Nederlandse Opperraad van de 33e en laatste graad van de Aloude en

Nederlandse Opperraad van de 33e en laatste graad van de Aloude en

Aangenomen Schotse Ritus der Gemengde Vrijmetselarij


RITUAAL voor de graad van Soeverein-Groot-lnspecteur-Generaal (33o A.°.A.°.S.°.R.°.)


INHOUD


1. Officieren.

11.Inrichting van de Opperraad.

111.Regalia

IV. Voorbereiding op de inwijding in de 33o.

V. Rituaal.

INWIJDING TOT S*G*I*G* 33°

EERSTE BELOFTE S*G*I*G* 33°

TWEEDE BELOFTE S.°.G.°.I.°.G.°. 33°

EED VAN DE S*G*I*G* 33°

TEKEN VAN DE GRAAD

ONDERRICHT

SLUITING VAN DE OPPERRAAD


Het Rituaal voor de 33 o is door de Opperraad officieel vastgesteld in zijn vergadering van juni 1994.
Van dit Rituaal mag niet worden afgeweken.
Het is niet toegestaan, dat van dit Rituaal copieen worden vervaardigd.
Ieder lid der Orde is door ziin belofte verplicht te voorkomen, dat dit Rituaal in handen van een onbevoegde komt.


DIT RITUAAL BLIJFT HET EIGENDOM VAN DE OPPERRAAD .


1. OFFICIEREN De volgende officieren moeten aanwezig zijn:

1. Soeverein Groot Commandeur,

2. Luitenant Groot Commandeur,

3. Grootredenaar, Grootminister van staat,

4. Grootkanselier, Grootsecretaris, bewaarder der archieven en zegels,

5. Grootschatbewaarder,

6. Grootceremoniemeester,

7. Grootprocureur Generaal,

8. Grootvaandeldrager,

9. Grootkapitein der Garde.


11. INRICHTING VAN DE OPPERRAAD


De wanden zijn behangen met een purperen draperie, geborduurd of bedrukt met skeletten, doodsbeenderen en schedels. In het Oosten een luisterrijke troon, voorzien van een purperen hemel, afgezet met goudfranje.
Onder deze hemel is een transparant aangebracht voorstellende een gelijkzijdige driehoek, met hierin aangebracht de karakters van de onuitsprekelijke naam.
In het midden van de raadszaal staat een Kubiek Altaar bedekt met een purperen fluwelen kleed afgezet met goudfranje, waarop een ontbloot zwaard op een geopende Bijbel ligt, met de punt wijzend naar het zuidoosten.
Op het midden van de Noorderkolom staat (voor de candidaat door een voorhang aan het gezicht ontrokken) een skelet met in de rechterhand het witte vaandel der Orde en in de linkerhand een cypressekrans, met ernaast een tafeltje waarop een schedel gevuld met wijn.
In het Zuiden daar tegenover staat de vlag van Nederland.
In de raadszaal is boven de toegang aangebracht een blauwe sjerp voorzien van het opschrift: "Deus Meumque Jus". In het Oosten is een vijf-armige kandelaar geplaatst, in het Westen een drie-armige, in het Noorden een enkele kandelaar en in het Zuiden een twee-armige, aldus 5 + 3 + 1 + 2, voorzien van brandende gele waskaarsen.
De leden zijn allen gezeten op de Zuiderkolom.
De candidaat vervangt zijn bovenkleding door een zwarte mantel en gaat barrevoets en is ontdaan van regalia en onderscheidingstekenen.
(Ringen dienen afgedaan te worden.)
Hij draagt gedurende het eerste gedeelte van de ceremonie een brandende toorts in de rechterhand en heeft een zwart kabeltouw om zijn hals, daaraan op de juiste tijdstippen geleid door de G.°.C M.°.


111. REGALIA

Gewone leden 33ste graad: Sjerp met juweel als voor de leden van de Opperraad, maar zonder borstembleem.


Leden van de Opperraad: 33o sjerp: van witte moire zijde, afgebiesd met goud, eindigend in gouden franje; op de borst geborduurd een gouden driehoek met het getal 33 in rood; van de driehoek gaan stralen uit; loodrecht op de opstaande zijden is een zilveren zwaard. Op de heup is een rozet van rood-wit-groene zijde, in het midden waarvan het juweel afhangt.
Juweel: een dubbelhoofdige gekroonde, adelaar de vleugels uitgespreid naar beneden met in de klauwen een zwaard, over het zwaard hangt een riem of lint met het opschrift: "Deus Meumque Jus", het geheel in goud.

