Terug naar de 1ste pagina.  
Njördur Njardvik: 'Je moet er trots op zijn dat je vrijmetselaar bent'.

De koninklijke kunst van
z e l f k e n n i s

De topleiding van de Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij ‘Le Droit Humain’ heeft voor het eerst in 104 jaar gebroken met een traditie. In plaats dat alle vergaderingen in de hoofdzetel Parijs worden gehouden, is men er dit keer op uitgegaan. Onlangs waren de Grootmeester en het dagelijks bestuur - Commission Permanente - voor een driedaags bezoek in Den Haag bij de Nederlandse Federatie. Het was een initiatief van de nieuwe Grootmeester, Njördur Njardvik, geboren en getogen in IJsland. Sonja van Proosdij had een gesprek met hem.

'Er bestaat helaas nogal wat onbegrip', aldus de heer Njardvik, 'omdat men vaak niets weet over de vrijmetselarij en er dan maar allerlei vreemde en obscure praktijken aan verbindt. En omdat vrijmetselaren in principe individualisten en zelfstandig denkende mensen zijn, wordt ten onrechte gevreesd voor hun invloed. Allemaal indianenverhalen met als resultaat dat alle Orden van vrijmetselaren in een verkeerd daglicht worden gezet. Het is onze taak om heel voorzichtig stappen te ondernemen om het vooroordeel dat over de vrijmetselarij bestaat, weg te nemen.
Wij zijn geen geheimzinnige organisatie, we zijn een Orde met enkele geheimen, dat is een groot verschil. Het zijn de inwijdingen waar we geen mededelingen over doen. Deze moeten individuele belevingen zijn die een waardevolle indruk achter laten waarop de vrijmetselaar zijn verdere leven kan enten.
'We hebben eigenlijk een hele eenvoudige opdracht: Jezelf leren kennen en verbeteren, om een aangenamer medemens te zijn. Het ligt in de lijn van hetgeen bijvoorbeeld Christus heeft gezegd 'Ik geef jullie een houvast, hou van elkaar zoals ik van jullie heb gehouden'. Heel simpel, geen dogma's.
Als we dit advies hadden gevolgd waren er minder problemen in de wereld. De theologie rond de christusfiguur - geboren uit een maagd, opgestegen uit het graf en vele andere theorieën - hebben het doel verduisterd en ingewikkeld gemaakt. Liefde en medeleven met de ander is het enige dat telt'.
 
Njördur P. Njardvik (62) is hoogleraar in de IJslandse literatuur aan de universiteit van Reykjavik en tevens schrijver van twintig boeken waaronder poëzie, enkele historische romans en toneelstukken.
Maria Deraismes liet zich in 1882 als leerling-vrijmetselaar inwijden in een mannenloge. Toen deze loge met schorsing werd bedreigd, trok ze zich terug. Later stichtte ze de eerste gemengde vrijmetselaarsorde met de naam Le Droit Humain, Het Menselijk Recht.
Sinds een jaar is hij de Grootmeester van de I.O.G.V.M. - Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij - 'Le Droit Humain'. Een organisatie met veertigduizend leden over de hele wereld. Zijn verkiezing als Grootmeester heeft een aantal veranderingen en vernieuwingen te weeg gebracht. Zo zal iedere vierde vergadering van het jaar van de Commission Permanente, waarvan de leden uit diverse landen komen, worden gehouden in een van de zestig landen die bij de Orde zijn aangesloten. De reden is om een directer en hechter contact met de leden en hun opvattingen en ideeën tot stand te brengen.
Op zoek naar geestelijke houvast begon Njördur P. Nardvik zich op zijn eenentwintigste te verdiepen in spirituele filosofie. Alles kwam in aanmerking al wist hij niet precies waar naar te zoeken. In menig boek over het christendom, boeddhisme, mysticisme en al dat soort dingen meer probeerde hij een richting te vinden.
'Mijn agenda stond vol met allerlei bijeenkomsten, filosofische sociëteiten, kerkdiensten en informatie-avonden van de masculine vrijmetselarij. De mensen van de mannenloge die ik wel kende waren zeer gesloten over de vrijmetselarij. Ze wilden mij eigenlijk niets vertellen en deden nogal geheimzinnig. Het stoorde me geweldig en toen heb ik besloten om me niet bij hen aan te sluiten Bij een van die bezoeken kwam ik in gesprek met een oudere man. Wij hadden het over allerlei zaken en op een gegeven moment zei hij me dat er bij ons in Reykjavik ook nog een vrijmetselaarsloge bestond voor mannen en vrouwen die behoorde bij een internationale organisatie. Van het bestaan van een gemengde vrijmetselarij was mij niets bekend'.
'Die wijze man heeft mij echter over de essentie van ritualen en symbolen verteld zonder de geheimen van de vrijmetselarij vrij te geven. Elke vrijmetselaar wordt beschouwd als een beoefenaar van de 'Koninklijke Kunst'. Het mag een waar 'kunst'stuk genoemd worden jezelf te leren kennen. En met die wetenschap kan men zijn plaats tussen anderen en in de maatschappij beter bepalen en structuur geven. Daarbij kan een vorm van beter begrip en tolerantie een grote rol gaan spelen, iets wat in alle tijden van essentieel belang is in de samenleving. De vrijmetselarij biedt daarvoor een methode zonder dogma's, die je natuurlijk moet aanspreken, anders moet je geen lid worden.
Hij zei erbij dat een ieder die zich bij de loge aansluit zich min of meer verplicht drie jaar lid te zijn. In die jaren wordt men zich door een aantal inwijdingen bewust van de opdracht die de vrijmetselaar aan zichzelf stelt. Daarna zou je het lidmaatschap kunnen opzeggen als je dat wilt. Maar je bent dan wel verplicht om de geheimen - de rituelen van de inwijdingen - nooit verder te vertellen.
In de praktijk blijken maar weinigen de vrijmetselarij te verlaten, daar ze zich goed kunnen vinden in het streven naar waarheid en zelfkennis. Deze filosofie sprak me aan en zonder precies te weten wat me te wachten zou staan sprong ik in-het-diepe en koos daarbij voor de gemengde loge. Het is voor mij essentieel dat mannen en vrouwen samen betrokken zijn bij de doelstellingen van de vrijmetselarij, evenals beide seksen de grondslag van de wereld vormen. Op mijn tweeentwintigste werd ik ingewijd als leerling-vrijmetselaar'.
  
