thema's

19 oktober 1996
Thema: new age/cultuur
Door: Hans de Bruin

"Divine Wisdom"


Het afgelopen jaar woedde er in de media, weer eens een stevige discussie over het antroposofisch gedachtengoed, zoals dat met name door Rudolf Steiner is vormgegeven. De kritiek gaat echter zelden in op de maatschappelijke en politieke betekenis van de antroposofie. Dit geldt in het algemeen voor discussies over dit soort groepen. Linkse groepen houden zich liever niet zo bezig met deze materie. Met die 'zweverige' verhalen over spiritisme, occultisme, aura's, astrologie, etc. kunnen we niets, het is te ongrijpbaar. Maar de vraag is of dat terecht is. De groeiende maatschappelijke behoefte aan sekten en goeroes is in wezen een even groot probleem als de economische 'wanorde', die we wel op onze 'agenda' zetten. In de onlangs verschenen studie "The politics of divine wisdom" laat Herman de Tollenaere, middels een uitgebreid onderzoek naar de politieke betekenis van een andere, nauw met de antroposofie verbonden stroming: de theosofie, zien hoe groot de politieke betekenis van dit soort 'religieuze' stromingen kan zijn en dat er wel degelijk voldoende redenen zijn om je er tegenaan te bemoeien.

Eén van de belangrijke argumenten die tegen de antroposofie wordt aangevoerd is dat de kern van Steiners opvattingen, van zijn mensbeeld, racistisch zou zijn. Steiners stelde bijv. dat 'het zwarte ras nog in het stadium van een klein kind zou verkeren'of dat zwangere vrouwen door het lezen van negerromans, of door het luisteren naar jazz kinderen konden krijgen met een donkere huid en mulattenhaar. Sommige kritische leden van de Antroposofische Vereniging zijn van mening dat dit deels moet worden gezien binnen de tijdgeest van begin deze eeuw, waarin Steiner zijn visie op papier zette, maar het is niet echt een excuus. En hoewel we inmiddels aan het eind van de 20ste eeuw zijn aanbeland - en in de replieken soms wordt vergeten dat de kritiek op de antroposofie niet van de laatste tijd is - bevatten ook de huidige lesprogramma's van de Vrije Scholen nog teksten als: "Negers hebben dikke lippen en een groot gevoel voor ritmiek" en "de altijd blijvende glimlach van de gele mens verbergt de emoties." Ook binnen antroposofische kringen wordt er steeds meer geageerd. Bijvoorbeeld door de Duitse groep 'Die Junge Antroposophen'. Zij proberen al enkele jaren Steiners leer te zuiveren van racistische elementen. Ze hebben o.a. een serie vlugschriften gepubliceerd (de Flensburger Hefte), waarin de overeenkomsten tussen de antroposofie en het nationaal-socialistische racisme worden aangetoond. De buitenstaanders staan in hun kritiek dus niet alleen.

In een aantal van de kritische artikelen over de antroposofie werd soms zijdelings teruggegrepen op de bron waaruit Steiner zelf weer putte: de theosofie, en daarbij met name op de geschriften van de oprichtster van de Theosophical Society : Madam H.P.Blavatsky. Steiner was lange tijd zelf een prominent lid van de Theosofische Vereniging, (hij was lange tijd secretaris-generaal van de belangrijke Duitse afdeling, tot hij 1913 na zware meningsverschillen uit de Theosofische Vereniging stapte en zijn eigen Anthroposofische Gesellschaft stichtte, waarbij het overgrote deel van de Duitse leden meeging ). In zijn hoogtijdagen, in de jaren '20 en '30, had de Theosofische Vereniging wereldwijd ruim 100.000 leden, veelal uit bestuurlijke, aristocratische en militaire kringen. Op dit moment heeft de Vereniging nog slechts 26.000 leden (1) , maar het gedachtengoed is inmiddels terug te vinden in veel andere New Age-stromingen en dat gaat veel verder dan het aantal leden van een organisatie. Esoterische boeken vliegen als warme broodjes de winkel uit. In 1992 ging 10% van het totale aantal verkochte boeken over New Age en vermoedelijk is het inmiddels nog meer als je naar de boeken-toptienen kijkt. New Age-uitgeverij Ankh Hermes (een dochter van uitgeverij Kluwer) is één van de grote verspreiders van o.a. boeken van en over Blavatsky, theosofie en andere esoterische onderwerpen. Tussen '63 en '93 verkochten zij 7 miljoen New Age-titels. Reden genoeg om het niet te negeren, omdat de esoterische denkbeelden weliswaar a-politiek lijken te zijn, maar in de praktijk natuurlijk wel een politiek betekenis hebben.
Het boek "The politics of divine wisdom" van Herman de Tollenaere, is een studie naar de politieke betekenis van de theosofische beweging en behandelt met name de verhouding t.o.v. de arbeiders-, de vrouwen-, en nationalistische bewegingen in Indonesië en Azië in de periode van 1875 tot 1947.

