Met "nieuw rechts" tegen de globalisering?

Ze zijn solidair met de indianen en voor culturele diversiteit. Ze willen af van het kapitalisme en de globalisering. En ze kennen hun rechtse én linkse klassieken. De intellectuele voorhoede van extreem-rechts lijkt zich te verzamelen rond het discussieblad Studie, Opbouw & Strijd (SOS). "Nieuw rechts" noemen ze zich, naar hun geestverwanten in vooral België en Frankrijk. Maar hoe nieuw zijn hun ideeën eigenlijk? Een analyse van de bijdragen van hoofdredacteuren Rüter en Veldman aan het recente zomernummer van SOS (nummer 13/14).

door Eric Krebbers

Nu het oude extreem-rechts à la Janmaat volledig ineen lijkt te storten, is in SOS een discussie gestart over de opbouw van een "nieuw" rechts. De extreem-rechtse denktank Voorpost en de Nederlandse Studenten Vereniging (NLSV) praten ook mee. "Nieuw rechts" richt zijn aandacht onder meer op de zwakke plekken van het "links-liberale gedachtengoed", zoals ze het zelf noemen. Men schurkt tegen allerlei linkse bewegingen aan en zoekt aanknopingspunten om aan de uitgangspunten van die bewegingen een extreem-rechtse draai te geven. Rüter en Veldman citeren bijvoorbeeld om de haverklap en met een overduidelijk sardonisch genoegen twijfelachtige uitspraken van "links-liberale" opinieleiders en geven die een ereplaats in hun "nieuw rechtse" nationalistische ideologie. Zo spannen ze onder meer Ton Lemaire, Hans Koning, Albert Stol, Umberto Eco en Stella Braam voor hun karretje en laten hen ongewild het gelijk van "nieuw rechts" bevestigen. Maar met hoeveel zelfvertrouwen ze hun vernieuwingsproject ook presenteren, hoezeer ze ook hun best doen welbespraakt en 'linksig' over te komen, aan het eind van hun verhaal voelen Rüter en Veldman zich toch weer genoodzaakt terug te vallen op de oude vertrouwde Blut und Boden-ideologie om hun argumenten kracht bij te zetten.

Een culturele revolutie
Het "nieuw rechtse" kopstuk Rüter is een overtuigd aanhanger van de ideeën van Gramsci, de Italiaanse communist die jarenlang levend begraven was in de kerkers van de Italiaanse fascist Mussolini. Volgens Gramsci heeft een revolutie pas kans van slagen als ook de cultuur van een land fundamenteel verandert, als de "culturele hegemonie" van de elite doorbroken wordt. Daartoe is een "culturele revolutie" nodig, en dat is precies wat Rüter voor ogen staat. Hij wil de "heersende links-liberale consensus" doorbreken. Die wordt ons opgelegd door "het grootkapitaal" en wordt georganiseerd door de staat. De hele maatschappij en ook ons denken moet volgens hem in de toekomst gebaseerd raken op zijn "nieuw rechts" nationalisme. Rüter is tegen de "mondialisering" en sympathiseert bijvoorbeeld met de strijd tegen het Multilateraal Akkoord inzake Investeringen (MAI). Hij raadt zijn lezerspubliek zelfs aan om eens kennis te nemen van de radikaal-linkse campagne "MAI niet gezien!". Zijn kameraden van NLSV raakten zelfs zo enthousiast dat ze de anti-MAI homepage ongevraagd linkten aan die van henzelf. Rüter haalt Marx aan, die ooit neerpende dat de neiging tot mondialisering al in het kapitaal zelf besloten ligt. En het mondiale kapitalisme verkoopt ook cultuur, benadrukt hij. Het "koloniseert de verbeelding" en dat leidt tot een mondiale "uniformisering van de leefwijze" en een "ontworteling van collectieve identiteiten en traditionele culturen".
R_ter wil dat de macht van "het grootkapitaal" wordt ingeperkt en pleit daartoe, net als de anti-MAI campagne, voor een "participatieve" of "directe democratie".
Rüter en Veldman ergeren zich vooral aan de cultuur van het "vooruitgangsdenken", waarmee alle wereldburgers door het kapitalisme bestookt worden. Veldman: "De meest fundamentele politieke scheidslijn loopt vandaag de dag niet meer tussen 'links' en 'rechts', maar tussen aan de ene kant de pleitbezorgers van de ongeremde economische groei, van de zogenaamde vooruitgang, zij die de mensen in eerste plaats zien als consument en de aarde als gebruiksvoorwerp, en aan de andere kant diegenen die", zoals Rüter het formuleert, "de gehele kosmische levensruimte willen delen met dier, plant en materie, en haar onbeschadigd aan de komende generaties willen overdragen." Veldman verklaart zich solidair "met volkeren die een strijd voeren voor het behoud van de eigen identiteit en met al diegenen die zich verzetten tegen de vernietiging van flora en fauna, tegen de ongebreidelde macht en invloed van multinationale ondernemingen en tegen de internationale consumptiemaatschappij."

