Maçonnieke encyclopedie
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
De soevereiniteit van de obedienties.
De graden.
De hoge graden.
Hoge graden op het continent.
De Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
De Gerectificeerde Schotse Ritus.
Orde van Memphis-Misraim.
Opperraden: geen "supermasonnerie".
De riten.
HOOFDSTUK X, HET GEHEIM
DE MAÇONNIEKE AFKORTINGEN.
Vrijmetselarij: geen geheim genootschap.
De geheime tekenen zijn algemeen bekend.
De geheime ceremonies en ritualen zijn bekend.
De vrijmetselarij bewaart geen geheimen.
De soevereiniteit van de obedienties.
Als we dus alle grootmeesters van de "blauwe" vrijmetselarij en alle "grootcommandeurs" of "grootpriors" van de "rode" en "groene" vrijmetselarij zouden samenbrengen, zouden we op zijn minst vijfhonderd dames en heren van over de gehele wereld zien opdagen.
Tussen de talrijke obedienties is er geen enkele hierarchische band. In de "blauwe" vrijmetselarij bestaat er geen overkoepelend orgaan dat certificaten van erkenning, laat staan van "regulariteit" zou uitreiken. Bij de "regulieren" is er een de facto-toestand gegroeid, waarbij de erkenning door de Engelse Grootloge als een voorwaarde wordt beschouwd door alle overige erkende grootloges ter wereld om met een nationale obedientie in vriendschappelijk contact te treden en een verdrag van wederzijdse erkenning te ondertekenen. Maar zelfs dit geeft aan de "United Grand Lodge" alleen maar een morele voorrang en geen zeggen schap op de overige obedienties.
Ieder obedientie is te vergelijken met een onafhankelijke staat, die met andere staten eventueel tot wederzijdse erkenning overgaat en diplomatieke betrekkingen aanknoopt. Er bestaat bij de "reguliere" vrilmetselarij geen enkel en bij de "irreguliere" vrijmetselarij slechts een beperkt "supranationaal" orgaan. De "Verenigde Naties" van de vrijmetselarij bestaan niet!
Dezelfde toestand doet zich voor in de "rode" vrijmetselarij van de hoge graden, waar de opperraad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus, die in 1801 in Charleston (South Carolina) werd opgericht en zich in 1870 in Washington vestigde, zich als "Mother Lodge" gedraagt en erkenningspatenten uitreikt. Dit schept al evenmin een hierarchisch verband tussen de erkennende en de erkende obedientie.
Er zijn daarbij nog veel obedienties van hoge graden die zich niet om een erkenning door deze eigengereide Moederloge bekommeren, al was het maar omdat ze die erkenning niet zouden verkrijgen als ze erom vroegen. Daarnaast zijn er dan nog andere zelfstandige hoge-gradlenstructurens die volgens andere ritualen werken, zoals de Gerectificeerde Schotse Ritus of de Ritus van Memphis-Misraim, en die hun eigen systemen van onderlinge erkenning hanteren.
Het beeld dat zo vaak werd en soms nog wordt opgehangen van een vrijmetselarij die als een wereldorganisatie onder een enkel oppergezag zou functioneren, is, zoals u begrepen zult hebben, loutere fictie. Er bestaat geen "paus" van de vrijmetselarij, er zijn geen "Superieurs Inconnus" die ergens vanuit een hoofdkwartier alle obedienties zouden overkoepelen en besturen. De vrijmetselarij bestaat uit een veelheid van onafhankelijke obedienties, die in het beste geval vriendschappelijke contacten met mekaar onderhouden, in veel gevallen elkaar volledig ignoreren en in een aantal gevallen elkaar bestrijden.
De graden.
Wie ons tot hiertoe volgde, zal al vertrouwd zijn met het verschil dat dient te worden gemaakt tussen de drie basisgraden: leerling, gezel en meester, en alle overige graden.
De oorspronkelijke Engelse indeling in drie "symbolische" graden wordt universeel in alle vrijmetselaarsorganisaties gebruikt. Vanaf het midden van de achttiende eeuw is men dat in Frankrijk en weldra overal de "blauwe" vrijmetselarij gaan noemen. Waarom blauw? In Frankrijk waren de lintjes en decoraties in de loges van blauwe kleur, naar analogie van de koninklijke Orde van de H. Geest en in Engeland naar analogie van de Orde van de Kouseband. Men mikte in beide gevallen op het meest prestigieuze vergelijkingspunt!
Toen de hoge graden opdoemden, werd voor hun decoraties hoofdzakelijk de rode kleur verkozen, in navolging van de Schotse Orde van Sint-Andreas.
Van toen af werd het onderscheid tussen de basisgraden en de hogere graden gemakshalve gemaakt door te spreken van "blauwe " en "rode" vrijmetselarij. Later werd de Gerectificeerde Schotse Ritus de "groene maçonnerie genoemd.