De Theosofische Vereniging

De Theosophical Society, werd in 1875 in New York opgericht door Madam Blavatsky (in de theosofische wandelgangen aangeduid als HPB) en de advocaat Henry Steel Olcott (een voormalige kolonel in de Amerikaanse burgeroorlog), W.Q. Judge en nog dertien anderen. De Society moest overal ter wereld de heilsboodschap van Blavatsky (1831-1891) gaan verkondigen, die haar ingefluisterd zou zijn door de 'Tibetaanse Meesters'. De belangrijkste doeleinden van de vereniging waren: "het vormen van een kern van de Algemene Broederschap der Mensheid"(The Great White Brotherhood); "het aanmoedigen van de studie van Arische en andere geschriften alsmede van 's werelds godsdiensten en wetenschappen", en "het naspeuren van de geheimen der Natuur onder elk mogelijk aanzicht, en in het bijzonder van de psychische en geestelijke vermogens, die nog in den Mensch sluimeren."
Steiner beschouwde de Theosofische Vereniging als een vervulling van een profetie van Nostradamus: "Wanneer de 19 eeuw tot een einde zal zijn gekomen, zal een van de Broeders van Hermes uit Azië komen en zal de mensheid weer verenigen. Blavatsky was deze 'broeder'uit Azië, die ook door andere theosofen werd beschouwd als een man in een vrouwenlichaam (!).
De ideologische grondslag van de Theosophical Society werd door Madam Blavatsky beschreven in het in 1888 gepubliceerde boek "The Secret Doctrine"(de Geheime Leer), een 2500 pagina's dikke theosofische bijbel. Ze zei haar ideeën telepatisch te ontvangen van Boeddhistische leermeesters (the Masters of Wisdom and Compassion), die ergens verborgen in de Himalaya zouden leven en beschikten over miljoenen jaren oude kennis. Al eerder gaven die volgens haar gedeelten van hun kennis aan bijv. Plato, Socrates, Krishna, Lao-Tze, Gautama de Boeddha, Jezus en Mohammed, die allen in de theosofische traditie worden geplaatst. (2) Madam Blavatsky plaatste zichzelf zonder veel gêne in dit 'illustere' gezelschap.
De theosofie is een mix van (veelal oosterse) religies, quasi-wetenschap en filosofie: "Theosofie is geen godsdienst of sekte, maar een levensfilosofie die een dieper inzicht geeft in de struktuur van mens en kosmos. Ze laat zien dat moraliteit gebaseerd is op deze struktuur, waarvan de mens een instinktief besef heeft. Door middel van leringen over o.a. karma, reïncarnatie en evolutie wordt een samenhangende en begrijpelijke verklaring gegeven voor de vele vraagstukken van het leven."(3) In de praktijk wordt de theosofie door aanhangers beschouwd als een 'super-religie' en een 'super-wetenschap', dat volgens de theosoof de Purucker "niet door normaal menselijk intellect kan worden begrepen."(4) De pretenties zijn enorm: "de filosofie van de theosofie heeft antwoorden op alle vragen, verklaringen voor alle fenomenen en kent geen onoplosbare problemen."De theosofie ontkent chaos en toeval: alles is van te voren bepaald. Om dat te bewijzen nam Blavatsky uit het Hindoeïsme de opvattingen over karma en reïncarnatie over. Was dit in het Hindoeïsme gekoppeld aan het kastensysteem (de leer dat 'oudere zielen' verder zijn in de spirituele evolutie dan 'jongere zielen', HPB koppelde deze visie binnen het theosofisch gedachtengoed ook aan sociale klassen en aan een doctrine over het 'arische ras' en de superioriteit van rassen.
Het was geen toeval dat de theosofie werd ontwikkeld in een periode dat enerzijds de wetenschap grote doorbraken maakte. Darwin kwam in 1859 met zijn evolutietheorie in The Origin of Species , waarmee de gangbare christelijk opvattingen werden ondermijnd; de opkomst van het socialisme en communisme (in 1848 het "Communistisch Manifest"en in 1867 "Het Kapitaal"; en de opkomst van vrouwen- en nationale onafhankelijkheidsbewegingen. Dit alles zorgde voor veel sociale onrust. Was het toeval dat de theosofische opvattingen met name aansloegen bij hogere en middenklassen in bijv. Europa, de VS en India?
Madam Blavatsky ontwikkelde als tegenhanger van Darwin een geheel eigen evolutietheorie gebaseerd op het idee van 'zeven wortelrassen'. Het is een fantastisch verhaal, waar je anno nu met ongeloof tegen aan kijkt, maar ook de huidige theosofen dwepen nog steeds met de 'genialiteit' van Blavatsky. De club Via Theosofia schrijft bijv. in '96 over de theosofie: "Door middel van leringen over o.a. karma, reïncarnatie en evolutie wordt een samenhangende en begrijpelijke verklaring gegeven voor de vele vraagstukken van het leven."Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat met name die evolutieverhalen, de ideeën over het arische ras, zware politieke gevolgen hebben gehad.

