Maçonnieke encyclopedie-L.
De Maconnieke Encyclopedie zoekt
Een ogenblik !
La belle indifférence
Lady Wonder
Laetrile
Lamarckisme
Lamettrie, Julian Offray de
Langmuir, Irving
Lanz von Liebenfels, Jörg
LaRouche, Lyndon H.
Lawson, Alfred William
Leadbeater, Charles Webster
Leary , Timothy
Lebensborn
Le Bon, Gustave
Lemurië
La belle indifférence, (Frans: de schone onverschilligheid) Het verschijnsel dat hysterici (*hysterie) of mensen met *psychosomatische klachten in staat zijn om de pijnen waaronder ze lijden vaak zeer gedetailleerd en op bloedstollende wijze te beschrijven, terwijl hun houding en gelaatsuitdrukking geen spoor van lijden verraadt. De term is afkomstig uit kringen rond de beroemde Franse neuroloog Jean-Martin * Charcot.
Lady Wonder, (ca. I924-I952) Amerikaans wonderpaard uit Richmond, Virginia. Lady Wonder genoot zo'n dertig jaar lang de reputatie paranormaal begaafd te zijn. Het dier, eigendom van Mrs. C.D. Fonda, kon woorden samenstellen door met haar neus blokken met letters bij elkaar te schuiven, Later kreeg ze de beschikking over een 'paarden-typemachine' met extra grote toetsen. Tot twee keer toe verleende ze paranormale hulp bij een verdwijning, Begin jaren '5o spelde ze dat een verdwenen kind gezocht moest worden bij het 'Pittsfield Water Wheel'. Dat bestond niet, maar een behulpzame politieagent meende dat het wel eens de Field and Wilde-waterput (een nabije groeve) kon betekenen, en het lijkje van het kind werd daar inderdaad aangetroffen. In december 1952, na de verdwijning van twee kinderen, gaf Lady Wonder door dat er gezocht moest worden bij 'water' en 'boom'. 'Welk water?' vroeg de wanhopige moeder. Mrs. Fonda vroeg de moeder een lijstje van wateren op te stellen, en een van de namen die daarop voorkwamen was de Dupage-rivier. Lady Wonder kwam nu met 'rivier' en op de vraag wanneer de kinderen gevonden zouden worden: 'zondag'. Dat laatste klopte niet, maar de rivier gaf uiteindelijk inderdaad de lichamen van de kinderen terug. (Lady Wonders paranormale gaven werden beschreven in Life van 12 december 1952 en Newsweek van 15 december hetzelfde jaar.) Lady Wonder is nooit zo uitgebreid onderzocht als haar veel bekendere paranormale soortgenoot, *Slimme Hans, maar net als bij dat dier komen haar 'zinvolle' antwoorden hoogstwaarschijnlijk voor rekening van haar begeleidster, Mrs. Fonda. Lady Wonder was waarschijnlijk in staat minieme signalen van haar baas op te vangen. De beide paranormale hoogstandjes komen daarnaast ook voor rekening van degene die de boodschap op intelligente wijze interpreteert en een forse dosis geluk uiteraard (en dit zijn dan ook alleen de twee succesverhalen) .
Lady Wonder werd in 1927 tot twee keer toe- onderzocht door het echtpaar *Rhine. Naar aanleiding van hun eerste onderzoek concludeerden ze dat het paard over telepathische gaven beschikte. Een tweede onderzoek verliep echter teleurstellend, en de onderzoekers constateerden daarna logischerwijze dat zij die gave inmiddels weer had verloren. Bron; Candland, D.K., Feral children and clever animals. Oxford, 1993.
