drie gebouwen, het oprichten van de bakstenen toren en de bouw van de Egyptische zaal. Dit laatste moet zijn gebeurd tussen 1867 en 1877.
Emma de Munck overleed op 3 mei 1887 en merkwaardig is dat niet hijzelf het overlijden ging aangeven. Amadeus de Schoutheete trok na de dood van zijn echtgenote naar Parijs, waar hij drie jaar later met de Engelse Ellena Webb huwde. Hij bleef in Parijs, waar hij ook stierf op 2 april 1891. Twee jaar eerder, namelijk op 29 mei 1888 verkochten zijn drie kinderen via notaris Geerts te Sint-Niklaas het eigendom aan de Hospitaalstraat aan de Zusters van Liefde voor 110.000 bfr.. Sindsdien bewoonden de Zusters het kasteel Moeland dat omgedoopt werd tot Sint-Antonius en een rusthuis voor alleenstaanden werd, wat het ook nu nog is.
Vrijwaard voor afbraak
Het kasteel Moeland zou tegen de vlakte gaan om plaats te maken voor een parking voor 250 autos, evenveel als er kamers in de nieuwe ziekenhuisvleugel zouden zijn. Jan Buytaert, toen sekretaris van de Oudheidkundige Kring van het land van Waas, werkte als een Don Quichote. Resultaat van zijn inspanningen : de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen bracht gunstig advies uit in verband met de bescherming van het kasteel Moeland. Dit gebeurde nog tijdig of een heel stuk verleden van Sint-Niklaas zou niet meer hebben bestaan.
De Tempel zelf
Via een geheim deurtje komt men de grote zaal binnen langs noordzijde. Men wordt getroffen door de twaalf bas-reliëfs-panelen, van elkaar gescheiden door zuilen. De heer Buytaert vertelde ons dat grote archeologen zoals prof. De Meulenaere werkelijk een shock kregen bij konfrontatie met deze zaal. Al deze half verheven beeldhouwwerken zijn één voor één knappe copies naar de gravures in het elfdelig werk Description de lEgypte. Deze gravures werden uitgevoerd naar ter plaatse gemaakte tekeningen op bevel van Napoleon tijdens zijn beroemde veldtocht van 1798. De betrokken tekeningen werden gemaakt in de tempels van Philae, Karnak en Denderah. Aan de samenstelling van deze boekdelen zouden niet minder dan 400 graveurs meegewerkt hebben. Deze twaalf panelen werden met 23 symbolische kleuren geschilderd door de binnenhuisschilder en drukker Arnold de Castro en dit onder toezicht van de Franse Egyptoloog Prise dAvennes.
Op het plafond is een trouwe kopie aangebracht van de dierenriem uit de tempel van Denderah. Op de zuilen die de panelen van elkaar scheiden komen hiëroglyfen en lotusstengels voor. Volgens prof. Zeijlemaker (Vrijmetselarij, symboliek en ritus - blz. 83) is het bij de Nederlandse Vrijmetselaars en zij die de Franse traditie volgen de gewoonte in de Noordwest-, Zuidwest- en Zuidoost-hoeken van de tempel de lichten van Wijsheid, Schoonheid en Kracht op hoge kandelaars te doen branden. Merkwaardig genoeg ontdekken we in deze drie hoeken van de zaal ook punten op de zuilen waar vroeger kaarslantaarns vastgehecht waren. In de basreliëfs ontdekten we hier en daar ook pentagrammen die niet afgewerkt zijn. Pentagrammen zijn veel voorkomende symbolen in Vrijmetselaarstempels. Deze worden ook wel de plaatsen des lichts genoemd omdat er zoveel aandacht geschonken wordt aan de lichtsymboliek. In dit opzicht zijn ook de drie vensters meldenswaardig omdat ze respektievelijk uitzien op het Oosten, Zuiden en het Westen. Elk moment van de dag kan het zonlicht er dus binnen.
Aan de Noordzijde, de zijde van de duisternis, merkten we nog een tweede geheime deur. Ze geeft uit op een donkere plaats - de Voorhof. Alles wijst erop dat dit de plaats der inwijdingen of van de symbolische dood moet zijn geweest.