De Geheime Leer

De evolutieopvattingen van Blavatsky zijn te fantastisch om ze niet wat uitgebreider te beschrijven.(5) Volgens "De Geheime Leer", bestond de schepping in den beginne uit een "universele elektrische oceaan"en uit deze bron zouden zeven 'wortelrassen' ontstaan. Ieder 'wortelras' kende een cyclus van zeven 'rondtes', die zich ieder op een afzonderlijk continent zouden afspelen. Het eerste wortelras werd voorafgegaan door een chaotische periode waarin de universele elektrische oceaan slechts draconische creaturen voortbracht. De 'goddelijke natuur van de schepping' werd zichtbaar met het eerste wortelras, dat geslachtsloos en niet-stoffelijk van structuur was. Deze wezens riepen op een of andere wijze een goddelijke toorn over zich af en werden gestraft met "een vonnis van gevangenschap in de laagste sfeer die onze aarde is; in de duisternis van de stof". Volgens "De Geheime Leer"zou het zevende en laatste, ver in de toekomst te vormen wortelras, weer terugkeren naar het onvergankelijke heilige land. Hyperboreia was de naam van het continent waar het tweede wortelras zijn rondtes beleefde. De Hyperboreërs waren evenals het eerste wortelras zonder geslacht; zij plantten zich voort als een plant. Ook de Hyperboreërs werden gekenmerkt door een etherische verschijningsvorm, maar tegen het einde van de cyclus begon dit 'stamras' steeds meer te 'materialiseren'. Zo ontstond iets dat leek op de eerste mens.
In Lemuria, zich uitstrekkend van Madagaskar tot ver de Indische Oceaan, ontstond vervolgens het derde wortelras, waarbij het astrale lichaam "steeds dichter met vlees bedekt raakte". De Lemurianen, die zich voortplantten door middel van eieren, ontwikkelden volgens Blavatsky voor het eerst in de schepping van de mensheid een skelet. Dit ras communiceerde via eenvoudige vormen van telepathie en viel voor het eerst in een mannelijke en vrouwelijke component uiteen. Dit proces ging tevens gepaard aan de ontwikkeling van een individueel denkvermogen, de rede. De Lemurische mens maakte zich volgens dezelfde leer echter schuldig aan 'bestialiteiten', door zich over te geven aan 'sodomistische praktijken met reusachtige vrouwelijke dieren'. Hetgeen tot gevolg had dat er 'reusachtige mensachtige monsters' ontstonden, zoals de lagere apensoorten, maar ook de dinosaurussen en andere 'draken'.
Nadat Lemuria in de golven was verdwenen ontstond zo'n achttien miljoen jaar geleden op het nieuwe gevormde continent Atlantis het vierde wortelras, gekenmerkt door een verhard skelet en een gedifferentieerd organenstelsel. Dit was het begin van het 'zuiver menselijke tijdperk'; het Atlantische wortelras ontwikkelde de spraak, aangevuld met steeds verfijndere telepathische technieken, samengebundeld in een zogenaamd 'derde oog'. Volgens "De Geheime Leer"werd er in Atlantis een soort supermens geboren, de Ariër genaamd, een 'Lichtmens' die zich na de ondergang van het Rijk over Europa en Klein-Azië verspreidde, aldaar het vijfde wortelras vormend, bestemd om te heersen over de materie. Dit gebeurde nadat verschillende 'onderrassen' in Atlantis zich met elkaar hadden vermengd, aldus de wording van de gekleurde volkeren van later in gang zettend. Ook hadden de Atlantiërs zich in navolging van de Lemurianen bezondigd aan bestiale praktijken. De antropoïde aap was een voortbrengsel van deze praktijken, aldus Blavatsky, die zo precies het tegenovergestelde beweerde van Darwins evolutietheorie, die ervan uitging dat de mens afstamde van de aap. De aap was in Blavatsky's woorden, net als alle andere diersoorten 'een gedegenereerde mens'. Tot deze categorie van bestiaal tot stand gekomen dwalingen van de schepping rekende Blavatsky ook de Bosjesmannen en bepaalde andere Afrikaanse stammen, "lagere menselijke schepselen die thans gelukkig - ten gevolge van de wijze ordening der natuur, welke altijd in die richting werkt - snel uitsterven".
Nadat Atlantis zo'n zestig eeuwen geleden door een zondvloed verging, zo wilde "De Geheime Leer", trok een hoge kaste van Arische opperpriesters via Scandinavië naar Centraal Europa en naar de Gobivlakte, het toen nog uiterst vruchtbare gebied in het zuiden van China. Het nieuwe rijk in de Gobi ging echter door verwoestijning ten gronde, en de weinige overlevenden trokken de Himalaya in, naar Tibet, waar volgens sommige theosofische bronnen in de spelonken twee verborgen Arische gemeenschappen werden gevestigd, Agartha en Shambalha, die leiding gaven aan het verdere evolutieproces van het Arische wortelras.