Laetrile * Alternatief geneesmiddel tegen kanker. Het is gemaakt van abrikozenpitten, en bevat veel amygdaline, een stof die ontleedt in cyanide. De claims voor dit potentieel gevaarlijke spul werden telkens anders. Eerst heette het dat het kanker genas, daarna dat het maakte dat de patiënten zich beter voelden, toen dat het een vitamine was (B17) en kanker een kwestie van vitaminegebrek en vervolgens dat het alleen werkte als het tegelijk met enzymen (*enzymtherapie), lavementen, diëten en enorme hoeveelheden vitaminen werd ingenomen. Er zijn proeven met Laetrile genomen, maar die hebben nooit enige werkzaamheid aangetoond. Laetrile heeft een lange geschiedenis. De naam is bedacht omstreeks 1951 door Ernst Krebs, die beweerde dat zijn vader al met deze stof had geëxperimenteerd in 1926. Het idee was dat gezonde cellen enzymen bevatten die de cyanide onschadelijk maakten, en dat de kankercellen dat enzym misten. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) ondernam proeven en onderzocht ook 44 patiënten die met Laetrile behandeld waren (meer dan de helft was al dood). De biochemische verklaring bleek niet te kloppen, dus veranderde Krebs de theorie: Laetrile dat werd ingespoten zou het lichaam juist verlaten zonder te ontleden, Uiteindelijk leek het er in 1963 op dat het doek was gevallen voor Laetrile. De thalidomideramp had geleid tot veel strengere wetten op geneesmiddelen (in de vs zelf waren er nauwelijks thalidomidege vallen, omdat een strenge arts, Frances O. Kelsey van mening was geweest dat de bewijzen van veiligheid nog niet in orde waren). Door allerlei acties zoals lovende krantenartikelen, energieke mond-tot-mond-reclame, boekjes, lezingen, brievencampagnes enzovoorts wist Laetrile het nog lang uit te houden. Als resultaat van deze campagne werden wetten uitgevaardigd die het artsen toestonden om terminale patiënten niet goedgekeurde medicijnen voor te schrijven. Uiteindelijk werden opnieuw uitvoerige proeven gedaan met Laetrile. In 1981-1982 bleek de totale onwerkzaamheid van dit middel. De uitslag van de proeven droeg veel bij tot de neergang van Laetrile, evenals het overlijden van een bekende gebruiker, de acteur Steve Mcqueen. Men kan zich nog wel met Laetrile laten behandelen, in een Mexicaanse k1iniek. Bron; Young, J.H., American health quackery. Princeton, 1992.
Lamarckisme . Theorie ter verklaring voor het ontstaan der soorten, ontwikkeld door de Franse bioloog Jean Baptiste de Monet, chevalier de Lamarck (1744 1829) . Het lamarckisme is gebaseerd op het idee dat ouders de fysieke eigenschappen die zij tijdens hun leven ontwikkelen, door kunnen geven aan hun nageslacht. Giraffen die voortdurend bij de hoogste blaadjes proberen te komen, rekken hun nekken nog verder uit en geven deze eigenschap weer door aan hun kinderen. Het lamarckisme was in wezen de eerste evolutietheorie met een praktisch mechanisme. Het stuitte echter op allerlei theoretische en praktische bezwaren. Ze werd uiteindelijk opgevolgd door de evolutietheorie van Charles *Darwin. Aangetekend moet worden dat in Darwins tijd volstrekt niets bekend was van het feitelijke mechanisme van overerving en dat Darwin wel wat zag in het lamarckistische mechanisme. In Darwins theorie ging het namelijk alleen om het feit dat het nageslacht min of meer toevallige grote en kleine (maar wel overerfbare) afwijkingen van de ouders vertoont ; wat die afwijkingen veroorzaakte stond daar los van. De lamarckistische theorie zou later nog opduiken in de geschriften van de Russische landbouwkundige Trofim *Lysenko, de geestelijke vader van het 'lysenkoïsme'.