Embleem: het grootembleem der Orde afhangend aan een wit lint, goud gebiesd, aan een gouden gesp met het opschrift "Opperraad", te dragen op de linker borst.


Oud-leden van de Opperraad: Sjerp en juweel als voor leden van de Opperraad, alsook het embleem echter zonder opschrift op de gesp.


Soeverein Groot Commandeur:
Sjerp : van witte moire zijde, afgezet met gouden franje, geborduurd met emblemen der Orde, op de punt het getal 33 in rood, waaraan het juweel.
Juweel: als bij de leden van de Opperraad.
Embleem: het grootembleem der Orde geplaatst op een stralende zon voorzien van het opschrift Soeverein Groot Commandeur, te dragen als plaque op de linker borst.


Luitenant Groot Commandeur:
Cordon: als bij S.°.G.°.C.°., echter zonder goudfranje .
Juweel: als bij leden van de Opperraad.
Embleem: als bij de S.°.G.°.C.°. echter met het opschrift Luitenant Groot Commandeur.


IV. VOORBEREIDING OP DE INWIJDING IN 33o
De Voorbereiding wordt verricht in een afzonderlijk ruimte.
Het behoort tot de taken van de Voorbereider zorgvuldig na te gaan, of alle uitgenodigde candidaten inderdaad aanwezig zijn.

Een complete lijst van de namen van de verschenen candidaten dient tijdig in handen van de Soeverein Groot Commandeur te worden gesteld.

De Voorbereiding zelf luidt bijv. als volgt:
Verlichte Br, Sublieme Prins van het Koninklijk Geheim, thans is het ogenblik aangebroken, dat U Uw laatste schrede zult zetten op het pad van de Schotse Ritus. Heden wordt de kroon op Uw maconnieke bouwwerk geplaatst, maar bedenk wel dat deze is geen kroon van roem maar van ultieme verplichtingen.
Verplichtingen aan Uw medemens en de verplichting van volledige overgave aan de geheiligde maconnieke principes van onze geliefde Orde.
Laat deze laatste Inwiiding op U inwerken als nooit te voren, nimmer zult U nog een grotere masonnieke Inwiiding ondergaan. De weg die de Vrijmetselarij U als Inwijdingsgenootschap wijst is ten einde. Vanaf heden rust op U de taak deze weg in U te vervolmaken tot heil der mensheid en nut van onze geliefde Orde.


V RITUAAL


OPENING VAN DE OPPERRAAD


S.°.G.°.C.°.: (Trekt zijn zwaard en geeft een slag met het gevest.) M.°.L.°.G.°.C.°., wil u ervan verzekeren dat alle aanwezigen in dit heiligdom G.°.l.°.G.°.zijn.
L.°.G.°.C.°.: Z.°.M.°.S.°.G.°.C.°., ik zal mij ervan verzekeren, .°.V.°.Br.°.G.°.C.°.M.°., wil u ervan verzekeren dat alle aanwezigen in het bezit zijn van de hoogste graad der verheven Vrijmetselarij.
(De G.°.C.°.M.°. maakt een rondgang en verzekert zich ervan dat alle aanwezigen G.°.l.°.G.°. zijn, en laat de Grootschildwacht zijn plaats buiten de Tempelpoort innemen.)
G.°.C.°.M.°.: M.°.L.°.G.°.C.°., uitsluitend oversten der verheven Vrijmetselarij zijn aanwezig, en dit heiligdom is gedekt met de Grootschildwacht op zijn hoede aan onze toegang.
L.°.G.°.C.°.: (Trekt zijn zwaard en geeft een slag met het gevest.) Z.°.M.°.S.°.G.°.C.°., alle aanwezigen zijn oversten der verheven Vriimetselarij en wij zijn naar behoren gedekt door de Grootschildwacht.