Alle obedienties, of ze "regulier" of "irregulier" ziin, maken een scherp onderscheid tussen de symbolische graden en de hoge graden. Met uitzondering van een paar obedienties, zoals die van de "Droit Humain" of van "Memphis-Misraim", houden alle zich strikt aan de drie eerste graden. Bij hen is er dus geen automatische doorstroming vanaf de eerste tot de hoogste graad.
Het behoort tot de gevestigde gewoonten bij critici van de vrijmetselarij, om over een of ander logelid te fluisteren "hij is 33ste graad" hiermee implicerend dat hij tot de hierarchische top behoort en een van
de verborgen maar echte leiders van de maconnlerie is. Dit is weer een van de vele misvattingen over de loge-organisatie.
De obedienties van de drie basisgraden zijn wolledig onafhankelijke entiteiten en men hoeft geen hogere graad dan die van meester te hebben bereikt om alle functies binnen de obedientie, tot en met die van groot meester te kunnen vervullen.
Voor veel macons, zowel in de "reguliere" als in de "irreguliere" vrijmetselarij, is alles wat zich buiten de drie symbolische graden bevindt, waardeloos en nutteloos. Dit is niet het oordeel van andere macons, die de hoge graden in ere en in leven houden.
In de meeste gevallen bestaat een conventie tussen een hoge-graden structuur en een Grootoosten of Grootloge, waarbij eerstgenoemde de drie eerste graden ongemoeid laat en die in exclusiviteit aan de basisobedientie overlaat, en anderzijds uitsluitend recrutleert onder de Meesters die tot deze obedientie behoren.
De hoge graden.
Het is duidelijk dat de hoge-gradenvrijmetselarij niet boven de obedienties staat, maar ernaast of eigenlijk zelfs eraan ondergeschikt is.
De Britten noemen dit de "side masonry", waar ze oorspronkelijk niet erg tuk op waren. Op dat punt zijn ze erg geevolueerd.
Een aanzienlijk deel van de Britse en over het algemeen van de Angelsaksische "reguliere" macons laat zich inlijven in een vierde graad, die wordt verleend door de "Grand Lodge of Mark Master Masons", terwijl in vele loges een kapittel van "metselaars van het Koninklijk Gewelf" bestaat, die bestuurd wordt door een "Grand Chapter of Royal Arch Masons".
Daarnaast bestaan er talrijke "systemen" van "additional degrees" die door een of ander orgaan bestuurd worden en die allemaal uitsluitend \ onder vrijmetselaars van de "United Grand Lodge" of gelijkgezinde obedienties recruteren. De invloed die van deze '''Grand Lodge" uitgaat, heeft tot gevolg dat veel van de Engelse organisaties, ook elders, vooral in de Angelsaksische wereld, ingang vinden. Zo is er b.v. de "English Grand Council of the Allied Masonic Degrees", die in meer dan honderd kapittelloges graden uitreikt zoals "The Grand High Priest", "The Knight of Constantinopel" of "The Red Cross of Babylon".
Er bestaat ook een "Order of Malta" (die niets met de katholieke gelijknamige orde te maken heeft) en een "Order of the Temple", beide voorbehouden aan vrijmetselaars die het geloof in de H. Drievuldigheid belijden. Er is de "Societas Rosicruciana", die uitsluitend meester-vrijmetselaars recruteert van christelijken huize.
Daarnaast zijn er nog buitenissiger organisaties, zoals bv. de "Order of Eri", een exclusieve club die enkel toegankelijk is voor houders van hoge graden in de "Societas Rosicruciana".
Er is de "Baldwyn Rite", die alleen toegekend wordt aan wie al in de Ordes van Malta en van de Tempel is opgenomen; de "August Order of the Light", die in Londen en in York vrijmetselaars opneemt in een reeks graden die geinspireerd zijn door Indische mythologieen; de ~'Order of the Secret Monitor", die door een eigen "Grand Council of England" wordt bestuurd en drie graden verleent met een symboliek die de vriendschap van David en Jonathan ontwikkelt, en de "Grand College of Holy Royal Arch Knight Templar Priests", waarvan de tachtig loges tabernakels" heten, en die alleen voor Ridders van de Tempelorde open staan- Kan de lezer nog volgen?
Als we naar de Verenigde Staten overstappen, vinden we de meeste Britse gradensystemen en hun organiserende instanties terug, met nog wat meer exotische graden eraan toegevoegd. De meest pittoreske is "The Ancient and Arabic Order, Nobles of the Mystic Shrine". Men moet al een hoge graad in andeTe ordes hebben verworven om als "Shriner" opgenomen te kunnen worden. De Orde werkt met een humoristisch getint rituaal en organiseert in alle grote steden hoogst buitenissige publieke bijeenkomsten, die als de "Shrine Circus" bekend staan.
De "Shriners", vaak prominente leden van het Amerikaans establishment, rijden er op kannelen, acteren als clowns, voeren nummertjes op met paarden of zware rrlotoren en verkleden zich in de meest buitenissige kostuums. Op de "Shine Order" is een "Koninklijke Narrenorde" geënt, die een hogere graad verleent. De "Shrine" vrijmetselarij is typisch Amerikaans, want al die extravaganties dienen om geld in te zamelen voor de talrijke ziekenhuizen voor gehandicapte kinderen die de "Shriners" opgericht hebben.