'Het is voor mij essentieel dat mannen en vrouwen samen betrokken zijn bij de doelstellingen van de vrijmetselarij'.
    IJsland staat bekend als een land van mystiek, legendes, symboliek, bovennatuurlijke wezens en verhalen. Wanneer men in een dergelijke sfeer wordt geboren is het zeer wel mogelijk dat je gevoeliger bent voor rituelen en symbolen dan andere mensen. 'Het zou mij niet verbazen. In IJsland ben je heel dicht bij de elementen en de natuur. Er zijn honderdvijfig vulkanen, waarvan we de destructieve en creatieve krachten goed kennen. We hebben een eiland uit zee zien verrijzen en we hebben de aarde voelen trillen en schudden. Ik denk zeker dat deze zaken onze gedachtewereld hebben gevormd. IJsland is moeilijk om in te leven. Het is een ruw land, wel heel erg mooi en erg inspirerend. Er zijn speciale plekken, vooral bij de gletsjers, waar je een natuurlijke mystieke sfeer ervaart en deel uitmaakt van die immense natuur.
In het zuiden is 'mijn' plekje. Ik ga er elke zomer een tijdje heen. Het is een wandeling van zeker zes uur voor ik geconfronteerd wordt met een enorme witte waterval van ijs. Er heerst absolute stilte, geen enkel geluid stoort je gedachten. Het fascineert me, ik kom hier helemaal tot rust en kan me volledig ontspannen. Het geeft me ook weer geweldig energie. Ik heb die kracht nodig voor mijn werk maar zeker ook voor mijn taak als Grootmeester'.
Zijn opdracht als leider van de internationale gemengde vrijmetselarij ziet hij als volgt: 'Ten eerste was ik bijzonder verrast dat men mij kandidaat had gesteld voor deze functie. Ik stond niet direct vóór in de rij en heb gezegd dat ik niets zoek maar ook niets weiger. Dat heb ik nog nooit gedaan dus nu ook niet. Onze Orde 'Le Droit Humain' heeft een geschiedenis van 104 jaar en alle Grootmeesters waren Fransen, behalve eenmaal een franssprekende Belg. Op alle bijeenkomsten werd de franse taal gesproken, ook al waren er niet-franse leden van het bestuur bij. Het is voor het eerst dat er een Grootmeester van buiten Frankrijk is gekozen en ik heb het engels als voertaal ingevoerd. Dat betekent op zichzelf al een grote verandering. Ik weet niet waarom ik werd gekozen, maar ik denk dat men tot het besef is gekomen dat we ons meer moeten bezighouden met het internationale karakter van de Orde. Om 'Le Droit Humain' te promoten moeten we daarbij gebruik maken van de moderne technieken als e-mail en Internet. En volgens mij wilde ze ook iemand hebben die nog niet zo heel erg oud was', zegt hij lachend.
 