Nog een laatste symbool dat we verscheidene keren aantroffen en dat thuishoort bij verschillende esoterische genootschappen is de gevleugelde zonneschijf met aan weerskanten een opgerolde slang of uraeüs. Dit is het teken van Horus, de Egyptische zonnegod en zoon van Isis en Osiris. Het vreemde echter is wel dat al deze zonneschijven zwart gekleurd zijn wat overeenkomt met de zwarte vrijmetselarij, de graden 19 tot 30. We vinden dezelfde symboliek in de alchemistische genootschappen als de voorstelling van het Nigredo. Het is niet de uiterlijke zon maar de innerlijke Zon die verduistert wordt omdat ze anders oogverblindend zou werken voor de adept.
Bij de Potter en Broeckaert lazen we verder nog dat al de koperen klinken, de speciale venstersluitingen, het stukwerk, de houten plinten en de prachtige marmeren schouw, waarin een gevleugelde zonneschijf werd uitgewerkt, uitgevoerd werden door August Bonefoy een Luikenaar. Hij was ook de ontwerper van de basreliëfs. Hij zou ze hebben uitgevoerd in 1874. Arnold de Castro die de panelen schilderde was verbonden aan het Castrohof .
Een Vrijmetselaarstempel
In 1978 weekte de heer Jan Buytaert van de Oudheidkundige kring van Sint-Niklaas het oude behangsel los in een der vervallen zaaltjes van het Castrohof en ontdekte hierachter een aantal freskos in de 18° eeuwse empirestijl.
Hoogstwaarschijnlijk was in deze zaal het atelier gevestigd van de Loge LAménité. Dit genootschap bestond sinds 21 november 1817 en was in het Castrohof gevestigd. De Loge van Sint-Niklaas was vooral gedurende de eerste helft van de 19°eeuw aktief en had het nummer 31 in de lijst der Zuidelijke Provincies. De heer Hugo de Schampeleire, bekend om zijn opzoekingen in verband met Loges uit de omgeving van Antwerpen, bezorgde hierover een aantal inlichtingen aan wijlen conservator Albert Huwé.
Rond 1825 werden de Loges van Sint-Niklaas LAménité, Lokeren LAccord Parfait en Nijvel Les Amis Discrets ontbonden.
Reden was het achterblijven van de opgave van de namenlijst en het niet betalen van de achterstallige bijdragen. LAménité van Sint-Niklaas werd daarna overgebracht naar Dendermonde. Toen na de Belgische Omwenteling, op 28/2/1833 de Belgische Ateliers een zelfstandige Obediëntie stichtten, Grootoosten van België genaamd, waren er enkele Loges die deze Obediëntie niet erkenden en trouw bleven aan de Nederlandse Obediëntie. Tot deze groep behoorden de drie Gentse Loges La Félicité bienfaissante, Septentrion, Les Vrais Amis en de Loge LAménité uit Sint-Niklaas. In de Nationale Bibliotheek van Parijs werd een ledenlijst aangetroffen die in 1817 overgemaakt was aan de Grand Oriënt de France. Hierdoor geraakte de namen bekend van een twaalftal vrijmetselaren, allen inwoners van Sint-Niklaas.
Amadeus de Schoutheete de Tervarent vinden wij nergens op vermelde namenlijsten van het Grootoosten. Ook schijnt er geen verbinding te bestaan tussen het Vrijmetselaarsgenootschap LAménité en de Egyptische zaal op uitzondering van Arnold de Castro die de panelen ervan schilderde.
Een Rozekruiserstempel
De hypotese dat de Egyptische zaal een Rozekruiserstempel zou kunnen geweest zijn vinden we o.a. door een gesmeed Rozekruis dat zich nabij het kasteel bevind. Nochtans hoeft dit enige bestaande Rozekruiserssymbool niet de maatstaf te zijn om tot al te snelle conclusies te komen. Ook in de Vrijmetselarij wordt dit symbool gebruikt in de 18° graad uit de Schotse Ritus. Trouwens de vermelde naamlijst van het Castrohof waren ook Rozekruisers wat kan duiden op de reeds behaalde 18° graad uit deze Ritus. Een analoog symbool vond ik op de achterzijde van de monumentale graftombe van Graaf Goblet dAlviella die gedurende een zekere tijd Grootmeester is geweest van het Grootoosten en tevens Inspekteur van de Rozekruisersorde ( zie geschiedenis van de Rozekruisers van Wittemans ).