Hoge graden op het continent.
De vrijmetselarij op het Europese continent, die altijd al gebrand is geweest op de hoge graden en ze trouwens heeft uitgevonden, spreekt bij voorkeur van ''vervolmakingsgraden''. In deze optiek zijn de hoge graden middelen om de boodschap die in de drie eerste graden ligt, verder uit te diepen.
In ons hoofdstuk over Ide hoge graden hebben we kunnen vaststellen tot welk een onvoorstelbare warboel de ma,connerie in de achttiende eeuw was uitgegroeid. Duizenden graden, de ene al buitenissiger dan de andere, dankten hun bestaan aan ijverige, excentrieke of financieel geinteresseerde "uitvinders" .
Men kon Ridder worlden "van de Apocalypse", "van de Zuivere Waarheid", "van de Regenboog", "van de Bankettafel van de Zeven Wijzen9s, "van het Heilig Land", "van het Gulden Vlies", "van de Zuiverheid en het Licht", "van de Morgenster", "van de Orde van Christus" "van de Donder en de Bliksem" en nog tientallen andere meer.
Men kon Commandeur worden "van de Witte en de Zwarte Arend" "van het Oosten en het Westen", "van de opperste Sterren".
Men kon Gezel worden "van Paracelsus", "van Ulysses", "van de Kabbala, "van de Nummer 3" (en 9 en 15), "van de hermetische Filosofie", "van de Theosofie".
Men kon Meester worden: "Uitverkoren Meester", "Meester uit Nieuwsgierigheid~ "Volmaakte Meester", "Filosofische Meester" ' Wijze Meester", "Geheirne Meester", "Sublieme Meester", "Rode Meester, "Verloren Meester".
Men kon zich inschakelen in de 92 graden van Memphis of in de 90 graden van Misraim, of in de 95 graden van Memphis-Misraim, met kleurrijke namen zoals "de Zeer Hoge en Zeer Machtige Offerende Hogepriester", de "Sublieme Ridder van de Lichtende Driehoek" of de "Grote Architect van de Mysterieuze Stad".
De Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
In onze eeuw heeft men een aanzienlijke schifting gedaan en van de duizenden graden, onderverdeeld in tientallen systemen, blijft op het Europese continent alleen nog een klein aantal in gebruik.
Het voornaamste systeem is "de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus" (A A. S. R.) , die een systeem van drieendertig graden heeft en die zowel in "reguliere" als "irreguliere" hoge-gradenloges wordt beoefend. De AASR is wereldwijd verspreid. Ze heeft de ambitie gehad, volgens haar wapenspreuk "Ordo ab Chao", orde te scheppen in de warboel van de hoge graden en een soort nieuw ridderschap te promoveren.
De graden van de AASR zijn in vijf trappen onderverdeeld. De eerste trap is die van de basisgraden (leerling--gezel--meester) die overgelaten wordt aan de "blauwe" obedientie waarmee een alliantie is gemaakt.
Vervolgens is er de "perfectieloge" die tien graden verleent: Geheim Meester--Volmaakt Meester--Geheimschrijver--Provoost en Rechter --Opzichter der gebouwen--Uitverkoren meester der negen--Uitverkoren meester der vijftien--Verheven uitverkorene der twaalf--Grootmeester-architect--Royal Arch-ridder--Groot Schots Meester van het Heilig Gewelf of Verheven Metselaar.
In "kapittels" worden de volgende graden verleend: Ridder van het Oosten en van het Zwaard--Prins van Jeruzalem--Ridder van het Oosten en van het Westen--Soevereine Prins van het Rozekruis. Deze laatste (de 18de graad) is ongetwijfeld de populairste van alle vrijmetselaarsgraden. Hij wordt eenmaal per jaar verleend: op Witte Donderdag.
In "aeropagi" worden de twaalf volgende graden verleend: Schots Hogepriester van het Hemelse Jeruzalem--Achtbare Grootmeester van alle reguliere loges--Pruisisch Ridder--Ridder van de Koninklijke Bijl of Prins van Libanon--Hoofd van het Tabernakel--Prins van het Tabernakel--Ridder van de Bronzen Slang--Schots Trinitarier of Prins van Barmhartigheid--Commandeur van de Tempel van Jeruzalem-- Ridder van de Zon--Groot Schots Meester van St.-Andreas--Groot Uitverkoren Ridder Kadosch of Ridder van de witte en de zware arend.
Dit alles wordt bekroond. door een "Tribunaal" van Groot inspecteurs-inquisiteurs-commandeurs (de 31ste graad); door een "Consistorie" van Sublieme Prinsen van het Koninklijk Geheim (de 32ste graad) en door een "Opperste Raad" van Soeverein Grootinspecteurs-Generaa (de 33ste graad). Het geheel wordt bestuurd door een Opperraad'' bestaande uit g tot 33 houders van de 33ste graad, onder voorzitterschap van een Soeverein Commandeur.