S"*G*C*: M*L*G*C*, vanwaar komt U?
L. .G. .C. .:Van de wieg, gaande door het leven naar ons gemeenschappelijk lot - het graf.
S. .G. .C. .:Wat is uw plicht?
L. .G. .C. .:De lijdenden van het mensdom te helpen op hun levensweg.
S. .G. .C. .:Hoe laat is het?
L. .G. .C. .:Het is-tijd voor deze Opperraad zich aan zijn plichten te wijden.
S. .G. .C. .:En die plichten zijn deze tot de Aller Hoogste, ons land en onze Orde. Z.°.V.°.Br.°.G.°.C.°.M.°. neem het wachtwoord in ontvangst. (De G.°.C.°.M.°. neemt tijdens een rondgang het: "Deus Meumque Jus" en het antwoord "Mijn God en mijn Recht" van elk der aanwezigen in ontvangst, waarop hij zich naar het Altaar begeeft en het hardop nazegt.)
S. .G. .C. .:"Mijn God en mijn Recht". Laten wij nu het wachtwoord correct is gegeven en ons heiligdom behoorlijk is gedekt, alvorens deze Opperraad door mij geopend wordt, de zegen vragen van d.A.°.H.°..(In het t. . Z. .V. . Zzr. . en Bbr. .°.) Wij vragen Uw zegen A.°.H.°., voor deze Heilige Arbeid. Wil met ons zijn en ons steunen. Verleen ons Kennis en Kracht om onze reis ter verspreiding van Waarheid en Gerechtigheid voort te zetten. om te helpen de onderdrukten, te verlichten de onwetenden en te troosten hen die lijden.


Allen:. .M. .H. .Z. .


S. .G. .C. .:Ter Ere van de A.°.H.°. en ter volmaking der mensheid verklaar ik deze Nederlandse Opperraad van de 33e en laatste graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus der Gemengde Vrijmetselarij voor geopend en doe dit naar het aloude gebruik met behulp van de Mystieke getallen in het O.°. welke in het W.°. zullen weerklinken.
(Geeft de slagen met het gevest van zijn zwaard 00000 000 0 00, welke hij vervolgens in de schede steekt.)

L. .G. .C.°.(Geeft de slagen op gelijke wijze.)
S. .G. .C. .: Edele en Z*V*Zzr*en Bbr*, de Nederlandse Opperraad van de 33e en laatste graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus der Gemengde Vrijmetselarij is nu geopend in de naam van d.A*H*. Zet u Zzr* en Bbr. .°.
(Ledenliist, notulen, tekenplanken etc.)