In het verleden was de leeftijd van de Grootmeester behoorlijk vergevorderd, wat de flexibiliteit en aansluiting met het heden niet ten goede kwam.
De heer Njardvik vindt het zijn plicht om de Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij 'Le Droit Humain' in de toekomst een duidelijker gezicht in de maatschappij te geven. Zij moet proberen de negatieve beeldvorming en alle vooroordelen die over de vrijmetselarij bestaan, om te buigen naar een positief imago. Zij kan het accent leggen op de gelijkheid van de mannen en vrouwen, die elkaar erkennen in deze Orde. Hierbij spelen ras, huidskleur en geloof geen enkele rol. Het tolerante, vrijzinnige en ruimdenkende karakter moet voor velen herkenbaar worden en uitnodigend zijn.
'Helaas is 'Le Droit Humain' in de wereld niet genoeg bekend, daar gaan we dus iets aan doen. Net als mij veertig jaar geleden overkwam, weet men onvoldoende dat er een vereniging bestaat waar mannen en vrouwen tezamen op voet van gelijkheid de doelstellingen van de vrijmetselarij kunnen nastreven. En tevens dat we de enige orde zijn die én gemengd én internationaal georganiseerd is. Er is in al die jaren dus weinig veranderd. Maar hoe kunnen we groeien en mensen die op zoek zijn, een geestelijk houvast geven als niemand er van weet?
We hebben nu de stap naar Internet genomen. De Orde heeft een hoofd-homepage en tot nu toe hebben al vijf verschillende landelijke federaties aangehaakt. Via diverse wegen kun je op deze bladzijde terecht komen, alles is aan elkaar gekoppeld. Of je nu masonery of co-masonery zoekt, je komt er altijd. We beschikken ook over brochures die aangevraagd kunnen worden. Maar veel belangrijker is het om verandering te weeg te brengen in de manier van denken. Je hoeft niet te verzwijgen dat je vrijmetselaar bent, je moet er juist trots op zijn. Het is gemakkelijk om dit op te merken, maar in helaas te veel landen kun je er niet voor uitkomen. Er zijn zelfs mensen die hun baan verliezen als ze bekend maken dat ze lid zijn van onze Orde. Uw en mijn land kennen gelukkig dat probleem niet'.
 

'Er zijn mensen die hun baan verliezen als zij bekend maken dat ze lid zijn van onze Orde'.

De Grootmeester is zich bewust van de last die op zijn schouders ligt. 'Het zwaarste vind ik de persoonlijke problemen van de leden waar ook ter wereld, die we moeten proberen op te lossen. Als belangrijkste taak van mijn functie moet ik met de Opperraad zorgen voor de handhaving en bescherming van de Internationale Constitutie. We zien er op toe dat alle wetten en regels van de Orde, de garantie van onze vrijheid, gerespecteerd worden. Dat er door bepaalde mensen geen beperking van deze vrijheid wordt opgelegd aan de leden. Dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheden, verplichtingen en rechten kent en daarbij niet zijn hand overspeelt. Natuurlijk ontstaat er in de loges en federaties wel eens rivaliteit en jaloezie. Vrijmetselaren zijn ook maar gewone mensen met hun goede en vervelende kanten. Maar deze onaangenaamheden zijn lang niet altijd rationeel te benaderen en met logica op te lossen. Emoties spelen heel vaak een grote rol. Het ligt aan de omstandigheden, maar als het mogelijk is probeer ik zelf deze problemen ter hand te nemen. Tenzij ik het gevoel heb dat iemand anders uit mijn bestuur daarvoor beter geschikt is. Je moet niet vergeten dat we in zestig landen aanwezig zijn en elk land zijn eigen verschillen in culturele, politieke en religieuze achtergrond heeft. Daar moeten we zicht op krijgen en begrip voor opbrengen.
Mijn vrouw, die ook al heel lang vrijmetselaar is, zegt wel eens;'Jij hebt je functie niet goed in de hand, want de problemen komen op jou af en je kunt ze niet doorgeven aan anderen'. Gelukkig betekent vrijmetselarij niet alleen maar problemen'.