Het lijkt ingewikkelder eni indrukwekkender dan het in feite is, want heel wat van die graden worden gewoon "meegedeeld" en slechts enkele geven aanleiding tot rituele inwijdingen, ook al bestaan er wel degelijk rituele teksten voor elke graand.
De Gerectificeerde Schotse Ritus.
Het tweede systeem dat zich, vooral in Europa, heeft gehandhaafd is de "Gerectificeerde Schotse Ritus", de erfgemaam zawel van de Tempeliersvrijmetselarii van baron von Hund als van het "Martinisme" van Martines de Pasqually en van Jean Willermoz. Dit systeem wordt bestuurd door Groot-Priorijen, waarvan de Zwiitserse de "primus inter pares" is en patenten aflevert aan de overige Ipriorijen.
De christelijke elementen zijn in de ritualen van dit systeem zo aanzienliik, dat men bijna van een godsdienstige confrerie kan gewagen. Het is dan ook begrijpelijk dat deze grootmacht enkel recruteert onder leden van de "reguliere" loges. Er zijn maar zes graden, waarvan de zesde en zeer gegeerde die is van "Weldadig(e Ridder van de Heilige Stad". Daarboven bestaat nog een uiterst geheime Orde van Professen en van Grootprofessen. Als de vrijmetselarij de flank zou kunnen bieden tot kritiek over het bestaan van graden en organiiisaties die zelfs de meeste vrijmetselaars onbekend zijn, dan is het in dlit soort van "geheime" graden.
Men moet hierin nochtans niets zoeken dat: argwaan kan opwekken. De Gerectificeerde Schotse Ritus is in het geheel van de vrijmetselarij periferisch en de "geheime" graden zijn het des te meer. De activiteiten die er ontplooid worden, zijn van spirituele en esoterische aard, en vormen op geen enkele wijze een geheim genootschap dat politieke of maatschappelijke invloed zou kunnen of willeIn uitoefenen. De "professen" en "grootprofessen" zijn beste mensen., overwegend heren op leeftijd, die hun vrijmetselaarschap zeer ernstig opnemen en erin opgaan, zoals b.v. een katholiek een supplementatire geloofsbelevenis kan vinden in de Derde Orde van Sint-Franciscus.
Orde van Memphis-Misraim.
De derde organisatie van hoge graden die tenig belang heeft behouden, is de "Orde van Memphis-Misraim". Met zijn 95 graden is hij het best geplaatst om voldoening te schenken aan tfle liefhebbers van diploma's en eretekens. Memphis-Misraim groepeert enkele duizenden leden vooral in Latijns-Amerika. Ze vertegenwoordigt de vrijmetselarij die zich het verst begeeft op het pad van wat we, zonder te willen denigreren, de buitenissigheden van de vrijmetselarij kunnen noemen.
De Memphis-Misraimleden zijn verlekkert op oude mysteries, alchemistische en kabbalistische tradities, christlelijke gnosen en Egyptische verhalen.
Zij zijn de "stakhanovisten" van de vrijmetselarij in het verwerven van graden. Hun voormalige wereldgrootmeeester Robert Ambelain (°1907) is het prototype van de Memphis-Misraimvrijmetselaar. Hij heeft natuurlijk de 95 graden van Memphis-Misraim lontvangen, maar ook de 33 van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritlus, de 6 van de Gerectificeerde Schetse Ritus, de graden van de Zweetdse Ritus, van de Primitieve Schotse Ritus en van de "Ordre Martiniste Initiatique". Wie zegt meer!
Opperraden: geen "supermasonnerie".
In 1984 verscheen in Engeland het boek "The Brotherhood" van de journalist Stephen Knight. Het werd een bestseller en heeft tot talrijke controverses geleid. In het hoofdstuk vijf toonde de auteur aan dat hij niets van de hoge graden begrepen had.
Hij schreef: "Er bestaat een elitegroep van vrijmetselaars, over wie de "United Grand Lodge" geen gezag uitoefent. De meerderheid van de vrijmetselaars weet niet eens dat die groep bestaat. De dertig hoge graden, van de vierde tot de drieendertigste worden gecontroleerd door een Opperraad. Aan het hoofd staat de "Meest Machtige Soevereine Grootcommandeur", die de hoogste in rang is van de Britse vriimetselaars, ver verheven boven de hertog van Kent, die slechts grootmeester is van de laagste sub-hierarchie. Terwijl de vrijmetselarij van de lagere graden georganiseerd is in onafhankelijke obedienties en dus geen internationale organisatie is, behoort de Opperraad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus in Londen tot een organisatie van Opperraden die onder de voogdij staan van de Opperraad van Charleston. Samen vormen zij een wereldwijd netwerk van vrijmetselaars die invloedrijke posities bekleden in de politieke, juridische en militaire organisaties, alsook in de industrie, de handel en de vrije beroepen".