INWIJDING TOT S*G*I*G* 33


De Z*V*G*P*G*, begeeft zich op aanwijzing van de S*G*C* naar de Kamer van Overpeinzing om de candidaat op te halen en naar de poort van de Raadzaal te brengen waar hij voor deze aanklopt:
G*P*G*: Geeft de slagen op de poort: OOOOO OOO O OO.
G*K*d.G*: M*L*G*C*, er wordt geklopt op de toegang van de Raadszaal.
L*G*C*: Z*V*G*C*M*, vergewis U ervan wie het waagt onze werkzaamheden te verstoren
G*C*M*: Opent de poort) Wie waagt het onze werkzaamheden te verstoren ?
G*P*G*: Buiten) Br* NN.°..°..°., een Sublieme Prins van het Koninklijke Geheim, welke oprecht is toegewijd aan de A*H* , zijn land en onze heilige Orde, treurend over het leiden der mensheid, verzoekt nederig te worden toegelaten tot deze Opperraad, waar hij hoopt door de hulp van de Allerhoogste Wijsheid, zijn plichten te vervullen aan de A*H* en zijn Zzr* en Bbr*.
G*C*M*: Sluit de deur) M*L*G*C*, de opschudding werd veroorzaakt door onze Z*V*G*P*G* namens Br* NN.°..°.. , een Sublieme Prins van het Koninklijke Geheim, welke oprecht is toegewijd aan de A*H*, zijn land en onze heilige Orde, treurend over het lijden der mensheid, verzoekt nederig te worden toegelaten tot deze Opperraad, waar hij hoopt door de hulp van de Allerhoogste Wijsheid, zijn plichten te vervullen aan de A*H* en zijn Zzr* en Bbr*.
S*G*C*: Dat hij toegelaten worde.
G*C*M*: opend de deur) het is het bevel van de Z*M*S*G*C* dat de Sublieme Prins van het Koninklijk Geheim toegelaten wordt tot de Opperraad van verheven Vrijmetselarij.
( Terwijl muziek ten gehore wordt gebracht, wordt de candidaat de Opperraad binnengeleid door de G*P*G* en de G*C*M* die het kabeltouw in de linkerhand houdt . De candidaat houdt de brandende kaars in zijn rechterhand en wordt met gebogen hoofd in de houding van de Goede Herder in het Westen geplaatst)
S*G*C*: Mijn Br* Uw toewijding tot de A*H*, Uw land en onze heilige Orde, Uw smart over het lijden der mensheid, zijn Uw aanspraken tot toelating in deze Opperraad.
Z*V*G*C*M*, geleid deze, onze Br* NN .°..°.. , met vijf , drie, een en twee reizen, dat hij moge reizen en zijn plichten overdenken tegenover de A*H* en zijn Bbr* en Zzr*.
( De G*C*M* geleid de C* onder de diepste stilte vijfmaal de raadzaal rond en stopt in het Westen.)
S*G*C*: Sublieme Prins, de eerste reis in deze graad is om U te herinneren aan Uw eerste stap in de Vriimetselarij. Toen was U zwak, hulpeloos en in duisternis. Herinner dat altijd wanneer een beroep op U wordt gedaan hen te leiden welke U achter U hebt gelaten; dat U eens was gelijk hen, zwak en hulpeloos.
Bedenk dat wij komen van - en wederkeren tot de A* H*, de Grote ongeschapen Schepper, de oorsprong van al het bestaande. Wees niet trots op Uw verheffing, want ongeluk overkomt de grootten het gemakkelijkst. Broeder, ervan overtuigd zijnde dat U toegewijd bent aan Uw land, aanschouw zijn vlag (toont een vlagge standaard welke op het Altaar wordt geplaatst). Bent U bereid een gelofte af te leggen om dit symbool van Uw natie te beschermen en te verdedigen?
Cand*: (Antwoord bevestigend, waarna de G.C.M. de candidaat voor het Altaar

laat knielen.)

S. .G. .C. .: Zeg mij dan, met Uw rechterhand op dit zwaard en met de vlag in Uw linker thans in gedachten na:

EERSTE BELOFTE S*G*I*G* 33o


In de tegenwoordigheid van de A .H. . en deze Verlichte Prinsen der Verheven Vrijmetselarij; beloof en zweer ik plechtig en oprecht dat ik getrouw en oprecht zal zijn aan mijn land en zijn vlag, en dat ik deze zal verdedigen zowel met mijn geld, mijn zwaard als mijn leven. Zo helpe mij de.A* H*.°..
S. .G. .C. .: Groet met een kus dit symbool van Ridderlijke eer als teken van Uw getrouwheid .
(Candidaat kust het lemmet van het zwaard.)
S. .G. .C. .: U hebt Uw recht bewezen op de kroon welke ik nu op Uw hoofd zal plaatsen. Het is waar, het is slechts een kroon van eikenbladeren, maar voor Vrijmetselaren is hij kostbaarder dan de diademen der koningen .Het is de burgerkroon van de Romeinse Republiek welke alleen werd toegekend aan hen die het leven van een medemens had gered.Door vrijmetselaar te worden, bent ook U een weldoener der mensheid geworden .
Laat de tweede reis ondernomen worden.
(De G. .C. .M. . leidt de candidaat driemaal rond, terwijl de S*G*C* zegt:)
S. .G. .C. .: laten wij bedenken dat voortdurende arbeid aan ons zelf nodig is om het ware Licht te verkrijgen.
Aanschouw het vaandel van onze geliefde Orde!
(Wijst op het vaandel rechts van hem.)
Bent U bereid trouw te zweren aan dit vaandel en onze Orde?
Cand.-.: Dat ben ik.
(Terwiji muziek ten gehore wordt gebracht geleid de G.°.C.°.M.°. hem naar het midden van de Noorderkolom, waar een skelet met een cypresse krans in de linkerhand en het vaandel van de Orde in de rechter, en een schedel gevuld met wijn zichtbaar wordt gemaakt [door het wegnemen van een gordijn], de fakkel wordt van de candidaat overgenomen.)
S. .G. .C. .: Neem dan deze schedel het symbool der sterfelijkheid in Uw rechterhand en het vaandel van onze geliefde Orde in Uw linker, en zeg mij in gedachten na:


TWEEDE BELOFTE S.°.G.°.I.°.G.°. 33o


In de tegenwoordigheid van d.A*H* en de V* Zzr* en Bbr* aanwezig als getuigen; ik ------- , zweer piechtig en oprecht, zonder enige aarzeling of enig niet uitgesproken voorbehoud, dat ik altijd trouw zal bewijzen aan het vaandel van de Orde, deze zal volgen waarheen hij ook leidt en mij door geen gevaar zal laten weerhouden het te verdedigen. Ik zweer verder plechtig dat ik steeds ware trouw zal bewijzen aan de Nederlandse Opperraad der Gemengde Vrijmetselarij. En dat ik nimmer zai erkennen enig lichaam of lichamen van Vrijmetselaren in naam of voordoen behorendtot de Aioude en Aangenomen Schotse Ritus, behalve deze welke door deze Opperraad zijn erkend. Op dit alles zweer ik oprecht mij beroepend op d.A*H* ter bezegeling van deze eed. En zou ik ooit bewust of moedwillig deze schenden, moge dan deze wijn welke ik nu drink veranderen in een dodelijk gif, gelijk het dollekervelsap gedronken door Socrates.

(Drinkt wijn uit de schedel.) En moge deze kille armen mij voor altijd omsluiten.
(De armen van het skelet omvatten hem.)
S. .G. .C. .: Uw derde reis herinnert U eraan, dat het hoge ambt dat U op het punt staat te vervullen, U oplegt te allen tijde Uw plichten te vervullen tegenover de A*H*, Uw Zzr* en Bbr* en onze Orde.
Zelfs nu, hoewel U het niet weet, hebt U de hulp van Uw Zzr* en Bbr* nodig, zoals anderen in de toekomst Uw hulp nodig zullen hebben.
Dat U eens geroepen moge worden de toorts, die een broeder nu voor U vast- houdt, te dragen tot voordeel van anderen die zoeken naar het Licht. U bent bloothoofds en barrevoets om U eraan te herinneren dat U altijd gereed moet zijn Zzr* en Bbr* in nood te helpen, en ze te verlossen van het juk der onderdrukking, welke is verzinnebeeld door het zwarte kabeltouw rond Uw hals.
S. .G. .C. .: Kniel! Wederom kroon ik U, nu met deze cypressekrans symbool van de dood en van onsterfelijkheid.
S.°.G.°.C.°.: Geleid de candidaat op zijn derde reis.
(De candidaat wordt eenmaal rondgeleid door de G. .C. .M. .°.)
S. .G. .C. .: Het doel van alle graden van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus is Licht, Wijsheid, Verdraagzaamheid, Vrijheid en Moed. Als een bewijs dat U die moed bezit waarop een beroep zal worden gedaan ze aan te wenden tegen Uw vijanden; en dat U gevaar en zelfs dood zuit verachten, roepen wij U nu op, als een bewijs dat U nooit zult aarzelen de orders te gehoorzamen van hen die gezworen hebben dat "Gerechtigheid" de wereld zal regeren, Uw hand te dompelen in deze kom met gesmolten lood en deze ring eruit te nemen.
(De S. .G.-.C. . Iaat de ring in de vaas met kwik vallen, waar de candidaat deze uit pakt.)
S. .G. .C. .: Het is goed, geen letsel wachtte U, U wist het. Maar bedenk, alle ceremonien der Vrijmetselarij zijn slechts getrouwe voorstellingen van het werkelijke leven; opdat U altiid gereed zult ziin Uw leven te geven voor het zegevieren van de beginselen van onze Ritus. Z*V* Br* G*C*M*, laat de candidaat zijn laatste reis ondenemen.
(De candidaat wordt tweemaal rondgeleid.)
Het doel van deze laatste proef was om U te leren dat geen overweging; geen gevaar U zal weerhouden, wanneer gerechtigheid en de rechten van Uw Zzr* of Bbr* Uw hulp behoeven.
Uw maconnieke werken, de vrijzinnige gedachten die U onderhoud, Uw toewijding en ijver voor de verspreiding van onze leringen geven U het recht op de hoge waardigheid waarmede wij op het punt staan U te bekleden.
(De candidaat stopt in het Westen.)
S. .G. .C. .: Sublieme Prins, de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus erkent noch neemt een der Godsdiensten der wereld aan. Wij eerbiedigen het godsbegrip van ieder mens. Ieder zo ook onze Zr* en Br* heeft het volste recht zijn eigen overtuiging te onderhouden overeenkomstig de ingeving van zijn geweten, wat is Uw Heiligste overtuiging?
Cand. .: Anwoord, .°..°..°..°..°..°..
S. .G. .C. .: Z.°.V.°. Br.°. Grootredenaar, leg op het Altaar der Vrijmetselarij het B*.v.d.H. .K. . als symbool van de Heiligste overtuiging van onze Zr*./Br* !(Wordt gedaan.)
S. .G. .C. .: En nu, indien U uit eigen vrije wil de laatste en meest ernstige eed van onze Orde op U wilt nemen, treedt dan voorwaarts en kniel voor het Altaar der Vrijmetselarij, en leg Uw handen op het B. .v.d .H. .K. .°. (Wordt gedaan.)
S. .G. .C. .: In orde Soeverein Groot Inspecteurs! Trek Uw zwaarden!
L. .G. .C. .: Herhaalt de order.
(Allen vormen een cirkel rond het Altaar en richten hun zwaard op het hart van de candidaat.)
S*G*C*: Sublieme Prins, zeg mij in gedachten na:


EED VAN DE S*G*I*G* 33o


In de tegenwoordigheid van d.A*H* en de Zeer Verlichte leden van de Nederiandse Opperraad der Gemengde Vrijmetselarij; Zweer ik .°..°..°., plechtig en oprecht als Sublieme Prins van het Koninklijk Geheim op het B. .v.d.H. .K. ., nimmer direct of indirect de geheimen en mysterien van de 33e en laatste graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus aan iemand te onthullen, tenzij het ware aan een Zr* of Br* rechtsgeldig en wettig in het bezit van deze waardigheid; en te gehoorzamen en te laten gehoorzamen aan, de Constitutie, statuten en reglementen der Orde. Ik zweer verder plechtig en oprecht om getrouw en oprecht te zijn aan mijn geliefde land. Ik zweer verder plechtig en oprecht, getrouw en nauwgezet de plichten te vervullen welke ik op mij heb genomen in elk der graden die ik ontving, en nauwgezet de plichten na te komen welke mij als Soeverein Groot Inspecteur Generaal van de 33' graad zijn opgelegd. En onophoudelijk de rechten van mijn medemensen te beschermen en te verdedigen, zelfs met gevaar van mijn leven, en de macht waarmede ik ben bekleed aan te wenden met naastenliefde en rechtvaardigheid ter ere van d.A*H* en onze Orde. Ik zweer verder plechtig en oprecht, getrouw mijn huidige plichten te zullen nakomen, zonder enig niet uitgesproken voorbehoud, en moge ik nimmer deze eed schenden, zodat eeuwige vroeging mijn deel zal zijn.

(Zeg mij thans hardop na:)

Zo helpe mij de A.°.H. . en houde mij standvastig in deze mijn Grootste enPlechtigste eed.

Allen: Z*M*H*Z*.

S*G*C*: Nu mijn broeder, neem dit zwaard en bedenk het slechts te gebruiken tegen de vijanden van onze Orde en Uw land, en wanneer een beroep op U wordt gedaan de rechten van de mensheid te verdedigen . Ontvang deze ring (geeft hem) hetwelk een teken is van het verbond dat U heden met ons bent aangegaan. U bent voor altijd gebonden aan de A *.H*, onze Orde en Uw land. Laat Uw zinspreuk zijn: "Deus Meumque Jus". " God en mijn Recht". Ik zal U nu bekend maken met de geheimen van deze laatste graad.


Teken van orde:

Plaats de linkerhand met de gestrekte vingers aaneengesloten op het hart.