Indiaans nationalisme
De Noord-Amerikaanse indianen staan hoog op de ranglijst van Veldmans troetelvolkeren. In zijn lange artikel "Indiaans nationalisme - de strijdbijl is nog niet begraven!", schetst hij uitgebreid de vernietiging van de "cultuur en identiteit" van de "autochtone volkeren" van Amerika. Die wordt volgens hem veroorzaakt door de "massale instroom van vreemdelingen, die aan de cultuur en religie van de inheemse bevolking geen boodschap hebben." Veldman stelt de christelijke cultuur en de vooruitgang verantwoordelijk voor al het onrecht dat de indianen is aangedaan. Hij citeert graag de bekende indiaanse schrijver Vine Deloria Jr., die niets meer met het christendom, het kapitalisme of linkse solidariteit te maken wil hebben. Dat zou allemaal maar import zijn. "De meeste indianen zijn nationalisten. Dat wil zeggen dat ze zich in de eerste plaats bezorgd maken over de ontwikkeling en bestendiging van de stam", heeft Deloria Jr. eens gezegd.
Net als veel linksen neemt Veldman het op voor de indiaanse activist Leonard Peltier, die al 23 jaar onschuldig gevangen zit. En hij maakt ook flink propaganda voor de Nanai Notes, een blaadje van de indianen-solidariteitsbeweging in Nederland. Met "nieuw rechts" wil Veldman meeprofiteren van de sympathie waarop indianen hier kunnen rekenen. "Het onlogische is dat men de eigenheid en identiteitsbeleving wel looft en prijst als het over haast volledig uitgestorven en uitgeroeide minderheden gaat of over absoluut 'ongevaarlijke' mini-volkeren, maar diezelfde waarden onmiddellijk verdacht maakt en verkettert als ze een strijdbaar nationalisme voeden bij een wat groter volk", aldus Veldman. Die gemakshalve over het hoofd ziet dat de geschiedenisboeken vol staan met "minderheden" die uitgeroeid werden, juist door een "wat groter volk" met zo'n "strijdbaar nationalisme".

Spirituele genocide
Maar Veldman heeft meer pijlen op zijn boog. Hij probeert zijn "strijdbaar nationalisme" ook te verkopen via de ideeën van Trudell, de invloedrijkste indiaanse leider uit de jaren zeventig. Die haatte het christendom en zag het als een "spirituele genocide waarvan het blanke volk zelf eerst het slachtoffer werd". Dat gebeurde volgens Trudell in de Middeleeuwen, nog voordat het geloof naar Amerika werd geëxporteerd. "Onze eigenheid" zou toen onderdrukt zijn, precies zoals later bij de indianen. Dus wanneer Veldman nu uitroept: "De indiaanse strijd is onze strijd!", dan bedoelt hij dat letterlijk. Net als de indianen moeten Nederlanders hun "eigenheid" terugvinden en "in de eerste plaats nationalisten" worden. Iemand die zich ook voor de indianen inzet is de linkse activiste Stella Braam. In haar boek "Stemmen van de Aarde" schreef ze onder meer: "De grond is de basis van het bestaan. Deze bewaart de wortels van hun beschaving en de heilige plaatsen van de voorouders". Dat deed Veldman vanzelfsprekend watertanden. "Gezien het feit dat zoveel goedbedoelende mensen de cultuur en levensbeschouwing van inheemse volkeren blijkbaar intrinsiek als waardevol beschouwen, is het verbazingwekkend dat Europeanen die zich op hun beurt eveneens afzetten tegen het westerse vooruitgangsdenken en die vaak terug op zoek gaan naar de eigen culturele wortels en identiteit, vaak op zoveel argwaan en weerstand kunnen rekenen van diegenen die hun waarden juist zeggen te delen." Voor-christelijke beschavingen en religies mogen op grote interesse van "nieuw rechts" rekenen. Onderzoekers als Koenraad Logghe speuren in oude geschriften naar tekenen van die vermeende blanke "eigenheid". Logghe schrijft zelf ook wel eens in SOS en in het zomernummer staat een lovende recensie van zijn nieuwste boek "De Graal: tussen heidense en christelijke erfenis". Aanvankelijk was de New Age uitgeverij Ankh Hermes van plan het boek de markt brengen, maar zag daar vanaf nadat de kritische New Age-watchers van SIMPOS Logghe's "nieuw rechtse" signatuur hadden onthuld. "Nieuw Rechts" haakt met dit soort onderzoek overigens ook aan bij de groeiende beweging van New Agers die geïnteresseerd zijn in de "Oude Noordse Tradities", een potentiële achterban.