Lamettrie, Julian Offray de (I709-I75I) (ook: La Mettrie) Frans filosoof De Lamettrie is de auteur van L’histoire naturelle de l’âme (1745) en twee beroemde publicaties: L'homme machine en L'homme plante, beide uit 1748 en beide goed voor een fors schandaal. Hij was een van de eerste verlichtingsfilosofen (en in ieder geval de luidruchtigste) die radicaal kozen voor het materialisme en afrekenden met het concept van de onafhankelijke geest. Gedachten, zo schreef hij in L’homme machine, waren eenvoudigweg het 'product' van het brein, net zoals gal het product was van de lever. Ter ondersteuning van zijn theorie wees hij er ondermeer op dat kikkers nog bewegen nadat hun kop is afgesneden, en dat mensen onder invloed van bepaalde stoffen heel anders gaan denken. Plant, dier en mens waren in zijn ogen slechts transformaties van een en hetzelfde gegeven. Dit idee werkte hij in L’homme plante verder uit. Alle overgangen in de natuur waren gradueel, stelde hij, en om zijn theorie te bewijzen was niet meer nodig dan apen te leren spreken. De Lamettrie geldt als een van de belangrijkste wegbereiders van het atheïsme.
Langmuir, Irving (I88I-I957) Amerikaans fysicus, bekend om zijn definitie van 'pathologische wetenschap'. Langmuir werkte op uiteenlopende gebieden in dienst van het onderzoekslaboratorium van de General Electric Company. Zijn onderzoek op het gebied van chemische reacties bij hoge temperaturen leidde tot de vondst om gloeilampen te vullen met een mengsel van argon en stikstof, hij bedacht rond 1920 een theorie van chemische binding, ontwikkelde een praktische vacuümpomp en kreeg in 1932 de Nobelprijs voor zijn werk op het gebied van chemische reacties in dunne lagen. Langmuir was de grondlegger van de plasmafysica (hij bedacht de term plasma), en na zijn pensionering - hield hij zich bezig met metereologie en met controversiële methoden om regen te maken. Hij had 63 patenten op zijn naam staan, en was auteur van 2OO wetenschappelijke artikelen. In Alaska is een berg naar hem genoemd. Langmuir was een enthousiast verzamelaar van voorbeelden van (wat hij aanduidde als) 'pathologische wetenschap', Volgens hem werd deze gekenmerkt door de volgende eigenschappen:
. De gerapporteerde verschijnselen zijn slechts aanwezig op de rand van wat nog meet of zichtbaar is. Technieken om ze te versterken bestaan er niet.
. Slechts waarnemingen die de onderzoekers bruikbaar achten, worden in de analyse mee genomen.
. Men claimt een opmerkelijk grote nauwkeurigheid.
. De geopperde hypothesen staan haaks op oude, reeds ontwikkelde modellen.
. Voor ieder tegenargument heeft men wel een antwoord,
. Er is geen sprake van enige experimentele of theoretische ontwikkeling. De zaak bloedt gewoon dood. Het aardige is dat Langmuir zich na de Tweede Wereldoorlog stortte op het kunstmatig verwekken van regen door wolken te bestrooien met zilverjodidekristallen. De wisselende resultaten maakten hem alleen maar enthousiaster en uiteindelijk was hij er heilig van overtuigd dat hij met zijn kleine kristallenkanon, opgesteld in New Mexico, het weer boven geheel Noord-Amerika kon beïnvloeden.