Eerste teken:
kniel (tegenover elkaar) Op de linkerknie, kruis de armen over de borst, trek dan het zwaard en houd de punt in de linkerhand en kruis het met de tegenovergeknielde G*l*G*, en geef het:
-Herste paswoord De Molay".
Antwoord Hiram Abiff".
- Tweede paswoord- Frederick".
- Antwoord -van Pruisen".


Tweede teken:
Ontkoppel de zwaarden, behoud de punt in de linkerhand, zit op beide knieen, kus het lemmet driemaal en geef de Heilige Woorden: "Micha, Macha, Bealim, Adonai". "Wie is gelijk U, o Allerhoogste".


Teken van binnenkomst:

De armen gekruist over de borst, de rechter arm boven, het hoofd gebogen.


Slagen: OOOOO OOO O OO.


S. .G. .C. .:

Hierbij bekleed ik U met de tekenen behorend bij het hoge ambt Uwer waardigheid verleend door Uw mede Zzr * en Bbr*(Hangt hem de sjerp van de 33 o voorzien van het juweel om.)

S*G*C*: M.°.L.°.G.°.C.°., proclameer onze geliefde Zr. ./Br. . als een Soeverein Groot Inspecteur Generaal en lid van de 33~ en laatste graad.

L. .G. .C. .:Ik proclameer onze geliefde Zr. ./Br. . en Sublieme Prins .°..°.., te zijn een Soeverein Groot Inspecteur Generaal van de 33e en laatste graad onder de Nederlandse Opperraad der Gemengde Vriimetselarij.
S. .G. .C. .: Z. .V. .Br. .G. .C. .M. ., geleid de G*l. .G. . naar de ere zetel.
(De nieuw verheven G. .l. .G. . wordt ter rechterzijde van de S. .G. .C.-. gezeten.)
S. .G. .C. .:Edele en Zeer Verlichte Zzr.°. en Bbr.°., laat ons de eer bewijzen behorende bij deze verheven waardigheid aan onze laatst aangenomen G*l.*G*
In orde, ziet naar mij, lallen volgen de S. .G. .C. . na in het maconniek applaus)

00000 000 0 00.

Zet U, en laat ons luisteren naar onderricht van de laatste graad.


ONDERRICHT

G*M*S*: Z*V* Zzr* en Bbr*, inmiddels heeft U geleerd dat ons doel niet is om de materiele tempel van Salomo te herbouwen, maar een geestelijke Tempel, waarin waarheid en liefde zal wonen, en waarin als een broederschap moeten leven zij die slechts een oorsprong hebben, en de eeuwige wetten van rechtvaardigheid en recht zullen gehoorzamen. Wij hoeven niet de moord op Hiram Abiff te wreken, omdat hij die eeuwige wijsheid symboliseerd, welke door onwetendheid, machtswellust en leugens verborgen werd gehouden, maar wij moeten verder gaan, op zoek naar de wetten waardoor de Geestelijke Wereld wordt geregeerd. We hebben niet het onfortuinlijke volk van Juda te vervolgen omdat zij Jezus van Nazareth, ter dood hebben veroordeeld, de apostel der plichten en rechten der mensen, maar we moeten voor altijd vernietigen, bijgeloof, fanatisme en onverdraagzaamheid. Deze en niet de kinderen Israel's waren schuldig. Laten wij hen geen genade betonen, en daardoor de zegeningen van gewetensvrijheid veilig stellen. Elk mens zal handelen overeenkomstig zijn eigen geweten. Wij hoeven niet de moord van Jaques de Molay te wreken en de Tempelieren, maar wij moeten nimmer toestaan, indien het in ons vermogen is dat enig levend mens zoveel macht zal bezitten om nog zulk een misdaad te kunnen begaan. Geen mens heeft het recht zich een macht toe te eigenen welke alleen d.A.°.H.°. toebehoort.Geen mens is meerdere over zijn medemens, anders dan door intellect, menslievendheid, goede daden en kennis.
Aan niemand is het gezag gegeven om de A.°.H.°. te vervangen en te vertegenwoordigen op aarde, en al diegene die pretenderen zijn gezanten en vervangers te zijn moeten niet worden geloofd. Uitsluitend onze onwetendheid en zelfzuchtigheid geeft deze overweldigers de macht welke zij uitoefenen voor de bevrediging van hun Goddeloze plannen.
Onze Orde is ingesteld om zulke aanmatigingen te stoppen en om de hernieuwing te voorkomen van de tragedie welke eindigde in de moord op de Tempelridders, wier deugden en geestelijke kracht zulk een schrik brachten aan de wereldlijke en kerkelijke overweldenaars van die tijd, welke voor altijd wordt bewaard in onze geest door de batterij van deze graad, vijf, drie, een en twee, aanduiding voor de S. .G. .I. .G. . van het jaar van de moord op deze slachtoffers der onverdraagzaamheid van koningschap en geestelijkheid, 5312.
Wij verafschuwen de leringen welke de moord van koningen en priesters onderricht, maar zolang de zwakte der mensheid hun overweldiging onvermiidelijk toestaat, moeten wij voorkomen dat zij hun macht aanwenden om de mensheid te onderdrukken en pogen graadsgewijs onze medemens te Verlichten en hun geest gereed te maken voor de vreugden van die rechten en priveleges welke onze hemelse Vader zijn geliefde kinderen waarborgt.
Wij moeten niet, door moord en bloedvergieten dat land heroveren, heilig gemaakt door het leven en de dood van Jezus van Nazareth, maar wij moeten onze rechten heroveren, en waarheid in de plaats stellen voor dwaling; vrijheid en gerechtigheid voor despotisme en ongerechtigheid.
Dan en dan alleen, zullen wij het "Heilige Land" hebben herovert, het enige ware Heilige Land dat het erfgoed is van liefde, begrip en naastenliefde, dat onze Vader ons gegeven heeft.
S. .G. .C. .: Hiermede is Uw verheffing tot Soeverein Groot lnspecteur Generaal van de 33e en laatste graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus voltooid, vervul met het uiterste Uwer vermogens de verplichtingen U hiermede opgelegd . (Muzikaal bwst.°.l

