1922 ANTIQUUS ARCANUS ORDO ROSAE RUBAE AUREAE CRUCIS


"Mijn geliefde is blank en rood, uitblinkend boven tienduizend. Zijn hoofd is fijn goud,gelouterd goud, zijn lokken zijn golvend, ravezwart."
( Hooglied 5 : 10-11 )

De ‘Antiquus Arcanus Ordo Rosae Rubae Aureae Crucis’ is eigenlijk een onderdeel van AMORC maar steeds onafhankelijk gebleven. Hun hoofdkwartier is het legendarische kasteel ‘Krämpelstein’. Het is dit kasteel waar Rudolf Steiner dikwijls naar verwijst. Zij kennen onder hun leden o.a. Franz Hartmann, Walter Heilmann, Friedrich Leinhard, Anna Sprengel, Max Heindel, enz.

De historische datum van deze Orde is terug te voeren tot het jaar 1922. In München vinden we Franz Hartmann ( Emmanuel ) en Heinrich Tränker ( Recnartus ) die samen met Albin Grau ( Pacitius ) uit Berlijn een loge oprichten met de naam ‘Pansophia’. Pansophia is de samenstelling van twee griekse woorden ‘pan’ en ‘sophie’ wat zo veel betekend als ‘volledige wijsheid’.

In 1930 verschijnt een geschrift ‘Pansophie-Verlag’ - ‘Die Pansofie der Rozenkreuz’ en ‘Der mystische Feuerschein’.

Na de dood van Tränker werd Walter Studinsky ( Waltarius ) de opvolger. Studinsky vestigde zich in Augsburg. Van hem verschijnt ‘Mytischen Glockenschlag’. Studinsky ontmoet Eduard Munninger ( Medardus ) ( 1901 - 12/2/1965 ). Munninger wordt de leider van deze Orde. Het was Munninger die samen met Martin Erler, die de eigenlijk opvolger was van Emile Dantinne, na de Tweede Wereldoorlog de Orde opnieuw op gang bracht. Martin Erler was Grootmeester van AMORC van 1949 tot 1954.

Munninger stierf op 12/02/1965 aan een hartaanval. Hij werd tijdelijk opgevolgd door Eduard Korbel op initiatief van Albert Babor ( Albus ) tot 1984.

Vanaf 1984 wordt deze Orde geleid door Karl Plank ( Augustinus ). Deze Orde betrekt haar materiaal uit de lessen van AMORC, zowel als materiaal van het O.T.O. ( Ordo Templi Orientis ) als andere.

Deze Orde die verkort als AAORRAC wordt weergegeven staat eveneens op de inwijdingscertificaten van AMORC.

 

 

1