Stephen Knight had het op bijna alle punten verkeerd. De "Opperraden" zijn immers al even onafhankelijk van elkaar als de obedienties van de lagere graden. De leiders ervan behoren veeleer tot de middenklasse van hun beroep en zelden of nooit tot de top van de wereldleiders. Hun activiteiten behoren uitsluitend tot de esoterische vrijmetselarij en zij 0 interesseren zich geenszins voor politieke en maatschappelijke problemen. Wereldleiders horen er in de Angelsaksische wereld bij als ereleden.
De suggestie dat de "Opperraden" een soort occulte wereldregering zou zijn van hoogst invloedrijke personages, behoort dan ook tot de onuitroeibare maar legendarische verhalen die niets met de werkelijk- . heid te maken hebben.
Het is interessant te noteren dat in 1945 president Harry Truman en generaal Douglas Mac Arthur (1880-1965) gelijktijdig tot de 33ste graad van de Schotse ritus werden verheven, wat geenszins verhinderd heeft dat in 1951 de president het opperbevel van de troepen in het Verre Oosten aan de generaal ontnam en hem als de eerste de beste milicien met onbepaald verlof naar huis stuurde!
De riten.
Toen de "Grand Lodge of England" in 1717 tot stand kwam, was de wijze waarop men lid werd of tot een volgende graad werd toegelaten, heel eenvoudig: men werd aanvaard en betaalde het lidgeld.
Weldra werd er wat meer decorum uitgewerkt en stilaan ontstonden ceremonies voor ieder gebeurtenis in het vrijmetselaarsleven: de initiatie, de verhoging van graad, de aanstelling van een voorzittend meester of van een grootmeester, de winterzonnewende en de zomerzonnewende of St.-Jansfeesten, de oprichting van een loge, enz.
Al in 1730 blijkt in het "verradersschrift" gepubliceerd door Samuel Prichalrds dat de loges hun werkzaamheden in een rituele en liturgische vorm hladden gegoten.
De liturgie bestaat uit talrijke elementen: de kleding en de attributen van de broeders naar gelang van hun graad en functie; de ornamenten en symlbolische aankleding van de tempel; de wijze van binnentreden, van op)stellen en van gedraging van de broeders.
De rituele procedure, die zich tot op heden in alle ritualen heeft bestendligd, berust op een dialoog in de vorm van vragen en antwoorden de zogeenaamde "catechismus", waarvan verondersteld wordt dat men die uit het hoofd kent.
De ritus is wat, over de talrijke verschillen heen, de universaliteit van de vrijlmetselarij uitmaakt. Men kan ze vergelijken met de universaliteit van de katholieke eredienst. Waar ook ter wereld en tot welke obedientie hij ook .moge behoren, zal een broeder zich in een voor hem vreemde loge toch ommiddellijk thuis voelen. Zelfs als hij de taal niet begrijpt, zal de ceremomie hem vertrouwd zijn.
De universele strekking van de ceremonies heeft evenwel niet belet dat met verloop van tijd heel wat afzonderlijke riten tot stand zijn gekomen. De negentiende-eeuwse specialist van de riten, Jean-Marie Ragon ((1781-1866), telde er niet minder dan tweeenvijftig. Deze overdadigheid was natuurlijk het rechtstreekse gevolg van de talrijke obedienties en de nog talrijker graden.
Thans beperkt de vrijmetselarij zich tot enkele riten.
De voornaamste wat de drie basisgraden betreft, zijn de door de "United Grand Lodge" en door de "reguliere" Angelsaksische loges gebruikte "Emulation"-ritus en de op het continent veel gebruikte "Franse Moderne Ritus". Beide zijn niet eenvormig. De Engelse ritus heeft heel wat varianten en Franse ritus heeft aangepaste vormen naargelang hij gebruikLt wordt door deïstische of door agnostische en vrijzinnige loges.
In de hoge graden zijn de rituele ceremonies van de "Aloude en Aangemomen Schotse Ritus" de meest verspreide. Ook zij hebben uiteenlopende toepassingen en inhoud naargelang van de filosofische strekking van de broeders. De "Gerectificeerde Schotse Ritus" en de "Ritus van Memphlis-Misraim" zijn minder verspreid maar niettemin in regelmatig gebruik.°. Een van de loges van de Reguliere Grootloge van Belgie werkt volgens een Californische ritus en een andere volgens een New Yorkse ritus .
We zullen in hoofdstuk XI op de gemeenschappelijke inhoud van de riten ingaan.
Obedienties, graden, riten: wie de vrijmetselarij wil begrijpen zal een aanzienlijke stap hiertoe hebben gezet, als hij deze drie begrippen elk op un plaats en niveau kan situeren.
Hoofdstuk X, Het geheim
Figuur Hoofdstuk X
DE MAÇONNIEKE AFKORTINGEN.
Vrijmetselarij: geen geheim genootschap.
De geheime tekenen zijn algemeen bekend.
De geheime ceremonies en ritualen zijn bekend.
De vrijmetselarij bewaart geen geheimen.
Het geheim van het lidmaatschap.
Voor-en tegenstanders van het geheime lidmaatschap.
Argumenten voor en tegen het geheim.