Wanneer we weten dat de Rozekruisersbeweging vorige eeuw zeer aktief was in België, Frankrijk en Groot-Brittannië zou het niet verwonderlijk zijn dat Sint-Niklaas voor hen een pleisterplaats was.
Op de eerste verdieping van het gebouw bestond vroeger een mooie kapel die later door de nieuwe eigenaars werd afgebroken wegens verbouwingskosten. Naar men ons vertelde verbleef de echtgenote van de ridder in deze kapel tijdens de samenkomsten in de zaal van het geheim genootschap. Nog in leven zijnde familieleden van ridder Amadeus de Schoutheete wilden het volgende vertellen. Toen hij, na de dood van zijn echtgenote, naar Parijs verhuisde, werden al zijn persoonlijke bezittingen ingepakt. Op een gegeven ogenblik vielen bij het leegmaken van een kast een aantal zwartomrande brieven in de handen van een van de kinderen. Angstvallig trok hij die terug uit hun handen en wierp ze onmiddellijk in het vuur. Waarom, blijft een open vraag ?
Een voorlopige hypothese
Gezien de bouw van de Egyptische zaal geschiedde in de periode tussen 1867 en 1877, vermoedelijk zelfs in 1874, en de Schoutheete het pand reeds verlaten had in 1887-88 kan het overlijden van zijn vrouw op 3/5/1887 vermoedelijk de reden zijn geweest van zijn vertrek naar Parijs. Het blijft niet uitgesloten dat hij in geldmoeilijkheden zou zijn geraakt ! Tenslotte verkochten de drie dochters het aan de Zusters van Liefde voor het luttele bedrag van 110.000 bfr. Aangezien De Schoutheete zelf een verwoed oudheidkundige was en ons enkele werken heeft nagelaten kan het niet uitgesloten zijn dat hij deze zaal als eetzaal gebruikte. Dit werd onlangs bevestigd door een nabestaande van hem die ambassadeur is van Japan. Doch lijkt het mij onaannemelijk dat vooral de ligging van deze Tempel en haar rituele indeling zouden gekonstrueerd zijn voor de butler, de diensters en de keukenpieten.
Een ander hoogst merkwaardig feit is dat De Schoutheete huwde met de Engelse Ellena Webb. De occulte geschiedenis leert ons dat er tussen Groot-Brittannië, België en Frankrijk in vorige eeuw een nauwe band bestond op esoterisch vlak. Dit feit wordt o.a. bevestigd door een grafmonument nabij de grafkelder van Goblet dAlviella, rechts van de ingang, naast de eerste twee sfinx die een gevleugelde zonneschijf draagt op een marmeren obelisk. De begravene is een Brit !
Andere feiten die onlangs aan het licht kwamen doen vermoeden dat De Schoutheete lid werd van een Rozekruiserskapittel te Parijs na zijn vertrek uit Sint-Niklaas. De bindingen die er nu nog overblijven zijn misschien dan nog wel te vinden binnen de Golden Dawn, de S.R.I.A. en de Memphis-Misraïm Loges. Hierbij in acht genomen dat er ook in Londen een gelijkaardige Tempel is gevonden doet ons weer andere sporen onderzoeken.
----------------------------------------------------------------------
Het resultaat van bovenstaande tekst dateert van 1981.
Ondertussen werden andere gelijkaardige complexen gevonden. De voorzitter van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het land van Waas berichtte me op 24/10/1998 dat er in de Kasteeldreef te Temse eveneens een Egyptische zaal werd aangetroffen. Een ander complex vinden we in de salle de compagnie in het kasteel van Bazel te Kruibeke welke in 1906 ingericht werd door graaf Vilain. Ook deze zaal bevat veel Egyptische elementen.
Tot nog toe werd geen enkel bewijs gevonden dat welk complex dan ook tot een broederschap zou hebben behoord.