Een feodaal ideeëngoed
Hoe nieuw is "nieuw rechts"? Het ouderwetse botte racisme lijkt op het eerste gezicht van de baan. Veldman verklaart zich zelfs solidair met inheemse volkeren, zolang ze niet hierheen komen. Hij zegt ook niets te voelen voor de "blinde solidariteit met blanken elders in de wereld" waar extreem-rechts zich vaak aan overgeeft. Toch blijkt er uiteindelijk weinig nieuws onder zon. "Nieuw rechts" blijft terug verlangen naar een mythisch verleden van vóór "de beschaving", waarin iedereen zijn door de natuur voorgeschreven plek kende. Een gouden feodale tijd waarin "volkeren" nog etnisch zuiver waren. Volgens Rüter is de mens van nu "ontworteld" en afgesneden van zijn "natuurlijke oorsprong", de "organische gemeenschap". "Mensen, waar ze ook zijn en waar ze ook leven, zijn met een land, een stuk aarde verbonden, hetgeen ze als hun eigen, aanzien; zij zijn bereid, voor het behoud van onafhankelijkheid en integriteit ervan te vechten." Rüter gelooft ook in "een zelfverdedigingsrecht en -plicht op het niveau van de verschillende natuurlijke gemeenschappen waarvan ieder mens deel uitmaakt, te beginnen met het gezin. Het is de drang naar behoud van etnische en culturele diversiteit, tegen de verschraling, tegen nivellering en tegen monolitische structuren." En zo loopt Rüters "nieuw rechtse" nationalisme ook weer uit op een simplistisch biologisch racisme. Want, aldus de SOS-redacteur, "als sociaal levend wezen bezit de mens een instinctieve dispositie, een aanleg zich met diegenen te identificeren die hem gelijkend zijn."
De "nieuw rechtse" schrijfsels tonen de kwetsbaarheid aan van een onscherp geformuleerd, en door crisis aangetast links ideeëngoed. Om ze in hun straatje te passen hoeven Rüter en Veldman de citaten van de linkse 'opinionleaders' helaas niet eens te verdraaien of uit hun context te lichten. Bij het huidige gebrek aan een duidelijk geformuleerd links alternatief is het niet ondenkbaar dat "nieuw rechts" straks een grote aantrekkingskracht gaat uitoefenen op een nieuwe generatie activisten. Daarom moeten linkse activisten goed aangeven waarom ze precies tegen de globalisering protesteren. En waaraan ze denken als ze voor culturele diversiteit opkomen. Hopelijk niet aan de statische, door het verleden en de natuur bepaalde volkse "eigenheid" van "nieuw rechts". Een denkwijze waarbij degene wiens voorouders ergens al het langst zouden wonen het meeste recht van spreken krijgt en zijn cultuur en politiek aan alle anderen kan opdringen. Linkse activisten zouden moeten streven naar samenlevingsvormen die kunnen veranderen en waaraan ook alle nieuwkomers bijdragen. Het zou links moeten gaan om het ontwikkelen van autonome internationalistische strijdculturen. Want links is niet tegen een globalisering van de solidariteit of tegen een mondiale uitwisseling van culturen en ideeën. En zeker niet tegen "de vooruitgang". Het gaat er alleen om in welke richting we "vooruit" gaan en wie dat bepaalt.


Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 325, 25 september 1998

hoofdmenumail reactie