Propaganda Due.
De Italiaanse democratie onder zware druk.
Gelli dynamiseert de P2.
Denktank of subversieve organisatie?
Gevaren moeten erkend worden.
Gevaarlijke infiltraties?
Politie in de Tempel.
Toenemende druk.
Ook Belgische risico's?
Het onmededeelbare geheim.
DE MAÇONNIEKE AFKORTINGEN.
De teksten die door vrijmetselaars worden geproduceerd, zijn doorspekt met aflkortingen, waarbij de weggelaten letters vervangen worden door driehoekig opgestelde puntjes. Hierna volgt een fictieve redevoering, waarin enkele van die afkortingen worden gebruikt.
T.°.E.°.V.°.D.°.O.°.V.°.H.°.H.°..
Z.°.A.°.M.°. en u allen BB.°. van deze A.°. L.°. in uw GG .°. en Hoed °.: H.°. Z.°. V.°.
Dit is geen bijeenkomst van proff .°. waarop men wordt uitgenodigd volgens de p.°. s.°. maar een Symb.°. Z.°. die is opgeroepen bij middel van een Tpl.°. gedateerd volgens het jaar van het W.°. L.°.
We zijn verenigd voor een Z.°. in de LL.°. G.°. om aan een prof.°. de Pl.°. Inw.°. in de lste Symb.°. Gr.°. toe te kennen en wij hebben zopas in Middenk.°. besloten enkele Vl.°. LL.°. salarisverhoging toe te staan en ze tot GG.°. te bevorderen.
Als Red.°. zal ik een Bouwst.°. afleveren waarin ik, volgens de idealen van W.°. K.°. S.°. de weg zal aantonen die wordt verlicht door de Vl.°. St.°. en die ons moet leiden in onze opdracht om van de R.°. St.°. een volmaakte K.°. St.°. te maken.
We ziin hier samen onder de hoede van de GG.°. LL.°.: het B.°. van de H.°. W.°., de Pass.°. en de W.°..
U allen, MM.°. Vrijmm. ., GG. ., Vl.°. LL.°. en LL.°. moet, volgens de wens van onze D.°. G.°. M.°. N.°. actief de Vrijm.°. beoefenen. Dit betekent dat wij het H .°. W . ., het Wachtw .°. en alle WW .°. TT .°. en AA.°. in ere moeten houden.
Het is immers niet voldoende de Inw.°. te hebben doorstaan, een mooi Dipl.°. te bezitten en aan Br.°. Thes.°. de lidmaatschapsbijdrage betaald te hebben.
Het Alz.°. O.°. van de O.°. V.°. h.°. H.°. verwacht meer van ons. Wij moeten de inw.°. doormaken van de A.°. tot de O. ., wij moeten de T.°. bevolken van het O.°. tot het W.°. en van het N.°. tot het Z.°. opdat wij allen BB.., waardige Vrijmm.°. zouden zijn.
Z.°. A.°. M.°. ik heb gezegd.
Hierna volgt dezelfde tekst in "profane" schrijfwijze:
TER ERE VAN DE OPPERBOUWMEESTER VAN HET HEELAL
Zeer Achtbare Meester en u allen Broeders van deze Achtbare Loge in uw Graden en Hoedanigheden: Heil, Zegen en Voorspoed.
Dit is geen bijeenkomst van profanen, waarop men wordt uitgenodigd volgens de profane stijl, maar een symbolische zitting die is opgeroepen door middel van een tekenplank gedateerd volgens het jaar van het Ware Licht.
We zijn verenigd voor een zitting in de leerlingengraad om aan een profaan de plechtige inwijding in de eerste symbolische graad toe te kennen en wij hebben zopas in middenkamer besloten enkele vlijtige leerlingen salarisverhoging toe te staan en ze tot gezellen te bevorderen.
Als redenaar zal ik een bouwstuk afleveren waarin ik, volgens de idealen van Wijsheid, Kracht en Schoonheid de weg zal aantonen die wordt verlicht door de Vlammende Ster en die ons moet leiden in onze opdracht om van de ruwe steen een volmaakte kubieke steen te maken.
We zijn hier samen onder de hoede van de grote Lichten: het Boek van de heilige Wet, de passer en de winkelhaak. U allen, Meesters-vrijmetselaren, gezellen, vlijtige leerlingen en leerlingen moet, volgens de wens van onze Doorluchtige Grootmeester Nationaal, actief de vrijmetselarij beoefenen. Dit betekent dat wij het Heilig Woord, het wachtwoord en alle woorden, tekenen en aanrakingen in ere moeten houden.
Het is immers niet voldoende de inwijding te hebben doorstaan, een mooi diploma te bezitten en aan broeder thesaurier de lidmaatschapsbijdrage te hebben betaald.
Het Alziend Oog van de Opperbouwmeester van het Heelal verwacht meer van ons. Wij moeten de inwijding doormaken van Alfa tot Omega, wij moeten de Tempel bevolken van het oosten tot het westen en van het noorden tot het zuiden, opdat wij allen Broeders, waardige vrijmetselaren zijn.