Lanz von Liebenfels, Jörg (I872-I954) (eigenlijk : Adolf Josef Lanz; de adellijke afkomst is een verzinsel) Oostenrijks racistisch mysticus (*racisme), Lanz trad in 1893 toe tot een cisterciënzerklooster om het zes jaar later, zwaar gedesillusioneerd, weer te verlaten. Wellicht dankzij zijn kloosterjaren was hij echter uitstekend thuis in de Bijbel en genoot hij op dat terrein ook enige autoriteit, Lanz was tot de overtuiging gekomen dat alle kwaad in de wereld het gevolg was van geslachtsverkeer tussen het superieure ras der *Ariërs en de inferieure pygmeeën, een contact waaruit alle andere rassen waren voortgekomen. Het Oude Testament was oorspronkelijk bedoeld om de Ariërs te waarschuwen voor deze bestiale praktijken, en de kruisiging in het Nieuwe Testament was eigenlijk het verhaal van pogingen door pygmeeën om Christus te verkrachten, die daartoe opgehitst waren door satanische bestiale sekten. Helaas was die boodschap inmiddels vergeten. Hij maakte zich in het bijzonder zorgen om het gedrag van Duitse vrouwen, aangezien het zwakke geslacht in zijn ogen juist erg aangetrokken werd door dergelijke praktijken. Vrouwen konden maar het beste in Zuchtklöster (tuchtkloosters) worden opgesloten, waar ze bevrucht konden worden door daarvoor geschikte Ehehelfer (huwelijkshelpers). Om alles weer ten goede te keren moesten alle minderwaardige rassen en klassen worden uitgeroeid, en Lanz voorzag dat dat uiteindelijk zou gebeuren in een soort apocalyptische veldslag, waaruit de Ariërs zegevierend terug zouden keren om vervolgens de hele wereld te veroveren, Lanz von Liebenfels zette deze (zoals hij het later aanduidde) 'Ariosofie' uiteen in het boek Theozoologie (1905 ; ondertitel: Oder die Kunde von den Sodom-Äff1ingen und dem Götter-Elektron). De elektronische ideeën van Lanz schijnen van *Blondlot afkomstig te zijn. Tussen 1905 en 1918 gaf hij tevens het tijdschrift Ostara uit (genoemd naar de Germaanse godin van de lente), waaraan ook theosofen (Madame *Blavatsky), volgelingen van Guido 'von' *List en van de * völkische beweging bijdroegen. Hij richtte ook een Nieuwe orde der *Tempelieren op (Ordo Novi Templi, ONT. volgens hem was deze orde in het bezit van de door hem onthulde occulte kennis). De eerste grote bijeenkomst van de ONT, in kasteel Burg Werfenstein in 1908, trok veel belangstelling.
Er bestaan opvallende overeenkomsten tussen het verwrongen wereldbeeld van Lanz von Liebenfels en dat van Adolf *Hitler. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat de jonge Hitler bekend raakte met het denken van Von Liebenfels. Hitler woonde van 1905 tot 1913 te Wenen, en Von Liebenfels en zijn werk waren toen redelijk bekend. Hitler zelf heeft hier niets meer over medegedeeld dan dat hij racistische pamfletten in Wenen had bestudeerd, maar in 1951 zocht de Oostenrijkse publicist Wilfried Daim de oude Lanz op en deze vertelde toen dat Hitler hem in 1909 bezocht zou hebben, en om oude nummers van Ostara vroeg. Hij kreeg ze voor niets mee, plus geld voor de tram terug. En Hitler bezat een dikke stapel Ostara-nummers volgens een niet al te betrouwbare pensiongenoot.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wijdde Lanz von Liebenfels zich voornamelijk aan zijn eigen 'raciaal-metafysische' vorm van *astrologie, en voorspelde zo de overwinning van de inferieure rassen in Europa, een nieuwe Mongoolse invasie (ergens tussen 196o en 1988) en daarna de stichting van het Arische Rijk. Na de Eerste Wereldoorlog werd het gedachtegoed van Lanz von Liebenfels uitgedragen door Herbert Reichstein, oprichter in 1926 van het Ariosofisch Genootschap. Belangrijke leden waren de *runen-deskundige Rudolf John *Gorsleben, de samenzweringsdenker Gregor *Schwartz-Bostunitsch en de astroloog Reinhold Ebertin (*Krafft, K.E.). Lanz von Liebenfels woonde enige tijd in Hongarije en verhuisde in 1933 naar Zwitserland. In nazi-Duitsland werden zijn werken in de jaren '3o mondjesmaat gedrukt (hij toonde zich geen onverdeeld voorstander van het nieuwe regime), en met de vlucht van Rudolf *Hess werden alle door Lanz opgerichte organisaties verboden (als onder deel van een groot pakket maatregelen tegen alternatieve en occulte verenigingen). Bronnen Goodrick-Clarke, N., The occult roots of nazism. Londen, 1992 ; Levenda, P., Unholy Alliance. New York, 1995.