racistische opvattingen

Volgens Blavatsky voerde het Arische wortelras, de vijfde in een rij van zeven, de boventoon in de moderne tijd. Dit rond een zonne-orakel gecentreerde ras stond bijvoorbeeld in tegenstelling met het jodendom, dat volgens "De Geheime Leer" moest worden gezien als een 'maanvolk', geneigd tot intellectuele reflectie, zoals de maan ook het licht van de zon weerkaatst.
Volgens Blavatsky vormde het jodendom weliswaar een 'zijtak' van het Ariërdom, maar zij maakte een scherp onderscheid tussen de Arische en de Semitische 'kosmogonie'. Elders in "De Geheime Leer" stelde Blavatsky onomwonden dat deze 'hylische gebondenheid' van de joden leidde tot de "eigenaardige gebreken, die vele Joden tot heden te kenmerken - grof realisme, zelfzucht en zinnelijkheid". De ware vertegenwoordigers van het Arische wortelras waren juist bestemd om los te komen van de materie en weer in 'het astrale' over te gaan, aldus de keten vormend naar de toestand van de alle vormen scheppende oceaan van elektronen van het Onvergankelijke Heilige Land, die de schepping van de mensheid ooit in gang zette. Dit zou gebeuren tijdens het zesde en zevende wortelras, een gebeurtenis die nog in de toekomst lag en die als de vervolmaking van het leven op aarde moest worden gezien, de kroon op de schepping.

De evolutietheorie van Blavatsky is niet alleen tegengesteld (6) aan wat Darwin aan basisideeën ontwikkelde en wat ook nu nog door de meeste wetenschappers wordt onderschreven (christelijke fundamentalisten van het EO-soort daargelaten!), ze was ook van mening dat de toekomst al vast lag: "Aldus zal de mensheid haar voorgeschreven pelgrimstocht afleggen", schreef Blavatsky. "Geen enkele van haar eenheden kan haar onbewuste roeping ontgaan of zich onttrekken aan de last mede te arbeiden aan de natuur, terwijl een reeks van minder begunstigde groepen, de mislukkelingen, uit het menselijk gezin zullen verdwijnen zonder een spoor na te laten. (...) Over de ganse wereld worden stammen gedecimeerd, wier tijd om is. Het is onjuist te beweren dat het uitroeien van een laagstaand ras uitsluitend het gevolg is van de wreedheden of mishandeling van de zijde van de kolonisten. Niets vermag hen te redden die hun loopbaan afgelegd hebben. (...) De ethologie zal vroeg of laat met de occultisten moeten erkennen dat de ware oplossing gezocht moet worden in een juist begrip van de werktuigen van Karma. Roodhuiden, Eskimo's, Papoea's, Aboriginals, Polynesiërs enzovoorts zijn allen aan het uitsterven. Zij die inzien dat elk wortelras een toonladder van zeven onderrassen doorloopt, zullen het "waarom" begrijpen. De incarnerende ego's zijn aan hen voorbijgegaan, om ondervinding op te doen in beter ontwikkelde en minder door ouderdom versleten stammen, en hun vernietiging is derhalve een karmische noodzakelijkheid."(7)

En zo kun je dus van alles verklaren. De evolutieopvatting van Blavatsky oogt als een wetenschappelijk sprookje, maar levert wel verpakt in een schijnbaar onschadelijke levensbeschouwelijke visie (8) politieke ideeën die geheel anders uitwerken. Zeven jaar na de oprichting verhuisde het theosofische hoofdkwartier naar Adyar in de toenmalige Engelse kolonie India. Tot op de dag van vandaag hebben de theosofen in deze buitenwijk van Madras een luxueus tropisch paradijsje van een paar 100 hectare. Buiten de muren van het centrum, in het hectische Madras, zwoegen 5 miljoen arme Indiërs. Een latere opvolgster van Blavatsky's als president van de TV, Alice Ann Bailey (1880-1949) legde uit dat die armoede niets met het kolonialisme van doen heeft: "De oosterling, in het bijzonder de inwoner van India, mist de wil, de dynamische drijfveer en het vermogen die innerlijke drang op zichzelf uit te oefenen, die bepaalde gevolgen teweeg zal brengen. Dat is de reden waardoor die speciale beschaving zich zo slecht aanpast aan de moderne beschaving en dat is ook de reden dat de bewoners van India zo weinig vooruitgang maken langs de lijnen van geordend gemeentelijk en nationaal leven en waardoor zij zo ten achter zijn wat modern beschaafd leven betreft."(9)

Een andere opvolgster van HPB, Annie Besant (1847-1933), die voor haar overgang naar de theosofen nog een belangrijke rol speelde in de Engelse suffragettebeweging (de voorloopster van de vrouwenbeweging), ontpopte zich zelfs als een verwoed tegenstander van Gandhi in zijn strijd voor een onafhankelijk India. Ze verafschuwde zijn voornemen het kastensysteem af te schaffen.