Zeer Achtbare Meester, ik heb gezegd.
Vrijmetselarij: geen geheim genootschap.
De vrijmetselarij leeft volgens bijzondere regels en streeft enkele concrete doelstellingen na. Regels en doelstellingen zijn in grote lijnen dezelfde, wat de "regulariteit" of de "irregulariteit" van de obedientie of de werkplaats ook is. Hierin is het dat de vrijmetselarij de door haar nagestreefde universaliteit bereikt, ook al kan men heel wat uiteenlopende klemtonen en uitwerkingen vaststellen.
De regels zijn talrijk en uiteenlopend. Ze bemoeien zich tot in de minste details met de werking van de loges. In grote mate zijn het eigenlijk meer reglementen dan regels. Toch zijn er een paar overheersende regels, die de Engelse maconnerie als "landmarks" of bakens vooropstelt.
Een ervan, de meest in het oog lopende, is het geheim.
"De geheimen der vrije-metselaars" luidde de titel van het boek dat in 1745 in Amsterdam verscheen. Het was de vertaling van een werkje van de Parijse priester Perau, dat drie jaar vroeger was uitgegeven.
De vrijmetselarij bestond toen een kwarteeuw en heel wat boeken en pamfletten hadden al beweerd dat ze de geheimen van de vrijmetselarij openbaarden, de loge openden voor de profanen, het doek van de tempel openscheurden, of zoals Samuel Prichard het in het eerste van die zogenaamde "verradersschriften" beloofde, de vrijmetselarij ontleedde. "Masonry dissected" was de titel van zijn in 1730 gepubliceerde pamflet.
De vrijmetselaars hadden zelf weinig gedaan en hebben ook in latere tijden weinig gedaan om echt geheim te blijven. Vanaf de stichting van de Londense "Grand Lodge" was er van geheimhouding geen sprake, zoals de in Fleet Street gepubliceerde "Constitutions" duidelijk aantoonden. De eerste vrijmetselaars in Engeland verschenen trouwens publiek en hielden parades, waarin ze tot op vandaag worden nagevolgd door de Amerikaanse en Schotse broeders.
Wie een minimum aan belangstelling voor de vrijmetselarij heeft, zal zonder veel moeite, ook in ons land, de adressen leren kennen van de zetels van de verschillende obedienties. In elke stad die een of meerdere loges telt, zal de gemiddelde burger hierover niet onwetend zijn en hun lokaal kunnen aanwijzen. De vrijmetselarij is regelmatig aanwezig in de media en de leden werken mee aan uitzendingen op radio of TV, aan reportages in de geschreven pers of aan exposities. Talrijk zijn de boeken die over de vrijmetselarij door vrijmetselaars geschreven zijn.
Terwijl iedere werkplaats een feitelijke vereniging is, wordt ze ondersteund door een juridische entiteit, meestal een vzw die zorg draagt voor de materiele aspecten van de logeorganisatie en waarvan de statuten en de samenstelling van het bestuur in het Staatsblad terug te vinden zijn.
Daarnaast is er de stroom aan berichten en publikaties voor de eigen leden Hoewel die niet voor de openbaarheid zijn bestemd, komen ze daar vroeg of laat in terecht. De geinteresseerde buitenstaander kan ze aantreffen bij gespecialiseerde boekhandelaars, in het antiquariaat of zelfs bij mededeelzame gemitieerden.
De vrijmetselarij is dus duidelijk geen geheim genootschap, hoogstens een besloten genootschap.
Is het een genootschap met een geheim? Zo ja, welk?
De geheime tekenen zijn algemeen bekend.
Als er een "geheim" van de vrijmetselarij altijd al tot de verbeelding heeft gesproken, dan is het dat van de wijze waarop vrijmetselaars elkaar kunnen herkennen.
Allereerst zijn er de aanrakingen. De bekendste is die van de leerlingengraad: bij het handschudden duwt men drie maal met de duim op de: wiisvinger van de persoon die men begroet. De gezel en meester hebben hun specifieke handgreep en voor talrijke hogere graden heeft men; originele aanrakingen uitgevonden die men evenwel meer in de mavconnieke encyclopedieen beschreven zal vinden dan dat ze in de praktijk worden gebruikt.
Vervolgens zijn er de woorden. Soort en aantal van die woorden zijn talrijk. Iedere graad heeft ziin "Heilig Woord". Iedere graad heeft ook zijn wachtwoord. Voor de gezellengraad b.v. is dit "Schibboleth", Hebreeuws voor korenaar of voor stroom. Daarnaast zijn er ook nog tijdelijke wachtwoorden die gedurende een bepaalde periode, bv. een semester, van kracht zijn en die men moet kennen om toegang te krijgen tot de eigen en vooral tot andere werkplaatsen.
Tenslotte zijn er de tekenen, die als een van de essentiele herkenningselementen worden beschouwd.