LaRouche, Lyndon H. (I922) Amerikaanse samenzweringsdenker. LaRouche was decennialang een van de belangrijkste verkondigers in de vs van de *Grote Samenzwering. (Die rol is hem recentelijk ontnomen door de ideologen van de *militia -beweging, zoals William *Cooper.). De samenzweerders ('subhumans' in zijn terminologie) zijn volgens hem te vinden op de traditionele plaatsen: clubs, belangrijke commissies en de internationale bankwereld (onder leiding van de familie Rockefeller), maar ook bijvoorbeeld in de Britse adel. (Koningin Elisabeth 11 is volgens hem betrokken bij de drugshandel). Andere door LaRouche 'ontmaskerde' broedplaatsen zijn de VN organisatie UNESCO, de jezuïeten, de neo-nazi's, de Ku Klux Klan en ooit was ook het blad Playboy uiterst verdacht. Doel van de Grote Samenzwering is het terugbrengen van de mensheid vôôr het jaar 2000 tot één miljard zielen. De middelen zijn drugs, geboortebeperking, euthanasie en milieuwetgeving. Alleen de superhumans, de aanhangers van LaRouche, zijn in staat deze dreiging te keren en zullen uiteindelijk de wereld besturen. LaRouche is afkomstig uit extreem-linkse kring, maar ontwikkelde in de jaren '70 een volstrekt unieke, niet in te delen ideologie, die op de oude samenzweringsliteratuur gebaseerd is, maar ook en vooral op zijn persoonlijke voorkeuren. Zijn beweging groeide in de jaren '70 en '80 uit tot een miljoenenbedrijf maar alle activiteiten slokten blijkbaar zôveel geld op dat men overging op duistere financiële transacties en regelrechte fraude. In 1988 werd LaRouche veroordeeld tot vele jaren gevangenisstraf. Zomer 1994 kwam hij weer op vrije voeten. Tekenend voor zijn organisatorische gaven (en harde hand) is dat hij zijn organisatie nog volledig intact aantrof. Om hun ideeën te verspreiden stichten de LaRouchians voortdurend blaadjes en verenigingen, schijnbaar gewijd aan actuele maatschappelijke onderwerpen. De LaRouchians Rogelio Maduro en Ralf Schauerhammer bijvoorbeeld mengden zich in de discussie over het gat in de ozonlaag met het boek The holes in the ozone scare (1992). Volgens hen wàs er helemaal geen gat en maakten de alarmerende berichten onderdeel uit van de Grote Samenzwering. Deskundigen ontdekten daarna tot hun verbazing dat ze zich moesten verdedigen tegen de meest bizarre beschuldigingen. Een andere activiteit van de LaRouchians is het tijdschrift 2Ist Century technology, waarin gepleit wordt tégen de milieubeweging, vôôr zoveel mogelijk kernenergie en vôôr de ontwikkeling van door de subhumans 'onderdrukte' technologieën zoals *koude kernfusie. Bron; George, J. en L. Wilcox, American extremists: militias, supremacists, klansmen, communists, and others. Amherst, 1996.
Lawson, Alfred William (I869-I954) Amerikaans uitvinder (hij bouwde het eerste passagiersvliegtuig) . Lawson bedacht zijn eigen natuurkunde en een kosmologie gebaseerd op een samenspel van aanzuigende en duwende krachten. In de jaren '3o kwam hij ook nog met een eigen economische theorie, 'Direct credit', die verwantschap vertoonde met de ideeën van de Britse *Social Credit-beweging. Hij wist in de depressie jaren een behoorlijke aanhang te verwerven. Bron Webb, J., The occult establishment La Salle, 1981.