Ariërs

Eén van de begrippen die Blavatsky hanteerde, en die ook bij Steiner's antroposofie de grootste weerstand oproept, is het 'Ariërbegrip'. Op zich is het feit dat Blavatsky en Steiner daarmee in de weer waren niet uniek. Het komt overeen met rassentheoriën, die midden vorige eeuw gangbaar waren in bepaalde kringen. De Duitse professor in de anatomie Carl Gustav Carus schreef in 1849 een brochure ("Denkschrift"), waarin hij een sterk racistische indeling gaf van volkeren op basis van de stand van de zon: "Tag", "Nacht" en "Dämmerung". De 'nachtvolkeren', die dus gebrek aan licht hadden, waren de donkergekleurde bewoners van Afrika, de 'schemeringsvolkeren' waren de Indianen en de Aziaten. En het 'dagvolk' was het blanke Arische ras. De onderverdeling van de mensheid naar de verschillende lichtfasen kwam volgens Carus overeen met de vorm van de schedels van de verschillende rassen. De Ariër had de meest ideale schedelvorm met de grootste herseninhoud en kende daardoor de rijkste en belangrijkste cultuur. In het systeem van Carus vormden de blonde Ariërs het eigenlijke zonneras, die als "Blüthe der Menschheit" de hoogste trede van de spirituele ladder bezetten.(10)

Dit soort racistische denkbeelden waren in de tweede helft van de vorige eeuw zeer gangbaar (dit wordt vaak als argument gehanteerd om Blavatsky en Steiner te verontschuldigen - wat natuurlijk een vreemd argument is als je wel gelooft dat het een spirituele visie is die is aangedragen door 'Meesters', die de hoogste graad van Verlichting hebben bereikt!). Naast Carus schreven ook auteurs als Arthur de Gobineau, Houston, Stewart Chamberlain en Vacher de Lapouge over dit 'Arische superras'. Naar het einde van deze eeuw ontwikkelde zich in Duitsland en Oostenrijk de 'Ariosofie', waarin het het Germaanse ras werd beschouwd als het ras van de toekomst, dat in een hevige strijd op leven en dood was verwikkeld met de niet-arische en dus inferieure rassen. In deze Germaanse Ariër-mystiek werd het hakenkruis (het zonnerad) als symbool gebruikt, dat we ook (en nog steeds!) terugvinden bij de theosofen. De latere Nazileiders Himmler, Hess, Göring en Bormann zijn allemaal theosoof geweest. Hoewel de theosofische beweging na de Tweede Wereldoorlog terughoudender is geworden met het begrip Ariër (men gebruikt nu liever het begrip 'westerling', staan de werken van de 'geniale' Madam Blavatsky nog steeds centraal en worden ze nog altijd druk bestudeerd: er is nog steeds een vreemde behoefte aan het zoeken naar het 'verhevene'. Op de vorige landelijke conventie van het Theosofisch Genootschap pleitte de Leidse loge voor een 'geestelijke aristocratie' die de mensheid leiding zal geven. "Zonder ideale leiders geen ideale staat!", aldus de loge, "ideale leiders zijn op de hoogte van de plaats en functie van de mensheid in de kosmos, en kunnen op grond van hun inzichten in de universele grondpatronen van het leven deze naar analogie vertalen naar de menselijke maatschappij."(9) Het zal geen verbazing wekken dat theosofen, met hun geloof in een geestelijke rangorde, sterk hechten aan hiërarchie. Hiërarchie is de "third jewel' van de 'Seven Jewels of Wisdom', die de theosofie kent: "This principle of nature is not well-known. Yet Plato and Pythagoras taught it in their academies. They stated the hierarchical structure of nature to be a fact. Indeed, we can observe some remarkable examples in nature and elsewhere that point clearly in this direction."(10) Hun visie op leiderschap leidde tot opmerkelijke uitspraken. Na de dood van Annie Besant werd ze opgevolgd als president van de TV door George Arundale. Deze schreef in 1933, toen Hitler net was begonnen met zijn Duizendjarige Rijk en het anti-semitisme al openlijk werd uitgedragen: "We moeten leren onderscheiden als er grote krachten aan het werk zijn, zelfs als het vormen aanneemt die onaangenaam zijn voor onze individuele natuur. Hitler en Mussolini zijn Mannen of we hun methodes nu goedkeuren of niet. Ze hadden hun positie niet kunnen bereiken, als ze niet uit het hout van waren gesneden dat Mannen maakt, en we moeten ons herinneren dat Mannen niet noodzakelijkerwijs gemaakt zijn uit het hout, waaruit we persoonlijk denken dat ze gemaakt zouden moeten zijn .... Als ze van kleine kinderen houden en lief voor ze zijn, kan hen niet alleen alles worden vergeven, maar het kan ook gerechtvaardigd zijn."