Neem b.v. de leerling die het volgende teken gebruikt: hij plaatst de rechterhand plat tegen ziin keel, de vier vingers tegen elkaar en de duim gestrekt, aldus een winkelhaak vormend; vervolgens beweegt hij de hand horizontaal naar rechts, en laat dan de arm zakken.
De gezel plaatst de rechterhand op het hart en beweegt hem naar rechts.
Zo zijn er tientallen tekens, naargelang van de graden en de riten, en alle hebben een symbolische betekenis gekregen.
Speciaal is het "noodteken" dat de reputatie heeft de broeders die het opvangen tot onmiddellijke hulp en bijstand te bewegen. Men maakt het teken door het rechterbeen achter het linker te plaatsen, de buste achterover te laten hellen, de handen boven het hoofd te plaatsen, met de vingers ineengestrengeld en de handpalmen naar buitengekeerd, en te roepen althans in Frankrijk : "A moi les enfants de la Veuve".
In vulgarisatiewerken over de vrijmetselarij wordt altijd beweerd dat het noodteken wonderen verrichtte in oorlogstijd op de slagvelden, vooral tijdens de napoleontische oorlogen.
Ook hier dus geen geheim over zaken die meer tot de folklore van de ma,connerie behoren dan tot de essentie.
De geheime ceremonies en ritualen zijn bekend.
Belangrijker dan de tekenen, woorden en'aanrakingen zijn de ceremonies die met het liturgische woord " rituaal " worden aangeduid.
Als er iets geheim zou moeten blijven, dan is het wel de wijze waarop de bijeenkomsten verlopen, al was het maar om bij nieuw ingewijden het psychologische effect van het onbekende te bereiken.
Het heeft slechts enkele jaren geduurd voor het verloop van de ceremonies algemeen bekend werd. Naarmate ze uitgewerkter en ingewikkelder werden, was het niet meer mogelijk alles uit het hoofd te reciteren en uit te voeren. Men begon schriften aan te leggen waarin de catechismus" van een graad werd neergepend. Het duurde niet lang of die verschenen ook in druk.
Veel vrijmetselaarsloges zijn ontstaan op basis van dergelijke geschriften die het "profanen" mogelijk maakten zichzelf in te wijden, alvorens eventueel naderhand opgenomen te worden in een obedientie.
Er bestaan honderden "memento's", "instructies" of "catechismussen" waarin voor elke graad tot in alle details de uit te voeren ritualen volgens deze of gene ritus worden beschreven. Zonder kan de vrijmetselarij gewoon niet werken
Wie geinitieerd zal worden, kan al vooraf een goed idee hebben van wat hem te wachten staat, want de beschrijvingen van de initiatieceremonie zijn zeer talrijk. Hetzelfde geldt voor alle volgende graden.
Het is duidelijk dat de vrijmetselaars de eed die zij afleggen om de ritualen geheim te houden, nooit hebben onderhouden. Waarom zouden ze trouwens? Niets is onschuldiger dan deze symbolische en allegorische ceremonies en wie ze leest, zal beseffen dat als er al een vrijmetselaarsgeheim is, het zeker niet het rituaal is.
De vrijmetselarij bewaart geen geheimen.
In de eerste officiele vrijmetselaarspublikatie, de "Constituties van Anderson" (1723), wordt enkele keren op discrete toon verwezen naar het bestaan van geheime kennis die het bouwvak aanbelangt. "Het is niet opportuun om over de principes [van wiskunde en meetkunde] uit te weiden, tenzij in een georganiseerde loge" - "Maar niets over de premissen [van de "loges" ten tijde van Mozes] moet vermeld worden" -"We laten opzij wat niet mag en bijgevolg niet op schrift gesteld kan worden..."-"U moet handelen als een moreel en wijs man, en meer bepaald nooit aan uw familie, vrienden of buren de zaken van de loge meedelen".
Geen enkele vrijmetselaar kan dergelijke "geheimen" ooit ernstig opgenomen hebben.
Het belet niet dat in de volgende jaren en tot op vandaag een aantal macons op zoek is gegaan naar meer consistente geheimen. In het hoofdstuk over de hoge graden zijn we hierop meer uitgebreid ingegaan. Wie in de vrijmetselarij gezocht heeft of zoekt naar "Het Verloren Woord~ in de zin van een magische formule die de eeuwige zaligheid, de rijkdom op aarde, de lichaamsgezondheid, bijzondere kennis of macht kan schenken, komt altijd bedrogen uit.
De duizenden "esoterische" werken binnen en buiten de vrijmetselarij geschreven, zijn het gevolg van het rusteloze zoeken van de mens naar exclusieve "geheimen". Ze zijn meteen het bewijs van de vruchteloosheid van deze inspanningen.
Alwie ooit in de vrijmetselarij op zoektocht ging naar "Het Geheim", is van een kale reis teruggekeerd en is noodgedwongen tot de conclusie nnoeten komen dat het goed bewaarde geheim erin bestaat dat er geen geheim is.
Of toch er is een geheim, dat evenwel niets geheimzinnigs inhoudt, We zullen er aan het slot van dit hoofdstuk op terugkomen.