Leadbeater, Charles Webster (I854-I934) Brits theosoof (*Theosophical Society, Madame *Blavatsky). Leadbeater was voorbestemd voor een carriere in de kerk, maar eenmaal in de greep van het occulte en de werken van de theosoof A.P. Sinnett, vertrok hij in 1883 naar het theosofisch centrum in het Indiase Adyar. Drie jaar later (waarschijnlijk verjaagd door Blavatsky ; Leadbeater had paranormale indrukken en zij hield niet van concurrentie) reisde hij door naar Sri Lanka. Blavatsky's opvolgster, Annie *Besant, haalde hem echter weer terug. Leadbeater bleek over een enorme werkkracht te beschikken: hij reisde, gaf lezingen en schreef of het niets was, onder andere het boek The astral plane (1894). Ook deed hij helderziend onderzoek naar de vorige levens van belangrijke Society-leden (die elkaar op de meest curieuze momenten eerder hadden ontmoet), zette een theosofische jeugdbeweging op en zorgde voor de persoonlijke begeleiding van enkele kinderen van theosofen, Besant werd volkomen door hem gefascineerd, hetgeen haar duur kwam te staan toen in 1906 duidelijk werd dat hij de hem toevertrouwde kinderen adviezen gaf over masturberen. Het kostte haar een jaar later, na het overlijden van Henry *Olcott, bijna het leiderschap van de Society. Maar ze vergaf hem, en spoedig zat hij weer hoog in de theosofische hiërarchie. Zijn laatste grote daad (die de beweging uit eindelijk wél fataal zou worden) was de 'ontdekking' in 1909 van de komende Avatar (wereld leraar) , Jiddu *Krishnamurti, In 1914 vertrok Leadbeater, wellicht om aan alle achterdocht te ontkomen, naar Australië, waar hij bisschop werd van de (kersverse) liberaal-katholieke kerk. Wat hem betrof was Australië nu de plaats waar de nieuwe mens (het komende wortelras, in de terminologie van Blavatsky) zou ontstaan. Drie jaar later werd hij beschuldigd van seksueel misbruik van minderjarige jongens. De Australische politie startte een onderzoek, en de stroom geruchten groeide ieder spoedig boven het hoofd. In 1922 viel de Australische afdeling uiteen.
Leary , Timothy (I920-I996) Amerikaans psycholoog en propagandist van geestverruimende middelen. Leary maakte, na een diepe persoonlijke crisis, in 1960 kennis met peyote, de Mexicaanse hallucinogene paddestoel, en een jaar later met LSD. Dat laatste gaf hem veel indrukwekkendere mystieke ervaringen dan de paddestoeltjes, en Leary begon LSD te beschouwen als de drug die een nieuw gelukzalig tijdperk in zou luiden van een 'geestloos bewustzijn'. Hij begon te experimenteren, samen met Aldous *Huxley, en met het opzetten van een grootschalige organisatie voor de productie en distributie van LSD. Hij deelde drugs uit, organiseerde tientallen drugsessies, bekeerde zich tot het hindoeïsme en het eind van het liedje was dat hij in 1963 door zijn werkgever, de universiteit van Harvard, werd ontslagen. Maar tegen die tijd had zijn carriere als 'LSD-goeroe' al een hoge vlucht genomen. Zijn advies 'tune in, turn on and freak out' werd dé strijdkreet van het hippietijdperk. Leary's bekendste discipelen waren Alan Watts (1915-1973) auteur van het cultboek. Joyous cosmology (1962) en 'Owsley', de man die verantwoordelijk was voor een fors deel van de Amerikaanse LSD productie. Leary werd in 1970 in twee rechtszaken tot (in totaal) twintig jaar veroordeeld wegens het bezit van marihuana, maar vluchtte naar Europa. In 1973 werd hij uitgeleverd en verdween alsnog voor bij na drie jaar achter de tralies. De laatste jaren ging zijn belangstelling vooral uit naar het overleven van de dood door middel van *cryonica en hij ligt dan ook thans in de diepvries. Bron Webb, J., The occult establishment La Salle, 1981.