reïncarnatie

In 1874 dook de in de Oekraïne geboren H.P. Blavatsky op in Amerika. Ze was in 1831 geboren als Helena Petrovna von Hahn, dochter van een adellijke familie, verwant aan de Duitse familie Mecklenburg. Van haar moeder beweerde ze later (onterecht) dat ze verwant was aan de keizerlijke familie Romanov. Toen ze 17 was trouwde ze generaal Blavatsky. Onder die naam bleef ze bekend, hoewel ze al na een paar maanden weer gescheiden was. Over de periode na haar scheiding tot aan haar komst naar Amerika is weinig bekend. Voor ze naar de VS vertrok heeft ze een aantal maanden in Parijs gewoond, waar ze volgens Steiner onder de hoede van een Vrijmetselaarsloge zo werd bewerkt dat "uit haar ziel slechts datgene zou voortkomen wat men wilde." Zelf beweerde ze dat ze in de jaren ervoor intensieve kontakten in Tibet had gehad met de The Great White Brotherhood, ook bekend als de Meesters of de Mahatma's van de Transhimalayan Loge. Dat was een groep van oorspronkelijke menselijke wezens, die meestal in Tibet zouden verblijven en die door een hoge staat van 'verlichting' hun fysieke lichaam hadden verlaten en over miraculeuze krachten beschikten. Het ging om vier Meesters: Mahatma Koot Hoomi, Mahatma Morya, Meester Jezus van Nazareth en Meester Christiaan Rosenkreutz (de laatste bekend van de Rozenkruisers). De Himalaya was de vorige eeuw nog zeer ontoegankelijk voor westerlingen en de verhalen waren dus niet te controleren. Om de verhalen nog meer kracht bij te zetten stelde ze dat ze zelf de reïncarnatie was van Boeddha ("ik twijfel er niet aan dat ik een Boeddha ben, dat kleine bronzen beeldje ben ik, zoals ik duizend of tienduizend jaar geleden was" en "als je je door mij laat leiden dan zul je het licht van de waarheid en de kracht bereiken").

Met opmerkelijke reïncarnaties waren de leidende theosofen sowieso nogal scheutig. Medeoprichter van de Theosophical Society, kol. Olcott, zou bijv. de reïncarnatie zijn van de Indiase koning Ashoka. De latere voorzitster van de Society, Annie Besant, zou o.a. de reïncarnatie van Heracles zijn (eigenlijk weer een man in een vrouwenlichaam!). De opvolger van Mrs. Besant, George Arundale, werd een toekomst beloofd als Boeddha op de planeet Mercurius, hoewel dat later weer werd teruggetrokken (...). De planeten spelen ook al zo'n opmerkelijke rol in de theosofie. De al genoemde Rosenkreutz had op Mars gezeten en Ann Bailey riep de Boeddha terug van Mars om de Eerste Wereldoorlog te stoppen. Ene Sanat Kumara, de zoon van Brahma in het Hindoeïsme zou miljoenen jaren geleden van Venus naar de aarde gekomen zijn, samen met de Lords of the Flames (Besant:"Ik ben niet in staat om zo ver terug te gaan en iets te vertellen over het vertrek van Venus, maar ik heb hun aankomst gezien (paranormaal), Venus is meer ontwikkeld dan wij.") Ook de manen van Jupiter zouden bewoond zijn.
Rudolf Steiner stelde zelf de opeenvolgende reïncarnatie te zijn van Eabani, Kratylos, Aristoteles, Schionatulander en Thomas van Aquino. Bij een konflikt over de erkenning van een nieuwe Maitreya, de nieuwe wereldleraar, de Messias van de toekomst, wilde Annie Besant de jonge Jiddu Krishnamurti benoemen als de reïncarnatie van Christus, die de brenger zou zijn van een nieuwe wereldreligie en klaar was voor de komst van het zesde arische sub-ras. Steiner was daartegen (en zou later ook uit de Theosofische Vereniging stappen) kreeg in ruil voor zijn toestemming het aanbod om de reïncarnatie van Johannis de Doper te mogen zijn. Hij weigerde dat.....
Krishnamurti, die lange tijd een leerling was geweest van Besant, weigerde zelf ook om als de nieuwe Maitreya te worden beschouwd en werd vervolgens, na eerst bejubeld te zijn als de nieuwe Christus, uit de Theosofische Vereniging gegooid. (Krishnamurti heeft overigens een tijd in Nederland geleefd en is daar naar toe gehaald door o.a. Prins Hendrik, die ook theosofische sympathieën had. De echtgenoot van Wilhelmina, deelde die occulte interesses o.a. met vrienden die hij kende uit de Germanenorde en met zijn onechte zoon en halfbroer van Juliana: Mr. Lier.)

