terug naar boekenpagina FAMA
 
MAÇONNIEKE MEEZINGERS
 
T. de Boer en J.H. Landwehr
 
ISBN 9072 03 2012

Ten geleide
 
Er is een oude spreuk van onbekende herkomst, die vaststelt: "Frisia non cantat" = Friesland zingt niet. Het is niet duidelijk of dit slechts een nuchter oordeel of een vrij bitse veroordeling inhoudt, maar de constatering dat de Friezen niet kunnen of niet willen zingen, heeft in ieder geval reeds een lang leven. Friesland was vroeger groter dan onze huidige provincie van die naam. Of het werkelijk als het kustgebied van Boulogne tot Jutland beschouwd moet worden staat te bezien, maar het omvatte zeker een groot deel van het Noorden van ons land. Misschien moeten wij de spreuk daarom tegenwoordig een beetje anders lezen en zeggen: "Nederland zingt niet". Dat klinkt nogal negatief en kan onmiddellijk bestreden worden met te wijzen op de vele zangkoren die Nederland gelukkig rijk is - maar hoeveel moeite moeten die niet doen om hun peil te handhaven door jongere leden aan te trekken ter vervanging van versleten stemmen! Het schijnt dat een groot deel van onze jeugd de eerste twee regels van ons volkslied wel zo ongeveer kent, maar dat een verdere kennis van de zestiende-eeuwse tekst van het Wilhelmus ontbreekt! Dat is niet alleen met onze jeugd het geval ten opzichte van het Wilhelmus - een van de weinige nationale liederen in de wereld dat niet snoeft over eigen grootheid en moed, of snode tegenstanders met de dood bedreigt! - maar eveneens met vele andere liederen van onze Nederlandse liederen-schat. De eerste regels kennen we zo'n beetje en de melodie is in ons geheugen aanwezig; de rest van de tekst zijn we kwijt. Dit verschijnsel zal wel te maken hebben met de in het begin van deze eeuw begonnen verschuiving van actieve muziekbeoefening naar passieve muziekconsumptie. Thuis musiceren, hetzij door middel van instrumenten, of met de eigen stem, werd eerst door de grammofoon, daarna door de radio en tenslotte door de televisie een zaak van het verleden. Toen was huismuziek een doodnormale zaak in alle lagen van de bevolking; de vele liederenbundels die vroeger gedrukt en gebruikt werden, bewijzen dat. Bij die zangbundels van allerlei aard kwamen ook gespecialiseerde voor, die bedoeld waren voor aparte groepen in de bevolking. Er werden bijvoorbeeld liederen voor Vrijmetselaars uitgegeven, want in de loges werd opgewekt gemusiceerd en gezongen. Mozart heeft in de 18e eeuw zijn maçonnieke muziek niet voor niets geschreven, zoals nog in onze eeuw Willem Pijper zijn Zes Adagio's als muziek bij de Inwijdingen in de Loge componeerde. Maar in ons land, waarin we met mondjesmaat zingen en tekstkennis die niet verder reikt dan de eerste twee regels, voldoende vinden, is die traditie van zang en muziek in de Loge bijna geheel verdwenen, zodat ook daar die oude spreuk over Friesland bewaarheid wordt. Daarom wil de Stichting Fama Fraternitatis met de uitgave van Maçonnieke Meezingers een aantal vrijmetselaarsliederen uit het verleden onder de aandacht van belangstellenden brengen. Met als uitgangspunt La Lire Mafonne, een uitgave van R. van Laak, Libraire à la Haye, uit het jaar 1775, hebben de bestuursleden T. de Boer en J.H. Landwehr een keuze gemaakt van liederen uit het verleden, die ook in ons heden nog gezongen kunnen worden. De grote aandacht en de vele uren die zij aan dit werk besteed hebben, vinden een eerste beloning in de publikatie van deze zangbundel; hun grootste voldoening zal liggen in een enthousiast gebruik van deze liederen door de loges.
 
dr. P.J. Barnouw
Voorzitter Stichting Fama Fraternitatis
 
 
Voor inlichtingen en bestellingen
e-mail FAMA
terug naar boekenpagina FAMA