Lebensborn (Duits: levensbron) Organisatie ten tijde van het Derde Rijk die onderdeel uitmaakte van Das * Ahnenerbe (het 'wetenschappelijk instituut' van de SS) en die gericht was op het kweken van ras zuivere *Ariërs. De leider van de SS, Heinrich *Himmler, was er al vroeg van overtuigd dat het Derde Rijk de wederopstanding was van het Arische 'Herrenvolk'. De 'raszuivere' Duitsers moesten zich uiteraard ook zoveel mogelijk voortplanten, en spoedig na het aan de macht komen van de nazi's werden er ook wetten uitgevaardigd tegen het aborteren van 'ras zuivere' kinderen en voor de bescherming van de rechten van ongehuwde (raszuivere) moeders. Lebensborn werd in 1935 door Himmler persoonlijk opgericht met als doel SS-leden te stimuleren zoveel mogelijk kinderen te krijgen, (Himmler stelde vast dat een SS-lid minimaal vier zonen voort moest brengen: twee om voor het vaderland te sterven en twee voor het voortbestaan van het ras.) Spoedig daarna werden de eerste Lebensborn-tehuizen ingericht, met als belang rijkste Hochland, in het Beierse dorpje Steinhôring. Hier kwamen veel ongehuwde zwangere vrouwen naartoe (die hun kind ongestoord ter wereld wilden brengen), maar ook gehuwde vrouwen die vreemd waren gegaan waren welkom, en moeders die simpelweg wilden profiteren van de geboden kraamzorg (die overigens na het uitbreken van de oorlog steeds meer te wensen overliet; maar Himmler zag er persoonlijk op toe dat er zelfs tot in de laatste oorlogsdagen genoeg te eten was), De organisatie zorgde ervoor dat ongewenste kinderen terechtkwamen bij (ideologisch betrouwbare) adoptiefouders. Er zijn geen betrouwbare aanwijzingen dat de tehuizen (zoals de geruchten wilden) een soort bordelen waren waar SS-dekhengsten raszuivere vrouwen zouden bedienen. Waar ze wél voor dienden was de opvang van (op grond van uiterlijke kenmerken) 'raszuiver' verklaarde kinderen uit Oost-Europa die bij hun ouders waren weggehaald en vanuit Lebensborn-tehuizen ter adoptie in Duitsland werden aangeboden. Vele duizenden werden zo van hun ouders gescheiden, en een groot deel daarvan moet nog steeds (niet op de hoogte van hun ware afkomst) in Duitsland wonen. De 'onzedelijke' Lebensborn-tehuizen vormden steevast het middelpunt van roddel en achterklap, en hadden dan ook vaak moeite om geschoold personeel aan te trekken. In Nederland werd een Lebensborn-tehuis ingericht in het Berchmannianum, een instituut voor filosofisch onderwijs dat beheerd werd door de jezuïeten, in de buurt van Nijmegen. Het gebouw had in 1944 in gebruik genomen moeten worden, maar zover kwam het niet. In die tijd was er namelijk ook een kliniek voor vrouwen die zwanger waren van Duitse militairen gevestigd in de Amsterdamse Boerhaave-kliniek (die hieraan haar bijnaam 'baarhoeve' heeft te danken) en de nazi-leiders wisten het SS-initiatief te vertragen en te dwarsbomen, totdat uiteindelijk de geallieerden arriveerden. Bron Clay, C., en M. Leapman, Master race, Londen, 1995.
Le Bon, Gustave (I84I-I93I) Frans wetenschaps-popularisator en massapsycholoog. Auteur van het invloedrijke Psychologie des foules (1895). Le Bon wordt vaak beschouwd als de grondlegger van de massapsychologie, maar eigenlijk maakte hij gewoon politiek misbruik van het werk verricht aan *hysterie en *hypnose van respectievelijk Jean-Martin *Charcot en Charles *Richet, en 'vergat' bovendien te vermelden dat hij uitgebreid putte uit het werk van de Italiaanse criminoloog Scipio Sighele (een leerling van de beroemde Cesare *Lombroso) en dat van zijn landgenoot Henry *Fournial. Bij Le Bon kreeg de massapsychologie van Fournial een pessimistische, conservatieve draai, Hij paste diens ideeën namelijk toe op de grote (voor de elite bedreigende) massabewegingen zoals het anarchisme en socialisme. Volgens Le Bon beschikte 'de massa' over een primitief denkvermogen dat gekenmerkt werd door de volgende eigenschappen:
. De massa accepteerde slechts uiterst simpele ideeën, en dan alleen als deze aangeboden werden in de vorm van beelden.