India en Indonesië

De anarchist Anton Constandse schreef in 1929 een brochure over de theosofie ("Hedendaags bijgeloof: spiritisme en Theosofie"): "Men kan zien dat deze nonsens zeer reactionair is ..... ik hoef niet aan te tonen dat deze fantasieën slechts tot doel hebben om de rijke kapitalisten gerust te stellen en zijn rijkdommen en verworven bezittingen veilig te stellen, want men leert de armen dat ze zich alleen door berouw en geduld kunnen verbeteren." "De achterlijkheid van de 'betere klassen' heeft zijn 'Idool' gevonden.
Hij schreef dit als kritiek op een boek van Mrs. Besant ("The Changing World"), waarin ze schreef: "In India .... zijn de armere klassen veel gelukkiger .... in plaats van hun buren geven ze zichzelf de schuld voor het ongemak van hun eigen positie, en kunnen soms bepalen dat hun volgende geboorte veel gelukkiger zal zijn, door nu het beste te maken van hun nadelen ....Als je nu met voeten wordt getreden, moet je herkennen dat het je eigen verleden is, dat op je huidige ik treedt."
Het citaat geeft aan wat voor een 'politieke' visie de theosofen over bijv. de toenmalige koloniën hadden.
Zoals gezegd de ledenlijst van de TV in Europa en de VS bevatte rond de eeuwwisseling veel namen uit de aristocratische wereld, uit het zakenleven en militairen. In Azië had de TV ook in een aantal landen ook een redelijke grote aanhang, met name in India, Ceylon en Indonesië, waar het theosofisch gedachtengoed aansloot bij het hindoeïsme. Ook in India werd met name aansluiting gevonden bij de Engelse kolonialen en Indiërs uit de hogere kasten. Over de aanwezigen op een bijeenkomst van de TV in Bombay in 1879 schreef hun eigen blad de "The Pioneer": "een paar honderd van de meest invloedrijke inlanders, bankiers, handelaren, fabriekseigenaars, geleerden, advocaten, etc..." Hetzelfde gold ook voor Indonesië. Veel Indonesische leden behoorden tot de Javaanse adel. Ook de vader van de latere president Soekarno was lid; Soekarno zelf, was ook opgevoed met theosofische opvattingen, maar distantieerde zich later van de theosofie naarmate zijn ideeën radicaler werden. Een aantal regeringsgezinde dagbladen (Bataviaasch Nieuwsblad, Pemitran en Neratja) werden geleid door theosofische redacteuren.
In zowel India als Indonesië ontstonden begin deze eeuw onafhankelijkheidsbewegingingen, die tegen de koloniale overheersing van Engeland en Nederland gericht waren. De Theosofische Vereniging bemoeide zich hier actief mee. Het feit dat veel leden van de TV belangrijke maatschappelijke functies hadden en baat hadden bij het handhaven van de bestaande orde is geen toeval. De Nederlandse theosoof Henk Spierenburg stelt nu nog (in een commentaar op de Tollenaere) dat er geen verband is tussen het handelen van individuele theosofen en de leringen van de theosofie. Herman de Tollenaere beschrijft echter zeer nauwgezet welke rol o.a. belangrijke leidende theosofen speelden in deze landen en daarbij regelmatig in aanvaring kwamen met vertegenwoordigers van die onafhankelijkheidsbewegingen (en ook van de arbeiders- en vrouwenbeweging), die daarbij vaak ook rechtstreeks de theosofie als conservatieve stroming aanvielen. Je kunt daarom stellen, zoals de Tollenaere doet dat de TV zich wel degelijk bewust politiek opstelde.

Ook de opvolgster van Blavatsky en voormalige socialiste Annie Besant, die in India woonde, bemoeide zich actief met de politiek (in 1917 werd ze zelfs gekozen tot president van het Indiase Nationale Congres) en kwam daarbij uiteindelijk in conflict met Gandhi, die streefde naar volledige onafhankelijkheid. Besant wilde dat India deel bleef van het Britse koninkrijk, met een verwijzing naar de 'heilige bloedband' tussen de 'Arische' Britten en de Indiase stamgenoten. Zij was van mening dat de non-coöperatie politiek van Gandhi niet verenigbaar was met haar spirituele beginselen.
De onafhankelijksbeweging in Indonesië werd o.a. gesteund door E. Douwes Dekker en Henk Sneevliet. Sneevliet kwam regelmatig in aanvaring met de theosofen (veel Nederlanders in Indonesië waren lid van de TV). In 1916 viel hij bijv. de Nederlandse vooraanstaande theosoof Van Hinloopen Labberton aan: "In eerste instantie hebben we deze theosoof als een idealist beschouwd, wiens idealen we niet de onze konden maken, wiens idealen we niet nodig hadden, maar die we respecteerden als een man die eerlijk van broederschap hield. Helaas, moeten we nu verklaren dat we tot de conclusie zijn gekomen dat Mr. v.H.L. in onze ogen niets verschilt van de propagandisten van de officiële religies, waarvan het idealisme slechts dienstbaar is aan het instandhouden van een sociale orde." Met de Indonesische marxisten, die in 1920 de PKI oprichten waren er voortdurend conflicten. De PKI verweet de theosofen steun aan de autoriteiten, bijv. nadat deze op bloedige wijze een opstand in het oliegebied Jambi hadden neergeslagen.