De Internationale Gemengde Order der Vrijmetselarij 'Le Droit Humain' heeft als organisatie een piramidale opbouw. Beginnend bij de eerste drie graden waarbij je opklimt tot Meester-vrijmetselaar, zijn er vrijblijvend verdere stappen te nemen die steeds tot een 'hogere' graad leiden en eindigen bij de 33ste. Deze moeten gezien worden als verdiepingen en mogelijkheden tot bestudering van het geestelijk leven. Maar ze geven de drager ook steeds meer eigen verantwoordelijkheid. 'Het zegt absoluut niets over de belangrijkheid van een vrijmetselaar of geeft een waardebepaling van de persoon. Helaas zoals eerder gezegd, zijn vrijmetselaren ook mensen en macht ligt in zo'n geval dichtbij. Een 'uitglijder' is niet te vermijden en sommige leden verliezen hierbij hun echte opdracht wel eens uit het oog. Dit geeft spanningen die de sfeer in loges kan bederven. Toch vind ik de hiërarchieke opbouw heel knap gecomponeerd. Wanneer je je oprecht wil verdiepen ten gunste van het eigen binnenste, dan betreed je een weg die vol valkuilen zit. Op weg naar de 33ste graad kun je heel gemakkelijk vallen, hoe hoger je komt hoe harder de klap. Als je niet goed weet waar je mee bezig bent en in de greep bent van de ijdelheid en dus de een na de andere graad probeert gulzig binnen te halen, dan is het effect averechts. Helaas kun je daarbij andere vrijmetselaren schade berokkenen. Maar wat ze aanrichten bij hun medemens is niets vergeleken met wat ze zichzelf aandoen. Platweg gezegd: 'boontje komt om zijn loontje'. Uiteindelijk komen ze zichzelf tegen en moeten verantwoording afleggen voor hun gedrag. Iedereen kan constateren dat deze vrijmetselaren misbruik hebben gemaakt van hun maçonnieke 'rang' en functie en niet geschikt zijn voor de belangrijke opdracht; een voorbeeld te zijn voor hun medemens. Deze problemen spelen niet alleen bij de vrijmetselarij, maar kom je overal in de maatschappij tegen waar mensen met elkaar omgaan.
Om terug te komen op de vraag wat ik het zwaarste vind van mijn taak, dan zijn het deze situaties waarin macht en ijdelheid de orde in loges verstoort en voor problemen zorgt met de leden onderling. Een oplossing moet gezocht worden, maar gevoelens en emoties spelen daarbij een grote rol. Soms wordt iemand de deur gewezen en dat is een vreselijk moeilijk moment. Maar we kunnen de eerlijke beleving en opdracht van vrijmetselaren niet laten verzieken door een rotte plek'.
'Ik zie onze organisatie als een omlijsting waarbinnen zich het een en ander afspeelt. Van mij als Grootmeester wordt verwacht dat ik controle houd op de omlijsting, de wetten en regels, maar over hetgeen daarbinnen gaande is, heb ik weinig zeggenschap over. Wij noemen onszelf 'vrije' metselaren, dus ik kan over jou geen macht uitoefenen ook al ben ik de Grootmeester. Het zijn de gedachten van mensen die de wereld een aanzicht geven. Het komt allemaal uit ons binnenste. Daarom ook kan niemand jouw vrijmetselaarschap of geloof aantasten, het zit in jezelf. Je kunt het zelf maken en breken. Daarbij moet men zelf het spel leren spelen en geen wonderen verwachten van de toetreding tot de vrijmetselarij. Door training en studie kom je steeds verder. Het is net als met piano leren spelen. Je moet studeren, eerst op de noten en etudes en om daarna van de samensmelting in mooie melodieën te genieten. Daarom ook zijn er drie stappen voordat je je meester-metselaar (3e graad) kunt noemen. De methode wordt je uitgelegd en dan kun je daarmee aan de slag. Als je die links laat liggen gebeurt er niets. Je zal je eigen melodie moeten creëren'.

Op de vraag hoe hijzelf de vrijmetselarij ervaart, komt na een lange pauze een weloverwogen antwoord. 'Het geeft mij helderheid en een zekere rust. Ook een innerlijke kracht, met name in moeilijke situaties in mijn eigen leven. Ze biedt tevens een zekere troost, vooral als je bedenkt hoe weinig controle je zelf op het leven hebt.

Tekst: SONJA VAN PROOSDIJ.

Gepubliceerd in HN-Magazine, 13 juni 1998.

Terug naar de 1ste pagina.