. Haar 'redeneren' leek op het hogere redeneren maar is daar in wezen een zeer primitieve vorm van.
. Beelden collectief opgeroepen door de massa werden door de leden als zeer levensecht en indrukwekkend ervaren.
. Massa's zochten altijd een leider. Hierbij gaat het niet om diens ideeën (volgens Le Bon waren de leiders voor het grootste deel geestelijk gestoord) maar om de overtuigingskracht waarmee hij ze bracht en de successen die hij boekte. Le Bon was een fervent tegenstander van de parlementaire democratie, een thema dat hij verder zou uitwerken in zijn Psychologie du socialisme (1898), In zijn Psychologie de l'éducation (1902) verwierp hij het uit het hoofd leren van feiten (daar hadden de leden der lagere sociale klassen immers niks aan) en propageerde de training van het lichaam en het karakter. Zijn ideeën hadden grote invloed op het Franse leger en na de Eerste Wereld oorlog werd hij zelfs gelauwerd voor zijn bijdrage aan de overwinning. Le Bons ideeën oefenden invloed uit op vrijwel alle na hem komende anti democratische denkers, en zijn bijvoorbeeld terug te vinden in Mein Kampf (1925), het enige boek van Adolf *Hitler, in de passages over propaganda technieken. Le Bon was ook op ander gebied voortvarend met het stelen van andermans ideeën. Kort na de ontdekking van de rôntgenstralen beweerde hij dat hij *zwart licht had ontdekt, enige tijd later claimde hij dat de *N-stralen eigenlijk zwart licht waren, en dus in wezen door hem ontdekt, en zelfs *Einstein kreeg brieven van Le Bon waarin deze claimde het eerst geweest te zijn met het idee dat massa en energie gelijkwaardig zijn. Bron Ginneken, J. van, Crowds, psychology and politics, 187I-1899. Cambridge, 1992.
Lemurië Legendarisch verzonken continent dat gelegen zou hebben in de Indische Oceaan. De naam werd in de 19de eeuw verzonnen door de Britse bioloog Philip Sclater (1829-1913). Hij opperde dat er ooit een landbrug had gelegen tussen Zuidoost-Azië en Madagaskar (voor de Afrikaanse oostkust). Zo'n landbrug zou verklaren hoe het mogelijk was dat er tegenwoordig in deze veruiteenliggende streken halfapen (lemuren) voorkomen, en nergens daar tussen in. De lemuren zouden op 'Lemurië' ontstaan zijn, en nadat deze landbrug was verzonken, bleven ze op de twee uiterste punten daarvan achter. Het idee werd in de biologische wereld met instemming begroet, en gepopulariseerd door de Duitse bioloog Ernst *Haeckel. Lemurië kreeg echter spoedig ook occulte betekenis, Madame * Blavatsky nam het op in haar persoonlijke versie van de evolutie, Volgens haar werd Lemurië ooit bevolkt door het derde wortel ras : reusachtige hermafrodieten met een extra paar ogen aan de achterzijde van het hoofd. Leden van dit wortelras zouden uiteindelijk emigreren naar * Atlantis en daar de basis leggen voor het vierde wortelras. (En na de vernietiging van dàt eiland zwermden ze uit over de aarde, en transformeerden ze tot de moderne mens, het vijfde wortelras.) Nadere informatie over de inwoners van Lemurië hebben we te danken aan een leerling van Blavatsky, Walter Scott-Elliott, auteur van The lost continent (1894 ; door de *Theosophical Society meestal uitgegeven in combinatie met zijn acht jaar oudere The story of Atluntis). Scott-Elliott maakte voor zijn onderzoek gebruik van zijn vermeende helderziendheid. Ook Rudolf *Steiner betrok zijn informatie langs para normale weg uit de *Akasha-kroniek. Vele jaren later kwam James *Churchward met een even oncontroleerbaar verhaal over het continent *Mu, in de Stille Oceaan.