SLUITING VAN DE OPPERRAAD


S. .G. .C. .: alvorens tot sluiting van deze Opperraad over te gaan verzoekt de S.°.G.°.C.°. de daartoe belaste Z*V* Br*/Zr*. met de tassen rond te gaan.
(De tas der Vv. ., van het Tempelf.°. en van de Aalm* gaan rond. )
S. .G. .C. .: Heeft een der Z*V* Zzr* en Bbr* nog iets te zeggen of een voorstel te doen in het belang van deze Opperraad, onze geliefde Orde of in het belang der mensheid ?
(Deze vraag wordt eenmaal gesteld. Nadat de raad zwijgt.)
S. .G. .C. .: M.°.L.°.G.°.C.°., wat is Uw plicht?
L. .G. .C. .: Te strijden voor d.A. .H. ., voor miin land en voor de beginselen van onze Heilige Orde.
S. .G. .C. .: Hoe laat is het?
L. .G. .C. .: De morgenzon verlicht onze raad
S. .G. .C. .: In het teken Zzr.°. en Bbr.°.!
S. .G. .C. .:Laten wij ons wenden tot de A. .H.-.°. Wij danken U A.°.H.°. voor het loon, dat wij heden weder voor onze arbeid mochten ontvangen.
Moge deze arbeid ten zege strekken voor de mensheid.

Allen: Z.-.M.-.H.-.Z.-.°.


S. .G. .C. .: M.°.L.°.G.°.C.°., stel de Zzr.°. en Bbr.°. in kennis dat ik op het punt sta deze Opperraad te sluiten.
L. .G. .C. .: Edele en Z.°. V.°. Zzr.°. en bbr.°., merk op dat de Z. .M. .S. .G. .C. . op het punt staat deze Opperraad te sluiten.
S. .G. .C. .: Daar de morgenzon is opgekomen en onze raad is verlicht, sluit ik deze Opperraad met de Mystieke getallen.
S. .G. .C. .: (Geeft de slagen met het gevest van zijn zwaard.) 00000 000 0 00.
L. .G. .C. .: (Geeft de slagen op gelijke wijze.)
S. .G. .C. .: V.°. Zzr.°. en Bbr.°., keer terug naar de veelvuldige bezigheden van het leven, doe Uw plicht en bewiis de wereld dat wij onze roepingen waardig zijn.


Deze Opperraad is nu gesloten.