Van de theosofen wordt vaak gezegd dat ze vanuit hun leringen wel oog hadden voor de emancipatie van de mens. Ze hadden ook eigen scholen. o.a. ook in Nederland, maar met name in India, Ceylon en Indonesië. Die scholen kenden strikte scheidingen - ondanks hun universele opvattingen, want Annie Besant vond het niet aan te raden om kinderen met verschillende geloven op dezelfde school te hebben. Ook naar vrouwen toe hadden ze curieuze opvattingen. Ex-leraar en vooraanstaand theosoof Arundale zei daarover: "Ik zie geen redenen waarom het onderwijs voor meisjes niet substantieel hetzelfde zou zijn als voor jongens, maar wel met speciale aandacht voor het management en de schoonheid van het huis, voor de waarde van voedsel en eenvoudige medicijnen." Besant meende zelfs dat het onderwijs voor vrouwen gericht moest zijn op het voorbereiden van vrouwen op hun toekomst als de "Goddess of the home" en dat uit mond van iemand die voor haar theosofische carrière in Engeland furore had gemaakt als een fel strijdster voor vrouwenrechten. De ex-socialiste en voorvechtster van vrouwenrechten werd dan ook regelmatig vanuit de vrouwenbeweging bekritiseerd.

het heden

Rond 1900 had het Genootschap nog ruim 100 duizend leden. Er zijn nu nog afdelingen in 50 landen. De Nederlandse afdeling heeft in 5 steden loges. Iedere loge beschikt over een bibliotheek. Het internationale hoofdkwartier zit sinds 1971 in het Blavatskyhuis in Den Haag, daar herdenkt men ieder jaar op 8 mei, "Witte Lotusdag", de sterfdag van Blavatsky. In Den Haag vinden we ook de boekhandel van het Theosofisch Genootschap. De Nederlandse afdeling geeft het tijdschrift Lucifer uit en organiseert cursussen "anders denken" en lezingen over Blavatsky's ideeën. Op zich manifesteren theosofen zich tegenwoordig, net als antroposofen, niet direct op het politieke terrein, maar dat betekent niet dat hun 'levensbeschouwelijke' visie niet politiek is. De studie van Herman de Tollenaere toont aan dat dit soort visies niet a-politiek zijn.
Theosofen en antroposofen dragen - wellicht niet individueel, maar beslist wel in organisatieverband, vanuit de door hen nog steeds bewonderde opvattingen van Blavatsky en Steiner, medeverantwoordelijkheid voor de geschiedenis. Ze weigeren die medeverantwoordelijkheid te accepteren en gaan vrolijk door met het organiseren van cursussen en het publiceren van boeken. Deze stromingen mogen niet kritiekloos door de politiek genegeerd worden!


Herman de Tollenaere< The Politics of Divine Wisdom, Theosophy and Labour, National, and Woman's Movements in Indonesia and South Asia 1875 - 1947. Kath. Univ. Nijmegen. 459 blz. 59,- noten:
1. Volgens opgave van de Ned. theosoof Henk Spierenburg. Niet duidelijk is of dit ook het werkelijke aantal is, aangezien de Theosofische Vereniging te maken heeft gehad met vele opsplitsingen;
2. De Via Theosofia: "de vele theosofische organisaties in de wereld maken alle deel uit van een geestelijke beweging die even oud is als de denkende mensheid. In de loop der eeuwen zijn er vele leraren en mystici geweest die de theosofische grondgedachten bestudeerden en uitdroegen, zoals Plato, Socrates, Krishna, Lao-Tze, Gautama de Boeddha, Jezus en in onze moderne tijd Blavatsky en De Purucker." (http://www.euronet.nl/users/euser/viathe.htm);
3. Uit: Via Theosofia;
4. Zie "Divine Wisdom", pag. 17;
5. Met dank aan René Zwaap;
6. uit Theosophic Basic Parts: "Theosophy regards these processes as secondary processes and states clearly that consciousness is the primary factor in evolution. Moreover, evolution means literally, to e-volve, to manifest certain qualities (of consciousness in matter!). No phenomenon is possible without an active, intelligent force. (Are you still there?) Each phenomenon is evolved from Universal Life-Matter in a long line of differentiations. At the same time it is Life, involved in Matter. So, we have two concurrent processes, instead of just an empty transformation of forms as the Darwinists will have us believe."
7. zie: De Groene, 28-8-96, (http://www.dds.nl/~groene/);
8. uit Via Theosofia: "Theosofie geeft ons een sleutel om inzicht te krijgen in de oorzaken van het lijden in de wereld en de mogelijkheid tot opheffing daarvan. Het is geen kwestie van geloven op gezag maar van zelfonderzoek, logisch redeneren en intuïtie";
9. met dank aan "Lokaal Kabaal", (http://www.dsl.nl/media/lokabaal/);
10. uit Theosophic Basic Parts, (http://www.spiritweb.org/Spirit/Theosophy/theosophy-basics.ht ml);
11. zie J.W. de Groot in "Skript" zomer '96;



 
| terug naar begin van artikel |